rcr»witï Kruimels inde schoolbanken Een dagje in de schoolbanken, of: van Donna Summer tot hersentumor KINDEROPVANG TIJDENS MIDDAGPAUZE WETTELIJK GEREGELD Een meisje met een rode strik In het haar ligt lang uit over een groot plastic middeleeuws kasteel. „Ik heb een badkuip!", kraalt het kind, terwijl een blond jochie zich boos maakt over de In zijn ogen on heuse toepassing van dit stuk historisch speelgoed. Een Spaans meisje meent: „Bij ons dragen de mensen niet van die rare kleren als Sint en Piet". Papieren vliegtuigjes scheren door de lucht, maar een knulletje met peenhaar verorbert onver stoorbaar zijn boterham met muisjes. Zegt: „Dat vind ik het lekkerste: muisjes. Maar ik eet liever thuis, want daar heb Ik meer speelgoed". Het 19 kwart voor twaalf. Op kleuterschool de Zonneschijn aan de Haagse Paets van Troostwijkstraat Is het „grote pauze". Normaal gesproken k- biedt een school dan een ver laten aanblik, maar in één van de lokalen is het een drukte van jewelste. Zo'n veertig kin deren eten er de boterham men. appels en peren, van thuis meegebracht. De drie „overblijfjulfen" van de Stich ting Kinderopvang zorgen voor thee, desgewenst melk. „We geven de kinderen rede lijk veel vrijheid", zo verklaart begeleidster Riet Hermans het rumoer. ..Je moet er geen schoolklasje van willen ma ken". Trefpunt De Stichting Kinderopvang heeft al veertien jaar ervaring met de opvang van kinderen op school tijdens de middag pauze. De stichting groeide in die ja ren uit van een clubje initia tiefrijke moeders tot een pro fessionele organisatie, die de middag-opvang verzorgt voor ruim honderd scholen in Den Haag. Nu de opvang van kin deren tijdens de middagpauze in de wet basisonderwijs gere Kinderen aan de dis in kleuterschool De Zonneschiin Thuis heb ik meer speelgoed Sedert ongeveer anderhalf jaar zijn basis scholen verplicht overblijfvoorzieningen te treffen als ouders daar om vragen. Een der gelijke verplichting is ook in de wet op het basisonderwijs opgenomen, die augustus dit jaar in werking treedt. Schoolbesturen en ouderverenigingen kun nen zelf uitmaken hoe het overblijven op school geregeld wordt. In een klaslokaal of in een apart gebouw? Toezicht door ouders, leraren of professionele krachten? Met of zonder subsidie van de gemeente? In de wet zijn daarover geen bepalingen opgenomen. Op het moment zijn bij ongeveer de helft van de lagere scholen en een derde van de kleuterscholen overblijfmogelijkheden ge creëerd. Bij de meeste scholen komen de kosten van het overblijven geheel voor reke ning van de ouders. Sommige gemeenten, zoals Den Haag, verlenen subsidies om de kosten voor de ouders te beperken. De nieuwe wet betekent in de praktijk dat ouders schoolbesturen er toe kunnen dwin gen overblijfmogelijkheden te scheppen. Scholen die blijvend dergelijke voorzienin gen afwijzen, lopen het risico dat de over heid de geldkraan dichtdraait. Mona Kal: „Ik kan het geval van een conciërge die de kin deren meteen na het eten de school uitbonjourde". geld wordt, staat de stichting weer volop in de belangstel ling. ..Wij zijn indertijd opgericht omdat de middagpauze de dag voor ouders met school gaande kinderen nu eenmaal enorm versnippert", vertelt Mona Kal, sedert de oprich ting directrice van de stich ting. ,,Je zult gescheiden zijn en alleen staan met een kind dat vier middagen in de week thuis opgevangen moet wor den. Dan kom je niet aan wer ken of studeren toe. De be hoefte aan opvangmogelijkhe den op school is met de ver-, dergaande vrouwen-emanci-. patie alleen maar toegeno men". Zuurverdiend Een kind ervaart de middag pauze op school als zuurver diende vrije tijd. Dat is het moment waarop de druk van de ketel kan: allerlei plezierige en onplezierige ervaringen op schooi worden normaal ge sproken in de middagpauze uitgeleefd. Thuis aan de eetta fel kan die energie nog wel in goede banen geleid worden. Maar als een groot aantal kin deren na een vermoeiende ochtend op school samen aan de dis gaat is een kundige op vang vereist, meent mevrouw Kal. „Kinderen willen in die mid dagpauze hun genoegen, maar ook hun ongenoegen kwijt. Dat moet je wel kunnen merken en er op de juiste ma nier aandacht aan kunnen be steden. Het Is niet de bedoe ling dat kinderen ondergaan in de chaos, maar ze moeten daarentegen ook uitbundig kunnen zijn. Daar moet je mee om kunnen gaan. Vandaar dat wij al enkele jaren met betaal de, professionele leidster; werken". Betaalbaar Kinderopvang in de eenen veertig centra die de stichting heeft opgezet, is voor de ou ders in de regel goed betaal baar dank zij een subsidiere geling van de gemeente. De bijdrage van de ouders kan hierdoor beperkt blijven tot zeventien gulden per vier maal overblijven voor minimum-in komens tot (naar draagkracht) maximaal vijfenzestig gulden. De rest past de gemeente bij: zo'n 700.000 gulden jaarlijks. Hoewel je zou verwachten dat de wettelijke regeling van het- overblijven op school de stich-, ting alleen maar in de kaart' kan spelen, is het tegendeel het geval. In de nieuwe wet basisonderwijs, die volgend jaar van kracht wordt, staat dat de ouders in principe voor de kosten van het overblijven moeten opdraaien. De stich ting loopt nu het risico, dat de gemeente de subsidie in twee jaar zal korten tot nog geen twee ton. Een voorstel van die strekking is onlangs in de raad aangenomen. De directrice ziet de toekomst nu uiterst somber in. „Dat overleven we niet", zegt ze. „De kinderopvang met onze leidsters die vaak al jarenlang voor de stichting werken, wordt voor de ouders dan on betaalbaar. Ik ben bang dat veel scholen zullen besluiten de kinderopvang er voortaan zelf bij te gaan doen. Ik ken het geval van een lagere school waar een conciërge was die even oplette tijdens het eten, waarna de kinderen naar buiten gebonjourd wer den. Erg goedkoop, maar voor de kinderen minder prettig. Het komt ook voor dat leer krachten de kinderen in de middagpauze dezelfde disci pline opleggen als tijdens de lesuren. Van een echte pauze is dan nauwelijks sprake meer". Een groot aantal scholen schakelt bij de opvang van kinderen in de middagpauze vrijwillige hulpkrachten In, meestal zijn dat enkele ou ders. Een op het oog sympa thieke oplossing, waarbij van het gemeentebestuur geen fi nanciële bijdrage hoeft te wor den gevraagd. Maar Mona Kal heeft grote moeite met zo'n regeling, niet alleen uit prakti sche. maar ook uit morele overwegingen. „Ja, luister eens", zegt ze op verontwaar digde toon, „je organiseert een kinderopvang om de ou ders in staat te stellen buiten de deur te werken. En daar voor zou een ander dan voor niets op hun kinderen moeten passen? Wij gaan ervan uit dat je beter geen onbetaalde krachten voor de opvang kunt inschakelen. Die kunnen bij wijze van spreken vanavond opbellen dat ze morgen niet meer komen. Door met be taalde leidsters te werken is er veel meer continuïteit. Belang rijk voor de kinderen, die zich snel hechten aan een leidster en belangrijk voor de rust in de overblijfgroepen". Barbiepoppen De kinderen die in school Zonneschijn hun boterham opeten, zijn niet in het minst gehinderd door deze subsidie kwestie. De journalist, die aanschuift bij de kleuters en kinderen van enkele lagere scholen in de omgeving, wordt overladen met onbevangen verhalen. Zoals over de forse collecties speelgoed thuis: „Ik heb zoveel barbiepoppen dat ik ze niet eens mee naar laren 2 >t ge school zou kunnen nemjhet tol Over ouders: ileeftijd ,Mijn vader heeft mijn rrtk wel, de deur uitgeschopt wioeger. lag te slapen met een gioolbo man. Dat is toch niet Ihuld ii zegt mijn vader". en En over schoolkameraal „Ik durf hem best aan a$ok hi' ken, want wij lopen met I ^are in verkering". a! wi Als de schoolbel weer rr?'®ve worden de borden van fe|9el geruimd, tassen ingepalr'®en door het lokaal verspre? D°Y( gende speelgoed in de K 'oslie geruimd. De middagpad°°°r er weer op. de kindereif,erae ven het lokaal uit, de o\rt juffen kunnen weer naai Later vertelt directrice L p Kal: „Dat overblijven®- 55' school is in het buitenlf" n5] jarenlang heel gewoc>n-L. in Nederland staan vet ders er nog wat onwenii 5i genover. Ze voelen zich i een beetje schuldig alsL voor twaalf de thee nief '5® klaar staat. Daarom ii. e5 goede opvang op schott sen de middag ook zo tof' rijk". PAUL KOOf neum-gymnasium. prestatie helemaal geen vies woord". Uit de speakers van een forse stereo radio-cassetterecorder klinkt de stem van Donna Summer. Go to find your own way; keep on trying all day. De halve klas deint mee. ledereen heeft een stencil met de tekst voor zich, met dien verstande dat in vrijwel elke regel een woord ontbreekt. Dat moeten de leerlingen zelf invullen. Sommige woorden, soms zelfs hele zinnen, zijn bijna niet te verstaan. „De moeilijke stuk ken zal ik een paar keer draai en", zegt de docente In een van de weinige momenten dat ze geen Engels spreekt. Over bodige bemoediging; in 2 mavo hebben ze geen enkel probleem met You'll stand alone on a tone hard road. Kort voor dit Hilversum-3-on- derwijs had er een boek op de tafels gelegen dat niet zo swingde. Aan de hand van te keningen moesten de leerlin gen zelf zinnen maken waarin het werkwoord to make of to do moest zijn verwerkt. „To do kan ook maken betekenen, dus pas daar goed mee op", had de docente gewaar schuwd. En op het bord had ze nog geschreven: to do the sums. Het meisje dat aan de beurt was, aarzelend: „He ma kes his sums". Hoe anders is Duits. Een man van wie de routine van het les geven afstraalt, banjert een beetje door de klas en maakt af en toe gebruik van een overhead-projector. Op het witte scherm, dat in alle loka len boven de lessenaar van de docent hangt, wordt stukje bij beetje een gedicht zichtbaar. De leerlingen van 4 vwo moe ten steeds het laatste gedeel te of het laatste woord van een regel zelf invullen. Daarna laat de docent, door een stuk je papier te verschuiven, zien wat er in werkelijkheid staat. Gedurende de les zal hij het schoolbord helemaal volschrij ven met de suggesties die uit de klas komen. Het gaat over een GroBe Wagen, een Dich ter en das Leid. „Merk je dat naarmate het ge dicht vordert, jullie steeds meer dezelfde woorden gaan Het onderwijs heet in be weging te zijn. Leerlingen hebben inspraak; de do cent heet geen meneer meer, maar Johan of Pie- ter; de rector zelf legt koude compressen op bloedneuzen en het over blijflokaal is veranderd In een ontmoetingsplaats, waar naar popmuziek kan worden geluisterd. Gene raties die zelf nog het on derwijs van voor de Grote Omwenteling hebben meegemaakt, kijken er vreemd tegenaan. Maar wat is er van waar? En verraadt die buitenkant ook een wezenlijke veran dering? Verslaggever Dick Hof land ging poolshoogte ne men en zat één dag in de schoolbanken. De keus viel op het Aloysius-colle- ge in Den Haag, een scholengemeenschap voor mavo-havo-athe- Reclor Holleman: „Wij lijn niet bang om eisen te stellen, want wij vinden gebruiken", zegt de docent, die, naar later blijkt, ruim der tig jaar in het vak zit. Na ihm hilft kein Dichter, kein Stern- bild, ervullen de meesten zinnen in als ist einsam en ist allein. Er wordt bijna geen woord gezegd. Als de docent laat zien dat hij ze op het ver keerde been heeft gezet met Groöe Wagen, dat niets met wagen te maken heeft, maar met het sterrenbeeld de Grote Beer, gaat er een soort mas saal eureka door het lokaal. Enkele van de (anonieme) in drukken die de leerlingen na afloop op papier moeten zet ten: de dichter is zijn oriënta tie kwijt, zit in een moeilijke periode en probeert troost te zoeken. Twee opmerkingen treffen: „Ik begrijp gedichten nooit zo goed" en „Waarom kunnen gedichten nooit leuk zijn?". Frans proza Een literaire voortzetting bij Frans, waar de leerlingen van de vijfde klas atheneum, een voor-eindexamenklas, in groepjes zitten. Geholpen door een docent of een mede leerling die er het minst moei te mee heeft, analyseren ze een stuk Frans proza. Dit deel van het vak gebeurt hoofdza kelijk op school, huiswerk is niet nodig. Wel is er aan het begin steeds een korte, schrif telijke overhoring van een aantal woorden. Er zit geen beoordeling aan vast, het gaat louter om het alert blijven. De docent zit en loopt er meer bij als oogje in het zeil, de leerlin gen houden hun eigen orde. De tegenstelling met Latijn is groot, want de pater die aan 2 gymnasium de beginselen van deze moeilijke taal moet bij brengen, houdt er flink het tempo in. Zijn vragen schieten door de klas, evenals zijn grappen, en op het bord kalkt hij naamvallen alsof hij brood jes verkoopt. „Die vormen zit ten er niet goed in, joh", zegt hij tegen een jongen die drup peltjes zweet over het verschil tussen feminae servi panem dant (De slaven geven brood aan de vrouw) en feminae ser vo panem dant (De vrouwen geven brood aan de slaaf). „De kracht van het Latijnse werkwoord ligt in de uitgang, onthoudt dat goed". Twee mi nuten uit het raam kijken bij deze pater en je weet bijna niet meer waarover het gaat. Hetzelfde bij wiskunde. Opga ve: roteer het lijnstuk A-B over 100 graden. Alle hens aan dek, maar gelukkig is dit de eerste brugklas. Met behulp van passer en driehoek lukt het. Tegen de klok in roteren natuurlijk, want het Is een po sitieve rotatie. „Anders heb je min honderd graden", zegt de jeugdige man met baard, die les geeft alsof hij toevallig is langs komen lopen. De klas gaat snel door de stof heen. „Maar straks gaan we hele driehoeken roteren", waar schuwt de docent. Gered door de bel. Zwaardvis Rector Holleman, die zo vrien delijk is geweest voor ons een heel dagprogramma op te stellen met diverse lessen en verschillende klassen, moet zijn naam eer aan doen. Lo kaal 104 ligt een stuk verder op in dit immense, oude ge bouw dat zeker op één van de in de gang hangende luchtfo to's doet denken aan de ver maarde Engelse colleges. Ne derlands wacht, ha: Mulisch, Hermans, Biesheuvel; wie zal het worden? „We hebben even gewacht, we gaan nu met deze tekst aan de gang", zegt een lange man op een manier die geen ruimte voor twijfel laat. De kinderen, doodstil, moeten om beurten een alinea lezen van een uit gebreid bericht over een zwaardvis die schepen heeft „aangevallen". Daaronder een reeks vragen. Waarom staat ZATERDAG 19JANUA „gewapende" tussen aanha lingstekens? Kun je de kern van de tekst weergeven? Op wie slaat „hun"? Droge boel. Hoofd erbij houden. Voordat de bel is uitgerinkeld staat de eerste brugklas bijna in z'n géheel buiten. In de docentenkamer koffie en thee voor een kwartje, maar brood meenemen. „Je moet het tempo er vaak wel inhou den om de boel binnen die twee bellen af te krijgen", merkt iemand op. De „Engel se juf" bekent dat ze in het weekeinde niet eens een glas wijn durft te drinken, omdat ze bang is er maandagoch tend niet goed genoeg bij te zijn. Vlug, met het brood nau welijks achter de kiezen, naar biologie. Een jongeman in spijkerbroek en met opge stroopte mouwen zit op een lange tafel. In zijn handen een glas waarin hersenen op sterk water. Trefwoorden: knobbel tje, hersentumor en kanker. Njemand verwikt of verweegt. „Vorige keer hebben we var kensnieren zitten opensnij den", vertelt een meisje van de verlengde brugklas havo atheneum vol bravour. „Ach, de één vindt het eng. de ander niet", stelt haar buurvrouw nuchter. Om de functie van de kleine hersenen, het coördina tievermogen, te demonstreren krijgt iedereen een opdracht. Met een stuk karton dwars voor zich, waardoor niemand kan zien wat er voor hem op tafel ligt, moet er met pen een lijn worden gevolgd op een stuk papier. Dat papier is al leen te zien via een spiegel. Zo'n opdracht gaat er wel in, al valt het bepaald niet mee. De les eindigt in schijnbare wanorde. Een stel meisjes dromt om de docent heen en vraagt plagend hoe zijn voor namen nou eigenlijk voluit zijn. Als hij dat zegt, is hoon zijn deel. Grote pauzes Net echt: er valt een uur uit, katechese. De meeste leerlin gen gaan in zo'n geval niet naar buiten, maar blijven in de gangen zitten om nog iets door te nemen. Hetzelfde beeld tijdens de grote pauzes. Het speelterrein is vrijwel leeg, het souterrain waar melk e.d. te koop is en getafeltennist kan worden, maar absoluut niet mag worden gerookt, is stampvol. Surveillerende do centen zijn af en toe onopval lend aanwezig. „Wat thuis niet kan, kan hier ook niet. Wat thuis wel kan, kan hier ook", zegt rector Holleman, als een jongen en een meisje meer dan gemiddelde belangstelling voor elkaar tonen. Op één punt is de school wel radicaal: handel in verdoven de middelen. „Als we merken dat een leerling drugs ge bruikt, hoeft hij of zij niet met een van school, maar komt er een gesprek om de achter gronden te achterhalen en te proberen hem of haar ervan af te brengen. Wij zeggen in zo'n geval niet: verdwijn maar, daar is de asbak. Maar als ie mand zou handelen in die spullen* moet-ie onverbidde lijk verdwijnen. Al speelt dat probleem bij ons gelukkig niet". De paar leerlingen die zitten te leren in een gang waar ze niet mogen zijn, stappen direct op als 't hun gezegd wordt. „Het- Aloysius-college staat bekend als een redelijk gedisciplineer de school", zegt Holleman. „Wij vragen van de leerlingen een correct gedrag, wij vragen dat ze zich zodanig opstellen dat een docent zijn werk kan doen. We zijn streng, maar rechtvaardig en redelijk. Dat leerlingen soms bijvoorbeeld hun jack aanhouden in de klas, wordt oogluikend toege staan. Dat is een klein beetje ingegeven door het feit dat de leerlingen vooral in de hogere klassen een soort college-sys teem volgen. Ze wisselen per uur per groep. Hun rooster is ook zodanig dat ze niet alle maal meer op hetzelfc ment beginnen en op F" de moment ophoudend- naast zijn ze zuinig op h_ zit, vandaar dat ze ook"" hun spulletjes meeneme- de klas". Ontspannen In het sousterrain zit c kunde-klas van 's ochtf Twee uur achter elkas zogenaamd blokuur, ze proberen met klei v geven aan wat ze zich stellen bij een pre-his dier. Ze zijn stuk voa ontspannen. „Toen ii naartoe wilde, heeft bij dereen tegen me gezej ik alles wel kon opgeveii ik zou tot over mijn oren werk zitten", zegt een 1 „Dat is me tot nu toef meegevallen. Ik ben n- één a anderhalf uur m<_ huiswerk bezig en ik vf enorm leuk. Ik kende nir in deze klas, maar ik t middels een paar vrienc Ja, ik vind dat we een klas hebben". Het Aloysius-college mi zijn 1150 leerlingen f mammoet-scholen word rekend. En tevens tot d. fessionele scholen. V een recent onderzoek v sociologe Van Marwijk! von Baumhauer (Erasmi versiteit) geven kinderqekse W dit type school veruit d^an me, keur boven openbar» sfeer zou er veel pretti<f"Js m en de confessionele i moest grond een bindende ld. Eén Een aantal leerlingen bn zijn I dat zonder enige terb|jj|<e, i dendheid en rector Hqii||rptpr wil het woord „Ieertf"{.j5 absoluut niet horen. leiiJKe. n kinde „We leven In een tl£® me.' schaalvergroting en Cr'1 moet je als school juisl Q|e je best doen om de kit aanhai te laten voelen dat ze bgekreg zijn. We willen een gfe|jjke school zijn en we richtLi» w« mede daarom ook op rjf schoolse activiteiten. Kli Deiang zijn bij ons geen éénWd en We zorgen voor een betok de ke delegatie van bevotyjjs. den, niet alleen binnen rectie, maar ook naar d( toren toe. Iedere leerlirerwaar|0 in de klasse-situatie n^|jj|<e aSr mentor in een prettig^ng van leven. Van de leerling» meer jn en hun ouders horen ^00j aai we in die opzet vrij go» gen". iiHi „Het is de taak van de i, in de grote structuren leefeenheden te creër dat opzicht zijn we c een verlengstuk van hét_ I van thuis, maar wel me- male vormen van het gaat om tuurlijk, een school uit van de hoeft zich niet volledig aan te moet zeker ook ven geven. Een duidelijk durven bepaalde normen en gehandhaafd blijven, hij zich teweer stelt vlakking. Wij willen op niveau blijven Nee, wij zijn niet bang sen te stellen, want wij prestatie helemaal woord". DICK Om het coördinatievermogen te testen gang tijdens s* een wisseling i van de les. Een les biologie. Drukte op de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 26