'Ik wist nog geen eens dat
meneer Heineken bestond'
„Nadat het losgeld was betaald dacht
ik: nu is mijn leven niets meer waard
11
b
Moordenaar
Emmy Tami
blijkt voyeur
te zijn
GEHEUGEN LAAT VERDACHTE IN DE STEEK
Raadsels
rond
brein
HEINEKEN EN DODERER IN DIEPE ANGST
BINNENLAND
CeidaeSouomit
DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1984 PAGIN IT.
AMSTERDAM Voor
volgende week woens
dag, als de Heineken-
rechtzaak wordt hervat,
moet onderzocht worden
of de verdachte Frans M.
(30) al dan niet krank
zinnig is. Een psychiater
moet bovendien nagaan,
of opname in een obser
vatiekliniek wenselijk is.
Dit bepaalde de rechter mr
G. Bodewes na een wanorde
lijke ondervraging van Frans
M. over zijn aandeel in de
ontvoering van Heineken en
Doderer. De raadsman van
M-, mr. Moskowicz, had al bij
het begin van de zitting ge
vraagd de zaak tegen zijn
client aan te houden.
„Ik heb de afgelopen maan
den nog geen enkel zinnig
gesprek met mijn cliënt kun
nen voeren. Ik ben van me
ning dat hij hier niet terecht
kan staan", verzuchtte Mos
kowicz, die aanvankelijk bij
de rechter geen gehoor vond.
Bodewes: „We moeten tijdens
de rechtzitting maar bekijken
hoe het loopt. Frans M. heeft
toch al die tijd tussen de ont
voering en nu nog doorge
functioneerd".
De ondervraging van Frans
M., die zich eind december
vorig jaar vrijwillig bij de
Amsterdamse politie meldde,
stuitte echter op problemen.
„Ik weet het niet, ik heb
geen licht in deze zaak", ver
klaarde hij herhaaldelijk, als
de rechter hem ondervroeg.
„Ik heb het allemaal in boek
jes gelezen. Zo ervaar ik het
ook: of ik het lees".
Ook bij de ondervraging van
Jan B. (35), liet het geheugen
AMSTERDAM Wie is
het brein achter de ont
voering van Heineken en
Doderer? De Amster
damse huizenmakelaar
Jacob Klein met een niet
hoogstaande reputatie bij
huurders en krakers?
Robbie G. (35), die terug
kerend uit het Spaanse
Torremolinos op Schip
hol werd gearresteerd,
een dag voor Heineken
en Doderer uit hun cel
len werden bevrijd? Of
toch de jeugdvrienden
Cor van H. (26) en Wil
lem H. (25), die in de Pa-
rijse La Santé-gevangenis
wachten op de behande
ling van hun beroep te
gen uitlevering aan Ne
derland.
Veel is hierover gisteren, op
de eerste dag van het Heine-
kenproces, niet duidelijk ge
worden. Verdachte Martin E.
(21), had het over „een onbe
kende" als hij zijn halfbroer
Cor van H. bedoelde, van wie
hij ook opdrachten kreeg.
Voor iedereen in de rechts
zaal was duidelijk dat E. zijn
gabber in bescherming nam
vanwege de familieband.
Over de verantwoordelijk
heid van Robbie G. bestaan
veel twijfels. Volgens mensen
uit zijn omgeving was hij
daar niet pienter genoeg
voor. Dit wordt ook beweerd
door een Amsterdamse taxi
chauffeur, die zegt G. al zo'n
negentien jaar te kennen:
„Robbie het brein?. Ach, kom
nou, daar heeft hij de hersens
niet voor. Robbie is zo ie
mand, die in zijn eentje een
wereldoorlog voert, maar nog
geen vlieg durft dood te
slaan".
Hij is ervan overtuigd dat G.
wel op de hoogte geweest
moet zijn van de ontvoering,
ook al gezien zijn banden met
Klein, en de verdachten
Frans M., Johan B., en Cor
van H. „Hij heeft de boel ge
woon verlinkt. Robbie is bij
de politie gaan zingen en
daarom hebben ze hem al
leen die belastingfraude in de
schoenen geschoven. Ga
maar na, toen hij had gepraat
kwam alles in een stroom
versnelling, werden Heine
ken en Doderer bevrijd en
waren er al die arrestaties".
En terwijl hij over de bus
baan stuift: „De breinen zit
ten in Parijs, en Robbie heeft
het handig gespeeld". G. zit
momenteel een gevangenis
straf van een jaar uit.
de verdachte meermalen in
de steek. „Ik zou het niet
meer weten", repliceerde hij,
als de rechter hem herinner
de aan eerdere politieverkla-
ringen. Jan B., die de indruk
wilde wekken alleen als „ter
reinknecht" te hebben gefun
geerd, gaf wel toe de cellen
waarin Heineken en Doderer
gevangen werden gehouden
„met eigen handen" te heb
ben gebouwd.
„Maar ik wist niet beter of
het waren hondenverblij-
ven", aldus Jan'B., die regel
matig zelf de dossiers wilde
raadplegen voordat hij de
rechter antwoordde. Dat le
verde gezien de omvang van
de stukken (ruim duizend pa
gina's) nogal wat irritatie op.
„U kunt rustig van mij aan
nemen dat op pagina 872
staat wat ik u vertel", aldus
mr. Bodewes, maar Jan B.
bleef, gedurende de zitting
bladeren, alsof het de kwis
„twee voor twaalf" betrof.
Met de term „hondenverblij-
ven" wilde hij overigens
vooral aangeven, dat de cel
len voor Heineken en Dode
rer deugdelijk waren ge
bouwd. Tegen de term „hok",
zoals die in de processen-ver
baal wordt gehanteerd, had
B. bezwaar gemaakt. „Het
zijn verblijven!", aldus de
verdachte, die directeur was
van de failliete timmerfa
briek op het terrein waar
Heineken en Doderer wer
den vastgehouden.
Niet meer terug
Bij de ontvoering van Heine
ken en Doderer op woens
dagavond 9 november, waren
vier mensen betrokken, ver
klaarde Martin E. (20) gister
morgen voor de rechtbank.
Martin E., de jongste ver
dachte, werd het eerst onder
vraagd. Hij zou, zo luidde zijn
betoog, ongemerkt „tot mijn
nek" in deze zaak terecht zijn
gekomen. „Ik dacht eerst dat
het om een kraak ging", al
dus E, de onder meer de op
dracht kreeg vier auto's te
stelen. „Ik wist nog geeneens
dat Heineken bestond, todat
ik op de televisie over zijn
ontvoering hoorde".
De „bazen" van Martin E.:
Frans M„ Jan B., Willem H.
en Cor van H. (deze laatste
twee zijn momenteel nog ge
detineerd in Frankrijk), zou
den hem de dag na de ont
voering twee miljoen extra in
het vooruitzicht hebben ge
steld, als hij de verzorging
van Heineken en Doderer op
zich wilde nemen. „Er stond
veel drang achter", aldus
Martin, die verklaarde het
Mr. Moskowicz (r), de raadsman van Frans M., pleitte gisteren voor schorsing van de rechtzaak
tegen zijn cliënt. „Ik heb nog geen enkel zinnig gesprek met hem kunnen voeren". Officier van
justitie bij het Heineken-proces mr.R. Berger (I) vond dat er toch nog „lijn zat in de antwoorden
van Frans M. Links en rechts van deze verdachte: Martin E. en Jan B.
gevoel te hebben gehad „niet
meer terug te kunnen".
Volgens de jongste verdach
ten waren bij de ontvoering
van Heineken en Doderer
vier mensen aanwezig ge
weest, onder wie „meneer
X". Jan B, een van de vier
overige verdachten, ontken
de echter ten stelligste aan de
ontvoering te hebben deelge
nomen. „Ik ben er 'niet bij
geweest", aldus Jan B., na
raadpleging van de stukken.
„Ik heb de ontvoering ook
niet helpen uitdenken".
Wie dan wel deel hadden aan
de ontvoering van Heineken
en Doderer wilde Jan B. niet
zeggen. „Bepaalde personen",
zo zei hij. „Bepaalde perso
nen" zouden eveneens Hei
neken en Doderer hebben
verzorgd en het losgeld heb
ben begraven. Jan B. gaf wel
toe drie miljoen gulden voor
zijn aandeel in de ontvoering
te hebben gehad.
Weggegeven
Tot op neden is niet bekend
wat precies met het losgeld is
gebeurd. Frans M. zou zijn
voorschot tussen de drie-
en vijf miljoen gulden, op het
strand hebben verbrand en
de rest weggegeven aan
zwervers en liefdadige instel
lingen. Maar bewijzen zijn
daarvoor nooit gevonden. Bij
Martin E. en Jan B. werd zes
miljoen gulden teruggevon
den, maar uit een verklaring
van Jans' echtgenote zou blij
ken dat haar man zes miljoen
gulden was toegezegd. In
containers, die waren inge
graven bij de bosjes in Zeist,
werd circa 17 miljoen gulden
teruggevonden. „Al met al is
van het losgeld is nog acht
miljoen gulden zoek", conclu
deerde mr Bodewes.
Het was de bedoeling ge
weest Heineken en Doderer
dertig november vijf uur
's morgers, twee dagen na de
verdeling van de buit, vrij te
laten. Dat althans beweerden
de verdachten Jan B. en
Martin E. gisteren. Volgens
verklaringen van Heineken
en Doderer kregen ze al op
28 november een briefje
waarop stond: „Het losgeld is
Mr: Bodewes: „Ze moeten in
verschikkelijke angst hebben
verkeerd, elke minuut dat
die vrijlating uitbleef. Reali
seert u zich dat wel?".
Martin E.: „Over die vrijla
ting had ik niets te zeggen.
Maar mij werd verteld dat
het niet doorging omdat de
politie alsmaar patrouilleer
de. Het ging eenvoudig niet.
Toen is verteld, we stellen
het uit tot dertig november,
vijf uur 's morgens. Jan B.
had de sleutel. Samen met
hem zou ik ze wegbrengen".
Jan B. werd die ochtend op
straat bij het Okurahotel aan
gehouden. De politie ze
ventig man sterk had even
tevoren een inval gedaan bij
loods aan de Heiningweg.
Jan B.: „Ik had Martin niet
kunnen bereiken. De hoorn
lag bij hem van de haak. Ik
was op weg naar De Heining
om mijn laatste taak te vol
brengen: de vrijlating van
Heineken en Doderer. Maar
opeens was ik helemaal inge
sloten en voor ik het wist lag
ik op straat".
Voorbereiding
Bij de ontvoering van Heine
ken en Doderer is men zeer
grondig te werk gegaan,
bleek gisteren uit de eerste
verhoren. Martin E. kreeg de
opdracht vier auto's te stelen,
onder meer in Rotterdam,
Nijmegen en Rijswijk. In
Diisseldorf werd een typema
chine en briefpapier gekocht,
in Zeeland haalde Martin E.
plakletters voor blanco-num
merplaten en in Den Haag
werden twee fietsen gestolen.
Jan B. bekende, dat hij voor
de ontvoering van Heineken
en Doderer de beluchting
van zijn „verblijven" uitpro
beerde door dertig kaarsen in
de cellen aan te steken.
„Toen .ze bleven branden
wist ik dat het goed zat", al
dus Jan B.
Tijdens hun gijzeling hebben
de ontvoerders tweemaal ge
dreigd Heineken en Doderer
ernstig te verwonden, zo niet
te doden, als het Heineken-
concern niet met het geëiste
losgeld over de brug zou ko
men. In één brief aan de po
litie schrijven de ontvoer
ders: „Het terugkopen van
lijken is niet mogelijk". In
een tweede bericht, dat in
een kluis op het Centraal
Station in Utrecht werd ach
tergelaten, suggereren de
ontvoerders dat Heineken en
Doderer twee vingers zijn af
gehakt: „Eén vinger omdat
niet gereageerd is op onze
laatste eis en een tweede, om
dat er te veel politie op de
weg was bij het uitvoeren
van onze volgende op
dracht".
Op een polaroidfoto, die Mar
tin E. samen met Frans M.
zou hebben gemaakt, zijn
Heineken en Doderer te zien
met een strop om hun nek,
de handen in een mitella ge
wikkeld en zorgelijk kijkend.
Jan B. daarover: „Ik heb die
stroppen gemaakt, maar ik
wist wel dat we ze niet zou
den gebruiken. Er is nooit
sprake van geweest Heine
ken en Doderer te doden".
Bodewes: „Dat kunt u wel
zeggen, maar dat is achteraf
natuurlijk nooit vast te stel
len. Het Heineken-concern
had in elk geval alle reden
uw dreigementen au sérieux
te nemen".
Het Heineken-proces wordt
volgende week woensdag
voortgezet.
PAUL KOOPMAN
AMSTERDAM De
Amsterdamse biermag
naat Alfred Heineken en
zijn chauffeur Ab Dode
rer hebben de laatste da
gen van hun gijzeling in
grote angst verkeerd
voor hun leven. Het los
geld van 34,5 miljoen
gulden was betaald, zo
kregen ze te horen, maar
van vrijlating was voor
lopig geen sprake. Hei
neken: „Ik heb gewacht
en gewacht. Toen ik
hoorde dat het losgeld
was betaald dacht ik: nu
is mijn leven niets meer
waard. Ik breng het er
niet meer levend vanaf".
De getuigenverklaringen van
Heineken en Doderer kwa
men gisteren aan de orde tij
dens de eerste zitting van het
Heinekenproces, waarbij drie
verdachten terecht stonden.
De president van de recht
bank, mr G. Bodewes, citeer
de bij de ondervraging van
de verdachten geregeld uit
de verklaringen die Heine
ken en Doderer tegenover de
politie hebben afgelegd. Het
openbaar ministerie vond het
namelijk niet nodig de twee
als getuigen op te roepen.
Tijdens de rechtszitting
bleek, dat Doderer nog steeds
vreest voor zijn leven en dat
van zijn vrouw en kinderen,
aangezien hij samen met Hei
neken een contract moest on
dertekenen waarin ze de ont
voerders beloven niet aan
enig politie-onderzoek mee te
werken. „Anders zullen wij
er niet voor terugdeinzen uw
familie uit te roeien. Ont
houd goed: de organisatie is
groter dan u denkt", aldus
het „contract", dat daags
voor de bevrijding van de
biermagnaat en zijn chauf
feur werd opgemaakt.
Doderer zegt daarover:
„Geestelijk ben ik zeer in de
war geraakt door die brief.
Steeds als ik er aan terug
denk, wordt het mij te mach
tig".
Vreselijk hol
Heineken en Doderer om
schrijven hun cellen in de
loods bij de timmerfabriek
Jano beide als een „vreselijk
hol".
Heineken: „Op een bepaald
moment kreeg ik een spel
kaarten, maar dat was al snel
zo vochtig dat ze niet meer te
schudden waren. Zo zie je in
wat voor een stinkhol wij za
ten". Het feit dat hij bij zijn
bevrijding nog in redelijk
goede gezondheid verkeerde,
dankt Heineken aan een wol
len deken, die hij na enige
tijd van zijn ontvoerders
kreeg. „Daaraan heb ik mijn
leven te danken".
Heineken en Doderer moch
ten zich pas na een paar da
gen wassen met wat spa-wa
ter uit een plastic bekertje.
De biermagnaat toonde zich
inventief, toen hij zich uit
zijn handboeien wist te be
vrijden door zijn polsen met
jus van zijn avondmaaltijd in
te smeren. „Maar dat werd
duidelijk niet op prijs gesteld.
De boeien gingen dan weer
een gaatje krapper".
Via een klein luchtpijpje in
het plafond van zijn cel kon
Heineken zien of het dag of
nacht was. „Verder had ik
geen benul van tijd, omdat
mijn horloge was afgerukt".
Het horloge van Heineken
werd samen met het paspoort
van Doderer op 10 november
vorig jaar in een brief met de
losgeld-eisen bij de gemeen
tepolitie in Den Haag be
zorgd.
Doderer at, door zijn bord op
het chemisch toilet te plaat
sen en dan de ketting, waar
mee hij aan de muur geke
tend was, strak te tpekken.
„Met één hand kon ik dan
net bij mijn bord komen. Op
mijn knieën zittend ging het
dan wel", aldus de chauffeur.
Doderer was niet in staat
boeken te lezen, omdat zijn
bril bij de ontvoering in de
vluchtauto was achtergeble
ven.
Het inspreken van de band
jes, waarop Doderer de eisen
van de ontvoerders kenbaar
moest maken, zag hij als een
mogelijkheid om in contact te
treden met de buitenwereld.
„Ik hoopte dan, dat mijn fa
milie zou horen dat ik ten
minste op het moment van
het inspreken van de bandjes
nog zou leven", aldus Dode
rer, die verklaarde tijdens
zijn gijzeling tweemaal een
geestelijke instorting nabij te
zijn geweest.
Pleidooi
In hun cellen hadden Heine
ken en Doderer voorname
lijk te maken met de 20-jari-
ge Martin E., die van zijn
„bazen" de opdracht had ge
kregen Heineken en Doderer
te verzorgen. Aanvankelijk,
zo bleek tijdens de rechtzit
ting, wisselde Martin alleen
gebarentaal en getypte brief
jes met zijn gijzelaars, maar
later werd ook in het Duits
en Engels gesproken. In één
van die gesprekken moet
Martin E. volgens Heineken
hebben gezegd: „Ik doe wat
mij wordt opgedragen. Als
mijn bazen zeggen 'schieten',
dan doe ik dat ook".
Toch pleit Heineken in zijn
getuigenverklaring voor ver
zachtende omstandigheden
voor 'verzorger Janssen', zo
als hij hem noemt. Heineken:
„We hadden het slechter
kunnen treffen met onze
Janssen. Ik weet wel: je kijkt
als gevangene wat anders
aan tegen je verzorger als te
gen de man die op het dak
staat. Maar bij Janssen had ik
de indruk dat hij wat vrijer
was geweest als dat van zijn
bazen had gemogen
Kort nadat de 28e november
het losgeld bij een viaduct bij
Oudenrijn was achtergelaten,
kregen Heienken en Doderer
van Martin E. een briefje,
waarop stond: „Mijne heren,
het losgeld is betaald. Mor
genochtend half vier wordt u
vrijgelatenAngstige uren
moeten Heineken en Doderer
daarna hebben doorgemaakt,
aangezien van een vrijlating
tot de politie-inval op de
vroege morgen van 30 no
vember geen sprake was.
Heineken: „Ik was zeer
vroeg wakker. Heb toen ge*
wacht en gewacht. Ik dacht:
mijn leven is nu niets meer
waard. Ik breng het hier niet
levend vanaf. Ik was ook
bang dat ze ons gewoon zou
den laten verrekken. Het
mag vreemd klinken, maar
ik was steeds weer blij als
mijn eten werd gebracht".
Ook was Heineken bang dat
ontvoerders het kleine lucht
pijpje in het dak zouden af
sluiten. „Dat was de enige
luchttoevoer. Als dat zou
worden gestremd, nou: u
weet wel wat er dan zou ge
beuren".
Vergeten
Heineken en Doderer willen
de traumatische gijzeling, die
ruim twintig dagen duurde,
het liefst snel vergeten. Mede
om die reden hebben ze de
pers nooit te woord gestaan
over hun hachelijke avon
tuur en wilden de twee ook
niet bij de berechting van
hun ontvoerders aanwezig
zijn, zo verklaarde een
woordvoerster van het Hei
neken-concern.
Bij Heineken heeft zijn ont
voering vragen achtergelaten
over de manier waarop zijn
ontvoerders hem hebben be
handeld. „Ik vraag me nog
steeds af hoe het kan gebeu
ren dat men een mens zo
diep kan laten zinken als hij
eenmaal van zijn vrijheid is
beroofd". Doderer: „Ik hoop
dat ik een dergelijke erva
ring als deze gijzeling ooit zal
kunnen vergeten".
PAUL KOOPMAN
Onder toezicht van de rechter-commissaris en justitiële L_
ten zijn de verzamelde vingerafdrukken gisteren in de vuir6,
brandingsoven van Alkmaar vernietigd. r
Isra
ne, r
dsch«
jchte
feu]
ALKMAAR De moordenaar van de 32-jarige Ei%n ir
Tamis uit Stede Broec is een voyeur. Een pasgetroui vori
jongeman, die wel vaker midden in de nacht vroupet
begluurde. Dit blijkt uit de verklaring die majoor F®6*
Remmelts, teamleider van het rechercheteam da(J|t
veelbesproken vingerafdrukkenonderzoek verri<
gistermiddag in het gerechtsgebouw in Alkmaar aj nc
de. i de
<anië
Nog steeds is volkomen onduidelijk, waarom de moordenaai stal
ditmaal niet bij gluren heeft gelaten, maar de slaapkamer va/krab
niets vermoedende vrouw is binnengedrongen. Vermoedeïjkte
de vrouw wakker geworden toen de insluiper over iets strupe" 8
de, waarna deze in paniek de talloze messteken heeft t#*1 3
bracht, waaraan zij. later bezweek. Na zijn daad ging de mop *e
naar rustig naar huis. Zijn identiteit werd zondag vastgel
toen hij vrijwillig zijn vingerafdruk afstond. I
Uit het onderzoek is gebleken, dat er geen enkele relatifj
stond tussen het slachtoffer en de dader. Hoewel normaal
sproken de privacy van een dader beschermd wordt, gaf m{
Remmelts in dit geval samen met de officier van Justitie m,
Botman opening van zaken. Reden daartoe was dat het toa -
sen van een ongebruikelijk opsporingsmiddel als een mal
vingerafdrukkenonderzoek landelijk de aandacht had geti I
ken. Zowel politie als justitie willen onjuiste geruchtvorn
voorkomen.
Op 3 september werd de politie 's nachts geconfronteerd me
moord op de jonge gescheiden vrouw, moeder van twee kil
ren. Aanvankelijk waren er weinig aanknopingspunten. De
litie trof wat vingersporen op het slaapkamerraam aan, i
ook een voetafdruk duidelijk maakte, dat de dader door-
raam naar binnen was geklommen. Ook werd er in de k; DA(
een voorwerp aangetroffen, dat later van de dader bleek te|EN/
Na zijn daad vluchtte de moordenaar door hetzelfde raam fertre
naar buiten. De zwaargewonde vrouw slaagde er nog in fegn
buiten te strompelen en door te gillen een buurman te alar
ren. Ze kon hem nog vertellen dat een vreemde jongeman I
zo had toegetakeld, maar ze overleed meteen daarna aan bl
verlies. Haar laatste woorden waren de enige aanwijzing dn~
politie had.
IENI
Vastgelopen oc/. e
Een recherchebijstandsteam van 30 man verrichtte een buuij<jve,
derzoek. Toen dit geen aanwijzingen opleverde, ging de pffe/p,
kijken in de familie- en kennissenkring van de vermot
vrouw, gevolgd door een uitgebreid onderzoek onder de bj
politie bekende plaatselijke criminelen. Het bijstandsteam h—
zelfs scholen af, maar na twee weken en tweehonderd ondei"A<
ken was de politie nog geen stap verder. Toen ging een verfertre
naar hoofdofficier van justitie mr. Josephus Jitta om een diliegr
loscopisch onderzoek te mogen instellen onder de bevolkin
Voor zo'n onderzoek, zo meldde mr. Botman gistermiddaj
een aantal criteria vereist. Het moet gaan om een levensd
dat grote onrust heeft veroorzaakt. Dit was het geval. De iJq»
sen vertrouwden elkaar niet meer en waren benag voorj
herhaling. Voorts moet het onderzoek volledig vastgelopen e™*
en moet het dactyloscopisch onderzoek een redelijke kanEpye
succes hebben. Dat betekent dat het onderzoek binnen een
ne kring plaats moet vinden. De zaak Emmy Tamis voldeeo01^
al deze voorwaarden, en de toestemming tot dit unieke ori
zoek werd dan ook vlot gegeven. (Overigens niet voor het ej
in 1974 werd in het Groningse Blijham een massale schrijf
gehouden toen de politie ene pyromaan zocht, en een jaar \/q.i
werden in Kralingscheveer vingerafdrukken verzameld).
lerso
Geweigerd I
Het onderzoek vond plaats aan de hand van het bevolking'
gister van Stede Broec. Remmelts: „We hielden ook rekej^e
met niet-ingeschrevenen, gasten en mensen met vakantie, o^^
zeker van te zijn dat niemand tussen de mazen door kon
pen. Het onderzoek gebeurde nadrukkelijk op basis van vrij—
ligheid. In totaal hebben vier mensen geweigerd hun medet -mt
king te verlenen. Gelukkig heeft de bevolking bijna volt^
meegewerkt, want als veel mensen zouden hebben geweif -■
zou ook dit middel hebben gefaald".
Zondag kwam de gezochte vingerafdruk binnen. Nog diezd "H
dag kon de eigenaar ervan worden aangehouden. AanvanWtó.
ontkende hij iets met de zaak te maken te hebben. Later g403r
toe in de woning van Emmy Tamis te zijn geweest, maartyo
volledige bekentenis kwam pas dinsdag. Uit het verhoor bf---
dat de dader zich de steekpartij maar gedeeltelijk herinnerlL-r-
heeft er geen enkele verklaring voor waarom hij voor het m
van de slapende Emmy Tamis is gaan staan, en waarom hijll
volgens naar binnen is geklommen. Wel zegt hij in panial
zijn geraakt toen de vrouw wakker werd. De dader is een val
men onbekende van de politie.
„Wel waarschuwde een soort intuïtie ons, dat de dader in del
middellijke omgeving van het slachtoffer moest wonen", a
Remmelts, „want er was geen vluchtauto gehoord en ook aal
omstandigheden konden we geen enkel motief ontlenen. U
dat het allemaal op weinig professionele wijze was gebeurd.N
de zeer specifieke plaats een rustige woonwijk en hettfe^
stip laat in de nacht wezen op de mogelijkheid dat de
der in de buurt moest zitten". f~' -