Doctor in
de chemie
maakt
jacht op
Aziatische
kunst
Egidius Amkreutz ijkte
zijn levenskompas
opnieuw en ruilde
het Ware Noorden voor
het Verre Oosten
KERKRADE Naar de reden, waarom doctor Egidius Amkreutz uit Kerkrade
halverwege zijn carrière die spectaculaire salto mortale heeft gemaakt, kan ach
teraf slechts gegist worden. Was het de onweerstaanbare glimlach van boeddha,
die hem daartoe verlokte? Of werd zijn honger naar de horizon tenslotte zo on
verdraaglijk, dat hij alsnog het besluit durfde te nemen het kompas van zijn
leven opnieuw te ijken en het Ware Noorden in te ruilen voor het Verre Oosten?
Onloochenbaar is in elk geval het feit, dat zijn toekomst tot 1980 nog hecht ver
ankerd was aan een doctorsbul in de fysische chemie, waarmee hij in het laby
rint van de wetenschap feilloos de weg wist te vinden naar een baan met riante
vooruitzichten. Als docent aan de universiteit van Aken voelde hij zich in het
grensgebied tussen scheikunde en natuurkunde als een vis in het water. En het
zat er dan ook dik in, dat hem op den duur een professoraat zou zijn toegescho
ven.
chemie fascineert hem trou-
»ns nog steeds in hoge mate.
___Jeze wereld is niet denkbaar zon-
www Ychemie", zegt hij. „Alles wat in
ize samenleving tot stand wordt
rflat /gracht, heeft er mee te maken.
De «oem maar iets op en ik zal gelijk
inpart*gen> Wat de chemie er aan ver-
"opheBp*d heeft- Het is een weten-
jen gflhap, waarvan je de geheimen al-
mg. Men kunt ontdekken door ze met
wa$alytisch denken te benaderen.
^arrnaast moet je verrekt goed
innen puzzelen Want de raad-
5 000-k die je tegenkomt, kunnen al-
ing ?n maar ontward worden als je
i schikt over voldoende gedach-
'ikronkels. Er zijn voortdurend
wegen waaruit je een keuze
•t maken. En dat boeit me. Die
izemogelijkheid verklaart ook,
larom chemische processen soms
liekant aflopen. Alles heeft nu
imaal een keerzijde. Dus ook de
mie. De fouten die er mee ge
takt worden zijn overigens altijd
ijten aan menselijk falen. Een
tmicus waagt zich dan te ver in
nderhk jungle en raakt het spoor bijster.
}oiikai^t zulkè momenten is hij te veel
inturier en te weinig analyticus,
n als die twee niet in perfecte ba-
tooo.-rs zijn kan een ramp het gevolg
71"
ng
)ie liefde voor Azië is geen be-
72 £egmg van een 35-jarige geweest,
^eliseer ik me nu. Die had ik al in
i^^jjjn jeugd. Als kind droomde ik bij
^^jorkeur van verre reizen. Als we
et vader een tocht gingen maken
èpte hij altijd onderweg en vouwr
1 hij de landkaart open op de mo-
■ooitkap van de auto. „Jongens", riep
dan, „help me even. We kunnen
irgieioX nog alle kanten uit. Zeggen jul-
maar, waar ik heen moet rij-
Dat zijn kinderen het reis-
>1 mochten bepalen, vond ik een
indende gedachte",
school had ik ondertussen mijn
jze al bepaald. Dat had ik te
'*$glfiken aan een franciscaan, pater
'«rlach, die zijn godsdienstlessen
Aornamelijk vulde met verhalen
fer zijn tochten door geheimzinni-
oerwouden. Het wemelde daar
/4n wilde dieren. Maar pater Ger-
17Vrh trotseerde glimlachend alle ge-
#^jren en peddelde onverstoorbaar
LAAJl zijn kano van de ene missiepost
ar de andere".
let viel me wel op, dat hij nooit
er China sprak. Pas achteraf heb
begrepen, wat daar de reden van
is: China was geen missiegebied
n de franciscanen. Daar mochten
een de jezuïeten werken, die on-
jndig veel slimmer zijn dan de
inciscanen. Maar dat wist ik op
I t moment niet. Pater Gerlach
d ondertussen al zo veel over
J®rika verteld, dat daar voor mij
v/c ren eer meer te behalen viel. Ik
m me daarom voor China te ont-
ng 'kkcn
heb me suf gepiekerd hoe ik
moest komen. Helaas ben ik
en miljonairszoon. Dus op mijn
der hoefde ik in elk geval geen
roep te doen. Daarom heb ik op
n middag vol schroom aan mijn
rwijzer bekend, dat ik ontdek-
ngsreiziger wilde worden"
lij vond het een prima idee,
eeg ik de indruk. „Welk land ga
ontdekken?", vroeg hij belang
eend „China meneer", zei ik
j keek me aan en schudde zijn
ofd. „Dat is nu jammer", hoorde
hem zeggen, „China is al ont-
ïkt". Daarmee was een mooie
••koom reddeloos, in het water ge-
illen".
Nu had ik ondertussen de missie-
ig Blender bij'ons thuis grondig be-
wdeerd. Daardoor kwam ik op het
Doctor
Egidius
Amkreutz:
met
boeddha
eindelijk
baas in
eigen huis.
re, doorgaans uitgemergelde man
nen temidden van een wolk van
zwarte kinderen. Zo'n levenstaak
leek me toch ook niet onverdien
stelijk. Het verschafte me in elk ge
val een bruikbaar excuus om uit
Limburg weg te komen".
Zoekende geest
De orde, die hij uiteindelijk op zijn
zaken zou zetten, was echter niet
die van de jezuïeten of francisca
nen. Want bij nader inzien kwam
de pij van een dienaar Gods hem
toch minder begeerlijk voor dan de
plunjezak van een ontdekkingsrei
ziger, die over ongebaande paden
zijn droom achtervolgt. Omdat hem
vooralsnog de financiën ontbraken
om zijn voorgenomen reizen te be
kostigen, koos hij noodgedwongen
de vluchtweg door de wereld van
de natuurwetenschappen, die ge
lukkig voldoende aanknopingspun
ten bood voor
zijn zoekende
geest. Zijn stu
die in de fysi
sche chemie
aan de univer
siteit van
Aken dwong
hem wikkend
en wegend de
stukken van
een abstracte
puzzel in el
kaar te passen.
En dat lukte
hem wonder-
wel. De bril-
missionaris te worden. Op die jante buurman uit Limburg haalde
alender stonden foto's van dappe- I in de stad van Keizer Karei moei-.
teloos zijn doctorsbul. Maar toen hij
die eenmaal had realiseerde hij
zich, dat daarin niet de opium zat.
waarmee hij van de rest van zijn
leven een bedwelmend avontuur
zou kunnen maken.
Solide basis
De haiku
van zijn leven
Egidius Amkreutz heeft zijn
idealen en dromen in de summiere
woordenschat van een haiku
proberen te vangen Dit ziet hij als
de zin van zijn leven:
In mijn kimono in herfstkleuren
zie ik bloesem tot vrucht worden
in mijn tuin.
Die ontdekking maakte van hem
op slag een spijtoptant, die in 1980
alsnog de veilige schepen achter
zich verbrandde en roekeloos op
een schoen en een slof zijn eigen
droomwereld binnentrok. De ge
doctoreerde chemicus Amkreutz
keerde eerst met lege handen terug
naar Aken, waar hij kunstgeschie
denis ging studeren om zijn ont
dekkingstochten in Azië vast een
solide basis te geven. In het com
plex waar hij kort daarvoor nog als
docent had onderwezen zat hij i
als overjarige leerling te luisteren
naar mensen, die een maand tevo
ren nog zijn collega's waren ge-
Het jaar 1980
lijkt voor hem
inmiddels al
weer eeuwen
geleden. Hij
heeft er geen
moment spijt
van gehad, dat
hij toen langs
„af" is gegaan
en in het mid
den van zijn
leven van vo-
af aan is
zekerheden, die hem benauwden,
heeft hij namelijk ingeruild voor
Ze verstaan daar de kunst van het
imiteren langzamerhand zo goed.
dat ze toch zullen proberen mijn
antieke beeld te vervangen door
een replica".
„De mooiste momenten tijdens
mijn reizen beleef ik in mijn hotel
kamer. als ik de beelden, die ik heb
gekocht, uitpak. Ik zet ze rondom
mijn bed en blijf er tot diep in de
nacht naar kijken. Het kunnen ook
kleine vaasjes zijn of snuifdozen
Want ook in de kleinste voorwer
pen komt een cultuur van eeuwen
geleden weer tot leven Met du-
mooiste scheppingen van de wereld
om me heen begrijp ik enigszins,
waar die monniken in Birma mee
bezig zijn".
Kunstrover
„Ik weet. wat er nu door velen, dH*
dit lezen, gedacht wordt: Amkreutz
is een ordinaire dief, een kunstro
ver Op mijn beurt vraag ik: „Bén
ik dan niet bezig de schatten van
het Verre Oosten te redden?". Al
eeuwenlang zwerven kunstvoor
werpen rond over onze aarde. Ze
gaan van land naar land, van hand
tot hand. Natuurlijk is het een on
loochenbaar feit, dat koloniale
machten in het verleden de kunst
uit het Verre Oosten met scheeps
ladingen tegelijk hebben wegge
haald. Japan is op die manier nage
noeg beroofd van al zijn schatten,
die nu door rijke Japanners weer
voor veel geld worden terugge
kocht van Amerikaanse verzame
laars. Dat is gebeurd. En terecht
kan daar eindeloos over gediscus
sieerd worden".
„Toch hecht ik veel waarde aan
een uitspraak van een oude Japan
se kunstenaar, die ik in Tokio heb
ontmoet. „De kunst van mijn land
vind je in de hele wereld", zei hij.
„maar dat vervult mij niet met
droefheid. Dank zij die verloren
schatten hebben andere volkeren
ons land misschien beter leren ken
nen. Kunst moet zelfs uitgewisseld
worden. Want alleen op die manitr
kan er van genoten worden dopr
zoveel mogelijk mensen".
Balsern
Die nobele gedachte is de balsem,
waarmee docotor Egidius Am
kreutz zijn ziel blijft masseren. De
donkere zolders van Kasteel Eren
stein in Kerkrade, waar hij met
zijn galerie „De Blauwe Olifant
onderdak heeft gevonden, vult hij
tot nader order met kostbaarheden,
die hij van zijn reizen naar de uit
hoeken van onze planeet in gepaste
triomf heeft meegenomen. Dikbui
kige boeddha's met een hemelse
glimlach en koene Kmer-krijgers
wachten daar temidden van wel
riekende wierookstokjes op toege
wijde liefhebbers, die Anikrmt.-
een handje willen helpen bij zijn'
recycling van eeuwenoude cultu
ren.
Alleen het kleine beeld, dat hij van
een monnik in Birma heeft gekre
gen. is voor geen prijs te koop. Dat
geldt in feite trouwens voor alle
voorwerpen, die hij in de loop der
iaren verzameld heeft „Ik moet ze
helaas verkopen", zegt hij met te
genzin. „want anders kan ik geen
kunst kopen, die misschien nog
mooier is. Maar als je diep in mijn
hart kijkt, weet je dat ik mijn ver
zameling het liefst zelf wil houden"
„Ik handel alleen om miin dromen
te kunnen realiseren Hel is een
alibi om te blijven reizen".
LEO THURING
ZATERDAG 19 JANUARI 1965
Kuifje-effect
„Tot nog toe heb ik drie keer een
poging gewaagd Cambodja binnen
te komen. En ik blijf het proberen.
Ondanks de gevaren, die er drei
gen. Of misschien ook wel dank zij
de gevaren, die ik blijkbaar nodig
heb om te kunnen volharden. Als
over drie jaar het bericht komt, dat
Cambodja zijn grenzen weer open
stelt, laat ik alles liggen en neem ik
het eerste vliegtuig naar Pnom
Pen. Maar waarschijnlijk ben ik er
al eerder en baan ik me in het ge
heim een weg naar de tempels en
paleizen van goden en koningen
van het Kmer-volk in Angkor,
Vati Bayon en Banta Srey. Die te
mogen zien in de glans van de eer
ste. aarzelende zonnestralen, die
door het bladerdak dringen, is een
van mijn liefste wensen. Alleen dat
vooruitzicht maakt me al high Zul
ke tochten hebben op mij het Kuif
je-effect. Ik wil hoe dan ook die
schat vinden".
Geen kater
„Toch heb ik tot nu toe geen kater
gehad, als het me niet lukte. Daar-
Sluipwegen
Tot dat moment, waar hij in stilte
tegen beter weten in ten zeerste
naar verlangt, is Egidius Amkreutz
actief als verzamelaar van en han
delaar in authentieke Aziatische
kunst. Hij kent alle sluipwegen in
de wereld, die leiden naar glimla
chende boeddha's en versteende
Kmer-goden, wier verweerde con
touren hij op de tast volgt.
Hij beschikt ook over de merk
waardige gave kostbare voorwer
pen op grote afstand te kunnen lo
kaliseren. „Als ik in mijn auto door
Pariis of Londen rijd", bekent hij
beschroomd, „gebeurt het vaak. dat
ik bij het passeren van een antiek
winkel plotseling afrem. Dan heb
ik in het voorbijgaan een vaas ge
zien of een netsuke, waarvan ik ze
ker weet: „Die is echt, die moet ik
hebben" Daar hoef ik niet eens
mijn bril voor op te zetten".
„Dat overkomt me ook in het Ver
re Oosten. Er is daar een hoop na
maak in omloop. Als je dus niet op
past verkoopt zelfs een betrouw
baar lijkende monnik je een nep-
boeddha Dat is ook de reden,
waarom ik nooit een kunstvoor-
werp in Bangkok laat restaureren
schatten uit Azië, die hem op zijn
zwerftochten door Thailand, Laos,
Siam. Birma en Japan ten deel zijn
gevallen. Hij weet precies wat hij
wil vinden en waar hij het moet
zoeken. Want de oude Aziatische
kunst kent voor hem allang geen
geheimen meer Als hij met een
simpele weekendtas als enige baga
ge per trein, bus of liftend het
spoor volgt naar overwoekerde
tempelcomplexen in het oerwoud
heeft hij tevoren het terrein op
stafkaarten verkend en is hij in het
bezit van minutieuze plattegron
den, waarvan hij elke vierkante
centimeter in zijn geheugen heeft
gebeiteld.
„Ik reis als een jongetje met rode
oren", bekent hij, „twee, hooguit
drie maanden kan ik het uithouden
in Kerkrade. Dan wordt het heim
wee naar Azië me opnieuw te
machtig en ga ik terug naar stre
ken, waar boeddha zijn relikwieën
heeft achtergelaten in de jungle. Ik
dwaal maar wat rond, zit uren ge
duldig op markten te luisteren naar
verhalen van priesters en kooplie
den. En ik voel me intens geluk
kig".
Twee vuren
„In de winter van 1983 heb ik nog
geprobeerd Cambodja binnen te
komen. Dat land ligt net als Polen
tussen twee vuren, waardoor het
langzaam verteerd wordt. Met be
hulp van een Thaise generaal was
het me gelukt over de grens te ko
men. Maar halverwege moest ik te
rugkeren, omdat het risico te groot
-was geworden. Doodjammer, want
ik wist, dat ik op de goede weg was
Het kleine beeld, dat hij van een
monnik in Birma heeft gekregen, is
voor geen prijs te koop. „Als je
diep in mijn hart kijkt", zegt Am
kreutz, „weet je dat ik in feite mijn
hele verzameling zelf zou willen
houden".
„Ik handel
alleen om
mijn
dromen
te kunnen
realiseren.
Het is een
alibi om
te reizen".
voor is alleen al het reizen door
Azië te fascinerend. Je hebt ont
moetingen, die je voor geen goud
ter wereld zou willen missen. In
Birma heb ik enkele dagen in het
klooster van Wat Mathathat door
gebracht. Ploegend door de modder
was ik er in een pick-up-taxi heen
gereden. Een gordijn van loodrecht
neervallende regen ontnam tijdens
die rit het zicht op alles wat verder
dan vijftig meter was. Misschien
was het nog minder. Toen ik einde
lijk het klooster op een heuveltop
had gevonden werd ik ontvangen
door een monnik van vijfentachtig
jaar, die goedgunstig beschikte en
zei. dat ik enkele dagen zijn gast
mocht zijn".
„Daar heb ik van heel dichtbij
meegemaakt wat mediteren is.
Zonder er helaas zelf totale deelge
noot van te kunnen worden. Die
rust, uren van ogenschijnlijk niets
doen, gevolgd door het reciteren
van gebeden en voordrachten. Dat
alles in een decor van volmaakte
rust, waarin de monniken op weg
waren naar een andere wereld. De
wereld van het Nirvana, van de al
gehele verlichting".
naar de oude hoofdstad Angkor. Ik
was zelfs beter op de hoogte van de
situatie dan de taxichauffeur, met
wie ik reed. Ik moest hem dan ook
herhaaldelijk corrigeren. „U rijdt
verkeerd", zei ik dan, „u moet nu
echt naar links". Want Cambodja
ken ik toevallig als mijn broekzak,
ook al ben ik er nooit echt ge
weest".
„Zestien stappen zetten ze daarvoor
in het niets. Steeds intensiever, die
per, hoger. De laatste fases van me
ditatie, had de monnik mij uitge
legd, gaan gepaard met ervaringen,
sensaties en gemoedstoestanden,
die men alleen moet ondergaan".
„Ogenschijnlijk gebeurden er in die
tijd geen spectaculaire dingen.
Steeds weer die rust. Zo nu en dan
kwam er een bezoeker. Een mon
nik op doorreis, een oude man, die
een bord eten kreeg. Ik onderging
het begerig en tegelijk afwijzend.
Ofschoon ik toch hunkerde naar
rust en vrede in mezelf wist ik, dat
ik die ene beslissende stap naar de
totale onthechting niet zou zetten.
Toen ik tenslotte afscheid nam van
de abt, sloot hij mijn gevouwen
handen in de zijne en zei: „Ik hoop,
dat het u nog eens gegund moge
zijn terug te keren naar deze plek"
Die wens draag ik sindsdien met
mij mee als een ontsnappingsclau
sule. Als ik ooit in mijn leven aan
de grond raak, ga ik beslist daar
heen. Naar mijn cel van drie bij
drie meter in dat klooster op een
heuvel in Birma. Daar probeer ik
het dan opnieuw".