Laurens van Kampen (11)
in de ban van Jan Schmitz
enhetHartebrugorgel
Ccidóc Gou/tont
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1984 PAGINA 15
PIDEN LEIDERDORP Toen
en keer met het gezin een dag-
t was in Aken, hoorde Laurens
Kampen het machtige orgel in
Aachener Dom, waar ooit Karei
Grote als Charlemagne ter ker-
ging en daar op een hardstenen
Oon plaatsnam, alvorens zich
Westelijk gesterkt weer op het oor-
gspad te begeven of om Europa te
Icificeren. Toen was er nog lang
iet dat ruisende en bruisende or-
Maar in Aken moet het volgens
burens' moeder toch gebeurd zijn.
vakantiemiddag. Daar heeft
van overgehouden, die jon
en. Sindsdien is het: orgel, orgel
nog eens orgel. Sedert een half
>r heeft Laurens orgelles van
atwijker Nico de Raad op de mu-
ekschool in Leiderdorp. Elke dag
tderhalf uur studeren op zijn ei-
en Johannus-orgel opus 220
een fikse rib uit het lijf van vader
5in Kampen, maar een investe-
ing die wellicht vruchten af zal
trpen en je hoeft hem er niet
•ar toe te slepen. Laurens gaat
'el uit zichzelf naar het orgel. Als
jn vriendjes buiten voetballen, zit
«aurens een menuetje van Mozart
zijn vingertjes te halen, al zijn
tngeroefeningen er voor hem nog
•et bij. Toen het ventje lucht
reeg van de Liefste-Wens-Actie
an de drie kwart eeuw oude Leid-
i Courant wist hij het meteen:
*u is mijn droomwens om een be-
*md organist, zoals Feike Asma,
^ndré Ysoir, André Fleury, Klaas-
an Mulder of een andere organist
P'et alleen te horen, maar ook te
,f'en spelen. Het liefst op een klas-
f«k orgel. Op mijn eerste raDport
Schmitz
Elfjarige Laurens van Kampen,
een Leiderdorpse zesde-klasser van
de christelijke Regenboogschool,
heeft zijn wens in vervulling zien
(en horen) gaan. We hadden hem
best wel aan Feike Asma kunnen
helpen, maar die is erg ziek op het
ogenblik. Beide Parijse organisten
zitten iets te ver weg en Klaas-Jan
Mulder uit Kampen gaf ook pro
bleempjes. Maar ik zat daar geen
ogenblik mee in m'n maag, want
een tot de verbeelding sprekende
organist zo niet beroemd, dan
toch wel befaamd in toon-aange-
vende orgelkringen hebben wij
hier letterlijk om de hoek: Jan
Schmitz, de maestro van het don
kerbruine Hartebrugorgel; ge
wiekst, kunstzinnig en ronduit mu
zikaal. Spelend op een orgel dat
elke concurrentie aan kan. Jan
deed graag mee en een tijdje terug
stond Laurens, met de kraag i
zijn jack opgestoken tot aan zijn
kin, met een enorme rugzak vol
zwemspullen (want hij moest met
een door naar training) en wat
bladmuziek bij de krant op de
stoep. Samen met zijn moeder. Op
naar de Hartebrugkerk in de Leid-
se Haarlemmerstraat. Buiten hoor
de je het orgel al dreunen: Schmitz
zat te studeren na een aantal leer
lingen afgewerkt te hebben.
„Kijk, kijk, kijk eens aan", zei Jan
Schmitz, die twee handen door zijn
haren haalde Laurens, jongen, je
Trekstangetjes
De registers waren het eerst aan de
beurt. „De prestant: hoor eens hoe
mooi. En de holpijp, van hout. Je
hebt ook strijkers op 't orgel, de
viool, de gamba. Je kunt ook kop
pelen, het ene klavier op 't andere
laten spelen. Kijk, zie je die trek
stangetjes? Daar gebeurt dat mee".
Jan Schmitz liet de prestant 8-, 4-
en 2-voet in parade opdraven.
„Laurens is een beetje verlegen",
had moeder al gezegd, boven op de
orgeltribune. Nou ja, Laurens van
Kampen stond een beetje beduusd;
sprakeloos, dat was zeker. Hij liet 't
allemaal gedwee over zich heen
gaan. Al die klanken, harmonieën,
koppelingen en de vloedgolf en de
gloed van Schmitz' werkcollege.
Laurens .keek vaak ook naar bo
ven. Jan zei: „Ja, vreemd hè? Je
Tutti: alles eruit!
Toen kreeg Laurens (alles inclusief
volgens de Liefste-Wens-Actie) het
„volle werk" gepresenteerd. „Het
tutti: alles eruitEn Jan
Schmitz dreunde los, gevangen in
de fijne akoestiek van de Harte
brugkerk: „Als je je handen loslaat,
is het net of ie achter in de kerk
nog een paar seconden speelt, het
orgel". Hij onderstreepte deze stel
ling met flarden uit de Toccata van
Widor. Die kon Laurens nog niet
thuisbrengen Laurens zal meer
naar orgelmuziek moeten luisteren,
moeder"), net zomin als dè Toccata
en Fuga van J. Seb. Bach, „eigen
lijk de tophit van Jan Bas Bach die
op een plaat of zestien staat. Eigen
tijdse taal, hè? Hou ie van pop, Lau-
Ware prestatie
Het ging best. Een ware prestatie,
als je wat anders dan een „concert-
Laurens van Kampen heeft het
druk als elfjarige: huiswerk maken,
veel zwemmen en orgel studeren.
Hij kan het tempo nog bijhouden.
Misschien komt dit door dat exposé
van klanken in de gewijde ruimte
van de Dom van Aken; ofschoon
hij met z'n ouders ook al geproefd
heeft van heel wat heerlijks in
Franse kathedralen. Schmitz: „Dan
zou je ook eens de Engelse orgels
moeten horen". Ofschoon de Van
Kampens niet direct kerkelijk zijn.
Nog even een door Laurens gere
produceerd toonproefje op het
Maarschalkerweerd-orgel: „Speel
kwartier" van Folk Dean En
daar gaan we dan maar weer 'ns
Folk Deanen", zou Henri Welboo-
ren, eens de pianoleraar van m'n
oudste dochter, zeggen.
Jan Schmitz gaf Laurens, via zijn
moeder, nog een prima raad mee:
BIJ DE FOTO'S:
Links bovsn: Laurens van Kampen
in z'n element: spelend op een
echt klassiek orgel. Maestro Jan
Schmitz kijkt in „spiegelbeeld" en
in gedachten toe.
Links onder Met de onderwerpen
vsn zijn gretige belangstelling
staat Laurens vóór de Hartebrug
kerk. Zijn liefste wens en zijn eer
ste recital zijn verwezenlijkt.
Rechts boven: „De prestant, hoor
eens hoe mooi. Je hebt ook strij
kers in de registers", zei Jen
Schmitz.
bent net zo oud als m'n Kleinzoon,
maar die speelt geen orgel". En hij
ging aan de slag. Meer dan een uur
lang privéles en demonstratie voor
één jongetje alleen. „Doe als je op
de muziekschool komt maar de
groeten aan meneer De Raad. Die
kent me wel. Ga maar bij me op de
bank zitten, dan zal ik je wat ver
tellen". Laurens bleef staan leunen
tegen de bank Zo maar zonder
meer naast die grote Jan te gaan
zitten, vond de knaap toch wat
griezelig. En Jan vertelde over zijn
donkere, rijzige hartedief, het
„oude Maarschalkerweerd-beestje
anno 1877, gerestaureerd door Mo
numentenzorg. Een mechanisch or
gel, een stuk zwaarder te bespelen
dan jouw Johannus".
hoort het boven je hoofd in plaats
van direct vóór je, zoals bij jouw in
strument. In de pronkende kathe
draal van Passau hoor je zelfs het
orgel uit het dak komen".
Zwelwerk. „Zo hoor je al een beetje
„orgel", nietwaar? Leuke fluit hier.
Luister maar. Poinggdie
steekt. Het is vochtig in de kerk,
dan wil er nog weieens een toontje
blijven hangen, hè. Een vogeltje;
iets sterker, hoor je wel? Het is ook
zoals je thuis eet: groente, aardap
pelen, vlees, maar de jus maakt 't
lekker. Dat kun je op een orgel ook
doen". Jan liet de bazuin op het pe
daal blazen en „een vulstem, waar
mee je kunt goochelen. Hier, een
cornet, met de fagot ertegenin. En
hier: half vals en half mooi, wat
zwemend".
Laurens in z'n jack het was
trouwens behoorlijk fris, daarboven
onder de pijpen wist het alle
maal niet meer na die uiteenzetting
met handen en voeten van bedrij
vige Jan Schmitz. „Nou jij. Heb je
wat meegebracht? Leuk hoor. Wat
zie ik? Mooie barok. Goed zo. Me
nuet van Buttstedt, dat is niet mis.
Ik ga registreren voor je. Wil je iets
zachts, of iets sterkers? Iets sterkers
dus. Goed, mooi. Ga maar
Laurens van Kampen, hoe zwijg
zaam ook, kende geen planken
koorts. Hij had iets zelfbewusts in
die voor hem vreemde omgeving.
Als ie niet verder meer kon, zei hij
rustig: „Nee. dit niet; dat gaat nog
niet zo best". Zelfverzekerd knaap
je, zonder rode koontjes. Met zwaai
ende, bengelende benen boven het
nog onbereikbare pedaal probeerde
hij Scarlatti tot leven te brengen.
Alsof hij nooit iets anders had ge
daan in z'n jonge bestaan. Hij nam
bezit van dat grote romantische or
gel van Schmitz, die nog zei: „Het
voelt een beetje eng, hè, die zware
toetsen?". Maar Laurens kwam los.
„Iets" van Mozart, pianomuziek;
„Nog niet echt orgel", volgens Jan.
orgel" onder je vingertjes gewend
bent. Organistje in de aop, zonder
onmiddellijke bedoelingen in die
richting: „Nee, ik wil geen organist
worden". Jan Schmitz, terzijde:
„Opvallend is het hoeveel jongeren
de laatste tijd belangstelling voor
het orgel tonen: tientallen jonge tot
zeer jonge organisten met veel uit
gesproken talent. Je vraagt je al
leen af, hoe die later met z'n allen
aan de bak moeten zien te komen.
Vroeger had je enkele wonderkin
deren; tegenwoordig zijn er bosjes
wonderkinderen, en die worden nu
samengevat onder de noemer ,jong
talent". Ik heb al eens gezegd:
straks geeft de ene helft van Den
Haag Schmitz is namelijk Hage
naar orgelles aan de andere
helft".
„Goed eten, dat je over een paar
jaar met je voeten op dat voetkla
vier komt. En nu nog even naar
binnen kijken". Jan liet jonge Lau
rens de ingewanden van de formi
dabele orgelkast zien. Hij lichtte
hem bij met een zaklantaarn:
„Kijk, daar zie je ook heel wat hou
ten pijpen en de balgen. Je hebt bij
voorbeeld ook reserve-balgen, voor
als je iets met het volle werk in
petto hebt". Laurens nam het alle
maal stil in zich op. Terwijl hij nog
een keer opkeek naar het doffe or
gelfront van dat hemelse speelap
paraat. gaf Jan Schmitz voor de
zoveelste keer met twee handen
door één haarbos gaande te ken
nen, dat hij het met Laurens wel
„zag zitten": „Hij heeft aanleg, die
knaap Flink studeren en tellen,
vooral; anders hol je eroverheen.
Laurens redt het wel Een nog on
rijpe vrucht met beloften voor de
toekomst!". Maar in elk geval was
een Liefste Wens geconsumeerd
TON PIETERS
rens? Nee? O gelukkig; dat doet me
deugd. M'n kleinzoon zweert bij
Doe Maar. Moet-ie zelf weten. Een
hartstikke leuke knul, hoor. Je
staat te popelen hè, om zelf ook wat
te spelen?"
Jk zou zo graag", zo luidde het
eerste deel van de wensbrief
van Laurens van Kampen uit
Leiderdorp. Een begin van een
brief, vrijwel identiek aan dat
van de vele honderden andere
t inzenders naar de Liefste-
Wens-Actie van de 75-jarige
Leidse Courant. De jury toonde
een gewillig oor voor de bede
van Laurens. Hij wilde
namelijk een beroemde
organist zien snelen. Dat
gebeurde dus. Onlangs beklom
Laurens met „beroemdheid"
Jan Schmitz de trappen naar
het orgel in de Hartebrugkerk.
Hij mocht niet alleen zien, hij
mocht ook doen. Laurens
speelde daar zijn eerste recital.
De benen nog te kort voor het
voetklavier, maar de vingers
vaardig genoeg om werk van
Buttstedt en Scarlatti voluit
ten gehore te brengen. Ton
Pieters luisterde mee en Henk
van den Ende legde het
toetsenspel fotografisch vast
voor het nageslacht.