Rudings knuppel in het hoenderhok: een boemerang
Een naam wordt ook straks
niet zo maar veranderd
POSITIE D'66-LEIDER ENGWIRDA STEEDS ZWAKKER
'SIJTHOFE
Politiek
Partij
Parlement
YORK 135.-
BINNENLAND
CeidócSouront
ZATERDAG 27 OKTOBER 1984 PAGINA.'g{_
„Haaljan Terlouw terug
DEN HAAG D'66 moet Jan Terlouw terughalen. Als goe
de 2e zouden de democraten ook de man die vóór Terlouw
de partij aanvoerde. Hans van Mierlo. kunnen nemen. Dit
blijkt uit een enquête van het bureau Interview in opdracht
van De Tijd onder 1000 Nederlanders.
Van de ondervraagden wil 45% Terlouw terug als aan voeder
van de Democraten, 38% kiest voor Van Mierlo. Volgens
14% moet D'66 doorgaan met de huidige fractieleider Eng-
wirda. Slechts 3% meent dat de D66-wethouder in Amster
dam, Wolffensperger, het beter zou doen.
Onder de D66-stemmers is Terlouw zelfs voor meer dan de
helft de man om de partij uit het slop te halen. Van Mierlo
krijgt 38% van de Democraten achter zich, Engwirda 7% en
Wolffensperger een schamele 1%.
Partijvoorzitter Kohnstamm ontkent dat Engwirda aan ver
vanging toe is. De terugkeer van Terlouw sloot hij uit, ter
wijl ook een heroptreden van Van Mierlo volgens Kohn
stamm zeer twijfelachtig is.
Be
DEN HAAG Hoewel er weinig
keus is, eigenlijk zou de D'66-achter-
ban zich dit weekeinde nog eens twee
maal moeten bedenken voordat men
partijvoorzitter Jacob Kohnstamm
nog twee jaar gunt aan de top van de
partij. Het is immers ook aan hem te
danken dat het D'66-congres, dat for
meel zaken als arbeid, basisinkomen
en sociale zekerheid behandelt, gaat
over heel iets anders: de positie van
de D'66-fractieleider in de Tweede
Kamer, Maarten Engwirda.
Het was mr. Jacob zelf die een half
jaar terug de discussie rond Engwirda
aanzwengelde. Engwirda is niet auto
matisch de lijsttrekker voor D'66 bij
de volgende Kamerverkiezingen, zo
orakelde de partijvoorzitter toen.
Formeel een waarheid als een koe in
een partij die steeds voor iedere ver
kiezing weer beslist over haar eigen
voorman. Maar of het zo handig
was...?
Sinds de uitspraken van Kohnstamm
is er in en buiten de partij een felle
discussie losgebarsten over Engwirda.
Ineens werd alle leed binnen D'66 op
zijn schouders geschoven. Engwirda
heeft „het" niet, geen charisma, en
hij treedt te weinig op de voorgrond,
zo is het verhaal.
Hunkerend naar vergane glorie werd
door een deel van de Democraten de
naam van de oud-partijleider Van
Mierlo genoemd als alternatief voor
Engwirda in 1986. Alleen met hem
aan het hoofd zou men uit het dal
kunnen kruipen.
Van Mierlo reageerde afhoudend,
maar liet wel blijken niet bij voorbaat
nee te zeggen tegen de roep om als
redder van de partij op te gaan tre
den. Engwirda zelf deed daar nog een
schepje bovenop en riep in het open
baar alleen voor Van Mierlo in 1986
opzij te willen gaan en voor niemand
anders.
Ondertussen deed het partijbestuur
hardnekkige pogingen om de geest
die hun voorzitter uit de fles had ge
laten, er weer in de krijgen. Zo werd
de wens van de afdelingen Amster
dam, Rotterdam, Den Haag en
Utrecht om eind 1985 al over de lijst
trekker bij de Kamerverkiezingen in
mei 1986 te beslissen „met kracht
ontraden".
Deze wens van de vier afdelingen
werd gezien als een aanval op Eng
wirda. Het hoofdbestuur hield in elk
geval vast aan de verkiezing begin
1986. Als kleine concessie zegde men
wel toe de bepaling van de lijsttrek
ker van maart 1986, naar janauri 1986
te verplaatsen.
Maar de achterban is nog niet tevre
den. De afdeling Nijmegen heeft een
uitspraak voorbereid waarin de kan
didaatstelling voor de lijsttrekker op
begin 1985 wordt gesteld. In het na
jaar van 1985 zou D'66 de uitverkore
ne dan moeten aanwijzen. Het advies
van het partijbestuur: „Deze motie
moeten wij ten sterkste ontraden".
Vast staat wel dat de discussies bin
nen D'66 hoog zullen oplopen. Onder
het mom „We hebben niets
Engwirda" en „We zijn tevn
over hem", ligt hij wel degelijk ond
vuur. Van de andere kant zullen
luiden om „nu eindelijk eens op
houden met het gedonder rond
lijsttrekker en aan het werk te gaa
hoorbaar zijn.
Hoe de uitslag van de stemming o
zal zijn, verdeeldheid kan niet uitb
ven. Of Van Mierlo daar een ei
aan zal kunnen maken is de vra
Voor een deel van de D'66-aanhi
zal het terughalen van de „oude
rie" een bewijs zijn dat de partij £c
is afgegleden. Voor anderen zal Vi
Mierlo, mogelijk juist door de hi
naar „oude glorie", nieuwe aanti
kingskracht betekenen.
CAREL GOSELI1
glbetf
Taper
xelDe
(Justitie) en zijn staatssecreta
ris Korte-Van Hemel om het
zogeheten „naamrecht" te
veranderen hebben de afgelo
pen week al in vele gezel
schappen tot grappen en spe
culaties geleid. De grollen wa
ren veelal ingegeven door het
meest in het oog springende
voorstel van de bewindslie
den, inhoudende dat echtge
noten de vrijheid krijgen el-
kaars naam te voeren of de
naam van de ander vooraf te
doen gaan aan de eigen naam.
En zo ontstonden theorieën
als deze: Vindt Joop den Uyl
zijn eigen achternaam niet
mooi genoeg, dan mag hij de
familienaam van zijn vrouw
Liesbeth aannemen. Joop van
Vessem wordt het dan. Als hij
z'n oorspronkelijke naam toch
niet geheel kwijt wil, mag hij
die er desnoods nog achter
plakken, waardoor hij verder
als Joop van Vessem-Den Uyl
door het leven gaat. Voor
Liesbeth blijft in de praktijk
alles zoals het was: zij mag
zich óf alleen Den Uyl noe
men, óf enkel Van Vessem óf
Den Uyl-Van Vessem. En de
kinderen van Joop en Lies
beth dan? Heel eenvoudig.
Die mogen vanaf hun twaalf
de jaar zelf kiezen hoe ze wil
len heten: alleen naar de va
der, alleen naar de moeder of
naar beiden.
Zo simpel als hier weergege
ven zijn de voorstellen tot
wijziging van het naamrecht
echter beslist niet. De hierbo
ven beschreven mogelijkhe
den zijn volgens het wetsont
werp nu juist niet mogelijk.
Zou dan wel zo zijn, dan was
Nederland binnen de kortste
keren een administratieve
puinhoop.
Voorontwerp
Wat willen de bewindslieden
van Justitie dan wèl? Voor we
hieraan toekomen is het
noodzakelijk eerst vast te stel
len dat de plannen tot veran
dering van het naamrecht nog
slechts een voorlopig karakter
dragen. Korthals Altes en
Korte-Van Hemel hebben
hun voorstellen gegoten in de
vorm van een „voorontwerp
van wet". Dat is nog geen of
ficieel wetsontwerp. Een
voorontwerp van wet wordt
eerst ter advisering naar een
aantal instanties gezonden.
Daarna wordt pas een defini
tieve versie van het ontwerp
gemaakt, waarover vervol
gens de Tweede Kamer een
oordeel velt.
In hun inleiding bij het voor
ontwerp schrijven de be
windslieden dan ook: „De
voorstellen zijn bedoeld als
een uitnodiging tot discussie".
Allerlei organen zoals de
Emancipatieraad, de Raden
voor de Kinderbescherming,
de rechterlijke macht, De
Hoge Raad van Adel en de
Vereniging van Nederlandse
Gemeenten zullen in de ko
mende tijd hun licht over de
voorstellen laten schijnen.
Volgens optimistische schat
tingen zal het definitieve
wetsontwerp niet eerder dan
in 1986 aan de Tweede Kamer
kunnen worden aangeboden.
De nieuwe regels zullen dan
pas in 1987 of 1988 in werking
kunnen treden.
Huidige praktijk
Volgens de huidige praktijk
kan iemand alleen zijn ach
ternaam laten veranderen als
hij of zij daartoe een met re
denen omkleed verzoek in
dient bij het ministerie van
Justitie. Na een langdurig on
derzoek kan dan een afwij
zing volgen (waartegen in be
roep kan worden gegaan bij
de Raad van State) óf een
goedkeuring in de vorm van
een Koninklijk Besluit. Met
dat Besluit moet de aanvrager
van de nieuwe naam dan naar
de burgelijke stand en even
tuele andere instanties om de
wijziging officieel te laten
aanbrengen. Men betaalt voor
zo'n nieuwe naam 250 en
daarbovenop nog een klein
bedrag voor de kosten van
een advertentie in de Staats
courant, waarin de naamswij
ziging wordt afgekondigd.
In het verleden is veelvuldig
van de mogelijkheid tot
naamswijziging gebruik ge
maakt door mensen die be
schikten over een „onwelvoe
glijke of bespottelijke naam".
Zo zijn er nog maar weinigen
in ons land die de achternaam
Poepjes of woorden van gelij
ke strekking dragen. Ook is
het voorgekomen dat mensen
hun naam wilden laten wijzi
gen, loutjer omdat zij er psy
chisch onder te lijden hadden.
Dat lijden had vaak geen be
trekking op enige onwelvoe
glijkheid of bespottelijkheid
Bij de komst van een kind maken de ouders de burgerlijke stand kenbaar welke achternaam de nieuwe telg zal dragen. Die naam
moet dan wel voor alle volgende kinderen gelden.
in de familienaam maar bij
voorbeeld op de kwade reuk
waarin die naam door bepaal
de oorzaken was komen te
staan. Men denke hier onder
meer aan de naam Mussert.
Verandering van de familie
naam is ook mogelijk als ie
mand duidelijk gebukt gaat
onder het feit dat zijn naam
„onvoldoende onderscheidend
vermogen" heeft, omdat er al
zoveel van dergelijke namen
zijn, zoals Jansen en De Vries.
Een andere reden tot naams
wijziging is (vooral de laatste
tijd, als gevolg van de vele na
turalisaties van mensen uit
Turkije of Marokko) de onuit
spreekbaarheid of moeilijke
schrijfwijze van de naam.
Tot nu toe zijn alleen de bij
zondere gevallen van naams
wijziging genoemd. Het meest
voorkomend is echter de ver
andering van achternamen
als gevolg van gezinsomstan
digheden. Het bekendste
voorbeeld is dat van de onge
huwde of gescheiden moeder,
die wil dat de kinderen die zij
verzorgt haar eigen achter
naam dragen. Ook pleegkin
deren of geadopteerde kinde
ren krijgen vaak de naam van
hun pleeg- of adoptie-ouders.
Burgerlijke stand
Minister Korthals Altes en
staatssecretaris Korte-Van
Hemel hebben nu in hun
voorontwerp van wet voorge
steld, de meeste procedures
tot naamsverandering te ver
eenvoudigen en te versnellen.
Alleen voor de hierboven ge
noemde bijzondere gevallen
(een minderheid) moet voort
aan een verzoek bij de kan
tonrechter worden ingediend.
In alle andere gevallen kan
de naamswijziging worden ge
regeld door de burgerlijke
stand van de gemeente waar
de aanvrager woont.
In het kader van de gelijke
behandeling van man en
vrouw wordt verder voorge
steld een ander nieuw ele
ment aan het naamrecht toe
te voegen. Dat is het inmid
dels al veelbesproken recht
van mannen en vrouwen om
naar keuze eikaars naam te
dragen en eveneens te kiezen
met welkè familienaam de
kinderen door het leven zul
len gaan.
Wie het voorontwerp goed
leest, komt echter al gauw tot
de ontdekking dat dergelijke
naamswijzigingen niet zomaar
door iedereen kunnen worden
aangebracht. Het is de bedoe
ling dat een man en een
vrouw al bij hun huwelijk uit
maken, welke achternaam zij
willen dragen. Beiden kunnen
besluiten hun eigen naam te
blijven voeren (zoals nu ook
al vaak gebeurt; zie bijvoor
beeld minister Eegje Schoo,
die getrouwd is met Arie Pais
maar bij haar huwelijk be
sloot, de naam van haar man
niet tot de hare te maken)
maar ze kunnen ook het be
sluit nemen beiden de naam
van hetzij de man hetzij de
vrouw te voeren of een com
binatie van deze twee.
Is er een kind op komst, dan
maken de ouders bij de ge
boorte aan de burgerlijke
stand kenbaar welke achter
naam de nieuwe telg zal dra
gen. Die naam moet dan wel
voor alle kinderen gelden. Is
bijvoorbeeld voor het eerste
kind de naam van de moeder
gekozen, dan moeten alle vol
gende kinderen eveneens zo
heten. Die kinderen mogen
echter tussen hun achttiende
en eenentwintigste jaar kie
zen of zij de hun gegeven ach
ternaam behouden of toch lie
ver de naam van de andere
ouder willen dragen.
Inspraak
Woont een ongehuwde of ge
scheiden moeder samen met
een kind dat nog de naam van
de vader draagt, dan kan zij
besluiten het kind haar naam
te geven. Het kind moet dan
wel minstens drie jaar door
haar zijn verzorgd. Het is ook
mogelijk dat het kind de
naam krijgt van een nieuwe
levenspartner van de moeder.
Is het kind ouder dan 12 jaar,
dan mag het zelf beslissen
over zijn achternaam. In
spraak wordt overigens ook
gegeven aan de oorspronkelij
ke vader van het kind.
De voorwaarde van drie jaar
verzorging en het medebeslis
singsrecht van het kind vanaf
de twaalfjarige leeftijd geldt
ook als pleegouders of adop
tie-ouders het bij hen
de kind een nieuwe achter
naam (naar keuze kan de
naam van de pleegvader of
pleegmoeder) willen geven
Ook dan wordt weer inspraak
gegeven aan de oorspronkelij
ke ouders van het kind als die
tenminste nog in leven, dan
wel bereikbaar zijn. In de hier
genoemde gevallen is even
eens de bepaling van toepas
sing, dat het kind tussen zijn
achttiende en eenentwintigste
jaar alsnog mag besluiten een
andere naam te kiezen
Er is overigens weinig fanta
sie voor nodig, te veronder
stellen dat de hier beschreven
gevallen nogal eens aanlei
ding zullen geven tot ruzies
Daarom hebben de bewinds
lieden voorgesteld dat de
rechtbank de knoop moet
doorhakken als een ambte
naar van de burgerlijke stanc
er geen gat meer in ziet.
Ook voornamen
Tenslotte regelt het voorontj
werp ook veranderingen vai
voornamen. Dat komt welisj
waar niet zo vaak voor als
wijziging van achternamen]
maar er blijven toch altij<
mensen die ontevreden zijnl
over de officiële voornamer
die zij bij hun geboorte heV
ben meegekregen. Ook hie
geldt dat voor het verkrijgei]
van nieuwe voornamen of
toevoeging van een nieu'
naam aan de reeds bestaandi
een verzoek moet worden in
gediend bij de burgerlijki
stand. Men moet dan natuur
lijk wel met gegronde red<
nen aankomen, anders wordi
het verzoek afgewezen. Het
trouwens veel gemakkelijkei
alleen de roepnaam te wijzi
gen: daar is geen enkele ami
tenaar voor nodig.
DICK VAN RIETSCHOTENl
vol!
ding
fop c
DEN HAAG Het was
laat op een avond tijdens
de Algemene Beschou
wingen in de Tweede Ka
mer dat twee verslagge
vers van Het Vrije Volk
nog wat na zaten te praten
met de directeur Voor
lichting van het ministerie
Financiën. Deze uitte zijn
verwondering over de
agressieve toon van deze
„arbeiderskrant", als het
over zijn baas Ruding
gaat. De bewindsman
stoorde zich ernstig aan
die volgens hem onterech
te aanvallen, vertelde de
voorlichter.
Hij voegde eraan toe dat linkse
journalisten naar zijn mening
in een directe discussie met
Ruding „niet overeind zouden
blijven". Deze uitdaging was
de reden, dat de minister van
financiën korte tijd later in
Het Vrije Volk een hele pagi
na lang zijn analyse mocht ge
ven van het probleem van de
werkloosheid.
Ruding was erg ingenomen
met die kans, omdat hij zich
op die manier rechtstreeks
kon wenden tot een publiek,
dat voor hem vrijwel nooit be
reikbaar is: arbeiders, die wel
iswaar meestal lid zijn van de
TROS, maar die stemmen op
de PvdA. In 's ministers hoofd
leefde de gedachte, dat deze
mensen waarschijnlijk meer
begrip zouden krijgen voor
„zijn" bezuinigingsbeleid, als
dat maar eens in gewone taal
zou worden uitgelegd. Dus had
hij „Tante Truus" en „Jantje
van Leiden" ten tonele ge
voerd, om met hun hulp dui
delijk te maken dat niet hij de
vijand is van de arbeidersklas
se, maar de „vele" werklozen,
die geen zin hebben om een
baan te zoeken en liever leven
van de arbeid van anderen.
Storm
Bij een knuppel van dergelijke
afmetingen in het hoender-
hok, was het niet verwonder
lijk dat er een oorverdovend
gekakel werd aangeheven.
Wel was het de vraag of de
minister dit rumoer (onbescha
digd) zou overleven. Per slot
was er de mogelijkheid, dat
het CDA de uitlatingen van
deze partijgenoot zou bestem
SUSKE EN WISKE AMORIS VAN AMORAS
pelen als een klap in het „soci
ale gezicht" van de fractie.
Achteraf bezien is dat risico
uiterst gering geweest. De lei
ding van het CDA vond het
dom, dat de minister zich zo
generaliserend had uitgelaten,
maar had tegen de inhoud van
het interview geen bezwaar.
De linkervleugel dacht er an
ders over, maar die heeft van
daag de dag te weinig invloed
om het fractiestandpunt we
zenlijk te kunnen veranderen.
Het was dus niet moeilijk de
afloop van het kamerdebat te
voorspellen. Dat de discussie
toch boeiend werd, kwam door
de onverzettelijke houding
van de minister en de daar
door steeds grotere woede van
oppositieleider Den Uyl. Velen
hadden gedacht dat Ruding,
net als zijn collega Brinkman
na diens interview met Vrij
Nederland, door het stof zou
gaan. Maar neen. De minister
betreurde het dpt hij „misver
standen en ergernis" teweeg
had gebracht en offreerde zijn
„oprechte verontschuldigin
gen" aan de wel actief sollici
terende werklozen. Maar van
de kern van zijn verhaal nam
hij niets terug. Integendeel, hij
wierp zelfs de vraag op „in
hoeverre het verantwoord is
dat de samenleving grote be
dragen ter beschikking blijft
stellen van mensen, die geen
moeite doen om werk te krij
gen".
Met name daardoor gebeurde
het dat voor het eerst in vele
jaren in de Tweede Kamer een
minister werd uitgenodigd
„zijn biezen te pakken". Hoe
ongebruikelijk dat in de Ne
derlandse verhoudingen is,
moge blijken uit de reacties in
het regeringskamp na het in
dienen van de motie-Den Uyl.
Een woedend gesis steeg op uit
de rechter rijen en een enkele
christen-democraat, Gualthè-
rie van Weezei, roffelde spra
keloos met beide vuisten op
zijn schrijfblad. Geen wonder
dat CDA-voorman Bert de
Vries dit „vuiltje" zo snel mo
gelijk wilde wegwerken; on
danks hevige protesten van
Den Uyl zorgde hij ervoor, dat
er niet zoals gebruikelijk pas
na enkele dagen, maar onmid
dellijk over de motie werd ge
stemd. Dan kon tenminste niet
de situatie ontstaan dat er een
(CDA-)minister enige tijd met
een motie van wantrouwen
boven het hoofd door het le
ven moest gaan.
Buiten
Nu kon Ruding met hoog ge
heven hoofd de zaal verlaten,
zijn rechterhand nog nagloei
end van alle felicitaties. Gelijk
krijgen in de Tweede Kamer,
waar één stem de doorslag kan
geven, is echter niet hetzelfde
als gelijk krijgen in de samen
leving. Anders gezegd: heeft
de minister zijn doelgroep be
reikt? Gegevens daarover zijn
schaars; we moeten het doen
met een telefonische enquête
van het Algemeen Dagblad
onder zeshonderd mensen.
Daaruit blijkt dat slechts vier
procent van de PvdA-stem-
mers het „heel erg" en dertig
procent het „een beetje" eens
is met de minister, dat veel
werklozen, vooral jongeren,
zich er met een „Jantje van
Leiden" vanaf maken. Tege
lijk vond een overweldigende
meerderheid van de onder
vraagde PvdA'ers (86 procent)
dat de minister zijn excuses
moest aanbieden aan „werklo
zen".
Vooral uit dat laatste lijkt te
kunnen worden opgemaakt
dat de minister een fout ge
maakt heeft door zich zo onge
nuanceerd en generaliserend
uit te laten. Die indruk wordt
versterkt door het feit dat ook
de meerderheid van de onder
vraagde CDA-stemmers (58
procent), zijn geestverwanten
dus, een verontschuldiging op
zijn plaats achtte. Doordat Ru
ding alle werklozen over één
kam leek te scheren, bracht hij
weliswaar een publieke discus
sie op gang, maar berokkende
hij tegelijk zichzelf (en zijn
partij) onnodige schade. Dertig
procent van de CDA-stemmers
verklaarde het „helemaal
niet" eens te zijn met Ruding.
Het lijkt erop dat zijn knuppel
in het hoenderhok een boeme
rang is geweest.
Daardoor bestaat het gevaar,
dat de boodschap van de mi
nister geheel als onzin wordt
bestempeld. Dat zou jammer
zijn, want zijn stelling dat een
goed stelsel van sociale zeker
heid op den duur alleen in
stand kan blijven, als de uitke
ringstrekkers „hard" worden
bejegend, is op zich juist. De
zin bij de werkenden om de
rekening te betalen zal immers
steeds geringer worden, als
hun geld ook terecht blijkt te
komen bij mensen, die liever
een uitkering hebben dan een
baan.
•Dat is trouwens geen redene
ring, die alleen in liberale en
christendemocratische kring
opgeld doet. In Zweden en
Oostenrijk, waar de socialisten
zeer lang aan de macht (ge
weest) zijn, bestaan wèl hoge
drempels voor het verkrijgen
van een uitkering, wordt wèl
intensief gecontroleerd op mis
bruik en wordt wèl flink ge-
ADVERTENTIE
KG1
diet
straft bij misbruik. En wie rfjoei
oor te luisteren legt bij de ftfe 1
derlandse PvdA, vangt ook tfen
soort geluiden op. vo°'
„We moeten bereid zijn erf*3™
grondig na te denken overIn
sociale zekerheid," zegt otf»anf
staatssecretaris Ien Dales het
het partijblad Voorwaarts, ijand
zou kunnen betekenen dat Pad<
furieuze aanvallen van DVerc
Uyl op Ruding („U iokt, u joVan
u jokt!") ook een beetje v<#ron
de tribune zijn geweest. oper
RIK IN T HOP
leert
Exclusief aanbod van uw krant in
samenwerking met North Sea Ferries
3-DAAGSE M1NITRIP
York Is èèn van de mooiste oude steden in Engeland. De beroemde
kathedraal, de middeleeuwse winkelstraatjes, de aparte musea en de
oorspronkelijke stadswallen zijn onderling op wandelafstand
bereikbaar. Onze bijzondere minltrip stelt u in staat er een int«
en leerzame dag te verblijven met de unieke gelegenheid uw tijd naar
eigen inzicht In te delen en dat te doen en /of te bezoeken waar uw
interesse naar uitgaat. Daarbi) zal de op reis verstrekte informatie een
goede aanwijzing bieden. In samenwerking met North Sea Forrles
zetten wij op veler verzoek onze eerdere soortgelijke succesvolle mini
cruises voort In een tweetal aantrekkelijke midweek arrangementen.
Het vertrek is op woensdagmiddag 21 november en 12 december B.S.
vanuit de Europoort naar Huil. waar u donderdagmorgen aankomt.
Aldaar staat onze touringcar gereed om u langs een aantrekkelijke
route naar York te brengen. In de loop van de middag wordt u weer
teruggebracht naar Huil en wordt naar Holland afgevaren. U arriveert,
een groot aantal nieuwe Indrukken rijker, op vrijdagmorgen rond 8 uur
in de Europoort.
cabin) met vaste wastafel, douche en tollet. Bij de reissom Is 2x eèn 5-
gangen diner naar keuze en 2x Engels of Hollands ontbijt begrepen,
alsmede het tourlngcarvervoer Hull-York v.v. Er Is In de Europoort een
ruime parkeergelegenheid beschikbaar, maar er kan ook voor 10.-
enkele reis gebruik worden gemaakt van de speciale busdienst
Rotterdam C.S.-Europoort v.v.
De speciale prl|zen voor deze trip zijn:
bij gebruik van 4 personen van een hut (of
met anderen ingedeeld)
f 135*" per persoon J
bij gebruik van 3 personen van een hut
ƒ170 per persoon
bij gebruik van 2 personen van een hut
f 230.- per persoon 1
bij alleengebrulk van een hut
ƒ425.-
Gecombineerde reisverzekering per
persoon 7.50.
De mogelijkheid tot boeking sluit een week
vóór de afvaartdatum.
Inlichtingen en boekingen telefo
nisch onder nummer 070-190882
oi persoonlijk in onze vestiging
aan de Spuistraat 71 /hoek Spui te
Den Haag
(maandag t/m vrijdag van 9-16 uur).
POSTBUS 16050
2500 AA DEN HAAG
TEL 070-190882