„Blue Band betekende halfvolle zalen" •'\rx - BOEN ONS SOORT MENSEN f29,SO Vandaag is de dag": druppels uit een poëtische druipneus R BOEKEN CetdóeSomo/nt VRIJDAG 3D NOVEMBER 1984 PAGINA 10 ACTEUR/AUTEUR LOU STEENBERGEN IN „KOEN' AMSTERDAM Een gekke bijeenkomst vorige week in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Een ac teur krijgt iets uitgereikt door schouwburgdirecteur Berend Boudewijn. Nee, geen prijs, geèn mémoires, maar gewoon een flinter dun boekje. „Koen" heet het en de acteur die het eerste exemplaar in ont vangst mocht nemen, is de schrijver en heet Lou Steenbergen. Acteur-auteur. Het scheelt één letter, maar het is een wereld verschil. De meeste toneelspe lers die in de pen klimmen doen dat om de kleurrijkste ogenblikken van hun leven aan te dikken op een moment dat de rollen dunner worden. Serieuze mémoires, of het roe ren in de roddelpot van achter de schermen. Acteur Lou Steenbergen is een compleet ander hoofdstuk, 61 jaar oud, gebruind, jong ogend en wars van dat soort acteursherinne ringen („Als iemand in de kleedkamer begon van 'Weet je nog dat...' was ik meestal onmiddellijk weg'). Niettemin heeft hij een eersteling in boekvorm gepubliceerd: „Koen, de jongen die niet zo nodig moest". Een boekje over een jongetje uit een toneelfa milie dat tegen wil en dank op z'n zevende jaar de planken op „Nee" zegt Lou Steenbergen, „ik had helemaal niet het idee om een boek te gaan schrijven omdat ik opeens tegen een IMfflH*' Lou Steenbergen: „Ik liep opeens tegen een oude schrijf machine aan die nog op zolder stond". verhaal aan liep. Ik liep opeens tegen een oude schrijf machine aan die nog op zolder stond. Ik ben gaan proberen of die 't nog deed, met twee vin gers erop slaand, want tikken kan ik niet. Het eerste dat ik tikte was een gedichtje dat ik als jongetje van acht in het sprookje van Hans en Grietje op het toneel moest zeggen. In het ambulante toneelgezel schapje van mijn vader. Waar ook mijn broer Paul Steenber gen begonnen is. Een ontzet tend oenig gedichtje, maar daarom heb ik 't waarschijn lijk onthouden. Ik ben verder gaan tikken, het werden een paar bladzijden en een be vriende acteur zag het bij mij op tafel liggen, las 't en zei: dat is leuk, dat moet je afmaken. Dat heb ik gedaan en toen had ik een boekje, maar wat ver der d'r mee? Het bleef ligen tot radio-producer Hero Mul ler 't las en zei: „Dat is leuk luisterspel". Dus doet André van den Heuvel het de radio. En Jan Ritsema de Theaterboekhandel las 't en zei: Daar móet je een uit gever voor vinden, dat is enig". Roomboter Vandaar „Koen", het verhaal van Koentje Veldstra die in het toneeltroepje van zijn ou ders met het theater kennis maakt, in bovenzaaltjes van de St. Jozefvereniging, in tenten en in de open lucht speelt. Als jongenssopraan, in sprookjes als Doornroosje, Sneeuwwitje en Roodkapje. „De publieke belangstelling was te peilen aan het broodbeleg" schrijft Steenbergen zacht-ironisch. „Eigengemaakte margarine: lege zalen. Blue band: halfvol le zalen. Roomboter: volle za len". Vandaar het pakje-met- de-blauwe-band op de omslag van zijn boek. Lou Steenber gen kent het maar al te goed. Zijn vader Johan Steenbergen, die bij de grote Louis Bouw meester gespeeld had, vormde met zijn gezin als basis zo'n troepje. Vijf broers en een zus ter, de meesten speelden mee, twee ervan zijn aan het toneel gebleven: Paul Steenbergen en Lou Steenbergen. Paul Steen bergen herinnert zich dat pril le begin in een gesprek met Si mon Carmiggelt (bij het jubile um van de Haagse Comedie in '72): „Een kermisattractie heeft vader ook nog gehad. Ballen gooien. Ik stond in de tent: „Twee ballen voor een dubbeltje. Altijd prijs. Een ver maak voor jong en oud". Dat werk. Maar met die tent strandde hij al gauw in Sittard. Toen werd het weer toneelspe len. In de provincie. Voor za len vol houders van vrijbiljet- ten, die een gulden admini stratiekosten betaalden. Je liep je natuurlijk wel een hoedje om ze in zo'n plaats uit te zet ten en raamaffiches op te han gen". Armoedige tijd Vraag aan Lou Steenbergen: Zit er een stukje nostalgie in „Koen"? „Nee" zegt hij, „wat mij betreft niet. Misschien tje willen vertellen. Niet inge kleurd. Zonder dat hij nu di rect een „schlemiel" is, of een kleine held. Zonder dat er sprake is van goed of kwaad. De lezer mag het zelf met zijn emoties invullen. Het was na tuurlijk een armoedige tijd. Je had in die tijd maar een twee gesubsidieerde gezelschappen, het Hofstad toneel in Den Haag en Rotterdam en een ge zelschap in Amsterdam. Wij waren „ambulant", tegenwoor dig heet dat netjes „free lan ce". We waren de „saltimban- ques", de kunstenmakers, niet de kunstenaars. Die benaming komt trouwens uit het circus wezen. Voor mij is er na die tijd alleen toneel geweest. Ik heb niet meer dan lagere school gelopen. Ben meteen doorgegaan. Toen ik veertien jaar was, dat is de moeilijke leeftijd, ben ik de technische kant gaan doen. En toen ik achttien werd ben ik weer overgestapt naar het acteren. En daar gebleven." Ontroerend „Schrijven is niet helemaal nieuw voor me. Ik heb ooit een serie geschreven voor de NTS indertijd over zo'n rei zend gezelschapje in de zomer op kermissen in schouwburg tenten. Dat kwam omdat ik in Frankrijk zo'n gezelschapje te genkwam: Zo ontroerend en zo armoedig tegelijk. Toen ben ik op terrasjes in Frankrijk een beetje gaan zitten schrij ven. Ik vind 't leuk werk, hoop nog eens iets te doen, maar het is niet zo dat ik 's nachts woelend wakker word van: Ik moet zo nodig schrij- 9? Na een periode van noodgedwongen rust, hem afgedwongen door zijn stem, die plotseling met stomheid werd geslagen, is de Nationale Muzeman Toon Hermans weer voledig terug van vier jaren weggeweest. Zijn nieuwe en tevens laatste One Man Show trekt momenteel in Amsterdam terecht een afgeladen Carré, waar hij met zijn vederlichte grappen avond aan avond ruim 1800 fans naar de toppen van uitzinnige vreugde jaagt. Ondanks die uitputtende activiteiten blijkt hij toch nog adem over te hebben voor zijn hobbies: schilderen, tekenen en versjes ophoeren. De recente resultaten van deze vrijetijdsbesteding heeft hij nu opgebaard in een papieren praalgraf, dat hij de naam gaf "Vandaag is de dag". De uitgever heeft, met dit tiende sprokkelwerk van Hermans zeker niet de bedoeling gehad om het volk te verblijden met de zoveelste dichtbundel. Het feit, dat de zinnen rijmen, mag dan wellicht misleidend zijn en even de indruk wekken, dat wel de gelijk een bevlogen dichter aan het woord is. Maar wie de zin nen van Hermans aandachtig weegt bemerkt algauw, dat hiet hier druppels betreft uit een poëtische druipneus. „Vandaag is de dag, waarop ik een inval krijg", redeneert Hermans telkens verrast, „wie er morgen een gedicht omheen maakt is een zorg voor anderen". Kladblok Zijn nieuwe bundel lijkt nog het meest op een kladblok, waarin een eigentijdse Vader Cats op milde en speelse wijze het volk bemoedigend toespreekt en van tijd tot tijd berispt. „Te leven is rrast willen worden i en geloven. Kom je i last. Hoop is leven. r onder de i gunst. Twe weten hoe een kunst", i Het is een tekst, die men moeiteloos me borduurlap kan aanbrengen. En welke siertegel zou niet aangenaam met de tekst op pagina 178: „Met vertrouw elke zorg te boven. Angst en twijfel zijn Dat staat vast". Of deze op pagina 156: „Hoe luidrichtiger de wereld wordt, des te stiller worden de stillevens". Als je zoiets hard geglazuurd bo ven de open haard hangt ben je weer pannen". LEO THURING Toon Hermans: „Vandaag is de dag". Uitgeverij Elsevier. Prijs ƒ24,90. ADVERTENTIE De veelgeprezen Vrij Nederland-bijlagen van Elma Verhey en Gerard van Westerloo nu in boekvorm. Ons soort mensen: De vlucht in de stacaravan. De pont van kwart over zeven. Escolette Ajajaja. Ouderen op vvinlertrek. De flat. De Antillenstraat. liet verval van de Smits- straat. Zeer bekende titels van bijlagen die na verschijnen al snel uitverkocht waren. Ons soort mensen is samen met de foto's van Bert Nienhuis een haarscherp portret van Neder landers in hun gewone doen. Wonen. Werken. Vrije Tijd. Ons soort mensen: de ruggegraat van Nederland. Overbelast. Ondergewaardeerd. 224 pagina': l\u in de boekhandel Arnold Lobel portretteerde zichzelf in de zeer oude big, die de belevenissen van alle Varkensboek Kinderen maar ook vol wassenen kunnen veel lol beleven aan het prentenboek „Het boek van de Biggeriks". Het kostelijke boek staat vol Limmericks over biggen, vandaar het woord Biggerik. Alle gedichtjes zijn voorzien van komische, in kleur uitge voerde illustraties. De jonge, maar ook oude varkens, die in het .boek de revue passe ren, vertonen duidelijk men selijke trekjes. Het boek is zo wel gechreven als getekend door Arnold Lobel, die in zijn geboorteland, de Verenigde Staten, naast Maurice Sendak geldt als de meest beroemde schrijver-illustrator voor kin deren. Met zijn boek „Fabels" sleepte hij de Caldecott Me dal, de hoogste onderschei ding voor een boekenkunste- naar, in de wacht. Ook in ons land is zijn werk zeer goed aangeslagen. Hij kreeg hier vooral bekendheid door zijn Kikker en Pad boeken. Zijn werk is inmiddels met de Zil veren Penseel en tweemaal met de Zilveren Griffel be kroond en komt vijf keer op de Vlag en Wimpellijst voor. Arnold Lobel komt zelf ove rigens ook in het boek voor: hij is de „zeer oude big" met de snor, die alle verhaaltjes vertelt. Christa Umbgrove vertaalde de Biggeriks vak kundig in het Nederlands. Arnold Lobel:,, Het boek van de Biggeriks". Verta ling Christa Umbgrove. Uitgeverij: Ploegsma, ge bonden 48 pagina's. Prijs ƒ24,90. Veel kinderen verblijven om de een of andere meestal onplezierige reden niet bij hun eigen vader en moeder, maar in een kindertehuis. Dat wil heus niet altijd zeg gen dat hun vaders en moe ders niets meer om deze kin deren geven. Deze ouders zien hun kinderen vaak nog regelmatig. Niettemin willen deze kinderen het liefste toch eigenlijk maar „Bij mensen gaan wonen", zoals ze dat. zelf noemen. Ze vinden het niet vervelend in het kinder tehuis, maar het is toch wel heel anders dan een gewone situatie. De kinderen, die heel vaak denken dat zijzelf schuld hebben aan het feit dat ze in een kindertehuis zitten, willen dikwijls graag in een pleeggezin worden op genomen. Iets, dat trouwens ook lang niet altijd zo heel gemakkelijk is. Bij de uitge verij J.H. Gottmer in Haar lem het boekje „Ik ga bij de mensen wonen" uitgegeven, dat met name bedoeld is voor kinderen die in een pleegge zin zijn of worden opgeno- Pleegzorg zorg in aanraking komen. Het meisje in het boek wordt na een spannende kennisma king en een weekend „op be zoek" in het gezin van Dirk en Anneke en hun baby Tim opgenomen. Een heel nieuwe situatie met veel leuke kan ten, maar ook wel moeilijke momenten. Het boekje wordt in samenwerking met de Centrales voor Pleeggezin nen en in overleg met d$, Ne derlandse Vereniging voor Pleeggezinnen uitgegeven. Het verschijnt gelijktijdig de „National Foster Care Associationadviezen gaf. Het boekje geeft in be grijpelijke taal een helder beeld van de geschetste pro blematiek en is geïllustreerd met leuke kleurentekenin gen. Het is ook voor kinde ren die niets met de pleeg zorg te maken hebben heel leerzaam. Athea Braithwaite: „Ik ga bij mensen wonen", illus traties Sue McMaster. Ne derlandse tekst: Annc-Ma- rie van der Marck; Uitgeve rij Gottmer. Prijs: 12,50. Hollandse winter Het werkelijk gebeurde ver- Jan Banen geschreven boek haal van drie Vissers uit de „Een winter om nooit te ver- vorige eeuw, die dagenlang geten". met tragische afloop op ijs- schotsen op de Zuiderzee Jan Banen is in schrijvers- ronddreven vormt voor een land geen onbekende figuur, deel de basis van het door Eerders schreef hij sprookjes, Geestige gedichtjes Van de bekende dichter Jo han van Nieuwenhuizen is onder de titel „Eenmaal ani maal" een bundel gedichten over dieren verschenen. Het betreft hier een keuze uit het speelse bestiarium van de dichter en het werk sluit aan bij zijn meer bekende fabel werk. Het zijn puntige, speel se en bijzonder geestige ge dichtjes, die een heel aparte kijk op dieren laten zien. Carla Hartjesveld maakte er de mooie pentekeningen bij. Johan van Nieuwcnhuize- n:„Ecnmaal animaal".Uit- gevcrij Mantcau. Prijs: ƒ7,50. Tekening van Fred de Hey in „Een winter om nooit te verge ten" jeugdtoneel, hoorspelen, een roman (1964) en twee kinder boeken. Een daarvan is „Het drop Do-do en de berg van Li-Lui", dat kort geleden bij Van Holkema Warendorf verscheen. Deze uitgever heeft ook „Een winter om nooit te vergeten" in de boekhandel gebracht. Dit jeugdboek is het dramati sche verslag van een Oer- Hollandse winter, waarin de natuur zijn kracht in alle he vigheid toont. Een kracht, waartegen geen mens is op- .gewassen. Hoofdpersoon in het boek is Linge, die met zijn ouders en grootouders in een vissershuisje achter de dijk woont. Het boek bestaat uit twee delen: november en februari. In november is het de storm en een daardoor ontstane overstroming, waar door de vissers worden be dreigd en in februari is het de strenge vorst en daarna de dooi die voor grote proble men zorgt. Het spannende verhaal is in een kernachti ge, zeer klare taal geschre ven. Het zal de lezertjes van af acht jaar waarvoor het bestemd is bijzonder aan spreken. Het omslag en de schitterende illustraties zijn getekend door Fred de Hey. Jan Banen: „Een winter om nooit te vergeten". Uit geverij: Van Holkema Warendorf. Prijs: 17,90. Spaanse kat Het bij de Uitgeverij Bert Bakker verschenen boek „De Wraak van de Spaanse kat", geschreven door Hans Dor- restijn en getekend door Fred Julsing, verscheen eer der als feuilleton in Het Pa rool. Het doldwaze verhaal gaat over een in Spanje gebo ren kat, die blijkt te kunnen spreken. Doordat het beest daarbij ook nog eens een ui terst verdorven aard blijkt te bezitten, wordt zijn eigenaar ernstig in de problemen ge bracht. Is het een kinder boek? Ja en nee. Hans Dor- restijn zegt er zelf van „Ei genlijk zijn de avonturen te spannend voor kinderen van jullie leeftijd, maar het leek me uiterst nuttig ze op te schrijven. De wraak van de Spaanse kat is niet zomaar een avonturenboek, het is een waarschuwing!". Wie hij met „kinderen van jullie leeftijd" nu precies op het oog heeft, vertelt Dorrestijn er niet bij. Wij mogen aanne men dat het boek bestemd is voor (niet al te) jong en oud. Hans Dorrestijn: „De wraak van de Spaanse kat". Uitgeverij Bert Bak ker. Prijs: 14,90. De Spaanse kat. Al geruime tijd geeft de uit geverij Ploegsma de zoge naamde „Streepjes-boeken" uit, kinderboeken speciaal voor kinderen met leer en lees-moeilijkheden. De serie, zo blijkt uit veel positieve re acties van psychologen, or thopedagogen, onderwijzers enzovoorts, voorziet duidelijk in een behoefte. Er zijn in deze reeks, die uit munt door zijn goede, een voudig geschreven, mooi ge ïllustreerde verhalen en hel dere druk, weer drie nieuwe titels verschenen. „Een snoer van parels" van Ab Rutgers van der Loeff gaat over een rijk meisje, dat kwaad is op Streepjes-boeken haar vader. Ze wil graag in punk-kleren lopen en gooit haar parelsnoer in de gracht. Hot valt echter in een rond vaartboot. Daarna volgen al lerlei verwikkelingen. „Het ronde bos" van Ruth Ainsworth (vertaald en be werkt door Heieen Kern- kamp-Biegel) spelen twee kinderen, die op een boerde rij logeren, de hoofdrol. In het bos zien ze een doods bang meisje staan, dat plotse ling verdwijnt. Al snel blijkt, dat op de plaats waar ze het geheimzinnige meisje zagen, lang geleden iets vreselijks is gebeurd. „Pas op, gevaar!" van Delia Huddy (vertaald door Ank van Wijngaarden) gaat over vier scholieren, die zien, dat er bij een wegrestaurant een vrachtwagen wordt gestolen. Het is een wagen van een fa briek, waar een groot hek omheen staat om alle potte- kijkers te weren Wanneer de jongens de chauffeur vertel len dat zijn wagen is gestolen raakt deze in paniek. De jon gens vragen zich af Wat wordt er dan in die fa briek gemaakt? De strecpjesboeken zijn zoals alle kinderboeken van Ploegsma voorzien van de leeswijzerkaart, die in één oogopslag alle informatie la ten zien, die ouders nodig hebben om te zien of het boek voor hun kind geschikt is- LEO HENNY Strcepjcs-bockcn worden uitgegeven door de uitgeve rij Ploegsma. De gcillus- trcerde boekjes hebben een harde kaft en tellen onge veer 40 bladzijden. De prijs bedraagt 10,- per boekje. ven. Ik blijf gewoon acteren en decors maken. Zoals ik al jaren doe. Regisseur Hans Hyl- kema loopt met plannen rond om „Koen" te gaan verfilmen, maar hij wil een sterkere dra matische spanning en het ka rakter van Koen meer aanzet ten. Dat wil ik beslist niet. Het moet een aardig verhaaltje blijven, 't moet geen drama worden. Literatuur heb ik ook absoluut niet willen schrijven. Een beroeps-scenarioschrijver had er zich al over gebogen en me een zwaar-op-de-handse brief gestuurd: „Van die scene met Koen op dat zolderkamer tje met dat meisje, daar moe ten we méér van maken. En die armoede, die moet ook be nadrukt worden". Lou Steen bergen lacht wat verdrietig: „Ik heb teruggeschreven dat die meneer maar een eigen scenario moest bedenken. Ik haat dat soort mensen dat aan de boerenkool al proeft hoe die arme boer zich in het zweet zijns aanschijns half dood gewerkt heeft". In hoeverre is die kleine Koen, die niet zo nodig hoefde, de kleine Lou Steenbergen rond 1930? „Een beetje wel na tuurlijk" zegt Steenbergen. „Als jongetje hoef je niet zo nodig, dan zijn er zo'n hoop andere dingen. Maar ik ben tenslotte toch acteur gewor den. Van Koen weet ik dat niet zo. Als je me vraagt: Is Koen doorgegaan aan het to neel? dan zeg ik: Ik denk van niet. Ik denk dat-ie beroeps voetballer is geworden". BERT JANSMA Lou Steenbergen: „Koen". Uitgeverij Mantcau. Prijs ƒ14.90 Landschappen Onder redactie van dr.J.T.de Smidt bieden acht deskundige auteurs in „Elsevicrs Veld- gids" (224 blz plus 217 kleu renfoto's, 36,50) een boeien de serie ecologische beschrij vingen van de Nederlandse landschappen, van bossen tot sloten, duinen en spoordijken, grienden en uiterwaarden, schorren en stuifzanden, gras- en akkerlanden etc. Er is in dit boek zoveel interessante informatie bijeengebracht over de natuurlijke en in cultuur gebrachte verscheidenheid die ons omringt, dat men deze gids in veler handen mag wensen. In Sinterklaasschoen of onder de kerstboom eerst, en dan: te velde! Groen Met boeken over de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland is de serie „Kijk op het groene Nederland" (Elsevier, 120 blz per deel plus 16 pagina's toeristische informatie, ƒ32,80 of ƒ29,80 bij intekening op de gehele serie) inmiddels compleet. Een gigantische klus voor Sietzo Dijkhuizen die de tek sten schreef bij de magistrale kleurenfoto's van Kees Seher- er en vele anderen, met name leden van het Natuurfotogra- fengilde, is daarmede voltooid. Deze fraaie kijk-albums met het keuvelend commentaar van de gretig om zich heen blikkende rondreizende Sietzo, die ook veel feitelijke infor matie in zijn verslaggeving stopt, behoeven nauwelijks nog commentaar, dan alleen iets vreugdevols: wat is er nog Vlaams De twaalfde druk (Manteau, 212 blz. ƒ22,50) van Stijn Streuvels „Langs de Wegen", het verhaal waarvan hijzelf het meeste hield, bewijst op nieuw het meesterschap van een geboren verteller. Vir tuoos en krachtig bespeelt hij het rijke instrument van zijn eigen taal, een beeldend %Vlaarns, dat voor de Noord- Nederlander zijn geheimen prijsgïeft in liefst 24 pagina's woordverklaring, van „aafse voeren" tot „zwong". Prachtig. Want klinkt beenderlingen niet vtel mooier dan broeks pijpen? In de .Vlaamse verhalen na 1965" (Mantcau. 480 blz. 38,501 samengesteld door Paul ce Wispelaere, kompn liefst 14 auteurs aan het woord, bij wie men van het Vlaams eigene nauwelijks nog iets bes>eurt, noch in taal noch in verleelding. Er zijn grote I namen bij als Claus, Boon, Koeck.Lampo, Michiels, Raes, I Ruyslirrk en minder bekende uiteraad maar gemiddeld heeft ^eze bloemlezing toch weinig /errassends te bieden. Er is editer een verhaal, dat wel deglijk beklijft, de stem van de jongste van allemaal, 'Jotie T'looft, in 1956 geboren in 1977 g:storven, een stem die voorgoec zwijgt maar het meest aithentiek een eigen tijdse le'ensgevoel vertolkte j zoals hij het deed in zijn ge- 'j dichten: „Schreeuwland schap", Junkieverdriet". Tips voor de toekomst De Naisbtt Group verricht iri de Verengde Staten al vijftien jaar onderzoek om onderne mers te kunnen adviseren over trend* die voor hen van belang kuincn zijn. Daarbij beroept het advies- en onder zoeksbureau zich zelden op lij vige sociaalwetenschappelijke analyses, mar baseert zich lie ver op dui'.enden publicaties in de dagbladpers, door de ja ren heen. Z< op het oog is dat wellicht eenwat gemakzuchti ge en oppeivlakkige benade ring, maar Faisbitt is er toch zeer succes\ol in gebleken. Door namelik de duizenden signaaltjes 'an aarzelende, soms snelle \eranderingen uit de samenleviig samen te voe gen, ontstaat een totaalbeeld waarbij een antal duidelijke ontwikkelingen zichtbaar wordt. „Megatrends",zo noemt direc teur John Naibitt van het bu reau deze ontvikkelingen en dat is ook dc titel van zijn „maatschappijbek". In Mega trends worden tien stromingen die ons leven er werk kunnen veranderen aangegeven: va riërend van de opkomst van de informatiesamenleving en veranderingen n democrati sche structuren tot de bloei van „zelfhulp-g-oepen". Een boek dat wat ninder door wrocht en ambiteus is dan het lijvige „Derde Gdf" van Alvin Tofflcr, maar caardoor niet minder intcressait. Megatrends bescirijft niet zo zeer een imaginaire toekomst, als wel de maatschappelijke veranderingen dé reeds heb ben plaatsgevonien en die vaak nog aan hetoog onttrok ken zijn. Deze onderhuidse verschuivingen, adus Naisbitt, zullen uiteindelijk onze toe komst gaan bepabn. Door in zicht te krijgen in de oor sprong en richtirg van maat schappelijke stroningen, zijn we beter op de to»komst voor bereid. PAULKOOPMAN John Naisbitt:„Megatrends", Uitgeverij Het Spectrum BV, Prijs ƒ29.90. Ni, Ier: ilem iniei i fat Mag Hen' ïwel A\Vai soor De He eer aal bvei "tg 'and leur bals iet liet raag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 10