Rudings knuppel in het hoenderhok: een boemerang Een naam wordt ook straks niet zo maar veranderd POSITIE D'66-LEIDER ENGWIRDA STEEDS ZWAKKER 'SIJTHOFE Politiek Partij Parlement YORK 135.- BINNENLAND CeidócSouront ZATERDAG 27 OKTOBER 1984 PAGINA.'g{_ „Haaljan Terlouw terug DEN HAAG D'66 moet Jan Terlouw terughalen. Als goe de 2e zouden de democraten ook de man die vóór Terlouw de partij aanvoerde. Hans van Mierlo. kunnen nemen. Dit blijkt uit een enquête van het bureau Interview in opdracht van De Tijd onder 1000 Nederlanders. Van de ondervraagden wil 45% Terlouw terug als aan voeder van de Democraten, 38% kiest voor Van Mierlo. Volgens 14% moet D'66 doorgaan met de huidige fractieleider Eng- wirda. Slechts 3% meent dat de D66-wethouder in Amster dam, Wolffensperger, het beter zou doen. Onder de D66-stemmers is Terlouw zelfs voor meer dan de helft de man om de partij uit het slop te halen. Van Mierlo krijgt 38% van de Democraten achter zich, Engwirda 7% en Wolffensperger een schamele 1%. Partijvoorzitter Kohnstamm ontkent dat Engwirda aan ver vanging toe is. De terugkeer van Terlouw sloot hij uit, ter wijl ook een heroptreden van Van Mierlo volgens Kohn stamm zeer twijfelachtig is. Be DEN HAAG Hoewel er weinig keus is, eigenlijk zou de D'66-achter- ban zich dit weekeinde nog eens twee maal moeten bedenken voordat men partijvoorzitter Jacob Kohnstamm nog twee jaar gunt aan de top van de partij. Het is immers ook aan hem te danken dat het D'66-congres, dat for meel zaken als arbeid, basisinkomen en sociale zekerheid behandelt, gaat over heel iets anders: de positie van de D'66-fractieleider in de Tweede Kamer, Maarten Engwirda. Het was mr. Jacob zelf die een half jaar terug de discussie rond Engwirda aanzwengelde. Engwirda is niet auto matisch de lijsttrekker voor D'66 bij de volgende Kamerverkiezingen, zo orakelde de partijvoorzitter toen. Formeel een waarheid als een koe in een partij die steeds voor iedere ver kiezing weer beslist over haar eigen voorman. Maar of het zo handig was...? Sinds de uitspraken van Kohnstamm is er in en buiten de partij een felle discussie losgebarsten over Engwirda. Ineens werd alle leed binnen D'66 op zijn schouders geschoven. Engwirda heeft „het" niet, geen charisma, en hij treedt te weinig op de voorgrond, zo is het verhaal. Hunkerend naar vergane glorie werd door een deel van de Democraten de naam van de oud-partijleider Van Mierlo genoemd als alternatief voor Engwirda in 1986. Alleen met hem aan het hoofd zou men uit het dal kunnen kruipen. Van Mierlo reageerde afhoudend, maar liet wel blijken niet bij voorbaat nee te zeggen tegen de roep om als redder van de partij op te gaan tre den. Engwirda zelf deed daar nog een schepje bovenop en riep in het open baar alleen voor Van Mierlo in 1986 opzij te willen gaan en voor niemand anders. Ondertussen deed het partijbestuur hardnekkige pogingen om de geest die hun voorzitter uit de fles had ge laten, er weer in de krijgen. Zo werd de wens van de afdelingen Amster dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht om eind 1985 al over de lijst trekker bij de Kamerverkiezingen in mei 1986 te beslissen „met kracht ontraden". Deze wens van de vier afdelingen werd gezien als een aanval op Eng wirda. Het hoofdbestuur hield in elk geval vast aan de verkiezing begin 1986. Als kleine concessie zegde men wel toe de bepaling van de lijsttrek ker van maart 1986, naar janauri 1986 te verplaatsen. Maar de achterban is nog niet tevre den. De afdeling Nijmegen heeft een uitspraak voorbereid waarin de kan didaatstelling voor de lijsttrekker op begin 1985 wordt gesteld. In het na jaar van 1985 zou D'66 de uitverkore ne dan moeten aanwijzen. Het advies van het partijbestuur: „Deze motie moeten wij ten sterkste ontraden". Vast staat wel dat de discussies bin nen D'66 hoog zullen oplopen. Onder het mom „We hebben niets Engwirda" en „We zijn tevn over hem", ligt hij wel degelijk ond vuur. Van de andere kant zullen luiden om „nu eindelijk eens op houden met het gedonder rond lijsttrekker en aan het werk te gaa hoorbaar zijn. Hoe de uitslag van de stemming o zal zijn, verdeeldheid kan niet uitb ven. Of Van Mierlo daar een ei aan zal kunnen maken is de vra Voor een deel van de D'66-aanhi zal het terughalen van de „oude rie" een bewijs zijn dat de partij £c is afgegleden. Voor anderen zal Vi Mierlo, mogelijk juist door de hi naar „oude glorie", nieuwe aanti kingskracht betekenen. CAREL GOSELI1 glbetf Taper xelDe (Justitie) en zijn staatssecreta ris Korte-Van Hemel om het zogeheten „naamrecht" te veranderen hebben de afgelo pen week al in vele gezel schappen tot grappen en spe culaties geleid. De grollen wa ren veelal ingegeven door het meest in het oog springende voorstel van de bewindslie den, inhoudende dat echtge noten de vrijheid krijgen el- kaars naam te voeren of de naam van de ander vooraf te doen gaan aan de eigen naam. En zo ontstonden theorieën als deze: Vindt Joop den Uyl zijn eigen achternaam niet mooi genoeg, dan mag hij de familienaam van zijn vrouw Liesbeth aannemen. Joop van Vessem wordt het dan. Als hij z'n oorspronkelijke naam toch niet geheel kwijt wil, mag hij die er desnoods nog achter plakken, waardoor hij verder als Joop van Vessem-Den Uyl door het leven gaat. Voor Liesbeth blijft in de praktijk alles zoals het was: zij mag zich óf alleen Den Uyl noe men, óf enkel Van Vessem óf Den Uyl-Van Vessem. En de kinderen van Joop en Lies beth dan? Heel eenvoudig. Die mogen vanaf hun twaalf de jaar zelf kiezen hoe ze wil len heten: alleen naar de va der, alleen naar de moeder of naar beiden. Zo simpel als hier weergege ven zijn de voorstellen tot wijziging van het naamrecht echter beslist niet. De hierbo ven beschreven mogelijkhe den zijn volgens het wetsont werp nu juist niet mogelijk. Zou dan wel zo zijn, dan was Nederland binnen de kortste keren een administratieve puinhoop. Voorontwerp Wat willen de bewindslieden van Justitie dan wèl? Voor we hieraan toekomen is het noodzakelijk eerst vast te stel len dat de plannen tot veran dering van het naamrecht nog slechts een voorlopig karakter dragen. Korthals Altes en Korte-Van Hemel hebben hun voorstellen gegoten in de vorm van een „voorontwerp van wet". Dat is nog geen of ficieel wetsontwerp. Een voorontwerp van wet wordt eerst ter advisering naar een aantal instanties gezonden. Daarna wordt pas een defini tieve versie van het ontwerp gemaakt, waarover vervol gens de Tweede Kamer een oordeel velt. In hun inleiding bij het voor ontwerp schrijven de be windslieden dan ook: „De voorstellen zijn bedoeld als een uitnodiging tot discussie". Allerlei organen zoals de Emancipatieraad, de Raden voor de Kinderbescherming, de rechterlijke macht, De Hoge Raad van Adel en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zullen in de ko mende tijd hun licht over de voorstellen laten schijnen. Volgens optimistische schat tingen zal het definitieve wetsontwerp niet eerder dan in 1986 aan de Tweede Kamer kunnen worden aangeboden. De nieuwe regels zullen dan pas in 1987 of 1988 in werking kunnen treden. Huidige praktijk Volgens de huidige praktijk kan iemand alleen zijn ach ternaam laten veranderen als hij of zij daartoe een met re denen omkleed verzoek in dient bij het ministerie van Justitie. Na een langdurig on derzoek kan dan een afwij zing volgen (waartegen in be roep kan worden gegaan bij de Raad van State) óf een goedkeuring in de vorm van een Koninklijk Besluit. Met dat Besluit moet de aanvrager van de nieuwe naam dan naar de burgelijke stand en even tuele andere instanties om de wijziging officieel te laten aanbrengen. Men betaalt voor zo'n nieuwe naam 250 en daarbovenop nog een klein bedrag voor de kosten van een advertentie in de Staats courant, waarin de naamswij ziging wordt afgekondigd. In het verleden is veelvuldig van de mogelijkheid tot naamswijziging gebruik ge maakt door mensen die be schikten over een „onwelvoe glijke of bespottelijke naam". Zo zijn er nog maar weinigen in ons land die de achternaam Poepjes of woorden van gelij ke strekking dragen. Ook is het voorgekomen dat mensen hun naam wilden laten wijzi gen, loutjer omdat zij er psy chisch onder te lijden hadden. Dat lijden had vaak geen be trekking op enige onwelvoe glijkheid of bespottelijkheid Bij de komst van een kind maken de ouders de burgerlijke stand kenbaar welke achternaam de nieuwe telg zal dragen. Die naam moet dan wel voor alle volgende kinderen gelden. in de familienaam maar bij voorbeeld op de kwade reuk waarin die naam door bepaal de oorzaken was komen te staan. Men denke hier onder meer aan de naam Mussert. Verandering van de familie naam is ook mogelijk als ie mand duidelijk gebukt gaat onder het feit dat zijn naam „onvoldoende onderscheidend vermogen" heeft, omdat er al zoveel van dergelijke namen zijn, zoals Jansen en De Vries. Een andere reden tot naams wijziging is (vooral de laatste tijd, als gevolg van de vele na turalisaties van mensen uit Turkije of Marokko) de onuit spreekbaarheid of moeilijke schrijfwijze van de naam. Tot nu toe zijn alleen de bij zondere gevallen van naams wijziging genoemd. Het meest voorkomend is echter de ver andering van achternamen als gevolg van gezinsomstan digheden. Het bekendste voorbeeld is dat van de onge huwde of gescheiden moeder, die wil dat de kinderen die zij verzorgt haar eigen achter naam dragen. Ook pleegkin deren of geadopteerde kinde ren krijgen vaak de naam van hun pleeg- of adoptie-ouders. Burgerlijke stand Minister Korthals Altes en staatssecretaris Korte-Van Hemel hebben nu in hun voorontwerp van wet voorge steld, de meeste procedures tot naamsverandering te ver eenvoudigen en te versnellen. Alleen voor de hierboven ge noemde bijzondere gevallen (een minderheid) moet voort aan een verzoek bij de kan tonrechter worden ingediend. In alle andere gevallen kan de naamswijziging worden ge regeld door de burgerlijke stand van de gemeente waar de aanvrager woont. In het kader van de gelijke behandeling van man en vrouw wordt verder voorge steld een ander nieuw ele ment aan het naamrecht toe te voegen. Dat is het inmid dels al veelbesproken recht van mannen en vrouwen om naar keuze eikaars naam te dragen en eveneens te kiezen met welkè familienaam de kinderen door het leven zul len gaan. Wie het voorontwerp goed leest, komt echter al gauw tot de ontdekking dat dergelijke naamswijzigingen niet zomaar door iedereen kunnen worden aangebracht. Het is de bedoe ling dat een man en een vrouw al bij hun huwelijk uit maken, welke achternaam zij willen dragen. Beiden kunnen besluiten hun eigen naam te blijven voeren (zoals nu ook al vaak gebeurt; zie bijvoor beeld minister Eegje Schoo, die getrouwd is met Arie Pais maar bij haar huwelijk be sloot, de naam van haar man niet tot de hare te maken) maar ze kunnen ook het be sluit nemen beiden de naam van hetzij de man hetzij de vrouw te voeren of een com binatie van deze twee. Is er een kind op komst, dan maken de ouders bij de ge boorte aan de burgerlijke stand kenbaar welke achter naam de nieuwe telg zal dra gen. Die naam moet dan wel voor alle kinderen gelden. Is bijvoorbeeld voor het eerste kind de naam van de moeder gekozen, dan moeten alle vol gende kinderen eveneens zo heten. Die kinderen mogen echter tussen hun achttiende en eenentwintigste jaar kie zen of zij de hun gegeven ach ternaam behouden of toch lie ver de naam van de andere ouder willen dragen. Inspraak Woont een ongehuwde of ge scheiden moeder samen met een kind dat nog de naam van de vader draagt, dan kan zij besluiten het kind haar naam te geven. Het kind moet dan wel minstens drie jaar door haar zijn verzorgd. Het is ook mogelijk dat het kind de naam krijgt van een nieuwe levenspartner van de moeder. Is het kind ouder dan 12 jaar, dan mag het zelf beslissen over zijn achternaam. In spraak wordt overigens ook gegeven aan de oorspronkelij ke vader van het kind. De voorwaarde van drie jaar verzorging en het medebeslis singsrecht van het kind vanaf de twaalfjarige leeftijd geldt ook als pleegouders of adop tie-ouders het bij hen de kind een nieuwe achter naam (naar keuze kan de naam van de pleegvader of pleegmoeder) willen geven Ook dan wordt weer inspraak gegeven aan de oorspronkelij ke ouders van het kind als die tenminste nog in leven, dan wel bereikbaar zijn. In de hier genoemde gevallen is even eens de bepaling van toepas sing, dat het kind tussen zijn achttiende en eenentwintigste jaar alsnog mag besluiten een andere naam te kiezen Er is overigens weinig fanta sie voor nodig, te veronder stellen dat de hier beschreven gevallen nogal eens aanlei ding zullen geven tot ruzies Daarom hebben de bewinds lieden voorgesteld dat de rechtbank de knoop moet doorhakken als een ambte naar van de burgerlijke stanc er geen gat meer in ziet. Ook voornamen Tenslotte regelt het voorontj werp ook veranderingen vai voornamen. Dat komt welisj waar niet zo vaak voor als wijziging van achternamen] maar er blijven toch altij< mensen die ontevreden zijnl over de officiële voornamer die zij bij hun geboorte heV ben meegekregen. Ook hie geldt dat voor het verkrijgei] van nieuwe voornamen of toevoeging van een nieu' naam aan de reeds bestaandi een verzoek moet worden in gediend bij de burgerlijki stand. Men moet dan natuur lijk wel met gegronde red< nen aankomen, anders wordi het verzoek afgewezen. Het trouwens veel gemakkelijkei alleen de roepnaam te wijzi gen: daar is geen enkele ami tenaar voor nodig. DICK VAN RIETSCHOTENl vol! ding fop c DEN HAAG Het was laat op een avond tijdens de Algemene Beschou wingen in de Tweede Ka mer dat twee verslagge vers van Het Vrije Volk nog wat na zaten te praten met de directeur Voor lichting van het ministerie Financiën. Deze uitte zijn verwondering over de agressieve toon van deze „arbeiderskrant", als het over zijn baas Ruding gaat. De bewindsman stoorde zich ernstig aan die volgens hem onterech te aanvallen, vertelde de voorlichter. Hij voegde eraan toe dat linkse journalisten naar zijn mening in een directe discussie met Ruding „niet overeind zouden blijven". Deze uitdaging was de reden, dat de minister van financiën korte tijd later in Het Vrije Volk een hele pagi na lang zijn analyse mocht ge ven van het probleem van de werkloosheid. Ruding was erg ingenomen met die kans, omdat hij zich op die manier rechtstreeks kon wenden tot een publiek, dat voor hem vrijwel nooit be reikbaar is: arbeiders, die wel iswaar meestal lid zijn van de TROS, maar die stemmen op de PvdA. In 's ministers hoofd leefde de gedachte, dat deze mensen waarschijnlijk meer begrip zouden krijgen voor „zijn" bezuinigingsbeleid, als dat maar eens in gewone taal zou worden uitgelegd. Dus had hij „Tante Truus" en „Jantje van Leiden" ten tonele ge voerd, om met hun hulp dui delijk te maken dat niet hij de vijand is van de arbeidersklas se, maar de „vele" werklozen, die geen zin hebben om een baan te zoeken en liever leven van de arbeid van anderen. Storm Bij een knuppel van dergelijke afmetingen in het hoender- hok, was het niet verwonder lijk dat er een oorverdovend gekakel werd aangeheven. Wel was het de vraag of de minister dit rumoer (onbescha digd) zou overleven. Per slot was er de mogelijkheid, dat het CDA de uitlatingen van deze partijgenoot zou bestem SUSKE EN WISKE AMORIS VAN AMORAS pelen als een klap in het „soci ale gezicht" van de fractie. Achteraf bezien is dat risico uiterst gering geweest. De lei ding van het CDA vond het dom, dat de minister zich zo generaliserend had uitgelaten, maar had tegen de inhoud van het interview geen bezwaar. De linkervleugel dacht er an ders over, maar die heeft van daag de dag te weinig invloed om het fractiestandpunt we zenlijk te kunnen veranderen. Het was dus niet moeilijk de afloop van het kamerdebat te voorspellen. Dat de discussie toch boeiend werd, kwam door de onverzettelijke houding van de minister en de daar door steeds grotere woede van oppositieleider Den Uyl. Velen hadden gedacht dat Ruding, net als zijn collega Brinkman na diens interview met Vrij Nederland, door het stof zou gaan. Maar neen. De minister betreurde het dpt hij „misver standen en ergernis" teweeg had gebracht en offreerde zijn „oprechte verontschuldigin gen" aan de wel actief sollici terende werklozen. Maar van de kern van zijn verhaal nam hij niets terug. Integendeel, hij wierp zelfs de vraag op „in hoeverre het verantwoord is dat de samenleving grote be dragen ter beschikking blijft stellen van mensen, die geen moeite doen om werk te krij gen". Met name daardoor gebeurde het dat voor het eerst in vele jaren in de Tweede Kamer een minister werd uitgenodigd „zijn biezen te pakken". Hoe ongebruikelijk dat in de Ne derlandse verhoudingen is, moge blijken uit de reacties in het regeringskamp na het in dienen van de motie-Den Uyl. Een woedend gesis steeg op uit de rechter rijen en een enkele christen-democraat, Gualthè- rie van Weezei, roffelde spra keloos met beide vuisten op zijn schrijfblad. Geen wonder dat CDA-voorman Bert de Vries dit „vuiltje" zo snel mo gelijk wilde wegwerken; on danks hevige protesten van Den Uyl zorgde hij ervoor, dat er niet zoals gebruikelijk pas na enkele dagen, maar onmid dellijk over de motie werd ge stemd. Dan kon tenminste niet de situatie ontstaan dat er een (CDA-)minister enige tijd met een motie van wantrouwen boven het hoofd door het le ven moest gaan. Buiten Nu kon Ruding met hoog ge heven hoofd de zaal verlaten, zijn rechterhand nog nagloei end van alle felicitaties. Gelijk krijgen in de Tweede Kamer, waar één stem de doorslag kan geven, is echter niet hetzelfde als gelijk krijgen in de samen leving. Anders gezegd: heeft de minister zijn doelgroep be reikt? Gegevens daarover zijn schaars; we moeten het doen met een telefonische enquête van het Algemeen Dagblad onder zeshonderd mensen. Daaruit blijkt dat slechts vier procent van de PvdA-stem- mers het „heel erg" en dertig procent het „een beetje" eens is met de minister, dat veel werklozen, vooral jongeren, zich er met een „Jantje van Leiden" vanaf maken. Tege lijk vond een overweldigende meerderheid van de onder vraagde PvdA'ers (86 procent) dat de minister zijn excuses moest aanbieden aan „werklo zen". Vooral uit dat laatste lijkt te kunnen worden opgemaakt dat de minister een fout ge maakt heeft door zich zo onge nuanceerd en generaliserend uit te laten. Die indruk wordt versterkt door het feit dat ook de meerderheid van de onder vraagde CDA-stemmers (58 procent), zijn geestverwanten dus, een verontschuldiging op zijn plaats achtte. Doordat Ru ding alle werklozen over één kam leek te scheren, bracht hij weliswaar een publieke discus sie op gang, maar berokkende hij tegelijk zichzelf (en zijn partij) onnodige schade. Dertig procent van de CDA-stemmers verklaarde het „helemaal niet" eens te zijn met Ruding. Het lijkt erop dat zijn knuppel in het hoenderhok een boeme rang is geweest. Daardoor bestaat het gevaar, dat de boodschap van de mi nister geheel als onzin wordt bestempeld. Dat zou jammer zijn, want zijn stelling dat een goed stelsel van sociale zeker heid op den duur alleen in stand kan blijven, als de uitke ringstrekkers „hard" worden bejegend, is op zich juist. De zin bij de werkenden om de rekening te betalen zal immers steeds geringer worden, als hun geld ook terecht blijkt te komen bij mensen, die liever een uitkering hebben dan een baan. •Dat is trouwens geen redene ring, die alleen in liberale en christendemocratische kring opgeld doet. In Zweden en Oostenrijk, waar de socialisten zeer lang aan de macht (ge weest) zijn, bestaan wèl hoge drempels voor het verkrijgen van een uitkering, wordt wèl intensief gecontroleerd op mis bruik en wordt wèl flink ge- ADVERTENTIE KG1 diet straft bij misbruik. En wie rfjoei oor te luisteren legt bij de ftfe 1 derlandse PvdA, vangt ook tfen soort geluiden op. vo°' „We moeten bereid zijn erf*3™ grondig na te denken overIn sociale zekerheid," zegt otf»anf staatssecretaris Ien Dales het het partijblad Voorwaarts, ijand zou kunnen betekenen dat Pad< furieuze aanvallen van DVerc Uyl op Ruding („U iokt, u joVan u jokt!") ook een beetje v<#ron de tribune zijn geweest. oper RIK IN T HOP leert Exclusief aanbod van uw krant in samenwerking met North Sea Ferries 3-DAAGSE M1NITRIP York Is èèn van de mooiste oude steden in Engeland. De beroemde kathedraal, de middeleeuwse winkelstraatjes, de aparte musea en de oorspronkelijke stadswallen zijn onderling op wandelafstand bereikbaar. Onze bijzondere minltrip stelt u in staat er een int« en leerzame dag te verblijven met de unieke gelegenheid uw tijd naar eigen inzicht In te delen en dat te doen en /of te bezoeken waar uw interesse naar uitgaat. Daarbi) zal de op reis verstrekte informatie een goede aanwijzing bieden. In samenwerking met North Sea Forrles zetten wij op veler verzoek onze eerdere soortgelijke succesvolle mini cruises voort In een tweetal aantrekkelijke midweek arrangementen. Het vertrek is op woensdagmiddag 21 november en 12 december B.S. vanuit de Europoort naar Huil. waar u donderdagmorgen aankomt. Aldaar staat onze touringcar gereed om u langs een aantrekkelijke route naar York te brengen. In de loop van de middag wordt u weer teruggebracht naar Huil en wordt naar Holland afgevaren. U arriveert, een groot aantal nieuwe Indrukken rijker, op vrijdagmorgen rond 8 uur in de Europoort. cabin) met vaste wastafel, douche en tollet. Bij de reissom Is 2x eèn 5- gangen diner naar keuze en 2x Engels of Hollands ontbijt begrepen, alsmede het tourlngcarvervoer Hull-York v.v. Er Is In de Europoort een ruime parkeergelegenheid beschikbaar, maar er kan ook voor 10.- enkele reis gebruik worden gemaakt van de speciale busdienst Rotterdam C.S.-Europoort v.v. De speciale prl|zen voor deze trip zijn: bij gebruik van 4 personen van een hut (of met anderen ingedeeld) f 135*" per persoon J bij gebruik van 3 personen van een hut ƒ170 per persoon bij gebruik van 2 personen van een hut f 230.- per persoon 1 bij alleengebrulk van een hut ƒ425.- Gecombineerde reisverzekering per persoon 7.50. De mogelijkheid tot boeking sluit een week vóór de afvaartdatum. Inlichtingen en boekingen telefo nisch onder nummer 070-190882 oi persoonlijk in onze vestiging aan de Spuistraat 71 /hoek Spui te Den Haag (maandag t/m vrijdag van 9-16 uur). POSTBUS 16050 2500 AA DEN HAAG TEL 070-190882

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 6