„Blue Band betekende halfvolle zalen"
•'\rx -
BOEN
ONS SOORT
MENSEN
f29,SO
Vandaag is de dag":
druppels uit een
poëtische druipneus
R
BOEKEN
CetdóeSomo/nt
VRIJDAG 3D NOVEMBER 1984 PAGINA 10
ACTEUR/AUTEUR LOU STEENBERGEN IN „KOEN'
AMSTERDAM Een
gekke bijeenkomst vorige
week in de Amsterdamse
Stadsschouwburg. Een ac
teur krijgt iets uitgereikt
door schouwburgdirecteur
Berend Boudewijn. Nee,
geen prijs, geèn mémoires,
maar gewoon een flinter
dun boekje. „Koen" heet
het en de acteur die het
eerste exemplaar in ont
vangst mocht nemen, is de
schrijver en heet Lou
Steenbergen.
Acteur-auteur. Het scheelt één
letter, maar het is een wereld
verschil. De meeste toneelspe
lers die in de pen klimmen
doen dat om de kleurrijkste
ogenblikken van hun leven
aan te dikken op een moment
dat de rollen dunner worden.
Serieuze mémoires, of het roe
ren in de roddelpot van achter
de schermen. Acteur Lou
Steenbergen is een compleet
ander hoofdstuk, 61 jaar oud,
gebruind, jong ogend en wars
van dat soort acteursherinne
ringen („Als iemand in de
kleedkamer begon van 'Weet
je nog dat...' was ik meestal
onmiddellijk weg'). Niettemin
heeft hij een eersteling in
boekvorm gepubliceerd:
„Koen, de jongen die niet zo
nodig moest". Een boekje over
een jongetje uit een toneelfa
milie dat tegen wil en dank op
z'n zevende jaar de planken op
„Nee" zegt Lou Steenbergen,
„ik had helemaal niet het idee
om een boek te gaan schrijven
omdat ik opeens tegen een
IMfflH*'
Lou Steenbergen: „Ik liep
opeens tegen een oude schrijf
machine aan die nog op zolder
stond".
verhaal aan liep. Ik liep
opeens tegen een oude schrijf
machine aan die nog op zolder
stond. Ik ben gaan proberen of
die 't nog deed, met twee vin
gers erop slaand, want tikken
kan ik niet. Het eerste dat ik
tikte was een gedichtje dat ik
als jongetje van acht in het
sprookje van Hans en Grietje
op het toneel moest zeggen. In
het ambulante toneelgezel
schapje van mijn vader. Waar
ook mijn broer Paul Steenber
gen begonnen is. Een ontzet
tend oenig gedichtje, maar
daarom heb ik 't waarschijn
lijk onthouden. Ik ben verder
gaan tikken, het werden een
paar bladzijden en een be
vriende acteur zag het bij mij
op tafel liggen, las 't en zei: dat
is leuk, dat moet je afmaken.
Dat heb ik gedaan en toen had
ik een boekje, maar wat ver
der d'r mee? Het bleef ligen
tot radio-producer Hero Mul
ler 't las en zei: „Dat is leuk
luisterspel". Dus doet
André van den Heuvel het
de radio. En Jan Ritsema
de Theaterboekhandel las
't en zei: Daar móet je een uit
gever voor vinden, dat is
enig".
Roomboter
Vandaar „Koen", het verhaal
van Koentje Veldstra die in
het toneeltroepje van zijn ou
ders met het theater kennis
maakt, in bovenzaaltjes van de
St. Jozefvereniging, in tenten
en in de open lucht speelt. Als
jongenssopraan, in sprookjes
als Doornroosje, Sneeuwwitje
en Roodkapje. „De publieke
belangstelling was te peilen
aan het broodbeleg" schrijft
Steenbergen zacht-ironisch.
„Eigengemaakte margarine:
lege zalen. Blue band: halfvol
le zalen. Roomboter: volle za
len". Vandaar het pakje-met-
de-blauwe-band op de omslag
van zijn boek. Lou Steenber
gen kent het maar al te goed.
Zijn vader Johan Steenbergen,
die bij de grote Louis Bouw
meester gespeeld had, vormde
met zijn gezin als basis zo'n
troepje. Vijf broers en een zus
ter, de meesten speelden mee,
twee ervan zijn aan het toneel
gebleven: Paul Steenbergen en
Lou Steenbergen. Paul Steen
bergen herinnert zich dat pril
le begin in een gesprek met Si
mon Carmiggelt (bij het jubile
um van de Haagse Comedie in
'72): „Een kermisattractie
heeft vader ook nog gehad.
Ballen gooien. Ik stond in de
tent: „Twee ballen voor een
dubbeltje. Altijd prijs. Een ver
maak voor jong en oud". Dat
werk. Maar met die tent
strandde hij al gauw in Sittard.
Toen werd het weer toneelspe
len. In de provincie. Voor za
len vol houders van vrijbiljet-
ten, die een gulden admini
stratiekosten betaalden. Je liep
je natuurlijk wel een hoedje
om ze in zo'n plaats uit te zet
ten en raamaffiches op te han
gen".
Armoedige tijd
Vraag aan Lou Steenbergen:
Zit er een stukje nostalgie in
„Koen"? „Nee" zegt hij, „wat
mij betreft niet. Misschien
tje willen vertellen. Niet inge
kleurd. Zonder dat hij nu di
rect een „schlemiel" is, of een
kleine held. Zonder dat er
sprake is van goed of kwaad.
De lezer mag het zelf met zijn
emoties invullen. Het was na
tuurlijk een armoedige tijd. Je
had in die tijd maar een twee
gesubsidieerde gezelschappen,
het Hofstad toneel in Den
Haag en Rotterdam en een ge
zelschap in Amsterdam. Wij
waren „ambulant", tegenwoor
dig heet dat netjes „free lan
ce". We waren de „saltimban-
ques", de kunstenmakers, niet
de kunstenaars. Die benaming
komt trouwens uit het circus
wezen. Voor mij is er na die
tijd alleen toneel geweest. Ik
heb niet meer dan lagere
school gelopen. Ben meteen
doorgegaan. Toen ik veertien
jaar was, dat is de moeilijke
leeftijd, ben ik de technische
kant gaan doen. En toen ik
achttien werd ben ik weer
overgestapt naar het acteren.
En daar gebleven."
Ontroerend
„Schrijven is niet helemaal
nieuw voor me. Ik heb ooit
een serie geschreven voor de
NTS indertijd over zo'n rei
zend gezelschapje in de zomer
op kermissen in schouwburg
tenten. Dat kwam omdat ik in
Frankrijk zo'n gezelschapje te
genkwam: Zo ontroerend en
zo armoedig tegelijk. Toen ben
ik op terrasjes in Frankrijk
een beetje gaan zitten schrij
ven. Ik vind 't leuk werk,
hoop nog eens iets te doen,
maar het is niet zo dat ik 's
nachts woelend wakker word
van: Ik moet zo nodig schrij-
9?
Na een periode van noodgedwongen rust, hem afgedwongen
door zijn stem, die plotseling met stomheid werd geslagen, is de
Nationale Muzeman Toon Hermans weer voledig terug van vier
jaren weggeweest. Zijn nieuwe en tevens laatste One Man Show
trekt momenteel in Amsterdam terecht een afgeladen Carré,
waar hij met zijn vederlichte grappen avond aan avond ruim
1800 fans naar de toppen van uitzinnige vreugde jaagt.
Ondanks die uitputtende activiteiten blijkt hij toch nog adem
over te hebben voor zijn hobbies: schilderen, tekenen en versjes
ophoeren. De recente resultaten van deze vrijetijdsbesteding
heeft hij nu opgebaard in een papieren praalgraf, dat hij de
naam gaf "Vandaag is de dag".
De uitgever heeft, met dit tiende sprokkelwerk van Hermans
zeker niet de bedoeling gehad om het volk te verblijden met de
zoveelste dichtbundel. Het feit, dat de zinnen rijmen, mag dan
wellicht misleidend zijn en even de indruk wekken, dat wel de
gelijk een bevlogen dichter aan het woord is. Maar wie de zin
nen van Hermans aandachtig weegt bemerkt algauw, dat hiet
hier druppels betreft uit een poëtische druipneus. „Vandaag is
de dag, waarop ik een inval krijg", redeneert Hermans telkens
verrast, „wie er morgen een gedicht omheen maakt is een zorg
voor anderen".
Kladblok
Zijn nieuwe bundel lijkt nog het meest op een kladblok, waarin
een eigentijdse Vader Cats op milde en speelse wijze het volk
bemoedigend toespreekt en van tijd tot tijd berispt. „Te leven is
rrast willen worden
i en geloven. Kom je
i last. Hoop is leven.
r onder de
i gunst. Twe weten hoe een kunst", i
Het is een tekst, die men moeiteloos me
borduurlap kan aanbrengen.
En welke siertegel zou niet aangenaam
met de tekst op pagina 178: „Met vertrouw
elke zorg te boven. Angst en twijfel zijn
Dat staat vast".
Of deze op pagina 156: „Hoe luidrichtiger de wereld wordt, des
te stiller worden de stillevens". Als je zoiets hard geglazuurd bo
ven de open haard hangt ben je weer
pannen".
LEO THURING
Toon Hermans: „Vandaag is de dag". Uitgeverij Elsevier.
Prijs ƒ24,90.
ADVERTENTIE
De veelgeprezen Vrij Nederland-bijlagen van
Elma Verhey en Gerard van Westerloo nu in
boekvorm. Ons soort mensen: De vlucht in de
stacaravan. De pont van kwart over zeven.
Escolette Ajajaja. Ouderen op vvinlertrek. De
flat. De Antillenstraat. liet verval van de Smits-
straat. Zeer bekende titels van bijlagen die na
verschijnen al snel uitverkocht waren. Ons
soort mensen is samen met de foto's van Bert
Nienhuis een haarscherp portret van Neder
landers in hun gewone doen. Wonen. Werken.
Vrije Tijd. Ons soort mensen: de ruggegraat van
Nederland. Overbelast. Ondergewaardeerd.
224 pagina':
l\u in de boekhandel
Arnold Lobel portretteerde
zichzelf in de zeer oude big,
die de belevenissen van alle
Varkensboek
Kinderen maar ook vol
wassenen kunnen veel lol
beleven aan het prentenboek
„Het boek van de Biggeriks".
Het kostelijke boek staat vol
Limmericks over biggen,
vandaar het woord Biggerik.
Alle gedichtjes zijn voorzien
van komische, in kleur uitge
voerde illustraties. De jonge,
maar ook oude varkens, die
in het .boek de revue passe
ren, vertonen duidelijk men
selijke trekjes. Het boek is zo
wel gechreven als getekend
door Arnold Lobel, die in zijn
geboorteland, de Verenigde
Staten, naast Maurice Sendak
geldt als de meest beroemde
schrijver-illustrator voor kin
deren. Met zijn boek „Fabels"
sleepte hij de Caldecott Me
dal, de hoogste onderschei
ding voor een boekenkunste-
naar, in de wacht. Ook in ons
land is zijn werk zeer goed
aangeslagen. Hij kreeg hier
vooral bekendheid door zijn
Kikker en Pad boeken. Zijn
werk is inmiddels met de Zil
veren Penseel en tweemaal
met de Zilveren Griffel be
kroond en komt vijf keer op
de Vlag en Wimpellijst voor.
Arnold Lobel komt zelf ove
rigens ook in het boek voor:
hij is de „zeer oude big" met
de snor, die alle verhaaltjes
vertelt. Christa Umbgrove
vertaalde de Biggeriks vak
kundig in het Nederlands.
Arnold Lobel:,, Het boek
van de Biggeriks". Verta
ling Christa Umbgrove.
Uitgeverij: Ploegsma, ge
bonden 48 pagina's. Prijs
ƒ24,90.
Veel kinderen verblijven om
de een of andere meestal
onplezierige reden niet bij
hun eigen vader en moeder,
maar in een kindertehuis.
Dat wil heus niet altijd zeg
gen dat hun vaders en moe
ders niets meer om deze kin
deren geven. Deze ouders
zien hun kinderen vaak nog
regelmatig. Niettemin willen
deze kinderen het liefste toch
eigenlijk maar „Bij mensen
gaan wonen", zoals ze dat.
zelf noemen. Ze vinden het
niet vervelend in het kinder
tehuis, maar het is toch wel
heel anders dan een gewone
situatie. De kinderen, die
heel vaak denken dat zijzelf
schuld hebben aan het feit
dat ze in een kindertehuis
zitten, willen dikwijls graag
in een pleeggezin worden op
genomen. Iets, dat trouwens
ook lang niet altijd zo heel
gemakkelijk is. Bij de uitge
verij J.H. Gottmer in Haar
lem het boekje „Ik ga bij de
mensen wonen" uitgegeven,
dat met name bedoeld is voor
kinderen die in een pleegge
zin zijn of worden opgeno-
Pleegzorg
zorg in aanraking komen.
Het meisje in het boek wordt
na een spannende kennisma
king en een weekend „op be
zoek" in het gezin van Dirk
en Anneke en hun baby Tim
opgenomen. Een heel nieuwe
situatie met veel leuke kan
ten, maar ook wel moeilijke
momenten. Het boekje wordt
in samenwerking met de
Centrales voor Pleeggezin
nen en in overleg met d$, Ne
derlandse Vereniging voor
Pleeggezinnen uitgegeven.
Het verschijnt gelijktijdig
de „National Foster
Care Associationadviezen
gaf. Het boekje geeft in be
grijpelijke taal een helder
beeld van de geschetste pro
blematiek en is geïllustreerd
met leuke kleurentekenin
gen. Het is ook voor kinde
ren die niets met de pleeg
zorg te maken hebben heel
leerzaam.
Athea Braithwaite: „Ik ga
bij mensen wonen", illus
traties Sue McMaster. Ne
derlandse tekst: Annc-Ma-
rie van der Marck; Uitgeve
rij Gottmer. Prijs: 12,50.
Hollandse winter
Het werkelijk gebeurde ver- Jan Banen geschreven boek
haal van drie Vissers uit de „Een winter om nooit te ver-
vorige eeuw, die dagenlang geten".
met tragische afloop op ijs-
schotsen op de Zuiderzee Jan Banen is in schrijvers-
ronddreven vormt voor een land geen onbekende figuur,
deel de basis van het door Eerders schreef hij sprookjes,
Geestige
gedichtjes
Van de bekende dichter Jo
han van Nieuwenhuizen is
onder de titel „Eenmaal ani
maal" een bundel gedichten
over dieren verschenen. Het
betreft hier een keuze uit het
speelse bestiarium van de
dichter en het werk sluit aan
bij zijn meer bekende fabel
werk. Het zijn puntige, speel
se en bijzonder geestige ge
dichtjes, die een heel aparte
kijk op dieren laten zien.
Carla Hartjesveld maakte er
de mooie pentekeningen bij.
Johan van Nieuwcnhuize-
n:„Ecnmaal animaal".Uit-
gevcrij Mantcau. Prijs:
ƒ7,50.
Tekening van Fred de Hey in „Een winter om nooit te verge
ten"
jeugdtoneel, hoorspelen, een
roman (1964) en twee kinder
boeken. Een daarvan is „Het
drop Do-do en de berg van
Li-Lui", dat kort geleden bij
Van Holkema Warendorf
verscheen. Deze uitgever
heeft ook „Een winter om
nooit te vergeten" in de
boekhandel gebracht.
Dit jeugdboek is het dramati
sche verslag van een Oer-
Hollandse winter, waarin de
natuur zijn kracht in alle he
vigheid toont. Een kracht,
waartegen geen mens is op-
.gewassen. Hoofdpersoon in
het boek is Linge, die met
zijn ouders en grootouders in
een vissershuisje achter de
dijk woont. Het boek bestaat
uit twee delen: november en
februari. In november is het
de storm en een daardoor
ontstane overstroming, waar
door de vissers worden be
dreigd en in februari is het
de strenge vorst en daarna de
dooi die voor grote proble
men zorgt. Het spannende
verhaal is in een kernachti
ge, zeer klare taal geschre
ven. Het zal de lezertjes van
af acht jaar waarvoor het
bestemd is bijzonder aan
spreken. Het omslag en de
schitterende illustraties zijn
getekend door Fred de Hey.
Jan Banen: „Een winter
om nooit te vergeten". Uit
geverij: Van Holkema
Warendorf. Prijs: 17,90.
Spaanse kat
Het bij de Uitgeverij Bert
Bakker verschenen boek „De
Wraak van de Spaanse kat",
geschreven door Hans Dor-
restijn en getekend door
Fred Julsing, verscheen eer
der als feuilleton in Het Pa
rool. Het doldwaze verhaal
gaat over een in Spanje gebo
ren kat, die blijkt te kunnen
spreken. Doordat het beest
daarbij ook nog eens een ui
terst verdorven aard blijkt te
bezitten, wordt zijn eigenaar
ernstig in de problemen ge
bracht. Is het een kinder
boek? Ja en nee. Hans Dor-
restijn zegt er zelf van „Ei
genlijk zijn de avonturen te
spannend voor kinderen van
jullie leeftijd, maar het leek
me uiterst nuttig ze op te
schrijven. De wraak van de
Spaanse kat is niet zomaar
een avonturenboek, het is
een waarschuwing!". Wie hij
met „kinderen van jullie
leeftijd" nu precies op het
oog heeft, vertelt Dorrestijn
er niet bij. Wij mogen aanne
men dat het boek bestemd is
voor (niet al te) jong en oud.
Hans Dorrestijn: „De
wraak van de Spaanse
kat". Uitgeverij Bert Bak
ker. Prijs: 14,90.
De Spaanse kat.
Al geruime tijd geeft de uit
geverij Ploegsma de zoge
naamde „Streepjes-boeken"
uit, kinderboeken speciaal
voor kinderen met leer en
lees-moeilijkheden. De serie,
zo blijkt uit veel positieve re
acties van psychologen, or
thopedagogen, onderwijzers
enzovoorts, voorziet duidelijk
in een behoefte.
Er zijn in deze reeks, die uit
munt door zijn goede, een
voudig geschreven, mooi ge
ïllustreerde verhalen en hel
dere druk, weer drie nieuwe
titels verschenen. „Een snoer
van parels" van Ab Rutgers
van der Loeff gaat over een
rijk meisje, dat kwaad is op
Streepjes-boeken
haar vader. Ze wil graag in
punk-kleren lopen en gooit
haar parelsnoer in de gracht.
Hot valt echter in een rond
vaartboot. Daarna volgen al
lerlei verwikkelingen.
„Het ronde bos" van Ruth
Ainsworth (vertaald en be
werkt door Heieen Kern-
kamp-Biegel) spelen twee
kinderen, die op een boerde
rij logeren, de hoofdrol. In
het bos zien ze een doods
bang meisje staan, dat plotse
ling verdwijnt. Al snel blijkt,
dat op de plaats waar ze het
geheimzinnige meisje zagen,
lang geleden iets vreselijks is
gebeurd.
„Pas op, gevaar!" van Delia
Huddy (vertaald door Ank
van Wijngaarden) gaat over
vier scholieren, die zien, dat
er bij een wegrestaurant een
vrachtwagen wordt gestolen.
Het is een wagen van een fa
briek, waar een groot hek
omheen staat om alle potte-
kijkers te weren Wanneer de
jongens de chauffeur vertel
len dat zijn wagen is gestolen
raakt deze in paniek. De jon
gens vragen zich af
Wat wordt er dan in die fa
briek gemaakt?
De strecpjesboeken zijn zoals
alle kinderboeken van
Ploegsma voorzien van de
leeswijzerkaart, die in één
oogopslag alle informatie la
ten zien, die ouders nodig
hebben om te zien of het
boek voor hun kind geschikt
is- LEO HENNY
Strcepjcs-bockcn worden
uitgegeven door de uitgeve
rij Ploegsma. De gcillus-
trcerde boekjes hebben een
harde kaft en tellen onge
veer 40 bladzijden. De prijs
bedraagt 10,- per boekje.
ven. Ik blijf gewoon acteren
en decors maken. Zoals ik al
jaren doe. Regisseur Hans Hyl-
kema loopt met plannen rond
om „Koen" te gaan verfilmen,
maar hij wil een sterkere dra
matische spanning en het ka
rakter van Koen meer aanzet
ten. Dat wil ik beslist niet. Het
moet een aardig verhaaltje
blijven, 't moet geen drama
worden. Literatuur heb ik ook
absoluut niet willen schrijven.
Een beroeps-scenarioschrijver
had er zich al over gebogen en
me een zwaar-op-de-handse
brief gestuurd: „Van die scene
met Koen op dat zolderkamer
tje met dat meisje, daar moe
ten we méér van maken. En
die armoede, die moet ook be
nadrukt worden". Lou Steen
bergen lacht wat verdrietig:
„Ik heb teruggeschreven dat
die meneer maar een eigen
scenario moest bedenken. Ik
haat dat soort mensen dat aan
de boerenkool al proeft hoe
die arme boer zich in het
zweet zijns aanschijns half
dood gewerkt heeft".
In hoeverre is die kleine
Koen, die niet zo nodig hoefde,
de kleine Lou Steenbergen
rond 1930? „Een beetje wel na
tuurlijk" zegt Steenbergen.
„Als jongetje hoef je niet zo
nodig, dan zijn er zo'n hoop
andere dingen. Maar ik ben
tenslotte toch acteur gewor
den. Van Koen weet ik dat
niet zo. Als je me vraagt: Is
Koen doorgegaan aan het to
neel? dan zeg ik: Ik denk van
niet. Ik denk dat-ie beroeps
voetballer is geworden".
BERT JANSMA
Lou Steenbergen: „Koen".
Uitgeverij Mantcau. Prijs
ƒ14.90
Landschappen
Onder redactie van dr.J.T.de
Smidt bieden acht deskundige
auteurs in „Elsevicrs Veld-
gids" (224 blz plus 217 kleu
renfoto's, 36,50) een boeien
de serie ecologische beschrij
vingen van de Nederlandse
landschappen, van bossen tot
sloten, duinen en spoordijken,
grienden en uiterwaarden,
schorren en stuifzanden, gras-
en akkerlanden etc. Er is in
dit boek zoveel interessante
informatie bijeengebracht over
de natuurlijke en in cultuur
gebrachte verscheidenheid die
ons omringt, dat men deze gids
in veler handen mag wensen.
In Sinterklaasschoen of onder
de kerstboom eerst, en dan: te
velde!
Groen
Met boeken over de provincies
Utrecht, Noord-Holland en
Zuid-Holland is de serie „Kijk
op het groene Nederland"
(Elsevier, 120 blz per deel
plus 16 pagina's toeristische
informatie, ƒ32,80 of ƒ29,80
bij intekening op de gehele
serie) inmiddels compleet.
Een gigantische klus voor
Sietzo Dijkhuizen die de tek
sten schreef bij de magistrale
kleurenfoto's van Kees Seher-
er en vele anderen, met name
leden van het Natuurfotogra-
fengilde, is daarmede voltooid.
Deze fraaie kijk-albums met
het keuvelend commentaar
van de gretig om zich heen
blikkende rondreizende Sietzo,
die ook veel feitelijke infor
matie in zijn verslaggeving
stopt, behoeven nauwelijks
nog commentaar, dan alleen
iets vreugdevols: wat is er nog
Vlaams
De twaalfde druk (Manteau,
212 blz. ƒ22,50) van Stijn
Streuvels „Langs de Wegen",
het verhaal waarvan hijzelf
het meeste hield, bewijst op
nieuw het meesterschap van
een geboren verteller. Vir
tuoos en krachtig bespeelt hij
het rijke instrument van zijn
eigen taal, een beeldend
%Vlaarns, dat voor de Noord-
Nederlander zijn geheimen
prijsgïeft in liefst 24 pagina's
woordverklaring, van „aafse
voeren" tot „zwong". Prachtig.
Want klinkt beenderlingen
niet vtel mooier dan broeks
pijpen?
In de .Vlaamse verhalen na
1965" (Mantcau. 480 blz.
38,501 samengesteld door
Paul ce Wispelaere, kompn
liefst 14 auteurs aan het
woord, bij wie men van het
Vlaams eigene nauwelijks nog
iets bes>eurt, noch in taal noch
in verleelding. Er zijn grote I
namen bij als Claus, Boon,
Koeck.Lampo, Michiels, Raes, I
Ruyslirrk en minder bekende
uiteraad maar gemiddeld
heeft ^eze bloemlezing toch
weinig /errassends te bieden.
Er is editer een verhaal, dat
wel deglijk beklijft, de stem
van de jongste van allemaal,
'Jotie T'looft, in 1956 geboren
in 1977 g:storven, een stem die
voorgoec zwijgt maar het
meest aithentiek een eigen
tijdse le'ensgevoel vertolkte j
zoals hij het deed in zijn ge- 'j
dichten: „Schreeuwland
schap", Junkieverdriet".
Tips voor
de toekomst
De Naisbtt Group verricht iri
de Verengde Staten al vijftien
jaar onderzoek om onderne
mers te kunnen adviseren
over trend* die voor hen van
belang kuincn zijn. Daarbij
beroept het advies- en onder
zoeksbureau zich zelden op lij
vige sociaalwetenschappelijke
analyses, mar baseert zich lie
ver op dui'.enden publicaties
in de dagbladpers, door de ja
ren heen. Z< op het oog is dat
wellicht eenwat gemakzuchti
ge en oppeivlakkige benade
ring, maar Faisbitt is er toch
zeer succes\ol in gebleken.
Door namelik de duizenden
signaaltjes 'an aarzelende,
soms snelle \eranderingen uit
de samenleviig samen te voe
gen, ontstaat een totaalbeeld
waarbij een antal duidelijke
ontwikkelingen zichtbaar
wordt.
„Megatrends",zo noemt direc
teur John Naibitt van het bu
reau deze ontvikkelingen en
dat is ook dc titel van zijn
„maatschappijbek". In Mega
trends worden tien stromingen
die ons leven er werk kunnen
veranderen aangegeven: va
riërend van de opkomst van
de informatiesamenleving en
veranderingen n democrati
sche structuren tot de bloei
van „zelfhulp-g-oepen". Een
boek dat wat ninder door
wrocht en ambiteus is dan het
lijvige „Derde Gdf" van Alvin
Tofflcr, maar caardoor niet
minder intcressait.
Megatrends bescirijft niet zo
zeer een imaginaire toekomst,
als wel de maatschappelijke
veranderingen dé reeds heb
ben plaatsgevonien en die
vaak nog aan hetoog onttrok
ken zijn. Deze onderhuidse
verschuivingen, adus Naisbitt,
zullen uiteindelijk onze toe
komst gaan bepabn. Door in
zicht te krijgen in de oor
sprong en richtirg van maat
schappelijke stroningen, zijn
we beter op de to»komst voor
bereid.
PAULKOOPMAN
John Naisbitt:„Megatrends",
Uitgeverij Het Spectrum
BV, Prijs ƒ29.90.
Ni,
Ier:
ilem
iniei
i fat
Mag
Hen'
ïwel
A\Vai
soor
De
He
eer
aal
bvei
"tg
'and
leur
bals
iet
liet
raag