lagiaat
CARDIOLOOG JAAP OTTENKAMP:
trobaatje
ïmen
pleister
akken
ZATERDAG 13 OKTOBER 1984
WEN De gevaarlijkste men-
onder de zon voor veel
rijvers zoals mijn collega's en
- zijn de pientere lezers met
goed geheugen. Wie jaar in,
uit bijna dagelijks voor de
11 schrijft, valt immers wel eens
erhaling. Er zijn toch van die
n, dat je echt geen inspiratie
en dat er niets gebeurt wat de
ite waard is om op papier te
in. De verleiding is dan groot
een oud verhaal nog maar eens
trkauwen.
Collega-broodschrijver Don Row
land (56), die in het Engelse graaf
schap Norfolk even buiten Great
Yarmouth een riante wigwam be
woont, ontdekte kort geleden, dat
je zelfs na twintig jaar als auteur
van Buffalo-Billverhalen nog on
verwacht in verborgen wolfsangels
kunt trappen. Op vrouw en kinde
ren nd heeft hij al zijn aardse bezit
tingen bij elkaar geschreven. Zijn
uitgever publiceerde meer dan 400
van zijn boeken, waaronder talrijke
„Westerns" (romans die zich afspe
len in het Amerikaanse Wilde
Westen).
Ruim twintig jaar geleden bediende
Don Rowland in Great Yarmouth
de projectors van een grote bio
scoop. Vandaag de dag produceert
hij boeken aan de lopende band.
Niet alleen „Westerns", maar ook
liefdesromans en zelfs „science fic
tion". Het zijn wel geen boekwer
ken, die goede kritieken krijgen of
waarmee hij ooit een Nobelprijs
voor de literatuur zou kunnen ver
dienen, maar ze worden toch ijve-
rig gelezen, zij het alleen door de
vaste klanten van Britse uitleenbi
bliotheken.
Jarenlang ging het allemaal goed.
Don Rowland schreef zich half suf,
maar het bracht geld op en zijn
vrouw en kinderen waren happy.
Tot er kort geleden een kink in de
kabel kwam. Op een dag dat de
horoscoop in de Daily Mail van
Londen voor Don Rowland weinig
goeds voorspelde, trok in Mexbo-
rough, een gemeente in zuidelijk
Yorkshire, een trouwe liefhebber
van „westerns" naar de stedelijke
uitleenbibliotheek. Hij nam twee
cowboyverhalen mee naar huis:
„Gun Trail" (Pad der revolvers),
door Lewis Brant, en „Short Cut to
Hell" (Binnenweg naar de hel),
door Neil Webb.
Thuisgekomen verdiepte deze grote
bewonderaar van het genre zich
onmiddellijk in „Gun Trail". Dit is
het boeiende verhaal van de jonge
cowboy, die zijn leven waagt om te
kurfnen bewijzen dat zijn lieve pap
pie geen paardendief was. De lezer
verslond het in één avond.
De volgende dag zette hij zich vol
verwachting aan de lectuur van
„Short Cut to Hell", door Neil
Webb. Deze roman begint met de
beschrijving van een cowboy, die
een jonge stier onder de knie pro
beert te krijgen, terwijl zijn oude
vader monkelend toekijkt. Het le
zen van de volgende pagina's gaf
hem evenwel de indruk, dat hij dit
verhaal al eens eerder onder ogen
had gehad. Hij raadpleegde de kaft,
waarop tot zijn grote ontstemming
te lezen stond: „Short Cut to Hell"
is het verhaal van een jonge cow
boy, die zijn leven op het spel zet
om te bewijzen, dat zijn vader geen
paardendief genoemd kan wor
den
Beide heldert konden schieten als
de beste, maar zij hadden nog nooit
een mens gedood. Zij konden hun
ogen en oren niet geloven, toen
hun vader gearresteerd en van
roofmoord beschuldigd werd. Beide
verhalen waren identiek. Zelfs het
proza van de twee boeken stemde
overeen. Alleen de namen waren
veranderd.
De boze lezer pikte dit niet. Hij
diende een klacht in bij de uitleen
bibliotheek van Mexborough. Deze
gaf de zaak door aan haar hoofd
kwartier in Doncaster. Daar kwam
men er spoedig achter, dat Lewis
Brant en Neil Webb één persoon
waren, en dat deze eigenlijk Don
Rowland heette. Als auteur van
cowboy- en andere verhalen had
hij bijna 100 schuilnamen, waaron
der heel mooie, zoals Clinton
Spurr, Minerva Rossetti, Freda
Fen ton en John Dryden.
Rowland beweert, dat hij op een
goede dag gemiddeld 6000 woorden
uit zijn schrijfmachine timmert.
„Geen wonder dat een man met
een dergelijk debiet zichzelf wel
eens plagiëert", zegt John Chap
man, hoofdbibliothecaris van Don
caster, vergoelijkend. Maar Row
lands uitgever, de firma Robert
Hale, denkt er anders over. Het
wordt weer een zaak waaraan de
advocaten van beide partijen een
mooie stuiver zullen verdienen.
ROGER SIMONS
hebben over geestelijke zaken te
spreken, dan ga ik dat niet uit de
weg
Stellingen
Het proefschrift van dr. Otten-
kamp sluit met negen stellingen die
betrekking hebben op de kinder-
cardiologie en de behandelmetho
den van aangeboren hartafwijkin
gen. Twee overige stellingen tussen
al het medisch .jargon" vallen ech
ter direct uit.de toon. Uit de eerste
van deze twee blijkt duidelijk de
betrokkenheid van dr. Ottenkamp
bij het kerkelijk leven: „Indien het
proces „hervormd-gereformeerd:
samen op weg" niet leidt tot een
volledige terugkeer van de Gere
formeerde naar de Nederlandse
Hervormde kerk, zal slechts een
nieuwe modaliteit of versterking
van een der reeds bestaande moda
liteiten binnen de reformatorische
kerken het gevolg zijn en er van
enige hereniging per saldo geen
sprake zijn".
In zijn laatste stelling deelt dokter
bloéd. Volgens Geigy zou met de
pleisters het aantal angineuze aan
vallen met meer dan negentig pro
cent verminderen.
Addertjes
Kan niet mooier, zou je zeggen.
Toch schuilen er twee addertjes on
der het gras. In het verleden is
men heel sceptisch geweest over
het nut van langwerkende nitroba-
ten. Door langdurige toediening
zou het lichaam er aan gewend ra
ken, zodat in geval van nood ook
het nitrobaatje onder de tong niet
meer helpt. Verder zijn de resulta
ten van het onderzoek van Geigy,
die zouden moeten aantonen dat de
pleister beter is dan andere midde
len, broodmager. In het slechtste
geval zou de pleister dus niet aan
toonbaar beter zijn dan middelen
waarvan men ook niet weet of ze
wel zo goed zijn. Omdat de boeken
geen uitsluitsel geven en de inzich
ten razendsnel veranderen, maakte
ik met de telefoon in de hand een
tocht door nitrobatenland. Eerst
maar Geigy zelf.
„Als u zegt dat de pleister niet be
wezen beter werkt dan die andere
middelen, dan zit u niet ver mis.
Daarom drukken we ons, zolang er
te weinig gecontroleerd onderzoek
is, heel voorzichtig uit. Maar zelfs
als de pleister even effectief is blij
ven de voordelen bestaan. Het is
de op gevonden: men sleutelde wat
aan het nitroglycerine molecuul en
kreeg toen een nieuwe stof: isosor-
bidedinitraat. Dat spul is jaren
houdbaar, verdampt niet, maar is
wel duurder. Dat is een.
Bovendien verpakte men dat
iso-enzovoort zodanig in een pille
tje dat het langzamer wordt afge
scheiden. Slik je twee tot vier keer
fier dag een Cedocard retard of
sordil-tablet de bekende midde
len in dit genre dan zit je de
hele dag onder de nitrobaat zodat
een aanval van angina kan worden
voorkomen. Komt die aanval toch,
dan kun je altijd nog een nitrobaat
je onder de tong leggen.
Oude wijn
En nu het allernieuwste, die pleis
ter achter het oor dus. De grote
trend in de farmacologie is oude
beproefde middelen op een nieuwe
manier verpakken. Geigy deed
oude wijn in een nieuwe zak door
het beproefde nitroglycerine uit het
tablet te halen en het in een pleis
ter te stoppen. Vanuit die pleister
komt elk moment een afgepaste
hoeveelheid op de huid en vandaar
in het bloed. Dat heeft boven pillen
slikken twee voordelen. Je hoeft
niet meer twee tot vier pillen per
dag te slikken, een keer per dag
een pleister plakken is genoeg. Bo
vendien wordt zo gezorgd voor een
constant nitroglycerine-peil in het
gemakkelijker en de patient hoeft
tot soms wel zes tabletten minder
te slikken".
Gewenning
Dat is duidelijk. Het volgende pro
bleem is hoe goed die andere mid
delen wel zijn. In het geneesmidde-
lenboek van de Ziekenfondsraad
van dit jaar staat dat men alle lang
werkende nitrobaten opnieuw aan
het beoordelen is. Is men bang voor
gewenning? Een woordvoerder van
die beoordelingscommissie: „Die
discussie is inderdaad nog niet ge
sloten. Toch hebben we ae indruk
dat het met die gewenning heel erg
meevalt. Ik denk niet dat die zoda
nig kan zijn dat een nitrobaatje on
der de tong niet meer helpt. Daar
om zullen al die langwerkende pre
paraten geen negatief advies van
ons krijgen".
Die mening wordt gedeeld door
twee cardiologen van twee ver
schillende academische ziekenhui
zen. Hun mening is belangrijk,
want zij leiden de jonge (huis-)art-
sen op. De cardioloog in Groningen
merkte in de praktijk weinig van
die gewenning. Met de pleister had
hij nog te weinig ervaring om er
iets zinnigs over te zeggen. Zijn Nij
meegse colega was bepaald enthou
siast over de pleister. „De gewen
ning door langdurig gebruik van
langwerkende nitrobaten valt wel
mee".
alsof er een riem om de borst wordt
aangetrokken. Die „pijn" kan uit
stralen naar kaak, keel, rug of lin
ker arm. Soms is die uitstraling het
enige symptoom van angina pecto
ris. Heel belangrijk: de pijn ebt weg
bij rust of anders wel door een ni
trobaatje onder de tong.
Merknaam-soortnaam
Nitrobaat is eigenlijk een merk
naam, maar is, juist zoals aspirine,
een soortnaam geworden. De oud
ste vorm is het 'n eeuw geleden
door ir. Nobel (die van de prijs) uit
gevonden nitroglycerine. Het
werkt snel maar ook heel kort.
Waarschijnlijk berust de werking
op ontspanning van de spiertjes
rond de aders en slagaders. Die zet
ten dan uit waardoor bloed in de
aderen blijft „hangen", zodat het
hart minder bloed hoeft rond te
pompen en rust krijgt. Doordat ook
de vaten in de hersenen gaan open
staan kun je vooral in het begin
hoofdpijn van het middel krijgen.
Er zijn nog een paar nadelen. Het
oude nitrobaat verdwijnt zo pijlsnel
uit het bloed dat je wel een aanval
van angina pectoris kunt stoppen,
maar niet kunt voorkomen. Boven
dien verdampt het nitroglycerine
zo gauw, dat de tabletten een
maand na fabricage nauwelijks
meer werken.
Daar is de laatste jaren het volgen
geboren afwijking aan het hart
evenmin".
Veel reacties op het succes van de
operatiemethode heeft dr. Otten
kamp nog niet. „Het is nog te vroeg
voor reacties op grote schaal, maar
in de centra waar nu met deze ope
ratietechniek wordt gewerkt, zijn
de resultaten zonder meer goed te
noemen".
Dr. Ottenkamp is vijf jaar bezig ge
weest met het onderzoek naar en
de behandelmethode van tricuspi-
dalis atresie. Hij heeft dat gedaan
naast zijn werk als kindercardio
loog in Leiden. Zijn proefschrift
heeft hij opgedragen aan zijn
vrouw en aan zijn inmiddels over
leden ouders.
Het proefschrift opent met een vers
uit Prediker 9: „Welaan dan, eet
uw brood met vreugde en drink uw
wijn met een vrolijk hart, want als
gij dit doet, dan heeft God dit reeds
lang zo gewild". Dr. Ottenkamp
over het waarom van dit citaat: „Ik
probeer te leven vanuit mijn ge
loof. In mijn werk ben ik er wel
voorzichtig mee. Maar wanneer ik
voel dat mensen er behoefte aan
Jaap Ottenkamp
werd in 1947 in
Heino geboren. Zijn
lagere-8chooljaren
„sleet" hij in Heino.
Daarna bezocht hij
het Christelijk
Lyceum (nu
Carolus Clusius
College) in Zwolle,
waar hij in 1965 met
succes eindexamen
gymnasium-b deed.
Drie jaar later
volgde het
kandidaatsexamen
geneeskunde aan
de VU te
Amsterdam en in
1970 het doctoraal
examen. Weer twee
jaar later deed hij
artsexamen en
werd Ottenkamp
arts bij de GG en
GD te Amsterdam.
Van 1973 tot 1976
werkte hij op de
afdeling
kindergeneeskunde
van het
academisch
ziekenhuis van de
Vrije Universiteit te
Amsterdam en
volgde daar de
opleiding tot
kinderarts. Van
1976 tot 1978
voltooide hij op de
afdeling
kindergeneeskunde
van het
Academisch
Ziekenhuis Leiden
deze opleiding en
richtte zich daarbij
specifiek op de
kindercardiologie.
Sinds 1978 werkt
dokter Ottenkamp
er op de afdeling
kindercardiologie.
Ottenkamp nog een flinke steek
onder water uit naar de andere
harttfhirurgische centra in ons land:
„Nog steeds komt de wol, ook wat
betreft de kinderhartchirurgie an
nex kindercardiologie,. ondanks ge
blaat van allerlei kant, uit Lei
den
Dr. Ottenkamp hierover: „Beide
laatste stellingen zijn bedoeld als
bewust provocerend en dienend als
aanzet tot een discussie, zowel bin
nen mijn eigen vakgebied als om
trent de resultaten van samenwer
king van verschillende reformato
rische (en niet-reformatorische?)
kerken".
HIELKE VAN DER ZEE
Honderdduizend Nederlanders heb
ben geregeld pijn op de borst. Een
simpel tabletje onder de tong, het be
roemde nitrobaatje, laat die angina-
pectoris-pijn als bij toverslag verdwij
nen. Rust helpt ook. Er zijn nitro-
baatjes die langer werken, zodat je de
pijnaanval voorkomen kunt. Het al
lernieuwste op dit gebied is de nitro-
baatpleister van Ciba-Geigy. Al een
maand of wat probeert deze farma
ceutische firma met grof reclamege
weld haar „Transiderm-Nitro" in de
markt te rammen. De kernvraag
luidt: helpt die pleister? Antwoord: ja. Is ze beter dan andere
middelen? Misschien wel, misschien niet. Heeft de pleister
voordelen? Jawel.
I. Paalman
Het hart is de motor van de bloeds
omloop. Net als elke andere motor
heeft het brandstof nodig, want
voor niets gaat de zon op. Een mo
tor krijgt die brandstof door benzi
ne- of olieleiding. Komt daar een
vuiltje in dan hapert de motor.
Raakt de leiding verstopt, dan slaat
de motor af. Met het hart is het van
het zelfde laken een pak. Een ver
stopte kransslagader veroorzaakt
een hartinfarct, een gedeeltelijke
verstopping angina pectoris.
Honderdduizend Nederlanders
vooral mannen boven de vijftig
hebben angina pectoris. Als ze zich
opwinden of inspannen kan de af
geknepen kransslagader niet het
benodigde extra bloed naar de
hartspier sturen. Het hart protes
teert dan, met als gevolg pijn op de
borst.
HoewelLijders aan angina pec
toris klagen zelden over pijn. Ze
hebben het over een zwaar gevoel
op de borst, een afgeknepen gevoel
DEN „Zo'n tien tot vijf
jaar geleden waren kin-
en met deze afwijking ten
e opgeschreven. Er was
9 aan te doen. Dat is nu
meer zo: kinderen die ge
en worden met een zoge
nde „tricuspidalis atresie",
vrij zeldzame afwijking
Ihet hart, kunnen gehol-
worden. Ook voor deze
leren is er nu een toe-
ist". Het geeft dokter Jaap
nkamp een zichtbaar ge-
van voldoening dat het
k waarmee hij zoveel ja-
bezig is geweest, vruchten
erpt. Zijn onderzoekingen
ben in de eerste plaats ge-
tot een voor Nederland
lerkelijke operatietechniek
n de tweede plaats tot een
kwerk van zijn hand
irin uitvoerig de behandel-
ihoden van deze hartafwij-
g worden beschreven. Het
Staat daarvan is van dien
d, dat dokter Ottenkamp
ld september is gepromo-
md tot doctor in de genees-
Kos- We.
Wil anu precies „tricuspidalis at-
na^ f/e^Daarvoor is enige anatomi-
e uitleg nodig: het hart is ver-
Win twee helften met verticaal
'Jssen een tussenschot (sep-
Ook horizontaal is het hart
eld. De bovenste twee ruim-
eten de linker en rechter boe-
de onderste twee delen de lin
en rechter kamer. Tussen de
en de kamers liggen klep-
(een soort schutsluizen) die te-
fflmen van het bloed voorko-
De klep tussen linker boezem
iker kamer bestaat uit twee
len heet mitralis; de klep tus-
ihter boezem en rechter ka-
staat uit drie delen en wordt
lidalis genoemd,
tricuspidalis atresi% ont-
de verbinding tussen rech-
ezem en rechter kamer,
loor er geen zuurstofarm
rechtstreeks naar de longen
'orden gepompt.
binding
jaren zeventig begon een
ie hartchirurg, prof. dr. F.
in van de universiteit van
aux, met een operatiemetho-
arbij een verbinding werd ge-
van de rechter boezem naar
iderontwikkelde rechter ka-
die eigenlijk meer een aan-
el is van de linker kamer,
methode is onder meer door
rtspecialisten van het Acade-
Ziekenhuis Leiden (onder
r. Ottenkamp) opgepakt en
uitgewerkt. Nauwgezet on-
k heeft er uiteindelijk toe ge-
dat de operatie in Nederland
succes kan worden uitge-
En deze gehele ontwikke-
aar het huidige stadium is in
■oefschrift vastgelegd door dr.
kamp die als één van de ani-
beschouwd mag worden
deze nieuwe operatietech-
Dokter Ottenkamp vertelt: „Geluk
kig is het een zeldzame hartafwij
king, want ondanks het feit dat er
nu een effectieve operatie mogelijk
is, blijft het toch een enorme in
greep voor een zuigeling. De opera
tie moet namelijk zo snel mogelijk
na de geboorte worden uitgevoerd.
Het zijn de zogenaamde „blauwe
kinderen" die vroeger binnen en
kele dagen stierven. Omdat de
Fontanoperatie bij een zuigeling
heel moeilijk is en eigenlijk pas
goed vanaf de leeftijd van drie jaar
verricht kan worden, moet bij veel
zuigelingen eerst een voorlopige
„lap-operatie" verricht worden om
hen in leven te houden".
Enkele getallen maken duidelijk
om hoeveel gevallen van tricuspi
dalis atresie het jaarlijks in Ons
land gaat: Dr. Ottenkamp: „Eén
procent van alle kinderen dat
zijn er 1600 wordt geboren met
een min of meer ernstige hartafwij
king. Een kwart heeft een gaatje in
het tussenschot en dat is "heden ten
dage goed te herstellen. De rest
heeft een ingewikkelder afwijking
en één van die afwijkingen is de
tricuspidalis atresie, die slechts bij
twee procent van alle aangeboren
hartgebreken voorkomt (dat zijn
ongeveer dertig gevallen per jaar).
Omdat het Academisch Ziekenhuis
Leiden in de loop der jaren erg
veel bijzonderheden heeft kunnen
verzamelen en veel preparaten
voorhanden heeft, kon men in dit
ziekenhuis een uitgebreid onder
zoek beginnen naar de operatiemo
gelijkheden van deze afwijking. Zo
is het contact ontstaan met dr. Fon-
tan en is zijn methode in ons zie
kenhuis verder ontwikkeld".
In de loop der jaren zijn in het zie
kenhuis in Leiden veel gevallen
bekend van patiëntjes met tricuspi
dalis atresie. Opmerkelijk daarbij
is, dat het vooral om kinderen uit
het Westen van het land gaat. Dr.
Ottenkamp: „Dat is niet zo vreemd.
1200 Operaties
De kinderen uit het Oosten haal
den de medische centra, waar ze
behandeld moesten worden, soms
niet. Vooral het Oosten is wat dat
betreft een witte vlek geweest".
Goede resultaten
In elk centrum zijn minimaal twee
chirurgen nodig die de kinderhart-
operatie kunnen verrichten. Dat
betekent dat ieder er honderd per
jaar uitvoert. Om de vaardigheid
en ervaring van de chirurgen op
peil te houden is dit het absolute
minimum. Het aantal te opereren
kinderen blijft namelijk ongeveer
gelfjk. Een oorzaak van de afwij
king is in vijfennegentig van de
honderd gevallen namelijk niet te
achterhalen en erfelijk is een aan
Inmiddels is het aantal centra in
ons land, waar deze zeer specialisti
sche ingreep verricht kan worden,
tot zes uitgebreid, waarbij ook de
academische ziekenhuizen te Gro
ningen en Utrecht behoren.
Dokter Ottenkamp is bepaald geen
voorstander van nog verdere uit
breiding van het aantal centra voor
kinderhartchirurgie. „Jaarlijks zijn
ongeveer 1200 operaties nodig. Ver
deeld over zes centra betekent dit
per centrum 200 operaties per jaar.