ilê Miljoenen mensen zweven op de rand van de dood GIRO EEN VOOR AFRIKA „We moeten ze helpen op eigen benen te gaan staan ze kunnen alleen nog hun hand ophouden ZATERDAG 24 NOVEMBER 1984 jdio en televisie staan komende iaandag geheel in het teken van de hulp ir Afrika. Onder het motto „Eén voor ika" organiseren alle omroepen en de ïederlandse ontwikkelings- en ulporganisaties een nationale actie voor e slachtoffers van de hongersnood in „frika. Het gaat daarbij niet alleen om iet inzamelen van geld, hoewel dat zeer lelangrijk is. Het is de bedoeling de "kers en luisteraars zoveel mogelijk formatie te verschaffen over de achtergronden van de heersende noodsituatie, maar ook om te laten zien dat hulp verlenen ook echt helpen is. Op de televisie zal een en ander gebeuren aan de hand van documentaires, interviews en forumgesprekken, die worden afgewisseld met amusement van velerlei aard. De centrale presentatie in de studio in Hilversum wordt verzorgd door Koos Postema en Ilona Hofstra. Gastheer in het Casino in Den Bosch, waar tal van actiegroepen aan het woord komen, is Ivo Niehe. Mies Bouwman presenteert vanuit de RAI in Amsterdam een deel van het amusementsprogramma. Daar staat ook de geldmeter, die precies zal bijhouden hoeveel geld er bijeen is gebracht. Verslaggever Jos Timmers sprak met een tweetal economen over de achtergronden van de ramp in Afrika en met een filosofe over de „ethiek van de hulpverlening". t colaa« len )EN HAAG Wanneer Mies louwman maandagavond ;ort voor middernacht in de '9 aanjkmsterdamse RAI de voorlo pige balans opmaakt van de lationale actie „Eén voor ftrika", zal ongetwijfeld blij- en dat Nederland zijn gulle art weer eens heeft laten •reken. Veertien miljoen Ne- erlanders als één man op de ares voor Afrika, dat regel- ipfo-\echt afstevent op de grootste boveJtaenselijke tragedie uit de ge schiedenis. Een ongekende ac- Je in de westerse wereld en O 0'Jen sympathiek gebaar naar e meer dan tweehonderd tiljoen Afrikanen, die door hongerdood worden be- reigd. Kan Nederland ver- »id«nl°^ens met een §erust gewe en gaan slapen? Heel eventjes staandan. Want de opbrengst oitijdéongeacht hoe groot moet, acht jezien de enorme problemen f!®gevaarmee Afrika worstelt, bij Töorbaat worden bestempeld Is een kleine maar o zo nood- akelijke druppel op de gloei- nde plaat. F™ thokkende televisiebeelden heb- en de wereld onlangs wakker ge- ihud. Wat bij regeringen en hulp- rerschtganisaties al lang bekend was, ferd plotseling wereldnieuws. :hiopië staat symbool voor de ingaitood in grote delen van Afrika: iljoenen mensen die zweven op rand van de dood, verschroeide kers, oprukkende woestijnen, silo's en uitgedroogde skeletten ;estorven vee. Het cynisme e media en de politiek: ram- worden pas interessant als er al i zijn. fg veel doden zijn. In Soedan en van <Öaad» heide moeilijk toegankelijk, J de situatie nog slechter zijn. xinneringen aan de periode '70- takt oP» toen eveneens de noodklok erd geluid: Massale acties voor de ihel redden vele duizenden men- jn het leven. Maar het grootste iel van de hulp die sindsdien naar Orid< Erika is gestuurd, lijkt in het oestijnzana verdwenen. De situa- op dit moment is volgens des- indigen veel erger dan die van n iaar terug. Niemand zal daar- i de noodzaak van voedselhulp rven betwisten. Maar tegelijker- el is de vraag actueel, wat er de gelopen jaren fout is gegaan. Wat gebeuren om over enkele •en een nieuwe herhaling te jrarkomen? JOK ij-ofessor De Haan, hoogleraar al- lene economie aan de universi- it van Groningen: „De oorzaak de afschuwelijke situatie van ogenblik ligt voor een deel in de dringe treme droogte. Dat is een oor- ak van buitenaf, waar mensen op orte termijn geen invloed op kun- fin uitoefenen. Maar er zijn meer I/V) 'rzaken: economische en politie- In veel landen hebben de rege ngen de eigen voedselproduktie Waarloosd door de voedselprij- in de steden kunstmatig laag te iden. In de steden hebben de re- hun machtsbasis. Daar moe de mensen rustig houden. liden. atie- eno,e l in ee raktijk is het geld dat veel landen et hun export hebben verdiend et besteed aan verbetering van de ndbouw of van de infrastructuur, ampen voorkomen Ashwani Saith, Indiër van ge •rte, is sinds drie jaar als hoogle Alle aandacht ei gebieden, waar douw mogelijk a le ongelijkheid verbonden aan het Institute of Social Studies in Den Haag. Als specialist in de platte landseconomie maakte hij twee jaar geleden deel uit van een missie van de Internationale Arbeids Organi satie (ILO), die een bezoek aan Ethiopië bracht. In het rapport van de missie werden maatregelen aan bevolen om rampen zoals zich nu in dat land voltrekken, zoveel mo gelijk te voorkomen. De regering in Addis Abeba wees de conclusies van de missie van de hand. Het verhaal van Saith is in grote lijnen op andere Afrikaanse landen van toepassing. „De Ethiopische machthebbers voe ren een kortzichtige politiek, die louter gericht is op machtsbehoud", aldus Saith. Hetr bewind van kolo nel Mengistoe is volgens hem in de schone béloftes van de revolutie van 1974 blijven steken. „De rege ring in Addis Abeba weet dat be paalde delen van het land erg kwetsbaar zijn. Dan moet men een economische structuur opbouwen, waarmee eventuele klappen opge vangen kunnen worden. Dat is niet gebeurd". geld ging naar die wel goede land- as. Grote regiona- vas het onvermij delijke gevolg. Een voorbeeld: de grote staatsboerderijen die slechts vijf procent van de landbouwgrond beslaan, krijgen veertig procent van de beschikbare hoeveelheid kunstmest. Voor zover die boerde rijen voedsel produceren, gaat dat naar de steden en het leger. Je kunt, aldus Saith, een vergelij king maken met de koloniale tijd. Toen plunderden de koloniale mo gendheden het platteland. Nu wor den de kleine boeren door hun ei gen regering uitgezogen om projec ten mogelijk te maken waar zij zelf niets aan hebben. Ze betalen aan oorlogen waar zij zelf het slachtof fer van worden. Machtswellust van de militaire leiders als oorzaak de ramp die zich momenteel in Afrika voltrekt. Maar de westerse wereld is evenzeer schuldig. In de vorige eeuw trokken de koloniale machten langs een lineaal de gren zen over Afrika, zonder enig res pect voor eeuwenoude stammentra- dities. Na de Tweede Wereldoorlog werden talrijke landen onafhanke lijk, terwijl ze er economisch en po litiek nimmer op waren voorbe reid. De jonge, onstabiele landen werden snel een speelbal tussen de grootmachten. Nauwe banden met Moskou staan borg voor een bijna ongelimiteerde wapenstroom, maar op economisch gebied hoeft men weinig te verwachten. Meer op het Westen gerichte landen kunnen zich alleen met behulp van lenin gen en op de export gerichte land bouw economisch in het leven hou den. Bijvoorbeeld door primeurs voor de Europese markt te verbou wen, terwijl de eigen bevolking dringend behoefte heeft aan rijst. Om over de praktijken van multi nationale (landbouwondernemin gen, de wapenhandel, het IMF en de internationale banken nog maar te zwijgen. Donderse hoeveelheid Het heeft, met het oog op de acute nood in Afrika, weinig zin lang stil te blijven staan bij fouten die in het verleden zijn gemaakt. De Haan: „Die fouten mogen geen reden zijn om van verdere hulp af te zien. Er moet op de eerste plaats een don derse hoeveelheid voedsel naar die landen toe. Maar we moeten ons ook bezinnen op de vraag, hoe we dergelijke rampen zoveel mogelijk kunnen voorkomen". Eén ding staat vast: de eigen voed selproduktie moet omhoog. Maar over de vraag hoe dat dan moet, lo pen de meningen van de deskundi gen uiteen. Professor De Haan: „Ik weet dat ik nu een controversieel onderwerp aansnijd. Maar we moeten durven nadenken over het feit dat het juist de landen met een socialistisch re gime zijn waar dus het markt mechanisme nagenoeg is uitgescha keld die het in economisch op zicht erg slecht doen. In deze we reld kun je alleen economisch vooruitkomen door het bevorderen van het eigenbelang van de men sen. Dat is nu eenmaal zo en het betekent dat het voor de boeren weer interessant moet worden ge maakt op hun land te werken. Het heeft geen zin voedsel te sturen, als er niet een fundamentele verande ring komt in die centraalgeleide economieën. Voedselhulp is nu een vereiste, maar je moet er voorwaar den aan verbinden. Net als het In ternationale Monetaire Fonds doet bij het verstrekken van leningen. Natuurlijk is het IMF dan de gebe ten hond. Maar ik vind het a-soci aal, als regeringen bij hun beleid tegen alle wetmatigheden van de economie ingaan. Voedselhulp als politiek wapen wordt algemeen af gewezen. Maar de westerse landen zullen bijvoorbeeld binnenskamers aan Ethiopië als eis stellen, dat het de landbouwpolitiek verandert. In de (internationale) politiek krijg je nu eenmaal niets voor niets". Iedereen moet meedoen Uit het voorgaande zou ten onrech te de indruk kunnen ontstaan, dat de economen De Haan en Saith niet veel op hebben met de komen de actie voor Afrika. Professor De Haan: „Het is uitste kend dat er zo'n actie gehouden wordt. Iedereen moet meedoen en ik hoop dat de opbrengst groter is dan ooit tevoren. Maar we moeten wel de betrekkelijkheid ervan in het oog blijven houden. Kijk maar naar de cijfers. Stel dat er honderd miljoen gulden wordt ingezameld. Dat is ongeveer twee en een half procent van de Nederlandse ont wikkelingsbegroting. Die vier mil jard gulden Nederlands ontwikke lingsgeld is weer een deel van wat de nele wereld aan ontwikkelings hulp besteedt. En het totale bedrag dat er op de hele wereld aan hulp omgaat, is maar een fractie van de internationale geld- en kapitaal stromen. De Derde Wereld zou veel meer gediend zijn met een liberali satie van de internationale handel. Meer toegang tot onze markten le vert aanmerkelijk meer op dan alle hulp bij elkaar". De kwestie is alleen dat nogal wat Afrikaanse landen die nu in de problemen zitten, zó arm zijn dat ze geheel buiten de internationale economie staan. Die landen hebben niets te bieden en lijken tot de be delstaf gedoemd. De Groningse hoogleraar: „Als je eerlijk bent moet je zeggen: er zijn landen die het waarschijnlijk nooit zullen maken. Die raken jaar na jaar verder achterop en zijn waar schijnlijk voor zeer lange tijd op buitenlandse hulp aangewezen. Vergelijk het in Nederland maar met Oost-Groningen. Ook zo'n ge bied waarvan de eerlijkheid je ge biedt te zeggen dat het nooit echt wat wordt. Maar dat mag natuur lijk geen alibi zijn om niet te hel pen". Dr. Saith ziet meer in diepgaande hervormingen van de wereldeco nomie, waarbij veel sterker dan voorheen met de belangen van de Derde Wereld rekening zou moe ten worden gehouden. De bereid heid daartoe van het rijke Westen is echter veel kleiner dan bijvoor beeld tien jaar geleden. Veel van de idealen uit de jaren zeventig zijn nu politiek volstrekt onhaalbaar. Afrika niet snel vergeten Het pessimisme aan de vooravond van de nationale actie lijkt gedeel telijk ingegeven door de vrees dat het na maandag voorlopig gedaan zal zijn met de Belangstelling voor Afrika. De angst dat veel Neder landers hun geweten afkopen en het verder wel geloven, terwijl de ergste nood nog moet komen. Ethi opië is immers slechts het topje van de ijsberg. Ashwani Saith: „Je moet de situatie van mensen daar verge lijken met die van een man, die tot zijn lippen in het water staat. Als hij zich beweegt, krijgt hij water naar binnen en verdrinkt hij. Maar als er vanaf de oever iets wordt on dernomen, verdrinkt hij óók". De organisatoren van „Eén voor Afrikazijn zich terdege van dat probleem bewust Daarom is beslo ten drie kwart van de opbrengst te besteden aan directe hulp De ove rige 25 procent is bedoeld voor structurele hulp. proberen te berei ken dat de mensen in de noodge- bieden straks in hun eigen (voed- sel)behoeften kunnen komende maanden zal rekening en verantwoording worden afgelegd over de besteding van het geld. „We zullen vertellen welke projec ten .een succes zijn geworden, waar het minder is gegaan en de reden waarom iets niet geslaagd is. Want dat zal ook wel gebeuren", aldus een van de organisatoren. „De actie is echter ook de aanloop tot iets wat veel verder moet reiken: verande ringen in de samenleving, zowel hier als daar. De wereld produceert genoeg voedsel om iedereen te eten te geven. We moeten proberen orde te scheppen in de huidige wanorde en oneerlijke verdeling' Eerder dit iaar werd de aandacht van de Nederlanders gevraagd voor de hongersnood in Noordoost- Brazilië. Nu staat Afrika in de be langstelling en volgend jaar doet zich ongetwijfeld elders op de we reld een ramp voor. Steeds weer wordt een beroep gedaan op onze portemonnee. Is er gten grens aan het medeleven van de Nederlan ders? Worden we niet moe om steeds weer geld te geven? Sjef Theunis, algemeen secretaris van de Novib, zei onlangs in een week blad: „Honger is de meest extreme vorm van armoede. Ze kunnen alleen nog maar hun hand ophou den. Wij kunnen ons zo'n leven niet voorstellen, maar het roept ge lukkig wel emoties op. Veront- al herhalen die rampen zich om de zoveel jaar. Daarom moet je teke nen van hoop laten zien. Vooruit gang, al moet je die met millimeters meten, anders worden de mensen moedeloos". JOS TIMMERS AMSTERDAM Soms krijgt men de indruk dat rampen elders op de wereld voor het Westen pas interessant worden, als het leed uitgebreid op de televisie is ge toond. De nood in Ethiopië al lang bekend bij hulporganisaties en regeringen kreeg pas aan dacht van het grote publiek nadat de BBC de schokkende beelden van de honger in de huiskamers had gebracht „De mensen worden door dat soort beelden emotioneel geraakt. Geluk kig maar", zegt de Amsterdamse fi losofe Trudy van Asperen. Zij is hoogleraar in de normatieve poli tieke filosofie: de leer van de ethiek die aan politiek handelen ten grondslag ligt. We praten met haar over wat men „de ethiek rond de hulpverlening" zou kunnen noe- Trudy van Asperen ziet er op zich niets kwaads in, dat mensen vooral na het zien van schokkende tv-re- portages in actie komen. „Ze wor den geprikkeld door de gedachte dat ze nog iets kunnen doen. Bij voorbeeld dat een kind dat honger heeft het alsnog kan halen, als zij maar te hulp schieten. Als bezwaar kun gepaard gaat met een analyse wat er verder moet gebeuren. We moeten de mensen niet alleen red den tot aan een volgende hongers nood, maar ze helpen op eigen be nen te gaan staan' „De krantelezer krijgt wellicht de indruk, dat de oplossing van de problemen in Afrika vooral een technische zaak zou zijn. Maar het gaat er ook om onze kennis in een vorm te gieten die bruikbaar is voor de mensen daar. Dat is een zaak van heel lange adem. Een an der probleem is de gebrekkige niet bii machte een goed gezamen lijk beleid van de grond te tillen. Als je alleen al de Nederlandse bu reaucratie ziet. hoef je je daarover niet zo te verbazen. Voeg daarbij nog een keer de politieke menings verschillen, zowel tussen de landen die hulp geven, als tussen het Wes ten en de landen waar de nf>od heerst, dan zakt de moed je gewoon in de schoenen". De torenhoge problemen vormen volgens de Amsterdamse filosofe echter geen alibi om niet aan hulp acties mee te doen. „We hebben de morele plicht te helpen. Als je de omvang van de nood ziet, is moeilijk hard te maken waarom je wel iemand in je omgeving moet helpen, maar niet iemand die toe vallig een paar duizend kilometer verderop woont. Hoe ver je daarbij moet gaan? De filosoof Peter Sin ger heeft de stelling verdedigd dat je net zolang hulp moet geven, tot dat je zelf ook op het minimum zit. Dat er geen enkel excuus is om een grens te stellen aan je inspannin gen. Ik denk dat dat te veel geëist is. Waar die grens dan ligt? Waar schijnlijk op het punt waar je jezelf duidelijke schade gaat berokke- „Een voorbeeld: Een man ligt in de gracht en dreigt te verdrinken. Als je kunt zwemmen, moet je helpen, dat spreekt. Het wordt anders als iemand getuige is van een enorme vechtpartij. Als hii het risico loopt zelf in het ziekenhuis te belanden als hij zich in het gevecht mengt, kun je hem veel minder kwalijk nemen dat hij aan de kant blijft staan. Ten aanzien van Afrika gaat die vergelijking voorlopig echtier mank. Want als je kijkt naar or£e middelen, dan is het zonneklaar dat wij veel meer zouden kunnen doen. zonder dat wij onszelf grote schade toebrengen". Sommige mensen zetten vraagte kens bij het nut van de voedsel hulp. Veel mensen worden nu in leven gehouden, terwijl hun over levingskansen op langere termijn r - - verdedigen eten te ge heel groot probleem. Je kunt er al lerlei theorieën over opzetten, maar in de praktijk gaat het altijd anders. Ik denk dat er per definitie al een zekere selectie wordt ge maakt. Het hangt er ook vanaf 'of er genoeg voedsel aanwezig is. Stel dat je in de situatie zit dat er te weinig eten is. Als je het eerljjk verdeelt krijgt iedereen zo weinig, dat ze allemaal sterven. Is dat dan het moment om te selecteren'' Ik zou aarzelen zo'n keus immoreel te noemen. Maar het is een afschuwe lijk probleem. Het lijkt me vreselijk als hulpverlener in zo'n situatie te zitten". Bij sommige hulpverleners in Ne derland bestaat nogal wat bezwaar tegen de vorm waarin de actie „Eén voor Afrika" is gegoten. Re portages vanuit de probleemgebie den en discussies in de studio, afge wisseld met amusement tegen het decor van gironummer 555, terwijl een geldmeter in de RAI de hoogte van het ingezamelde bedrag aan geeft. „Als een soort wedstrijd in liefda digheid de meest aansprekende vorm is, moeten we het vooral zo doen. Dat kun je in Nederland eventueel betreuren Maar het zal de mensen in Afrika, om wie het uiteindelijk allemaal gaat. een zorg zijn hoe het geld bij elkaar wordt gebracht. Als het er maar komt". „Natuurlijk moet je zo'n Neder landse actie relativeren. We bren gen met z'n allen maar een heel klein deel bij elkaar van wat er to taal nodig is. Maar te moet voorko men dat mensen daaruit afleiden dat we net zo goed niets kunnen doen. Het totaal van de hulp bit- staat uit de optelsom van allomzBd kleine acties en kleine bedragen Maar al die beetjes samen beteke nen voor mijjoenen mensen het verschil tussen leven en dood"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15