Havinck" een edendaagse crisis Vier uitstekende romans voor grotere kinderen Van geheimtaal naar nieuwe wereldvreemdheid ER „Gewoon een oorlogje" licht verteerbare roman over absurditeit oorlog Ccldóe Sotnant EFZEKER ROMAN-DEBUUT VAN MARJA BROUWERS rWEE RAPPORTEN OVER BEWAPENINGSVRAAGSTUKKEN )EKEN VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1984 PAGINA 17 de titelpagina van haar 67$uutroman „Havinck" at Marja Brouwers haar aal „een episode": Een urtenis dus, die geen 26|delijk begin of eind heeft, lat er zoveel aan vooraf is {aan en er nog van alles volgen. Een episode in leven, dat verdergaat, leven waar hier over •teld wordt is dat van Ha- een Amsterdams ad- siot^aat; de verhaalde episode vrij kort: een kleine tod. it verhaal begint met een ide. We treffen Havinck in 444® aanvang van het verhaal 26,&ihet crematorium, waar het o~ itaan van zijn echtgenote i79!ojdia wordt afgesloten: zij 1150 tiPt een paar dagen eerder i26ion gruwelijk auto-ongeluk 2o| °jiad. In de weken die daar- 280,'o« volgen is de lezer getuige 103-S[ji handel en wandel van 52,oavinck, die zich rekenschap ii2offt van zijn bestaan, en 2i57tn omgeving, zonder tot op- 324'Wjsingen Gf inzicht te ko- 329.s^n. l^l'Ojt is een klein wereldje 86.'5<to<J de wat in zichzelf ge- 443i°jferde Havinck, al lijkt hij 96io|ir alle kanten open te 363 örn" Behalve met collega's 222!ooudt hij er nogal wat con- 43 ^ten op na, ook buiten zijn 242.odwelijk om. Hij heeft een inojendin, waar zijn vrouw 4i',o#rigens alles van wist, 3480b t en Havinck hadden i29|if» weliswaar ongelukkig, si.9|iar dan toch „open" huwe- 54,oh Regelmatig brengt hij bij Vriendin de avond en de nacht door, heeft via haar kontakten met kunstenaars, waaronder een „performer", die steeds nieuwe projecten onderneemt, waar Havinck dan enige hulp in geeft. Lege contacten, lijkt wel. Het huwelijk met Lydia zit al vele jaren in het slop en reeds heel lange tijd is zij on der behandeling van een psychiater, die haar levens problemen eerder groter lijkt te maken, dan dat hij ze helpt oplossen. Havinck en Lydia hebben een dochter, Eva, die in deze lege situatie van een gezin, waar de twee ouders niets met elkaar heb ben en er nooit zijn, de ver dommenis in gaat. Een wereld vol ellende dus. De benadering hiervan door Marja Brouwers is in vrijwel elk opzicht wijs en door dacht. Niet de modieuze iro nie, die in Nederlandse rea listische romans over vastge lopen relaties vandaag de dag opgeld doet. Ook geen zwartgallig en in zichzelf ge keerd relaas van al het vre selijke, dat het leven over deze personen uitstort. De schrijfster observeert op een bijna koele manier wat haar hoofdpersoon doormaakt en laat de lezer er verder het zijne aan beleven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de wijze, waarop Marja Brou wers langzamerhand duide lijk laat worden, wat er met Lydia precies is gebeurd op die avond van het ongeluk. Een sensationeel verslag van dat gebeuren (het wordt steeds duidelijker, dat ze zelfmoord gepleegd heeft) ontbreekt: in een losse op merking hier, een kleine op heldering daar, soms in mis schien wel een terloopse no titie, wordt in de loop van de roman de ware toedracht van Lydia's dood onthuld. Een ander voorbeeld is het oordeel dat Havinck heeft over Lydia's psychische pro blemen en de hulp die zij zoekt bij haar psychiater. In flash-backs worden ruzies tussen Havinck en Lydia verteld, met name de grote ruzie die plaatsvond kort voor Lydia's dood. Zonder ironie, zonder commentaar op de gedachten, ideeën en denkwereld van de hoofd persoon (het verhaal wordt geheel vanuit zijn perspectief verteld), komt bij de lezer enige twijfel op. Heeft Ha vinck wel een juist inzicht in de problemen van zijn vrouw gehad? Is zijn visie op het fa len van hun relatie wel eer lijk? Is hij schuldig, met name aan haar dood? Je zou Havinck op het eerste gezicht inderdaad „onaange daan" kunnen noemen, zoals het boek hem zelf typeert. Die houding is een keuze: Havinck wenst zich, na zo veel jaren worstelen, niet meer uit het veld te laten slaan. Over die houding kun je je twijfels hebben, zoals je je ook kunt afvragen, wat er met die Havinck nog te ge beuren staat, na afloop van de door Maija Brouwers be- Marja Brouwers. schreven episode. Hij heeft immers niets opgelost in zijn crisis. In dit subtiele be schouwen blijkt deze debu tante een meester: met groot vakmanschap bouwt zij haar verhaal op, plaatst zij flash backs tegenover het heden, houdt zij afstand van haar hoofdpersoon. „Havinck" is opvallend trefzeker geschre ven, waarbij het genre van de roman met een ogen schijnlijk enorm gemak wordt gehanteerd. Dat het hier niet gaat om zo'n de buut, waarin de auteur zich zoals tot vervelens toe ge beurt begraaft in herinne ringen aan eigen verschrik kelijke jeugdjaren, is ook op vallend. Maar Marja Brouwers heeft duidelijk een roman (over mensen die levensecht zijn, zonder uit eigen herinnerin gen te zijn opgediept) tot stand gebracht. „Havinck" is een overtuigend debuut. JAN VERSTAPPEN Marja Brouwers: „Ha vinck" -een episode. Ro man. Uitgave De Bezige Bij. Prijs ƒ27.50. jke oorlog is een absurditeit, |n vergissing op bovenmen- lijk formaat, een belachelijke 242 ofding van het lot, met helaas i5i!o£nder lachwekkende gevol- ]4° ®^n. Hoe absurd blijkt meestal I3s3chts uit de anecdotes, de be- i44,oivenissen van individuele fl^rsonen. 22.'53ewoon een oorlogje" van de ,85A»ge Engelse auteur William i4s.'oobyd handelt over een van de 3®-®°[eest ridicule en tevens tries- :io!ookhsen uit de Eerste Wereld- 39,7olAjg, toen tot dat moment g'g^fcrst vreedzaam levende 34iopênsen in Brits- en Duits ist-Afrika van het een op iet andere moment in het rijgsgeweld werden gedom- eld. jyd vertelt zijn verhaal aan hand van de belevenissen in de broers Felix en Gabriël ibb in Engeland, de Ameri- lanse planter Temple-Smith Brits-Oost-Afrika en de uitse boer Von Bishop in het uitse gedeelte. Zij allen wor- en meegesleept door wat door >gerhand wordt besloten, en hun bezittingen in andere anden overgaan, hun familie den sterven. Alleen de wijze aarop dat gebeurt verschilt )gal met wat er in Europa ibeurde. moet Temple-Smith erva- n hoe zijn buurman Von Bis- Dp plotseling op de stoep staat n al zijn bezittingen namens Duitse keizer te confisce- n. De overdracht gebeurt in Ie vriendelijkheid, er valt ien onvertogen woord. Von Bishop belooft goed op de spullen te passen, tekent zelfs een schuldbekentenis en wuift de weggestuurde familie Smith vriendelijk gedag. „Dit is eigenlijk heel vreemd ale- maal, het is net alsof we uitge zwaaid worden op een vakan tiereisje", denkt Smith dan, zonder ook maar even het idee te hebben dat er zojuist een oorlogshandeling werd ver richt. Toch, ondanks de vaak uiterst humoristische gebeurtenissen, achtervolgt De Dood elke hoofdpersoon. Die komt in het boek van Boyd altijd in zijn meest verrassende gedaante. Gabriël Cobb, die als soldaat vanuit Engeland naar Oost- Afrika wordt gestuurd, wordt als gevolg van een taalkundig misverstand tussen Von Bis hop en diens inlandse onder geschikten onthoofd. Von Bis hop zelf sterft aan het eind van de oorlog aan influenza. Die ziekte velt meer Duitsers dan de oorlog zelf. Felix Cobb ontsnapt ternauwernood aan een per ongeluk afgevuurde kanonskogel, terwijl talloze bijfiguren tegen de door eigen partijen afgeschoten kogels aanlopen. De waanzin van de oorlog blijkt vooral uit het feit dat na de eerste aanvalsgolven van de Duitsers, het Engelse leger zich met niets anders be zighoudt dan de achtervolging van het keizerlijke leger, door heel Duits-Oost-Afrika heen. Echte veldslagen blijven ech ter uit. Bovendien duurde de Eerste Wereldoorlog in deze uithoek van de wereld nog eens twee weken langer dan elders, simpelweg omdat nie mand er aan dacht de betrok ken legers te informeren. Boyd, die met zijn eerste boek „Gewoon een beste kerel" al in de Engelse literaire prijzen viel, heeft de stijl die ook het werk van bijvoorbeeld Kings- ley Amis kenmerkt: zijn hoofdpersonen zijn vaak on uitstaanbaar Brits, lopen met een gigantische bord voor hun kop maar weten al snel door hun pech en onvermogen de sympathie van de lezer te win nen. De situaties waarin ze zich bevinden zijn vaak heel absurd en ze schijnen het noodlot maar niet te kunnen ontlopen. Het maakt „Gewoon een oorlogje", ondanks de se rieuze ondertoon die door het boek loopt, uitermate licht verteerbaar. KOOS VAN WEES William Boyd: Gewoon een oorlogje. Humoristische ro man over de Eerste Wereld oorlog in Oost-Afrika. 341 blz. Prijs ƒ27,50. Bij de jubilerende uitgeverij Lemniscaat is onlangs weer een keur aan kinderboeken verschenen. Onder deze uitga ven zijn er vier overigens allemaal door vrouwen ge schreven die bestemd zijn voor voor de grote kinderen: "Medeplichtig" van Anke de Vries, „Wonderkinderen" van Thea Beekman, „Na de brand" van Gunnel Beekman (verta ling)" en „De Witte Wolf" van Kathe Recheis (vertaling). „De Witte Wolf" Om met de laatstgenoemde ti tel te beginnen: „De Witte Wolf" is een boek, dat in het Duitse taalgebied zeer geest driftig is ontvangen. Het lijvi ge boek stond geruime tijd op de Bestsellerliste Jugend Lite- ratur in Duitsland en werd in 1983 bekroond met de Jeugd boekenprijs van de stad We nen. Het werk bereikte een vierde plaats van „La vache gui lit" (de lezende koe) in Zu rich en kreeg in 1984 de Oos tenrijkse Staatsprijs. Het boek, geschreven door de veelgelezen Oostenrijkse jeugdboekenschrijfster Kathe Recheis, is een mengeling van fantasie, werkelijkheid, span ning, magie en toekomst. Het is niet overdreven te zeggen, dat de vertelkunst in dit boek een grote hoogte heeft bereikt. Hoofdpersoon in het verhaal is de jongen Thomas, die in het bos een merkwaardige erva ring heeft. Het is, alsof hij wordt geroepen en als hij op kijkt ziet hij aan de rand van het bos een witte wolf staan. Het dier straalt een licht uit, dat Thomas nog nooit heeft gezien. Meegelokt door de Witte Wolf komt Thomas te recht in een andere wereld. Daar wordt het land Imar be dreigd door het machtige leger van de Grote Hond, die over het buurland Aran heerst. Imar, een meisje uit Imar, be sluit samen met Thomas en Alwin, een vluchteling uit het leger van de Grote Hond, haar land van de dreigende onder gang te redden. Na veel merk waardige avonturen lukt het hen uiteindelijk de Grote Hond met zijn eigen wapens te verslaan. Als dat gebeurd is, moet Thomas weer aan huis denken. In het bos, waar zijn vreemde avontuur begon, ver vaagt de herinnering aan alles wat hij heeft meegemaakt langzaam maar zeker en ten slotte lijkt het, alsof hij alles alleen maar heeft gedroomd. Thomas verheugt zich op het weerzien met zijn ouders en zijn zusje. De Witte Wolf is duidelijk een allegorisch boek, waarmee de schrijfster de werkelijkheid een spiegel wil voorhouden. Er komen thema's als machtsmis bruik, uitbuiting en onder drukking van mens en natuur in voor. Dit bijzonder span nende, meeslepend geschreven boek kan ook voor volwassen lezers bijzonder interessant kan zijn. Na de brand „Na de brand" is eveneens een vertaling. Het boek is van de hand van de zweedse schrijf ster Gunnel Beekman, die in Nederland bekend werd met haar eveneens bij Lemniscaat uitgebrachte boeken „Toegang tot het feest", „Mij overkomt dat niet" en „Een leven voor jezelf". „Na de brand" gaat over vier jongens en twee meisjes, van wie het huis waarin zij met el kaar woonden afbrandt. Van het huis blijft niets meer over; alleen de zwartgeblakerde schoorstenen staan nog over eind. Charlie ligt in het zie kenhuis en leest daar in zijn dagboek, dat tussen de puinho pen werd teruggevonden. Hij leest over het verleden: een tijd van plezier en van vriend schap. Maar tevens een tijd van eenzaamheid en jaloezie en ruzies. Nu, na de brand, is alles anders. Eén van de jon gens, Alexander, is spoorloos verdwenen. Zou Alexander de brand soms hebben aangesto- 1HEA BECKMAN' ken? Er wordt beweerd, dat Alexander op school geld zou hebben gestolen, maar Charlie kan het toch niet geloven. De anderen, die Alexander nooit erg hebben vertrouwd, hebben de politie al ingeschakeld. Vol gens hen is de nu verdwenen knaap nooit te vertrouwen ge weest. Charlie kan door hen niet tot andere gedachten wor den gebracht. Hij blijft in de onschuld van Alexander gelo ven. Hij is er van overtuigd, dat hij niets met de brand te maken heeft gehad. W onderkinderen" „Wonderkinderen" van de be kende Nederlandse Jeugdboe kenschrijfster Thea Beekman goede wijn behoeft geen krans is een boek, dat voor kinderen in de brugklas-leef tijd heel herkenbaar is. Dit op merkelijke boek gaat namelijk over kinderen in de brugklas. Het thema van het boek is, precies zoals de titel al aan duidt: wonderkinderen, hoog begaafde kinderen, die het vaak veel moeilijker hebben dan wel wordt gedacht. Het verhaal gaat over Tom en Wijntje, die de hele lagere school bij elkaar in de klas hebben gezeten. Ze waren al tijd onafscheidelijk en werden, vanwege het feit dat ze allebei altijd zo makkelijk konden le ren, altijd wonderkinderen ge noemd. Nu ze allebei tien jaar zijn en naar de brugklas moe ten, dreigen zich hun wegen te scheiden. Wijntje gaat naar het gymnasium, maar Tom moet van zijn ouders, die al dat ge leer maar poespas vinden, naar de l.t.s. Tom's vader staat op het standpunt dat je er komt als je een goed vak leert Het is dus geen wonder dat de brugklas voor de „wonderkin deren" een ware ramp is. Wijntje mist Tom enorm en Tom zelf voelt zich op de l.t.s. verre van thuis. Hij wil ook naar het gymnasium. Samen met Wijntje verzint hij van al les en nog wat om zijn ouders ervan te overtuigen dat hij op het gymnasium veel beter op zijn plaats is dan op de l.ts. Al les is tevergeefs. Tenslotte on derneemt Tom iets, dat uitein delijk wel resultaat heeft. Maar dat is wel een levensge vaarlijke onderneming. „Medeplichtig" Anke de Vries is in „Mede plichtig" van historische feiten uitgegaan. Het spannende ver haal is gebaseerd op het drama van een moord, lang geleden in een Frans dorp gepleegd, waarbij onschuldige mensen werden veroordeeld en gevan gen gezet. Het boek berust voor een deel op de feiten, die in werkelijkheid erger waren dan in dit jeudgboek kon wor den beschreven. „Wat ik ge daan heb", aldus de schrijfster in een korte inleiding, „is een mogelijke oplossing aandragen voor de moord op de jachtop ziener. De echte dader is tot op heden nog niet gevonden". Het verhaal gaat over Marcel- la, de dochter van de man die 25 jaar geleden als moordenaar werd veroordeeld. Ze is ervan overtuigd dat hij onschuldig is veroordeeld en erger dat het hele dorp dat ook wisL Ieder een heeft, uit angst voor zijn eigen hagje, gezwegen. Marcel- la, die vastbesloten is uit te zoeken wat er 25 jaar geleden nu werkelijk is gebeurd, ver acht de mensen in het dorp, die hun mond hebben gehou den om zelf buiten schot te blijven. Ze heeft echter be wondering voor Theresa Pon- ti, de onderwijzeres, de enige die destijds wel haar mond durfde opendoen en die het openlijk voor Marcella's vader heeft opgenomen. Marcella neemt het besluit deze moedi ge vrouw op te zoeken en over haar plannen in vertrouwen te nemen. Een woord van lof is overigens op zijn plaats voor illustrator Dick van der Maat, die zo'n beetje alle jeugdboeken van Lemniscaat en ook deze vier weer van uitstekende omslagillustraties voorziet. Zijn tekeningen nodigen uit tot lezen. En daar gaat het uit eindelijk om. LEO HENNY Kathe Recheis: De Witte Wolf". Vertaling Johan Nieuwenhuizen. 298 blz. Prijs ƒ29,50. Gunnel Beekman: Na de brand Vertaling Emmy Weehuizen. 117 blz. Prijs ƒ16,50. Thea Beekman: „Wonder kinderen". 126 blz. 19.50 Anke de Vries: „Medeplich tig". 152 blz. 22^0. Alle boeken uitgegeven door Lemniscaat was een tijd dat de kennis er kernwapens en aanver- •ante zaken opgeslagen was ij een kleine kring van mili- lire deskundigen en politici, eze verzorgde niet alleen de oorlichting over dit vraag- uk, hun opvattingen waren feite ook beslissend voor het leid. De gemiddelde burger- an had geen weet van het ernwapenvraagstuk. Er werd oor hem gezorgd. Toen op het .oo ind van de jaren vijftig een fdeling houwitsers van de oninklijke Landmacht werd itgerust met atoomgranaten. - een van de zes atoomtaken ie Nederland sindsdien ver uit was daar nauwelijks iftrie over. In die situatie &am lange tijd geen veran- éring. 'as in de tweede helft van de iren zeventig zouden de plei- ooien van vooral IKV en Pax hristi inzake ontwapening r'/e orgen voor een forse omwen ding in de publieke opinie. ha het massale protest op de traat kreeg ook de alternatie ve bestudering van het bewa- >eningsvraagstuk meer be- 'fy. tèndheid. De uitgangspunten radicaal verschillend van b lie van de vroegere deskundi- {en en militaire publicisten. /4 Terwijl voor de eersten het ,2ü lut en de overwegingen cen- o raai staan die tot bepaalde mi- r:. itaire beslissingen hebben ge leid inzake de kernwapens, beklemtonen de alternatieve publicisten de waanzin van de overbewapening, vaak zonder zich erg druk te maken om de militair strategische overwe gingen, die tot bepaalde beslis singen hebben geleid en nog leiden. Het streyen naar wa penbeheersing en een zo sterk mogelijke terugdringing van de rol van kernwapens over heerste in hun publicaties alle andere kanten die nog aan de zaak vastzitten. Niettemin, leuzen en overtui gingen zijn niet genoeg en het mag dan ook winst heten dat na het debat van de afgelopen jaren de met ontwapening geëngageerde publicisten, voor een niet onaanzienlijk deel afkomstig uit de institu ten voor vredesvraagstukken van een aantal universiteiten zich verdiepen in de mili taire en politieke dilemma's die hun standpunten oproe pen. Het Jaarboek Vrede en Veilig heid dat de Vrije Universiteit onlangs heeft geïntroduceerd, probeert een zo helder en sy stematisch mogelijk overzicht te brengen van de huidige stand van zaken op het gebied van de bewapening en de ont wikkeling binnen de vredes beweging in relatie tot Neder land. Er is niet alleen aan meegewerkt door tegenstan ders van de plaatsing van nieuwe kernwapens; er zijn ook deskundigen bij van het ministerie van buitenlandse zaken en van Clingendaal, het instituut voor internationale betrekkingen wiens voorgan ger het NIVV, de inzichten aan de politieke en militaire top toegankelijk maakte. Het boek is complementair op gezet. Ieders deskundigheid op een welomschreven terrein is in het boek verdisconteerd. Het waarschuwende vingertje blijft in de meeste bijdragen achterwege. Gelukkig, want wie én wil beschrijven en wil deelnemen aan het debat, ver troebelt in hoge mate het zicht op de zaak zelf. Dit euvel blijft slechts tot enkele bijdragen be perkt. Het boek is voorzien van een groot aantal grafische toelichtingen, die de lezing van dit taaie onderwerp in ie der geval vergemakkelijken. Verwonderlijk is wel dat de samenstellers het juni-besluit, het belangrijkste besluit in Ne derland ten aanzien van de kernwapens niet meer in hun boek hebben verwerkt. Voor de meer internationale aspecten van de bewapenings- problematiek moet men te recht bij het jaarboek van het SIPRI, het Zweedse vredesre- searchinstituut. De zeer sterk verkorte Nederlandse bewer king is ditmaal uitgevoerd on Onderzoeker Sverre Lodgaard van het SIPRI en Hylke Tromp van het Groningse instituut voor polemologie bij de presentatie van het SIPRI-rapport deze week in Den Haag. der leiding van de Groningse polemoloog Hylke Tromp. Voorheen werden de bewer kingen uitgebracht door het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken onder de titel Wapenfeiten. In vergelij king met de heldere presenta tie van het NIVV kan de hui dige uitgave geen verbetering worden genoemd. Het boekje lijdt aan een overmaat aan oordelen, die niet met feiten worden onderbouwd. De sa menstellers aarzelen tussen aanbevelingen en beschrijvin gen, waar soms een ongeloof waardige spanning tussen be staat. In sommige passages wordt aan de kernwapens een louter militaire i^ol toebedacht en jde politieke betekenis doel bewust genegeerd, in andere daarentegen wordt die politie ke rol weer wel onderkend. Er wordt een weg gewezen door de militaire doolhof zonder dat de omgeving voor de lezer wordt verkend en dat heeft tot gevolg dat de lezer niet in staat wordt gesteld zelf te oor delen. Tromp schrijft dat andere pu blicaties op het gebied van de bewapening, die van het Insti tuut voor Strategische Studies in Londen bijvoorbeeld, wei nig geloofwaardig zijn inzo- verre zij er alle op uit zijn poli tieke doeleinden te dienen. Alsof dit voor Tromp c.s. niet geldt. Het is maar de vraag welke politieke doeleinden de beste zijn, die ene uiteraard uitgezonderd die eruit bestaat dat een kernoorlog moet wor den voorkomen. Dergelijke rapporten, die van het IISS maar ook die van het SIPRI, worden steeds geschre ven vanuit een bepaalde poli tieke optiek. Het zou volko men onlogisch zijn als dat niet gebeurde! Het is natuurlijk on zin te suggereren alsof de op tiek die wordt geventileerd in de Nederlandse bewerking van het SIPRI-rapport de enig juiste is. Het SIPRI is een on derzoeksinstelling van een neutraal land. In de vroegere Nederlandse bewerkingen werden de objectieve feiten die de Zweedse onderzoekers, met name ten aanzien van de in cijfers uitgedrukte machts verhoudingen hadden opge spoord, in dank aanvaard. De conclusies, daaraan verbon den, werden echter terecht niet allemaal voor zoete koek geslikt. De huidige bewerkers hebben daar geen moeite mee. Het is echter niet reëel zoals Tromp doet te suggereren als of men geen deel uitmaakt van het NAVO-bondgenoot- schap en dus in geen enkele relatie staat tot de bestaande wapenarsenalen. Van Zweedse onderzoekers die wonen in een neutraal land is dat nog te begrijpen, van Nederlandse onderzoekers die er zo duide lijk blijk van geven niet te be seffen in welke context zij opereren, is het ongeloofwaar dig. Al met al blijft de vraag naar een gedegen handboek dan ook bestaan. Het Jaarboek van de Vrije Universiteit levert een aardige aanzet, maar blijft op veel punten te summier. De nieuwste Nederlandse bewer king van het SIPRI-rapport lijdt aan wereldvreemdheid. Wie dan ook nog suggereert dat in de laatste uitgave voor het eerst in Nederland gede gen materiaal beschikbaar komt, moet opnieuw op eigen onderzoek uit. PAUL VAN VELTHOVEN Jaarboek Vrede en veilig heid 1983/1984 van de VU Amsterdam. Uitgave Sam son. 280 blz. Prijs ƒ29,50. SIPRI-jaarboek 1984-1985. Uitgave Spectrum. Aula boek 752. 232 blz. Prijs ƒ17,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 17