cipiëel: in de ulpende zuchtende nktrol en de pastei toe We moeten de handen lit de mouwen steken" Regering bereid korting op riolering in te trekken f- •- Meubelboulevard bijna volgeboekt Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in _deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. CeidóeQowuvnt VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1984 PAGINA 5 Filmhi 0 ide 94 'rs'„CJ 1 traditi gitai n krant van vijfenze stig jaar, driekwart v. Niet zo vreselijk maar toch wel van respectabele leeftijd. ii dagblad voor stad en meiand, met twee we- i uur i doorlogen in de schoe- oudefi en daaromheen de eidelijk uitgedeelde ippen van „aardver- luivingen" aan techno- ;ische ontwikkelingen levensbeschouwelijke narc/ufwentelingen. Je be- naf tiéh met een courant, en ben je in eenzelfde revenheid met een int bezig: Daar is wel [t een en ander omge- jan, sinds „Vrijdag 1 jonrfjtober 1909". De verhe- an eejn taal is inmiddels 'erdeijrdwenen, overspoeld >r dnor eigentijdse clichés. Zu c passen ons aan, niet- n pr? De Leidse Courant iDe Leidsche Courant et meer. Vooral de fitste twintig jaren is er jhakt en, gekneed, ge- rUnne)rmd en hervormd. De iar ee^omsche verworven- ter leiid van de eerste de- Zoetei|nnia van deze eeuw is V4gelopen tot een medi- 0 eh van informatie die |edere christelijke la- in dekt. Nu het feestge- juis van 1984 op het jnt staat te culmineren een grootse receptie in maaè Waag, wil ik toch nog Iwee/en met u terug, de •ruaic.-geschiedenis in. ki1 ■4b rtobe^ maar eens een globale ornM"jrakterschets van de 75-ja- Leidse Courant, „van Ijl tot nu". In 1909 werd prinsesje Juliana, Kind Staat, geboren, en de na- kraaide victorie. De prins in geen kwaad meer doen. hadden onze eigen dinaal: gepurperde Wil- van Rossum, redempto- rsveri*1- l'K denk hierbij aan mijn getrefkehjkse rubriek „Het Ge- tefljJjstreerd Zondagsblad" van is er J^ar geleden: een feestelij- opsomming van zovele >mse wederwaardigheden, trouw aan" het protestantse gshuis. Ach, wat was Leidse Courant vroeger? doorsnede wordt gele door een feestelijke iet een geel koordje bijeen- ouden) brochure anno 1929, getiteld: „De Leidsche Courant in haar dagelijksche wording" (hoewel de krant in 't Frans steeds een meneer is). Dat was twee jaar nadat de L.C. het pand en de wacht aan de Papengracht had be trokken. „Tempel der persgodin Vlak vóór de crisis schreef een (wijlen) collega, mr. Hein Geise, in dat werkje: „Dage lijks komt de krant als een goede vriend uw huis binnen en vertelt u wat al nieuws en wetenswaardigs hij voor u bijeengegaard heeft over de geheele wereld". En hij leid de het hele lezersbestand des tijds binnen „in den tempel van de persgodin" (het lijkt waarachtig wel een kraam kamer) „om u te ontsluieren het geheim van haar attribu ten zooals inktrol, pen en potlood, papier en draaiende cylinders om maar te zwij gen van schaar en lijmpot en den vermaarden journalistie- ken duim". Maar helemaal „safe" was die goede collega hoewel een benijdenswaardig stylist toch niet. Al in de eerste zin van zijn apologie ging hij struikelend in de fout: „Het dagbladbedrijf behoort tot één der modernste en tevens tot één der meest interessan te bedrijven van onzen tijd". Hij had (met zijn klassieke opleiding) moeten weten, dat „het dagbladbedrijf behoorde tot de meest interessante of dat het „één van de interessantste bedrijven van zijn tijd" was. Toch wel pijn lijk. Maar tegenwoordig zijn onze Scholen voor de Jour nalistiek op dergelijke ge- wrichts-mankementen inge speeld. Dat te beseffen geeft toch wel een prettig gevoel. Daar doen ze, echter, wel een forse spanne tijds over om zover te komen. De thans nagenoeg zeker he melse heer Geise (via vage vuur en door aflaten gerug- gesteund) begon zijn rond gang door het drukkend be drijf „bij uw brievenbus. Het moment, waarop de looper de gevouwen krant in dat ga pende muiltje aan uw voor deur wringt, is voor ieder krantenbedrijf het alles be- heerschende oogenblik. Dat is het doel en eindpunt van iederen dag ingespannen ar beid; daarnaar richten zich de werkzaamheden van al len". Er was nog geen typewriter Nadat de vestiging van de Leidsche Courant aan de Papengracht in maart 1929 met veel „pomp and circumstance" was ingewijd, werd deze foto gemaakt door Slegtenhorst, Nieuwe Rijn, Leiden. Op de voorste rij zit Haarlems bisschop mgr. Aengenent die de katholieke pers van Leiden met het lezersvolk „in den echt verbond: Ego conjungo vos" in het gezelschap van, onder anderen, de aanstichters der courant: klerikale en commercièle, principiële heren, trots en zelfbewust. In de achterste rangen, en in het verschiet, het voeten veegvolk dat zich het vuur uit de loodzware schenen moest werken voor een bete broods. beschikbaar. Laat staan een computer-beeldscherm. Onze toenmalige consorten draai den de dop van hun vulpen en begonnen, na veel aarze len, te schrijven. En 's avonds reden ze met de fiets of per bus naar omliggende gemeenteraadsvergaderin gen, en gaven de volgende ochtend, onder veel gekreun en geklaag, pennend gehoor aan hun droevige idealen. Van meester Geise zaliger herinner ik me, dat hij elke morgen eerst, met veel stille zorg, een sigaar uit de koker haalde. Daarna knipte hij ko lommen uit landelijke och tendbladen, ontblootte kalm zijn Parker, zette zijn „merk teken" (een O met een schui ne streep er dwars doorheen) links bovenin op een nog maagdelijk vel papier doorgaans ontnomen aan een telexrol stak de sigaar aan en begon bedaard zijn syn thetisch buitenlands com mentaar te schrijven. Dat waren beste tijden; vijf entwintig jaar geleden. Ik heb daar van geleerd. Maar het lood-tijdperk is ook vrij snel weer vergeten. Waar zijn de „stype", de „kalan der", de zethaak, de papieren matrijs gebleven! En „de steen" (die van metaal was). De letterbakken werden een jaar of tien geleden als han delswaar uit de meeste va derlandse zetterijen wegge- roofd en daarna in duizenden Nederlandse huiskamers als een „memento mori" met een fel heimwee aan de muren opgehangen, gevuld met snuisterijen. Noemen we nu nog, zoals een halve eeuw ge leden, de rotatie-pers „de trots van iedere drukkerij en het troetelkind van het per soneel?" Dat troetelkind gooide eertijds „wanneer hij in goeden luim is, er niet minder dan 12.000 exempla ren van zestien pagina's in een uur uit". De door de. machine gezette loden regels werden, volgens meneer Geise, „naast elkaar neergevleid op een „galei", een zinken plaat met aan drie zijden opstaande ran den". En „O wee, als het zet sel op den grond valt, dan ligt alles „in pastei", en is soms het werk van een hal ven of zelfs een heelen mor gen naar de maan. En dan krijg je weer een nerveuze jakker-stemming..." Een galei in pastei. Dat kan niet meer, helaas. Nog even meester Geise, die een teer punt raakte: „Van het zetsel wordt eerst een proef „getrokken", welke proef door den correc tor van fouten wordt gezui verd. Het moge u duidelijk zijn, dat de geheele regel wordt overgezet, indien er slechts één foutieve letter in voorkomt. Maar dan is het ook duidelijk, dat de zetter bij dit opnieuw zetten weder om een andere fout in de re gel kan maken. Echter, de snelheid van het krantenbe drijf laat niet toe, dat je aan den gang kunt blijven...", waarmee meteen „het myste rie van de dubbele regels" wel verklaard lijkt. Geise had van nature veel gevoel voor betrekkelijkheid. Nijpende behoefte In het Leids Jaarboekje van 1963 gaf de bijzonder taalge voelige dr. J.P.Duyverman, jarenlang ook liberaal lid van de Leidse gemeenteraad, een historische visie op „de Leid se pers". Ook „De Leidsche Courant" „een r.k. orgaan, en voorziend in een voor ka tholieken nijpende behoefte" kreeg daarin een plaats. „Hoewel de r.k.-pers hier ter stede al lijkt aan te vangen in 1879. Op 5 juli van dat jaar verscheen het eerste nummer van Leidsch Weekblad, Cou rant voor Leiden en Omstre ken^', zoals Duyverman had gecohstateerd. En de toenma lige weekbladredactie van roomse signatuur schreef in een inleidend artikel: „Men heeft ons zoolang verweten dat wij ten achteren waren; welnu, wij willen vooruit gaan. Wij willen onze rech ten als Katholieke Nederlan ders handhaven". Ferme taal. Zes jaar later doofde het vuur van het Leidsch Week blad. Duyverman moet, bij het registreren van deze fall out, fijntjes geglimlacht heb ben. Ik ken hem, die oude, verfijnde Thorcecke-aanhan- ger. Tegen 1909 drong de kerke lijke overheid bij de grote ka tholieke bevolking in deze streek aan op het lezen van een katholiek dagblad. Duy verman geeft me uit de Leid sche Courant te citeren: „...en het is genoegzaam bekend, dat onze Paus, Z.H.Pius X, als patriarch van Venetië, de verklaring heeft afgelegd, zijn Bisschopsring, zijn borst kruis, ja zelfs zijn kardinaals- kleeding te willen prijsgeven, als het zijn moest, om de Ka tholieke pers geldelijk te hel pen". Iets verder heette het: „De lezers der Leidsche Cou rant hebben geleerd om in politieke aangelegenheden niet langer te zeilen op het kompas der vrijzinnigheid, dat steeds den een of anderen populairen vrijzinnige „be kend als een humaan en goed mensch" naar voren schoof en daardoor de kansen van een principiëlen Katholiek verzwakte". In '63 vroeg dr. Duyverman zich af: "Hoe zou de redactie aan de Papen- gracht het thans formule ren?" Welnu, de redactie van '63 was „heel principieel". Twintig jaar geleden was het nog buigen of barsten. Toen kwam de stroomversnelling (de zoveelste in de loop der eeuwen) waarin ook deze krant werd meegezogen, en nog steeds is de redactie prin cipieel. Op een bredere basis gewetensvol proberend, be grip voor veel vraagstukken te kweken. De Leidse Cou rant is van d'r leven niet voor niets opgericht, in 1909. PONS KROESE OP DE BRES VOOR DE „ONTEERDEN": iERSWOUDE „In lezing „Mag de Kerk gen?" wil ik zeggen F dat niet mag. We heb- aan te klagen overal r mensen onteerd den. Dat moet de kerk de daken schreeuwen, ikzij de communicatie- delen is de wereld ons geworden. Nu kun- we niet meer zeggen: habe es nicht ge last". Dat is voor mij de van de Tweede We- orbe ioorlog. Als we preten- enheen achter Jezus van areth aan te lopen, ;en we als kerk ook zwijgen. Maar het is lakkeiijker om te de- o hofistreren dan om echt te doen. Daarom heb aan hongerstakingen igedaan. Bonhoeffer „Het gaat er niet om wij Gregoriaans zin maar we moeten ook handen uit de mouwen |Cen". Je kunt gemak- 0, ijk knus bij elkaar }n zitten en bidden en der niets. Dat noem ik stelijke zelfbevredi- Maar als ik deze vijf- ivintig jaar overzie, zie ?en verandering in het iken. Er ontstaan nieu- ideeën". Aan het 3e ')rd is Alfrons Kroese, in winciaal van de onge schoeide Karmelieten. Hij werd 25 jaar geleden in Venray tot priester ge wijd. Dit feit wordt zon dag gevierd. In 1963, nadat Alfons Kroese in Nijmegen was afgestudeerd bij professor Schillebeeckx, was hij een van de oprichters van het Diepgangcentrum aan de Rijndijk. De naam is afge leid van het tijdschrift Diep gang. Het centrum is ontstaan uit de behoefte van religieuzen aan een centrum waar onder meer cursussen en lezingen worden gegeven. Hier kunnen religieuzen zich bezinnen op de toekomst van het geloof en de kerk. Vooral na het Twee de Vaticaans Concilie dat veel veranderingen in de kerk te weeg heeft gebracht was de behoefte aan bezinning zeer groot. Voor de religieuzen, voor wie hij bisschoppelijk ge delegeerde is, schreef Alfons Kroese artikelen over bijvoor beeld „Religieuzen en kernwa pens", en "Mag de Kerk zwij gen?". Aktief is Alfons ook in het El Salvador-Kommittee. Twee maal heeft hij samen met an deren in de kapel van het An ker een El Salvador-wake ge houden van enkele dagen. Al fons ondervond toen kritiek van mensen, die bidden en vasten een goede zaak vinden, maar dat niet in verband kon den brengen met El Salvador. „Er zijn twee groepen: dege nen die zich fel inzetten, vaak wat grimmig, om structurele oplossingen te zoeken, en de genen die willen bidden en vasten, maar geen politiek binnen de kerk willen. De vraag is voor mij, hoe breng je die mensen op een verstaanba re manier bij elkaar". Spiritualiteit In 1982 was Alfons medeop richter van het Karmëlitaans Centrum voor Spiritualiteit (KSC). „Spiritualiteit leg ik voor mezelf uit alS: wie of wat beweegt mij (dat kun je God noemen of het Evangelie) en wat doe ik er mee? Het KCS is niet voor een soort geborgen heid opgericht, maar omdat je alleen samen de weg kunt vin den. Daar is wel voor nodig, dat je van jezelf houdt, want dan pas kun je van anderen houden, de weg naar God vin den". Alfons lijkt onvermoeibaar, ondanks zijn vele activiteiten en de ellende waarmee hij werd geconfronteerd. „Ik word niet gauw moe, omdat ik te veel aardige mensen ken. Dat geeft mij veel energie. Op dat punt ben ik een gelukkig mens. Maar er is ook verdriet. De honger, zoals in Afrika, de gezichten van die mensen die ik voor me zie, raken me diep. Ik word daar niet cynisch van, maar voel een groot verlan gen: hier moet iets gebeuren. Dat is een geschenk, maar ook een opgave. Ik knap er ook van op. In november ga ik weer naar Brazilië. Je ziet daar bij het lijden ook de vita liteit, de hoop en het verzet. Maar daartegenover moeten we ook een goede analyse ma ken van ónze samenleving. Pater Alfons Kroese voor het Diepgangcentrum in Hazerswoude. Het is erg voor jonge mensen zich overbodig te voelen en niets te mogen". Schatten Alfons heeft veel mensen ont moet, bekenden zoals Dom Helder Camara, Martin Luther King en moeder Teresa maar ook onbekenden, die van in vloed waren op zijn leven. „Het meest ben ik gevormd door de onbekenden, die op de rand van de samenleving wer ken. Die met de nek aangeke ken worden. Doodeenvoudig, door het leven sen. Ik geloof dat de maat schappij drijft op die mensen. Dat zijn schatten van mensen, in de echte betekenis van het woord. Ik hoop, dat die men sen op mijn feest zullen zijn". De zilveren priester wil geen persoonlijk cadeau ontvangen. Hij wil giften bestemmen voor twee doelen, die hem na staan: het Karmëlitaans Centrum voor Spiritualiteit en een kin- der-eettafel en polikliniek in Chili. Deze keus typeert hem, want Alfons Kroese is een man in wie inkeer en inzet verenigd zijn. JACQUELINE BOTING DEN HAAG Het rijk zal niet korten op de uit keringen aan plattelands gemeenten voor de aanleg van rioleringen. De staats secretarissen Van Amels- voort (Binnenlandse Za ken) en Koning (Finan ciën) zijn bereid deze.be zuinigingen te schrappen. Zij doen dit op aandrang van de Tweede Kamer. Alhoewel de bewindslieden in een overleg met de Kamer commissie van Binnenlandse Zaken nog niet formeel toe zegden hun plan in te trekken, is dit de betrokken Kamerle den ondershands wel te ver staan gegeven. De overheid betaalt sinds 1976 een deel van de kosten die ge meenten moeten maken om in bestaande woonwijken en ge bieden rioleringen aan te leg gen. Het gaat om wijken en gebieden waar nog geen riole ringen liggen, bijvooorbeeld omdat de aanleg erg duur zou zijn (ver afgelegen woningen). Er zijn nog gemeenten waar maar dertig procent van de woningen aangesloten is op een riool. Het rijk betaalt hieraan jaar lijks 200 miljoen gulden mee. Vorig jaar wilden de bewinds lieden de bijdrage binnen vijf jar afbouwen. Om daarmee een start te maken zou voor gemeentelijke plannen die na 1 juli van dit jaar binnenkwa men, niet meer de volledige subsidie gegeven worden. PvdA-kamerlid Hummel wees erop dat het hele plan van de overheid eigenlijk niet deugt. Binnen drie tot vier jaar zal 95 procent van alle panden in ons land aangesloten zijn op een riolering. De afbouw van de subsidie doorkruist dat echter. Hummel betoogde dat de aan kondiging van de bezuiniging ertoe geleid heeft dat veel ge meenten overhaast plaiyien hebben gemaakt. Daardoor is er een grote vraag ontstaan waardoor de prijzen van de benodigde materialen stijgen. Er moeten al spullen in het buitenland gekocht worden, hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn geweest, aldus Hum mel. De debatten in de kamercom missie Binnenlandse Zaken over de bezuinigingsplannen werden afgelopen woensdag nauwlettend gevolgd door de gemeente Lopik, dat zeven honderd percelen in lintbe bouwing langs de Lopiker We tering van riolering wil voor zien. Per aansluiting kost dat 11.000 gulden, waarvan het rijk er 10.000 voor zijn reke ning neemt via de „verfij ningsregeling", die al dertien jaar van kracht is. Die bijdrage zou, in de oorspronkelijke op zet, worden verminderd tot 8.000 gulden in 1985 en vervol gens elk jaar met nog eens 2.000 gulden. LEIDERDORP Het meubelcentrum dat bin nenkort zal verrijzen in Elisabethhof Leiderdorp is bijna geheel vergeven. Zeven bedrijven hebben zich tot nu toe aangemeld. Mijnders uit Leiden neemt het grootste gedeelte voor zijn rekening van de tota le oppervlakte van 22.000 vierkante meter: 5500 vierkante meter. Initiatiefnemer Stoutenbeek uit Beverwijk is een- goede tweede met 5000 vierkante meter. Baalbergen uit Katwijk krijgt 3550 vierkante meter, Kooreman uit Leiden 2250 vierkante meter, Het Slaapka mercentrum uit onder meer Leiden 1550 vierkante meter, het Belgische bedrijf Leder- land 1300 vierkante meter, en tenslotte is er nog een bedrijf uit de Leidse binnenstad dat 1000 vierkante meter neemt. Over de resterende ruimte, bijna 2000 vierkante meter wordt nog onderhandeld met een drietal bedrijven. Momenteel worden al de eèr- ste grondwerkzaamheden ver richt in Elisabethhof als voor bereiding op de bouw van „Meubelhof". Vandaag wordt ook het eerste bouwsel opge trokken: een directiekeet. De eerste paal wordt in de tweede helft van oktober geslagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 5