MENNO
DE KANT:
„Meer dan
'n flesje
wijn heb
ik nog
nooit weg
gegeven"
ONTROEREND GOED IN ONROEREND GOED
m
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1964
Het begrip projectontwikkelaar heeft in ons
land een vieze smaak gekregen. In de afgelo
pen jaren waren de faillissementen van louter
op direct winstbejag ingestelde lieden niet van
de lucht. Vaak bleek daarbij, dat fraude en
verder gaande criminaliteit het ontroerend
goed met onroerend goed konden vinden.
Menno de Kant (50), in eigen land slechts voor
Menno de Kant: „Als ik mezelf in de spiegel bekijk, dan zie ik een ontzettend dynamisch mens, die met
een sterke gezondheid gezegend is. Ik heb aan drie of vier uur slaap per nacht voldoende en als ik
eens een uurtje of twee niets te doen heb, dan voel ik me ongedurig, nutteloos. Ik ga ook nooit op
vakantie. Werken is mijn lust en mijn leven".
Leeuw Mindert Diderick
roepnaam Menno De
Kant, die op 6 augustus
1934 om vier uur 's mor
gens al het lef had voor de
-eerste keer te brullen, weet
het zo langzamerhand zelf
niet meer. De succesvolle
en zeer energieke project
ontwikkelaar woont al tien
jaar in het mondaine Mün-
chener Viertel Grünwald,
maar nuttigt niettemin nog
zeer geregeld een met een
jong borreltje overgoten ge
bakken visje in de schaduw
van de Martinitoren. Ty
pisch een selfmade man,
die zijn afkomst niet ver
loochent. Zakelijk nog im
mer met beide benen op de
grond, maar als het hem
uitkomt zeker niet wars
van een fikse portie ijdel-
heid en een uitgekiend ge
voel voor show. Zoals zeer
recent tijdens de viering
van zijn vijftigste verjaar
dag, toen een KLM-charter
tachtig Nederlandse vrien
den en zakenrelaties naar
het bolwerk van Franz Jo
seph Strauss vloog om daar,
in het allerminst modale
Sheratonhotel, deze meer
dan geslaagde vaderlandse
Abraham op diens eigen
kosten in de bloemetjes te
zetten. Zelf pendelt Menno
de Kant overigens het liefst
heen en weer in zijn met
een opvallende linnen kap
uitgeruste Rolls Royce Cor-
niche, waarmee hij dan ook
jaarlijks zo'n 120.000 kilo
meter vreet. In 1965 startte
hij met geleend geld
zijn vrienden Bekker en
Ommert fourneerden ieder
25.000 gulden in Arn
hem het projectbureau
Menno de Kant N.V.. Nu,
amper twintig jaar later,
kent heel West-Duitsland
hem als de „Immobilien
Zar". Kortom, een vermo
gend man met een scherpe
neus voor succes brengende
bouwprojecten.
ingewijden een bekende, weet zich niettemin
al twintig jaar als een zeer succesvolle project
ontwikkelaar te handhaven. Hij introduceerde
zo'n twintig jaar geleden naar Amerikaans
voorbeeld winkelcentra in Nederland, bouwde
er inmiddels meer dan honderd en zette die
ontwikkeling met geld van Nederlandse beleg
gers in West-Duitsland voort. Zo heeft De
Kant bijvoorbeeld op dit moment een project
in Hamburg onder handen dat met Nederlands
geld, zo'n slordige 165 miljoen gulden, tot de
bouw van kantoorgebouwen en winkels moet
gaan leiden. Maar ook in eigen land is hij nog
zeer actief. In Delfzijl werd ondanks de stagne
rende havenontwikkeling zeer recent een win
kel woningcentrum geopend, en in Den Haag
staat Hout wijk een investering van 40 mil
joen binnen afzienbare tijd iets dergelijks te
wachten.
Kortom de successtory van een wel degelijk
geslaagde projectontwikkelaar, die zich met
vestigingen in Arnhem. München. Salzgitter.
Wenen en Houston bovendien internationale
erkenning heeft verworven.
sSShi
ai
Zoals zo vaak in het leven, blijkt ook in het geval
Menno de Kant de actualiteit van vandaag dat
onzekere verleden te achterhalen. Als we tijdens
ons zeer lange gesprek bij het parlementaire on
derzoek naar het reilen en zeilen van het RSV-
concern belanden, zegt hij: „Toen ik net begon
nen was, kwam ik door toeval in contact met Jan
de Vries. Destijds dè grote man van Bredero en
het NPO, de projectpoot van dat bedrijf. Ik wist
ergens een aardig stukje bouwgrond en binnen
een paar dagen was de zaak rond. Zei de Vries
tegen me: „Als je ook op de WC maar aan'mij
denkt, dan kun je, als je voor mij werkt, honderd
vijftig gulden per uur in rekening brengen". Ik
de koning te rijk. Want denk erom, honderdvijf
tig pietermannen per uur betekende in die tijd
een gigantische gage voor me. Ik was merk
waardige, maar uiterst recht door zee overko
mende kerel dan ook zeer dankbaar. Het begin
van mijn zaak zat er immers aan te komen. Dus
stuurde ik hem tegen de feestdagen een zorgvul
dig uitgekozen en uitgelezen flesje Franse wijn.
Wat denk je dat er gebeurde? Schrijft diezelfde
De Vries me een brief waar de honden geen
brood van lusten. Hoe ik het in godsnaam in mijn
hoofd haalde hem. Jan de Vries, met een derge
lijk douceurtje te bedanken? Nu staat dezelfde
man oog in oog met de parlementaire enquête
commissie en straks moet ook de Officier van
Justitie er nog aan te pas komen. Wordt-ie be
schuldigd van allerlei financiële manipulaties, ja
zelfs van meineed. Eerlijk, zoiets gaat mijn ver
stand te boven. Geen flesje wijn, maar wel
Nee, daar snap ik werkelijk geen snars van".
Of. zoals Arthur Schopenhauer het eens zo tref
fend formuleerde, .-.geheel eerlijk heeft iedereen
het tenslotte toch alleen maar met zichzelf voor
en hoogstens nog met zijn kind". Een statement
dat, gezien de ervaringen van de laatste jaren, ze
ker van toepassing zou kunnen zijn op veel pro
jectontwikkelaars.
„Misschien bestaat er behalve de begrippen eer
lijk en oneerlijk nog een derde begrip. Ik weet
het niet. Maar naar mijn persoonlijke overtuiging
!heb ik altijd op een eerlijke manier mijn zaken
afgehandeld. Wel eens een attentie, een flesje
wiin bijvoorbeeld, maar steekpenningen, smeer
geld? Absoluut niet! Nooit. Dat is ook niet nodig.
Als je je werk goed doet is iedereen, zeker ook de
klant, tevreden. Verdient iedereen op zijn manier
een boterham. En dan hoef je daar beslist geen
beleg bij uit te delen".
r-1 Ondernemersgeest
pi Menno de Kant werd weliswaar in Leeuwarden
-? geboren, maar voelt zich een ras-stad-Groninger.
Daar immers lag na 1941, zeven jaar oud als hij
was, de basis van zijn huidige succes. Hij volgde
er het lyceum, maar vond voetballen, hockeyen,
9,-pi zeilen en wielrennen heel wat belangrijker dan
'het maken van huiswerk. Toch bleef hij nimmer
„zitten". Zijn rationele instelling hielp hem er,
eige^ weliswaar meestal op het nippertje, altijd door.
fDe meisjes vielen voor zijn charmes, maar als zijn
'klasgenoten hun vakantie vierden, verdiende de
i ondernemende Menno zijn eerste centjes als ijs-
venter
„Die ondernemersgeest heeft altijd in me gezeten.
Kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten. Mijn
vader deed in kappersbenodigdheden, mijn moe-
Ier zat in de mode. Weinig tijd dus voor mij en
mijn broer We werden behandeld als goede
vrienden, die verantwoordelijk waren voor de
ontwikkeling van hun eigen leven. Een soms
Jiarde. maar achteraf gezien goede leerschool. Ge
ïnspireerd door mijn moeder koos ik aanvanke
lijk ook voor de mode. In Stuttgart leerde ik het
vak, maar na het plotselinge overlijden van mijn
vader werd ik min of meer gedwongen zijn busi
ness over te nemen. Dat duurde echter niet lang.
Ik kreeg verkering met een dochter van Tasten,
die onder de naam Kroon een groothandel in le
vensmiddelen runde. En zo kwam ik in Aalten
terecht. Mijn schoonvader deed de interne zaken,
ik de externe. Binnen tien jaar lukte het me de
omzet van vier miljoen jaarlijks naar dertig mil-
Sien op te jutten. In die periode is eigenlijk ook
et fundament gelegd voor mijn carrière als pro
jectontwikkelaar. Ik probeerde in die tijd name
lijk kruideniers naar ons toe te trekken, maar
veelal zaten die met handen en voeten gebonden
aan hun grossiers. Dus moest je als Kroon-organi-
•satie ook de schulden van die kruideniers aan
hun grossiers overnemen. Toen ontstond bij mij
het idee zelf nieuwe vestigingspunten te gaan
zoeken, er een winkel te laten bouwen en er een
kruidenier voor in te huren. In 1959 ben ik op die
manier aan de slag gegaan en zö zeilde ik eigen
lijk met windkracht zeven de wereld van het on
roerend goed binnen. Bij het opzetten van nieuwe
kruidenierswinkels gingen mijn adviezen tot en
met de plaatsing van kassa's toe. Op dat gebied
deed ik uitsluitend zaken met het National Cash
Register en die samenwerking verliep kennelijk
zo goed, dat het NCR mij naar Amerika uitzond
om er tijdens cursussen de zogenaamde Modern
Merchandise Methods het MMM-speldje
draagt De Kant als een koninklijke onderschei
ding op de revers van al zijn kostuums onder
de knie te krijgen. Daar ook leerde ik het begrip
shoppingcentre, winkelcentrum dus, kennen. On
middellijk besefte ik, dat ook Nederland rijp voor
dergelijke ontwikkelingen was. In samenwerking
met de Inkoopcombinatie Nederland, De Gruy-
ter, Henkes, De Tip-organisatie, Shell, Rabo,
Oranjeboom. Hubo, Amro, de DA-drogisten,
ABN, Sikkens en Phildar zijn we na mijn terug
komst in Nederland al snel overgegaan tot de op
richting van de nu nog altijd bestaande Stichting
Samenwerking Winkelcentra. Binnen een jaar
hadden we maar liefst veertig vooraanstaande
bedrijven onder die paraplu".
tingen aan derden. En dat is niet alleen de sleutel
van het succes, het is bovendien zonder meer
uniek. Ik kan beleggers, bouwers, architecten zelf
aanzoeken. En dat maakt de realisering van plan
nen heel wat eenvoudiger. Werk ik in een be
paalde regio of gemeente, dan gebruik ik in de
eerste plaats de daar aanwezige know-how, zoek
een architect en ook een bouwer in diezelfde con
treien. Op die manier doe je namelijk tevens iets
positiefs voor de werkgelegenheid ter plaatse.
Waarbij natuurlijk het belangrijkste uitgangs
punt: wat gaat zo'n winkelcentrum kosten en wat
gaat het aan huren en dergelijke opleveren?,
recht overeind dient te blijven. Natuurlijk is er in
die twintig jaar wel degelijk een vertrouwens
band met verschillende beleggers gegroeid, dat is
logisch, maar ik blijf mezelf een banketbakker
voelen. Ik moet taartjes van allerlei soorten
trachten te verkopen".
nooit de boot ben ingegaan'' Afkloppen. Ik heb
nog nooit een cent verlies geleden. Ik heb er nog
nooit een cent bij hoeven te leggen Vakman
schap, maar ook een flinke dosis geluk. Niette
min, toi, toi, toi".
Naar Duitsland
Expansie
Beslissende stap
Het bleek voor Menno de Kant de beslissende
stap geweest te zijn op weg naar een eigen bedrijf
in projectontwikkeling. En zo werd in Arnhem
projectbureau Menno de Kant N.V. opgezet.
„Want", zo stelt De Kant nu. „in die levensmid
delengroothandel waren mijns inziens de risico's
ten opzichte van de winstcapaciteiten veel te
groot". Opzet van zijn eigen onderneming: het be
vorderen van de realisering van economische en
qua functie verantwoorde concentraties van de-
tailbedrijven.
„Mijn eerste echte winkelcentrum project lag aan
de Hertog Karellaan in Tiel. De financiering er
van was toen nog een moeilijke zaak. Ook al ging
het destijds nog maar om enkele miljoenen. Nadat
de beleggers in de gaten kregen, dat mijn plan
nen niet louter op idealen berustten, maar veel
meer nog op de realiteit, stonden ze al spoedig in
de rij. Zij zorgden voor het geld. ik zocht geschik
te lokaties, deed de vereiste marketing en mixte
in samenwerking met de Stichting Samenwer
king Winkelcentra de branches en trok de huur
ders aan. Daarbij heb ik er altijd voor gezorgd
volstrekt onafhankelijk te blijven. Geen verplich
Hoewel De Kants activiteiten in Nederland na
het verwezenlijken van meer dan honderd win
kelcentra nog steeds aanzienlijk zijn. kijkt de on
dernemende Groninger al in het begin van de ja
ren zeventig uit naar internationale mogelijkhe
den.
„De markt hier was weliswaar niet verzadigd,
maar toen de verwachte bevolkingsexplosie naar
achttien miljoen inwoners uitbleef, en mede dien
tengevolge de woningbouw begon in te storten,
ben ik andere expansiemogelijkheden gaan zoe
ken. Vergeet daarbij niet, dat toen ik als project
ontwikkelaar begon de concurrentie minimaal
was. Laten we het op drie houden. In 1975 waren
het er al meer dan driehonderd. De meesten zijn
inmiddels weer verdwenen, omdat op een gege
ven moment kennelijk iedere Nederlander dacht
verstand van handel in onroerend goed te heb
ben. En echt. het is een specialistenvak. Ik matig
me toch ook niet aan op een stoel van een beleg
ger te gaan zitten? In de eerste plaats heb ik daar
onvoldoende verstand van en ten tweede zou ik
bij de eerste de beste financiële tegenslag plat op
mijn bek gaan. Vergeet niet. dat ik toch al vrij
grote financiële investeringen doe alvorens er
een bepaald plan van de grond komt. En dus ook
grote financiële risico's loop. Daarom zegt mijn
bedrijfsomzet me ook niet zoveel. Je begint met
honderd plannen, er blijven er uiteindelijk tien
van over en daar worden er misschien drie of
vier van gerealiseerd. Mijn investeringen zitten
in die honderd plannen, maar mijn winstmarges
kan ik alleen op basis van de realiteit, van de
verwezenlijkte plannen dus. calculeren. Of ik
Maar toch? Naar Duitsland. „Nadat ik er een paar
dagen over had lopen nadenken heb ik in 1973
een kantoortje in Wesel geopend Achteraf gezien
onzin. Want of je nu in Wesel of in Arnhem zit,
dat maakt geen donder uit. Een jaar later zat ik
dan ook al in München en in Salzgitter, in Nie-
dersaksen. Men kende in de Bondsrepubliek het
begrip projectontwikkelaar.niet of nauwelijks. In
feite een rechtstreeks gevolg van de zeer strenge
beleggingswetgeving daar. Zo mogen pensioen
fondsen merkwaardig genoeg alleen in het eigen
bedrijf beleggen. En tot welke desastreuze gevol
gen dat kan leiden, hebben we bij AEG-Telefun-
ken gezien. Toen alle pensioengelden opgesou
peerd waren, was het bedrijf, een voormalig we
reldconcern, ook bijna failliet. De Duitse staat
heeft de zaak op het nippertje via een soort
OGEM-constructie nog kunnen redden. Ook ver
zekeringsmaatschappijen kunnen maar moeilijk
beleggen in gestructureerde projecten. De centra
le verzekeringskamer in Berlijn bindt ze aan zo
veel voorwaarden, dat ze voor projecten als de
mijne niet aan de bak komen Uitgerust met die
wetenschap heb ik grote Nederlandse beleggers,
die in eigen land bovendien steeds minder moge
lijkheden zagen, er toe gebracht hun guldens over
de grens te brengen Daarbij is mij als Nederlan
der wel gebleken, dat wil je in een bepaald land
zaken doen. je je er ook dient te vestigen. Veel
bedrijven uit ons land denken over de grens goe
de zaken te kunnen doen door zo nu en dan hun
gezicht te laten zien. maar zo eenvoudig ligt dat
echt niet. Ze weten je dan wel te vertellen hoe de
structuur van een bepaald land in elkaar steekt,
maar van de mentaliteit van dat land snappen ze
geen jota Er ziin zulke graderende verschillen Ik
zou het dan ook nooit gered hebben, als ik niet in
München was gaan wonen Dat leidde helaas tot
een breuk met mijn gezin. Mijn eerste vrouw kon
geen dag zonder de kerktoren van Aalten te heb
ben gezien Kortom, onze wegen liepen met lan
ger parallel. Ik heb twee dochters en een zoon
van vijfentwintig, maar voor mij als vader is het
allerminst vanzelfsprekend dat hij zomaar in
mijn zaak stapt. Als kinderen in het bedrijf van
hun vader komen, gedragen ze zich al snel als di
recteur-generaal. Laat-ie dus eerst zichzelf maar
eens waar maken Ja. en wat die vestiging in
Duitsland betreft, ik heb inmiddels ervaren dat
In de Haagse
Houtwijk nadert het
woon/winket
complex van De
Kant zijn voltooiing,
een investering van
40 miljoen.
van de Niedersaksen Daar werk ik het makke
lijkste Uiterlijk mag ik inderdaad een beetje op
een echte Beier lijken, maar men drinkt er te
veel bier en eet er te veel Leberkase en Schwein-
sakseny Te veel vlees dus Toch heeft München
zich er na die fatale Olympische Spelen, die de
stad economisch gezien veel schade hebben toege
bracht, weer fantastisch bovenop gewerkt. Men
kent er het sterkste Leistungs-principe van de
hele Bondsrepubliek. Vrijwel de complete Duitse
computerindustrie zit er, de mode werd uit Ber
lijn en Düsseldorf weggehaald. BMW verschaft er
veel werk en aanzien en ook Siemens is een meer
dan toonaangevend bedrijf. München is na Stutt
gart, de financieel sterkste stad van Duitsland. Ik
voel me er best thuis, al moet ik eenmaal per
week ten minste voor twee dagen naar Neder
land"
Zakenrelaties stellen vrij unaniem dat Menno de
Kant een bikkelharde zakenman is. Hoe ziet die
harde Groninger dat zelf
„Je zou het aan mijn huidige vrouw Helga moe
ten vragen Ik weet het echt niet. Natuurlijk hoor
ik die verhalen ook. maar om je de waarheid te
zeggen, vind ik mezelf veel te week Ik heb altijd
het gevoel, dat ik te snel toegeef. Misschien is dat
het goede in me. Maar zoals veel dingen, het is
niet verklaarbaar. Als ik mezelf in de spiegel be
kijk, dan zie ik een ontzettend dynamisch mens,
die met een sterke gezondheid gezegend is. Ik
heb aan drie of vier uur slaap per nacnt voldoen
de en als ik eens een uurtje of twee niets te doen
heb. dan voel ik me ongedurig, nutteloos. Ik ga
ook nooit op vakantie. Werken is mijn lust en
mijn leven Een boek° Ja. zo af en toe op het toi
let. Mijn ontspanning ligt in Groningen. Een paar
uurtjes met mijn oude vrienden. Een borreltje,
een gebakken visje Herinneringen ophalen. la
chen dus Want als je in het leven niet kunt hlij-
ven lachen, word je een huilebalk, die niet écht
huilen kan"
KEES JAGERS