Street of Georgia: grandioze ZATERDAG 13 OKTOBER 1984 Feminisme is uit WASHINGTON Aangezien Amerika nog altijd het land is van waaruit trends, stromingen, rages, grillen en eultussen zich over de hele wereld verspreiden, voel ik mij verplicht u van de volgende ontwikkeling hier in de VS op de hoogte te stellen. Op voorwaarde af u de boodschapper niet de •huid geeft van de boodschap, \eld ik u dat het hier, en binnen- :ort dus ook bij u in de buurt, ri goureus gedaan is met het feminis me. Feminisme is uit. Het antwoord op de vraag waarom \Ronald Reagan de Amerikaanse presidentsverkiezingen met over weldigende meerderheid gaat win nen luidt: de herontdekking (zowel door de man als door de vrouw) van de man als zijnde een van de meest magnifieke dieren op aarde. Een sympathiek dier is de man, een adembenemende blend van kracht en tederheid. Leve de man! Jarenlang is het feminisme in de Verenigde Staten uiterst militant geweest. En terecht. Maar nu het doel is bereikt en vrouwen histo risch gezien in record-snelheid vol ledige gelijkberechtiging hebben gekregen, stellen hun vroegere mannelijke onderdrukkers opge lucht vast dat hun terreur blijkbaar meer een gevolg was van het zelf niet zo goed in de gaten hebben dan van boze opzet. En nu moeten de meisjes het dus zelf doen en niet meer zeuren. Van de meest recente generaties begrijpt trouwens al geen jongen of meisje meer hoe vroeger discriminatie van vrouwen in zijn werk ging. Amerikaanse mannen die zich dat nog wél herinneren, gooien nu het schuldcomplex van zich af. Ze vie ren de bevrijding van de man. Het is afgelopen met de ondraaglijke ernst van het feministisch tijdperk. Gebeurd is het met de lange jaren van vrouwenprogramma's op radio en tv, waarin op spottende toon werd getheoretiseerd over de lage instincten van het mannelijk we zen. Als dezelfde taal over joden of negers was uitgeslagen, zouden de programmamakers in de gevange nis zijn beland! De Amerikaanse man van vandaag wenst niet meer op de vingers te worden getikt omdat hij „dames" zegt in plaats van „vrouwen". Hij laat zich niet meer vertellen dat als hij naar een vrouw kijkt, hij dan een mens moet zien. Hij maakt zelf wel uit wat hij ziet. En dat mens mag in d'r handjes knijpen als hij een vrouw ziet! Het is duidelijk waarom Ronald Reagan het idool is van de bevrijde Amerikaanse man. Ronald Reagan leeft zichtbaar in volkomen vrede met zijn man-zijn. Hij is een aardi ge vent, een nice guy, maar een die zijn eigen weg gaat. De huidige president van de VS is zijn eigen geslacht altijd hoog blijven houden en het komt fantastisch uit dat dat nu net ten tijde van de verkiezin gen weer helemaal in is. Ook de vrouwen voor wie eigenzinnigheid al lang vanzelfsprekend is, waarde ren Reagan daarom meer dan diens brave opponent Walter (Fritz) Mondale. De enquêtes registreren onder met name jongere vrouwen een indrukwekkende meerderheid voor Reagan. Mondale is niet met zijn tijd meege gaan. Die dacht dat georganiseerde feministen nog altijd een groep wa- rekening mee te houden. Gehoorzaam heeft hij daarom Ge- ral dine Ferraro tot running-mate benoemd. En aangeslagen vraagt Fritz zich nu af waarom dat hem en haar niet meer populariteit ople vert. Welnu, die benoeming van Ferraro is door het Amerikaanse volk haarscherp doorzien als Mon dale's hopeloos verouderde veront schuldiging voor zijn eigen kunne. Gerald ine zou wellicht een betere president zijn dan Mondale en Reagan bij elkaar, maar in het jaar van het eerherstel voor de man is haar politieke huwelijk met Mon dale voor beiden een dodelijke om helzing. Op alle fronten viert de herboren mannelijkheid triomfen. De dames mode kenmerkt zich door boven maatse jassen, kolberts. pantalons en stropdassen in grauwe tinten, al lemaal „geleend van de jongens". In de populaire tv-series loopt geen vent meer achter een meid aan. Het zijn bevrijde dames die hun ware aard weer durven tonen en vechten om de gunsten van de meest verrukkelijke man. Ikzelf heb altijd al geweten dat tenslotte iedereen, de man niet op de laatste plaats, zou profiteren van het femi nisme. Maar dat Ronald Reagan de kroon op het emancipatiewerk zou worden, dat had menigeen in de Amerikaanse vrouwenbeweging vast niet durven dromen. MARC DE KONINCK De meeste buitenlandse aardrijkskundeboeken hebben weinig moeite met het situeren van Nederland in West-Europa, maar vaak uiterst vermakelijke fouten staan er toch ook wel in. Wat te denken van een Westduits boek voor de middelbare school, dat de kinderen leert dat veertig procent an de Nederlanders nog eeds in de landbouw erkt? Een Amerikaans boek houdt de leergierige /ezertjes voor dat de belangrijkste exportartikelen van Holland bloembollen en kaas zijn. Een Belgisch aardrijkskundeboek inschreef Oost-Nederland ls een „veen- en eidestreek, die stilaan voor de landbouw wordt gewonnen". ITRECHT Volgens sommige jc witenlandse (leer)boeken liggen er t( otsen onder de drassige grond van iur lederland, want „daar staan alle yjj v heipalen op". Hoeveel zou de ge- iik V niddelde Amerikaan van Holland. van afweten, behalve dan dat ook een Om ilaatsje in de staat Michigan zo jjj" leet? „Niet zo gek veel", denkt drs. ma ienk Meijer. Hij is hoofd van het j nformatie en Documentatie Cen- rum voor de Geografie van Neder- gjj and (IDG). Het IDG heeft grote en' nvloed op het beeld dat het buiten lid and van Nederland heeft. Het is ajs wintig jaar geleden dat deze over- )r w ïeidsinstelling (met alleen Meijer telf in dienst) voor het eerst een iroom van informatie de wereld in iet gaan. tapels boeken, kaarten, platte lronden en brochures vullen het liet meer dan 25 vierkante meter rote IDG-kantoor, dat „inwoont" n uj het Geografisch Instituut van de n p tijksuniversiteit van Utrecht. Het dt 0 DG werd in 1964 opgericht, nadat n de Eerste Kamer vragen waren o [esteld over onjuistheden die voor- ijge wamen in het hoofdstuk Neder- and van een Frans aardrijkskun leboek. Het instituut, gesubsidieerd door Onderwijs en Wetenschappen en Buitenlandse Zaken, houdt zich bezig met het corrigeren van vaak kleine, maar daarom niet minder storende fouten in het beeld van Nederland dat buitenlandse kinde ren met de paplepel wordt ingego ten: een land van molens, grazige weiden, mensen op klompen en Hansje Brinkers met een vinger in het gat van de dijk. Kaas etende inwoners Het IDG verstrekt in samenwer king met het ministerie van buiten landse zaken de informatie over de geografie van Nederland, maar al leen aan buitenlanders. Een be langrijke doelgroep van het IDG vormen de schrijvers van aard rijkskundeboeken. Meijer wil er met zijn IDG voor zorgen dat zij de leerlingen zo juist mogelijk voor lichten over wat Nederland is, en wat het zeker niet is. Hoewel de boekenschrijvers de laatste jaren erg veel hebben bijgeleerd, gaat er toch geregeld wat fout. ,-,Het eerste dat iemand over een land als Ne derland hoort, komt in veel geval len uit een aardrijkskundeboek. Als die eerste indruk al fout is, blijft het kind heel lang rondlopen met de gedachte dat Nederland vol staat met molens en dat de kaas etende inwoners er alleen op klom pen lopen", aldus Meijer. Op zich vindt hij het imago van ons land als natie van molens en klom pen niet zo schadelijk als soms wordt gedacht. „Laten we wel zijn, voor wie commercieel denkt ver koopt het plaatje goed. Het is heel herkenbaar. Een kind in Japan weet dat het over Nederland gaat als dat molentje of die tulpen in beeld komen. Maar bij die kennis moet het niet blijven. Dat is de rol die het IDG speelt". In de jaren dat het IDG nu bestaat, is er veel veranderd aan de manier waarop over Nederland wordt ge ïnformeerd. Veel moderne aard rijkskundeboeken behandelen niet meer elk land afzonderlijk, maar werken met zogeheten case-studies. De schrijvers geven bij onderwer pen als „milieubeheer" en „de strijd van de mens tegen de natuur krachten" voorbeelden uit allerlei landen. Volgens Meijer zijn de ma kers van de buitenlandse aardrijks kundeboeken wat ons land betreft vooral geïnteresseerd in de Zuider zeewerken, de Deltawerken, de in tensieve tuinbouw (het Westland) en de Rotterdamse haven. Verbijsterende fouten Van tijd tot tijd wisselen op confe renties tal van landen hun aard- rijkskundeboekjes uit. Meijer be kijkt dan hoe Nederland ervan af komt. Hier en daar komen nog wel onjuistheden voor, maar hij ziet steeds vaker dat er uitstekend wordt voorgelicht. Het aantal ke ren dat er bij het IDG werkelijk verbijsterende fouten op tafel be landen, vermindert gelukkig. Zoals een Duits schoolboek, waarin stond dat het hele IJsselmeer droogge legd wordt en dat alle zeearmen achter de Delta-dammen ingepol derd worden. Meijer: „Schrijvers van boeken ra ken hun achterstand kwijt en vol gen steeds meer de actualiteit. Ook bij een onderwerp als de Marker waard. Elk jaar is het aan buiten landers bijzonder moeilijk uit te leggen, waarom die niet wordt in gepolderd. Ik krijg vragen als: jul lie hebben prachtige IJsselmeerpol- ders gemaakt in jullie overbevolkte land. Waarom doen jullie niet ge woon hetzelfde met de Marker waard? Dat is toch een prima oplos sing? Zulke vragen zijn niet een- twee-drie te beantwoorden". Meijer bestudeerde vorig jaar ne gen Amerikaanse schoolboeken. Het bleek dat van de vijfduizend pagina's er maar achttien over Ne derland gingen. De inhoud was net als het fotomateriaal daarbij nog toeristisch van aard ook, met veel aandacht voor het buitenissige. En toch: „We komen er in het buiten land best aardig van af. Aan een klein landje als dat van ons wordt toch relatief veel aandacht besteed, zeker in vergelijking met bijvoor beeld België", constateert Meijer. Ambassades Mocht een scholier in Mexico, In donesië, Saoedi-Arabië of waar ook ter wereld zich bij het maken van een scriptie over ons land niet te vreden willen stellen met het niet altijd even vlekkeloze materiaal in de aardrijkskundeboekjes en ency clopedieën, dan is de weg naar de Nederlandse ambassade snel ge vonden. De voorlichtingsafdelingen van de ambassades hebben er de handen vol aan. In veel gevallen is het echter maar de vraag of de pa pierwinkel die de ambassades van de verschillende landen opsturen, boven het niveau van de toeristen folder uitkomt. Slechts weinig lan den hebben een instituut als het IDG. Pure reclame is vaak de beste omschrijving voor het materiaal dat sommige ambassades durven sturen. Posters van de koninklijke familie of de president, toeristische folders, een stroom van gegevens over het klimaat, ga zo maar door. Wie nog niet zo lang geleden bij de Griekse ambassade materiaal aan vroeg over dat land. kreeg welge teld 23 toeristische folders, vol met foto's van toeristische trekpleisters als de Acropolis en het Orakel van Delphi. Een onderzoek van vijf ge ografen (uit België, Groot-Brittan- nië, Denemarken, Zwitserland en Nederland), wees uit dat Nederland het met de beeldvorming heel goed doet, onder meer door het materi aal van het IDG. Positieve uitzon deringen uiteraard daargelaten, concludeerden de wetenschappers, dat de selectie bij de ambassades van de meeste andere landen „van een weinig overwogen beleid ge tuigt en veelal van het toeval lijkt 1 af te hangen". Meijer benadrukt dat ook de schrij vers in ons eigen land het niet al tijd bij het rechte eind hebben. „Ook Nederlandse kinderen leren wel eens verkeerde feiten over het buitenland. Een klein voorbeeld: in veel boeken staat nog steeds dat het Empire State Building het hoogste gebouw van Amerika is. Sommige boeken leren kinderen nog over het rassenprobleem in de VS naar de situatie van de jaren zestig, en gaan voorbij aan het feit dat daar inmiddels veel verandering in ge komen is. Ook in de Nederlandse schoolboeken valt dus nog wel het een en ander te verbeteren", vindt Meijer. ARJEN VAN DER SAR Heel wat groten der aarde die graag eens vissen lieden als Ronald Reagan bijvoor beeld en natuurlijk nog veel meer mensen die zo graag tot de groten der aarde gerekend zouden willen wor den, trekken naar Campbell River, een alleraardigste plaats op Vancouver Island, een schitterend eiland, onge veer zo groot als Nederland, dat voor het Canadese vaste land in de Grote, of Stille, of Pacific Oceaan is gelegen. Tussen dat eiland en dat vasteland loopt een zeestraat, de Street of Georgia, en daar doorheen trekken honderdduizenden zalmen op weg naar hun paaiplaatsen, op de bo venloop van Canadese rivieren. Zalm leeft namelijk in zee, maar schiet kuit op de bovenloop van (heldere, schone, koude en snel stromende) rivieren. Temidden van de groten en zoge naamde groten der aarde bevond zich deze keer ook uw nederige dienaar en ik haast me u mede te delen dat zalm vissen in de wate ren rondom Vancouver Island een grandioze ervaring is. Nee, te geef is het niet, alleen de vliegreis al is zo'n anderhalf mille. Maar het is gewoon geweldig. Vooral omdat er de laatste jaren bést te vangen is in die Street of Georgia. Het schijnt deskundigen hebben me dat haar fijn uitgeduid dat de stroom die hier warmer water aanvoert uit de zeeën rondom Australië, zich iet- of-wat heeft verlengd, waardoor er ietsje ten zuiden van Canada, bij voorbeeld in de kustwateren voor de Amerikaanse staat Oregon, de laatste jaren bitter weinig zalm te vangen is, en hier voor de Canade se kust jubilant-veel. Nu, ik heb dan mogen beleven dat dit geen schertsverhalen zijn. Als u ook eens derwaarts gaat en het is een geweldige beleve nis dan raad ik u aan geen toe ter aan hengelspullen mee te ne men. Althans: aangenomen dat u alleen op de zalm gaat. Je kunt daar alles huren, en in tegenstel ling tot wat je hier in Nederland een enkel keertje wel beleeft met hengelhuurspullen aan boord van schepen, zijn voor zover ik heb kunnen controleren de spullen daar terdege in orde. De tweede goede raad is: aangezien het een reis is die toch al een paar centen kost moet u er nog maar een paar extra tegenaan gooien en voor de eerste keer dat u te vissen gaat, u verzekeren van de diensten van een visgids. Want weliswaar zijn er, overal langs de kust van de Street of Georgia, prima visboten te huur, en de (over het algemeen bijzonder hulpvaardige en plezieri ge) Canadezen zijn altijd best be reid bezoekers informaties te ge ven, maar bedenk dat u daar echt als een kat in een zeer vreemd pakhuis staat, bovendien uitgerust met twee linkerpootjes, want u kent het water niet en u kent tien tegen één de gewoonten van de zalm niet, want zalm vissen, daar kom je op déze wijze in Europa niet aan toe. Het gaat namelijk met bootjes. En naar Nederlandse begrippen is niet, zoals in Noorwegen, Schotland en Ierland, van de kant af. En je vist ook niet met zalmvliegen en lepels en zo (al wordt dat wel ge daan, en niet zonder succes), maar vooral met haring als aas, levend dan wel diepgevroren. Als u een gids huurt (er zijn er honderden), huurt u een man met een boot en hengels en aas. Een heel goede gids ik ben drie keer met hem meegeweest, en elke keer was het een feest is Norm McGill, een jonge vent, hier gebo ren, op zijn twaalfde jaar al elk vrij moment op het water, en na een diensttijd van vijf jaar bij de Cana dese marine nu visgids. Hij heeft >'n gids niet goedkoop. een schitterende boot, is vriendelijk en hulpvaardig en eenvoudig bezeten van vissen. We hadden de eerste keer dat we erop uittrokken een sofdag. Dat kan natuurlijk overal gebeuren. Maar het was zijn eer te na! „We gaan morgen weer als je wilt", zei hij, „en dan geef ik je dertig procent korting want wat er vandaag is gebeurd is echt te gek. Je zult zalm vangen!" Voor alle zekerheid geef ik zijn adres: Norm McGill, General Deli very, Merville (B.C.), Canada VOR- 2MO, telefoon 337-8336. Naar Nederlandse begrippen is zo'n gids niet goedkoop. Tussen de 20 en 28 dollar moet men rekenen, wel inclusief alles, dus boot en hengel en aas. Per uur, wel te verstaan! Plus de visvergunning, die voor buitenlanders tien dollar voor drie dagen is, dat wil zeggen voor het vissen in zout water. Voor zoet wa ter is een aparte vergunning nodig. Ik heb het al eerder geschreven: vergeleken met zo goed als alle an dere landen die ik ken is het vissen in Nederland, hoe vaak er ook ge kankerd wordt op hengelbewijzen en bijdragen en akten en zo, spot goedkoop. Maar ter zake. Ter zake is dat een man als Norm McGill het allerliefst voor dag en dauw uitvaart, in het pikkedonker, dat zijn prachtige boot met 60 km per uur of zo over het water ijlt, en dat hij daar waar de stroom fel langs rotseilandjes schiet zegt, dat déór de haring overboord moet. Diep vissen, Norm? Houd maar rustig achttien tot vijfentwintig meter aan. Als het licht wordt zie je dat je waarachtig niet alleen bent op het water! Op mooie dagen, en zéker als de mare rondgegaan is dat er zalm is gevangen, liggen er in de prachtige wateren voor Campbell River werkelijk vele honderden visbootjes. Maar niet alleen hier; in heel de zeestraat, van Vancouver af tot de noordpunt van Vancouver Island, wordt gevist. Ik zal het nu nog sterker vertellen: Campbell Ri ver mag dan internationaal een grote faam hebben, en terecht, maar beste zalm is ook elders in de zeestraat te vangen, bijvoorbeeld voor het plaatsje Courtenay, of waar ik er zelf met Norm McGill zes op één middag ving, mag ik dat even vol trots vermelden? rond om het eilandje Hornby, nog wat zuidelijker in de zeestraat. Er zijn verscheidene soorten zal men die hier gevangen worden: co- ho's, chinooks (de meest begeerde), pink, sockeye, spring. De chinook wordt de grootste, die kan zelfs wel dertig kilo halen, de pink is de kleinste, die leeft maar twee jaar en haalt zelden meer dan 2,5 kilo gewicht. Een zalm aan de haak, dat is iets ongelooflijks, zelfs als je (zoals hier) met zwaar materiaal vist. De aan beet is over het algemeen niet eens zo fel, men vist trollend en ziet in eens wat rukjes, iets zoals bij ons thuis van schar maar wel veel fel ler en gedecideerder. Maar né de aantik mensen nog toe! Ik ving een coho van ruim vier kilo die bij zijn eerste run zeker 25 meter van die zware lijn door de slip trok, die vijf van die runs nam, en almaar boven water sprong, eer ie rijp voor het net was. En een chinook die een vijfponder, dus echt geen reus na een dril van zeker tien minuten bij de boot nog een gierende run nam toen ik dacht dat ie al vlot was uitgeteld. Alles, gek genoeg, aan bevroren haring. Aan levende haring lukte het mij niet. Bij een aanbeet aan levende haring moet je namelijk niet aantikken maar juist loos geven en dat zijn wij niet gewend. In een paar uur leer je dat ook niet. Tenminste ik niet. Er is nog wel iets te vertellen over dat zalm vissen aan Canada's west kust. Mag ik er nog een keer op te rugkomen? A. C. W. VAN DER VET

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 21