„Leren die ene kans tot overleven te benutten" hond zoekt: huis VLIEGERS KONINKLIJKE MARINE OEFENEN OP DE NOORDZEE LEIDEN CeidócSooMwt ZATERDAG 24 NOVEMBER 1984 PAGINA 41 w*m Paddy is een lief en speels hondje. Paddy het drukke Cocker Spaniel tje Er was eens een hondje. Hij heette Paddy. Het was een prachtig rood Cocker Spa- nieltje van één jaar oud. Het leven leek hem allemaal heel prachtig. Hij dacht nergens over na en ravotte en speelde dat het een lieve lust was. Maar zoals in elk sprookje pakten de donkere wolken zich al spoedig boven de klei ne Paddy samen. Hij was zo levenslustig en druk dat zijn baas er tureluurs van werd. „Paddy is drukker dan tien kleine kinderen", zei de baas van Paddy en het speelse jonge hondje moest naar het asiel. Eerst was Paddy heel zielig in het asiel, maar omdat de baas van het asiel, Wil Tiele, zo aardig was, werd Paddy weer vrolijker. Zoals hij ge wend was, pakte hij alles wat los en vast zat in zijn hok in de bek en ging er mee aan de sjouw. Zijn etensbak stond dan weer eens hier en dan weer eens daar. Dat deed Paddy ook altijd als hij alleen thuis was en niet alleen met zijn etensbak. Als de baas van Paddy dan thuis kwam zag hij een grote ravage. Paddy was toch wel een beetje eenzaam in zijn hok in het asiel en Wil Tiele wilde Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. daarom dat Paddy nu weer een nieuwe baas krijgt. „Maar", zei de baas van het asiel „Paddy heeft een goede opvoeding nodig. Hij moet goed leren welke regels er zijn. Daarom moet de nieuwe baas van Paddy heel konsek- went zijn in de opvoeding. Hij moet niet van de regels afwijken, anders leert Paddy nooit wat hij nu wel en niet mag". Wil Tiele vindt dat de nieu we baas Paddy goed moet op voeden, omdat anders de kans groot is dat het hondje weer terug komt in het asiel. Ook de nieuwe baas zou na- melijk tureluurs van Paddy worden. „Maar Paddy is echt een heel lief hondje waar je met een beetje opvoeding veel plezier mee kan bele ven", zei Wil Tiele. Doordat het hondje Paddy zo'n lief en speels karakter heeft, zal het het een echte huishond kunnen zijn. Als Paddy vrolijk is, zie je hem zoals bij alle Cocker Spaniel- tjes het geval is, heeft ook Paddy af en toe last van sen timentele buien. Hij kijkt dan met heel treurige ogen, maar .de meeste mensen vinden dat nu juist zo leuk van het hondje. Omdat de ouders van Paddy vroeger vaak mee gin gen met de jacht, zit dat jach- tinstinkt ook een beetje in Paddy. Als hij achter iets aangaat dan is het moeilijk om hem terug te roepen. Maar ook dat hoort bij zo'n hondje. Pieter De zwerfkat Pieter van vori ge week heeft nog geen nieu we baas gevonden. De men sen vonden de zwerfkat waarschijnlijk te weinig hui selijk en aanhankelijk. Er heeft zelfs niemand voor Pie ter gebeld. Maar misschien komt dat nog. IJMUIDEN/WASSE NAAR/VALKENBURG Het gebeurt toch even anders dan de man aan de kabel, zojuist na een uren lang verblijf op het water door de helikopter opge pikt, verwacht. De hand in een branie-achtig sa luut en met een grijns die zijn gezicht bijna in tweë- en splitst, lijkt hij met een prachtig staaltje van stuurmanskunst door de helikopterbemanning op het achterdek van de ma rinesleepboot te worden gezet. Dan besluit de vlieger die bra voure alsnog af te straffen. De helikopter zwenkt enkele me ters naar links en laat de kabel f;ezwind vieren. Nog steeds sa- uerend verdwijnt de branie schopper, zelf helikoptervlie ger, tot aan zijn nek in het wa ter. Een tiental seconden blijft hij daar hangen, maar zijn hand wijkt niet. Even later staat hij alsnog op het achter dek, een beetje witjes, maar manhaftig in de rondte blik kend. De Koninklijke Marine oefent. Acht bemanningsleden van de Orion, het marinepatrouille vaartuig, en zes van de Lynx, de marinehelikopter, worden met de hulpmiddelen die ze ook in een echt noodgeval moeten aanwenden, in het wa ter van de Noordzee gedumpt, om er enkele uren later door helikopters weer uitgehesen te worden. Een getrouwe naboot sing van de werkelijkheid, die echter wat teniet wordt ge daan door de spiegelgladde zee, de stralende zon en het opvallend goede humeur van de deelnemers. Hoewel straaljagers van het type „Starfighter" met de re gelmaat van de klok onbe doeld de Noordzee van dichtbij bekijken, hebben helikopters en vliegtuigen van de Konink lijke Marine daar duidelijk minder last van. De keren dat een vliegtuig van de marine daadwerkelijk een noodlan ding moest maken zijn op de vingers van een hand te tellen. Daarbij denken we dan even aan een noodlanding voor de- Wassenaarse kust en twee on gevallen bij de Ierse zee, waar in één geval helaas slachtof fers vielen. Dat was overigens in de tijd dat de Marine nog niet in het bezit was van de Orions, onderscheppingsvlieg tuigen voor onder meer onder zeeboten, die gestationeerd zijn op vliegkamp Valkenburg. Duur Een duur vliegtuig als een Orion, of in het verleden de Breguet Atlantique, leg je niet even in de Noordzee om te kij ken of de bemanning er op tijd weet uit te komen. Vandaar dat in het gemeentelijk zwem bad van Wassenaar en het ma rinezwembad te Den Helder allerlei voorzieningen zijn aangelegd voor de Koninklijke Marine. Daar worden noodsi- Het begin van de oefening. tuaties op zee natuurgetrouw nagebootst met hijs- en slee- pinstallaties en zelfs een romp- deel van een Orion. Wat in het klein wordt gere peteerd in Wassenaar en Den Helder, wordt aan de praktijk getoetst op zee. De tests die daar worden gedaan, richten zich meer op het verblijf op zee zelf dan op de ontsnapping uit het vliegtuig of de helikop ter. En in die tests staat vooral de grootste vijand van de „schipbreukeling", onderkoe ling, centraal. Luitenant ter Zee I C.F. Cruyff, vliegveilig- heidsofficier van het marine vliegkamp Valkenburg en coördinator van de reddings oefening: „Onderkoeling is het grootste probleem voor de man in het water. Je kunt da gen zonder eten, iets korter zonder drinken, maar zakt je lichaamstemperatuur onder de 28°C, dan houdt het op. Juist daarop richten we onze oefe ningen, om te bereiken dat de deelnemers straks automatisch alle dingen doen die onderkoe ling moeten voorkomen en ze zo snel mogelijk uit het water te halen". Niet het noodrantsoen vormt dan ook tegenwoordig het le vensreddend pakket, maar de zogenaamde survivalsuits en de noodzenders die elk be manningslid bij zich heeft. „We gaan er tegenwoordig van uit dat de mensen binnen 24 uur uit het water kunnen worden gehaald. In het zwem vest zit namelijk een noodzen- der, die een signaal uitzendt dat door elk vliegtuig ontvan gen kan worden, een seinspie- gel, een fluit, een lichtpistool en markeringskleurstof. Ook in de rubberboot zit nog een zender. De kans dat je niet on- dekt wordt is daardoor heel liever in hun eenpersoons boot te zitten dan in de grote, over dekte rubberboot. „In die klei ne bootjes heb je gewoon het idee dat je zelf in het water ligt. In die grote tien mansboot lig je echt op de golven, word je vaak heel erg zeeziek. Ik heb mensen van die boot zien komen, die zagen echt groen en geel van zeeziekte. Geluk kig valt het nu wel mee, door de kalme zeegang, maar als het een beetje waait weet je niet waar je het zoeken moet", aldus een van de deelnemers aan de oefening. Aanslag Het zijn niet alleen de mate riële zaken die bij een crash op het water een rol spelen. Lui tenant ter Zee Cruyff: „Er wordt een enorme aanslag op je lichaam gepleegd bij zo'n „ditch" (noodlanding op het water, red.). De spanning, de schrik, het ongewone van de situatie, het vreet energie. De bemanningsleden moeten dan ook altijd rekening houden met het feit dat er wat kan ge beuren en in een goede condi tie het vliegtuig instappen. Bij je overlevingskansen heb je een aantal dingen zelf in de hand, je lichamelijke gesteld heid is er daar een van", aldus Cruyff. De oefeningen zijn verder vooral bedoeld de bemannin gen in bepaalde situaties auto matisch de juiste handelingen te laten verrichten. „Overle ven is vaak het benutten van één kans. Je ziet die kans, of je ziet hem niet. Routine, het au tomatisch uitvoeren van han delingen die je hebt geoefend, kan dan soms net leiden tot het benutfen van die ene kans. De wetenschap hoe te hande len voorkomt daarnaast HERDER ROOZEN: „De Z.E- Pastoor W.F.Roozen te Oegstgeest herdacht onlangs den dag waarop hij vóór 25 jaren tot pastoor dezer paro chie benoemd werd. De dankbare parochianen boden hunnen Herder een feestgave aan". r'. "k, Foto boven: BEHHH..: „De strijd is ge wonnen! Hoe de Duitsche jeugd medeleeft met den strijd..." Foto onder: YPEREN: „De beroemde La kenhallen te Yperen, ge bouwd in de 13e eeuw, en die in den strijd tusschen de Duitschers en de bondgenoo- ten nu naar een Fransch bericht meldt zijn ver brand". VERBLUF IN WATER VOORAL STRUD TEGEN ONDERKOELING bodig is. Een van de vliegers die aan de oefening deelneemt: „Met zo'n pak aan kan je ei genlijk niets gebeuren. Het iso leert zelfs zo sterk dat als je dit pak aan hebt zonder in het water te liggen, je bijna flauw valt van de warmte. Het staat alleen een beetje gek, je wordt zo'n klein, bol Michelinman- netje". Tijdens de oefening maken de helikopterbemanningen alleen gebruik van hun éénpersoons rubberbootje, dat aan hun uit rusting vastzit. In tegenstelling tot hun collega's van de Orions hebben zij in de helikopter geen ruimte voor een grote- tienmans boot, waar de Orion- bemanning in kan stappen. Toch blijken de drenkelingen Redding De deelnemers aan de oefe ning worden met een dertig meter lange staaldraad door de helikopter üit het water gehe sen en naar de sleepboot ge bracht. Die draad heeft een snelheid van een halve meter per seconde, en dat vinden de helikoptervliegers niet altijd snel genoeg. Haast kan gebo den zijn. Want de marine haalt niet alleen af en toe goed geoe fende collega's uit zee, maar assisteert zeer regelmatig bij ongevallen aan boord van koopvaardijschepen en boorto- Ook kotters en zeiljachten val len nogal eens in de prijzen, en daarvan zegt een 29-jarige he likoptervlieger van basis De Kooy: „Die geven de meeste problemen. Een hoge mast, veel lijnen en ook nog klappe rende zeilen. Als een opvaren de die je ophijst in slecht weer tegen een lijn of mast komt, dan zal die het waarschijnlijk niet overleven". Volgens de vlieger is dat hier nog nooit gebeurd. „Wat wij doen is ove rigens voor negentig procent medisch getint. Het gaat om spoedbevallingen, maagbloe dingen, mensen die hun han den tussen een ijzeren luik hebben gekregen, noem maar op. Vooral spoedbevallingen als het goed gaat willen, nog wel eens leuk zijn. En als je vraagt is dit enerverend werk? Tja, wat er van ons werk naar buiten komt, lijkt zeer spannend, maar wij zitten soms weken lang te wachten tot we misschien een keer in actie komen". KOOS VAN WEES ROB PERIK Foto's CEES VERKERK BELGISCHE VLUCHTELINGEN: „Liefderijk opgenomen door de R.K.Vereeniging tot Wijkver pleging te Leiden en onderdak gebracht in het gebouw aan de Boerhaavestraat". De Boerhaa- vestraat van toen heet nu anders; in kort bestek kon ik niet achter de situatie komen. Waar was de Boerhaavestraat? Bol De survivalsuits (overlevings- pakken) zijn er om de drenke ling tot aan de redding tegen de kou te beschermen. Dikke pakken die de lichaamswarm te vasthouden en daarnaast zo veel drijfvermogen hebben dat een zwemvest eigenlijk over- angst". Onder redactie van Ton Pieters. Na die luchtige kout, vorige week, genomen uit het „Geïl lustreerd Zondagsblad" van half november 1914, moeten we toch maar weer even frontwaarts gaan. Het Zon dagsblad van zeventig jaar geleden voert ons naar Vlaanderen, naar Yperen. „Een bericht van het oorlogs veld meldt, dat door den he- vigen strijd die om de oude stad Yperen wordt gestreden, de beroemde Hallen en de kerk van St.Martinus in vlammen zijn opgegaan. Of het waar is't werd al meer verteld en er zijn al meer verhalen van verwoesting gepubliceerd, die later bleken totaal verbeelding te zijn. In- tusschen is hier de waar schijnlijkheid groot, daar Yperen juist als Reims een middelpunt van den geweldi gen strijd is geworden, en waar het kanon spreekt, wordt natuurlijk (helaas!) op bouwkundige of historische monumenten niet zwaar ge let. Intusschen zullen eenige bi- zonderheden over deze ver maarde stad, eens de rijkste en machtigste van heel Vlaanderenland, in later eeu wen een doode stad die leef de alleen op den historischen roem, den lezers welkom zijn. Yperen heeft den oorlog wèl gekend! Aan herhaalde opstanden, oorlogen, en ten slotte aan de pest van 1347 die de stad ontvolkte, heeft 't zijn verval te wijten. De be roemde Lakenhallen zijn in 1200 tot 1300 gebouwd. Graaf Boudewijn IX legde den eer sten steen voor Yperen's grootste roem. Reeds in 1793 hebben de Franschen het zelfde gedaan wat nu door de Duitschers gedaan is: dit ge weldige bouwwerk geschon den met kanonvuur. Eerst in de jaren 1854-75 werd het beeldhouwwerk weer geres taureerd. De kathedraal van St. Martinus die óók vernield heet, is een bouwwerk uit de XHIe eeuw met prachtige ge vels. Vóór het altaar is het graf van den bekenden dwaalleeraar Janserfius". Nu een bezoekje aan een voorloper van onze h.a.h.bla- den: „Ik wou een groote ad vertentie in uw courant plaatsen, mijnheer", zei een handelaar in spiritualiën, ter wijl hij het bureau van een gratis advertentie-blaadje binnentrad. „Het betreft een goedkoope aanbieding van een goede soort wijn". „O, best mijnheer!", riep de uit- gering. Dat betekent dat er binnen korte tijd hulp ter plaatse kan zijn", aldus de vei ligheidsofficier. van zijn kruk springende, terwijl hij in zijn handen wreef. „Excuseer mij even, als u wilt". En door de tele foon tot dén meesterknecht van de drukkerii: „De vloek van den drankkan deze week niet geplaatst worden!". Een andere heer gaat ergens zijn middagmaal gebruiken en hij zegt tot bediende: „Jan, ruik deze visch eens! Durft gij dat op tafel brengen?" De bediende Jan, kalm: „Mijn heer moet het niet kwalijk nemen, maar in warme da gen is de visch, om zoo te zeggen, reeds bedorven voor zij nog gevangen is". Tussen de bommen en grana ten door even op adem ko men met het Zondagsblad op tafel en met de goede Sint in het verschiet. „De dokter ontmoet tijdens een middag wandeling een oude vriend die hij sinds lang niet meer gezien en gesproken heeft. En het gesprek komt op de dokter zijn patiënten. „Ja ja", zegt de dokter, „Ja, den bur gemeester behandel ik nu al acht jaar lang!" Vriend: „Drommels! Wat moet die dan een verbazend sterk ge stel hebben!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 4