'Ik wist nog geen eens dat meneer Heineken bestond' „Nadat het losgeld was betaald dacht ik: nu is mijn leven niets meer waard 11 b Moordenaar Emmy Tami blijkt voyeur te zijn GEHEUGEN LAAT VERDACHTE IN DE STEEK Raadsels rond brein HEINEKEN EN DODERER IN DIEPE ANGST BINNENLAND CeidaeSouomit DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1984 PAGIN IT. AMSTERDAM Voor volgende week woens dag, als de Heineken- rechtzaak wordt hervat, moet onderzocht worden of de verdachte Frans M. (30) al dan niet krank zinnig is. Een psychiater moet bovendien nagaan, of opname in een obser vatiekliniek wenselijk is. Dit bepaalde de rechter mr G. Bodewes na een wanorde lijke ondervraging van Frans M. over zijn aandeel in de ontvoering van Heineken en Doderer. De raadsman van M-, mr. Moskowicz, had al bij het begin van de zitting ge vraagd de zaak tegen zijn client aan te houden. „Ik heb de afgelopen maan den nog geen enkel zinnig gesprek met mijn cliënt kun nen voeren. Ik ben van me ning dat hij hier niet terecht kan staan", verzuchtte Mos kowicz, die aanvankelijk bij de rechter geen gehoor vond. Bodewes: „We moeten tijdens de rechtzitting maar bekijken hoe het loopt. Frans M. heeft toch al die tijd tussen de ont voering en nu nog doorge functioneerd". De ondervraging van Frans M., die zich eind december vorig jaar vrijwillig bij de Amsterdamse politie meldde, stuitte echter op problemen. „Ik weet het niet, ik heb geen licht in deze zaak", ver klaarde hij herhaaldelijk, als de rechter hem ondervroeg. „Ik heb het allemaal in boek jes gelezen. Zo ervaar ik het ook: of ik het lees". Ook bij de ondervraging van Jan B. (35), liet het geheugen AMSTERDAM Wie is het brein achter de ont voering van Heineken en Doderer? De Amster damse huizenmakelaar Jacob Klein met een niet hoogstaande reputatie bij huurders en krakers? Robbie G. (35), die terug kerend uit het Spaanse Torremolinos op Schip hol werd gearresteerd, een dag voor Heineken en Doderer uit hun cel len werden bevrijd? Of toch de jeugdvrienden Cor van H. (26) en Wil lem H. (25), die in de Pa- rijse La Santé-gevangenis wachten op de behande ling van hun beroep te gen uitlevering aan Ne derland. Veel is hierover gisteren, op de eerste dag van het Heine- kenproces, niet duidelijk ge worden. Verdachte Martin E. (21), had het over „een onbe kende" als hij zijn halfbroer Cor van H. bedoelde, van wie hij ook opdrachten kreeg. Voor iedereen in de rechts zaal was duidelijk dat E. zijn gabber in bescherming nam vanwege de familieband. Over de verantwoordelijk heid van Robbie G. bestaan veel twijfels. Volgens mensen uit zijn omgeving was hij daar niet pienter genoeg voor. Dit wordt ook beweerd door een Amsterdamse taxi chauffeur, die zegt G. al zo'n negentien jaar te kennen: „Robbie het brein?. Ach, kom nou, daar heeft hij de hersens niet voor. Robbie is zo ie mand, die in zijn eentje een wereldoorlog voert, maar nog geen vlieg durft dood te slaan". Hij is ervan overtuigd dat G. wel op de hoogte geweest moet zijn van de ontvoering, ook al gezien zijn banden met Klein, en de verdachten Frans M., Johan B., en Cor van H. „Hij heeft de boel ge woon verlinkt. Robbie is bij de politie gaan zingen en daarom hebben ze hem al leen die belastingfraude in de schoenen geschoven. Ga maar na, toen hij had gepraat kwam alles in een stroom versnelling, werden Heine ken en Doderer bevrijd en waren er al die arrestaties". En terwijl hij over de bus baan stuift: „De breinen zit ten in Parijs, en Robbie heeft het handig gespeeld". G. zit momenteel een gevangenis straf van een jaar uit. de verdachte meermalen in de steek. „Ik zou het niet meer weten", repliceerde hij, als de rechter hem herinner de aan eerdere politieverkla- ringen. Jan B., die de indruk wilde wekken alleen als „ter reinknecht" te hebben gefun geerd, gaf wel toe de cellen waarin Heineken en Doderer gevangen werden gehouden „met eigen handen" te heb ben gebouwd. „Maar ik wist niet beter of het waren hondenverblij- ven", aldus Jan'B., die regel matig zelf de dossiers wilde raadplegen voordat hij de rechter antwoordde. Dat le verde gezien de omvang van de stukken (ruim duizend pa gina's) nogal wat irritatie op. „U kunt rustig van mij aan nemen dat op pagina 872 staat wat ik u vertel", aldus mr. Bodewes, maar Jan B. bleef, gedurende de zitting bladeren, alsof het de kwis „twee voor twaalf" betrof. Met de term „hondenverblij- ven" wilde hij overigens vooral aangeven, dat de cel len voor Heineken en Dode rer deugdelijk waren ge bouwd. Tegen de term „hok", zoals die in de processen-ver baal wordt gehanteerd, had B. bezwaar gemaakt. „Het zijn verblijven!", aldus de verdachte, die directeur was van de failliete timmerfa briek op het terrein waar Heineken en Doderer wer den vastgehouden. Niet meer terug Bij de ontvoering van Heine ken en Doderer op woens dagavond 9 november, waren vier mensen betrokken, ver klaarde Martin E. (20) gister morgen voor de rechtbank. Martin E., de jongste ver dachte, werd het eerst onder vraagd. Hij zou, zo luidde zijn betoog, ongemerkt „tot mijn nek" in deze zaak terecht zijn gekomen. „Ik dacht eerst dat het om een kraak ging", al dus E, de onder meer de op dracht kreeg vier auto's te stelen. „Ik wist nog geeneens dat Heineken bestond, todat ik op de televisie over zijn ontvoering hoorde". De „bazen" van Martin E.: Frans M„ Jan B., Willem H. en Cor van H. (deze laatste twee zijn momenteel nog ge detineerd in Frankrijk), zou den hem de dag na de ont voering twee miljoen extra in het vooruitzicht hebben ge steld, als hij de verzorging van Heineken en Doderer op zich wilde nemen. „Er stond veel drang achter", aldus Martin, die verklaarde het Mr. Moskowicz (r), de raadsman van Frans M., pleitte gisteren voor schorsing van de rechtzaak tegen zijn cliënt. „Ik heb nog geen enkel zinnig gesprek met hem kunnen voeren". Officier van justitie bij het Heineken-proces mr.R. Berger (I) vond dat er toch nog „lijn zat in de antwoorden van Frans M. Links en rechts van deze verdachte: Martin E. en Jan B. gevoel te hebben gehad „niet meer terug te kunnen". Volgens de jongste verdach ten waren bij de ontvoering van Heineken en Doderer vier mensen aanwezig ge weest, onder wie „meneer X". Jan B, een van de vier overige verdachten, ontken de echter ten stelligste aan de ontvoering te hebben deelge nomen. „Ik ben er 'niet bij geweest", aldus Jan B., na raadpleging van de stukken. „Ik heb de ontvoering ook niet helpen uitdenken". Wie dan wel deel hadden aan de ontvoering van Heineken en Doderer wilde Jan B. niet zeggen. „Bepaalde personen", zo zei hij. „Bepaalde perso nen" zouden eveneens Hei neken en Doderer hebben verzorgd en het losgeld heb ben begraven. Jan B. gaf wel toe drie miljoen gulden voor zijn aandeel in de ontvoering te hebben gehad. Weggegeven Tot op neden is niet bekend wat precies met het losgeld is gebeurd. Frans M. zou zijn voorschot tussen de drie- en vijf miljoen gulden, op het strand hebben verbrand en de rest weggegeven aan zwervers en liefdadige instel lingen. Maar bewijzen zijn daarvoor nooit gevonden. Bij Martin E. en Jan B. werd zes miljoen gulden teruggevon den, maar uit een verklaring van Jans' echtgenote zou blij ken dat haar man zes miljoen gulden was toegezegd. In containers, die waren inge graven bij de bosjes in Zeist, werd circa 17 miljoen gulden teruggevonden. „Al met al is van het losgeld is nog acht miljoen gulden zoek", conclu deerde mr Bodewes. Het was de bedoeling ge weest Heineken en Doderer dertig november vijf uur 's morgers, twee dagen na de verdeling van de buit, vrij te laten. Dat althans beweerden de verdachten Jan B. en Martin E. gisteren. Volgens verklaringen van Heineken en Doderer kregen ze al op 28 november een briefje waarop stond: „Het losgeld is Mr: Bodewes: „Ze moeten in verschikkelijke angst hebben verkeerd, elke minuut dat die vrijlating uitbleef. Reali seert u zich dat wel?". Martin E.: „Over die vrijla ting had ik niets te zeggen. Maar mij werd verteld dat het niet doorging omdat de politie alsmaar patrouilleer de. Het ging eenvoudig niet. Toen is verteld, we stellen het uit tot dertig november, vijf uur 's morgens. Jan B. had de sleutel. Samen met hem zou ik ze wegbrengen". Jan B. werd die ochtend op straat bij het Okurahotel aan gehouden. De politie ze ventig man sterk had even tevoren een inval gedaan bij loods aan de Heiningweg. Jan B.: „Ik had Martin niet kunnen bereiken. De hoorn lag bij hem van de haak. Ik was op weg naar De Heining om mijn laatste taak te vol brengen: de vrijlating van Heineken en Doderer. Maar opeens was ik helemaal inge sloten en voor ik het wist lag ik op straat". Voorbereiding Bij de ontvoering van Heine ken en Doderer is men zeer grondig te werk gegaan, bleek gisteren uit de eerste verhoren. Martin E. kreeg de opdracht vier auto's te stelen, onder meer in Rotterdam, Nijmegen en Rijswijk. In Diisseldorf werd een typema chine en briefpapier gekocht, in Zeeland haalde Martin E. plakletters voor blanco-num merplaten en in Den Haag werden twee fietsen gestolen. Jan B. bekende, dat hij voor de ontvoering van Heineken en Doderer de beluchting van zijn „verblijven" uitpro beerde door dertig kaarsen in de cellen aan te steken. „Toen .ze bleven branden wist ik dat het goed zat", al dus Jan B. Tijdens hun gijzeling hebben de ontvoerders tweemaal ge dreigd Heineken en Doderer ernstig te verwonden, zo niet te doden, als het Heineken- concern niet met het geëiste losgeld over de brug zou ko men. In één brief aan de po litie schrijven de ontvoer ders: „Het terugkopen van lijken is niet mogelijk". In een tweede bericht, dat in een kluis op het Centraal Station in Utrecht werd ach tergelaten, suggereren de ontvoerders dat Heineken en Doderer twee vingers zijn af gehakt: „Eén vinger omdat niet gereageerd is op onze laatste eis en een tweede, om dat er te veel politie op de weg was bij het uitvoeren van onze volgende op dracht". Op een polaroidfoto, die Mar tin E. samen met Frans M. zou hebben gemaakt, zijn Heineken en Doderer te zien met een strop om hun nek, de handen in een mitella ge wikkeld en zorgelijk kijkend. Jan B. daarover: „Ik heb die stroppen gemaakt, maar ik wist wel dat we ze niet zou den gebruiken. Er is nooit sprake van geweest Heine ken en Doderer te doden". Bodewes: „Dat kunt u wel zeggen, maar dat is achteraf natuurlijk nooit vast te stel len. Het Heineken-concern had in elk geval alle reden uw dreigementen au sérieux te nemen". Het Heineken-proces wordt volgende week woensdag voortgezet. PAUL KOOPMAN AMSTERDAM De Amsterdamse biermag naat Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Dode rer hebben de laatste da gen van hun gijzeling in grote angst verkeerd voor hun leven. Het los geld van 34,5 miljoen gulden was betaald, zo kregen ze te horen, maar van vrijlating was voor lopig geen sprake. Hei neken: „Ik heb gewacht en gewacht. Toen ik hoorde dat het losgeld was betaald dacht ik: nu is mijn leven niets meer waard. Ik breng het er niet meer levend vanaf". De getuigenverklaringen van Heineken en Doderer kwa men gisteren aan de orde tij dens de eerste zitting van het Heinekenproces, waarbij drie verdachten terecht stonden. De president van de recht bank, mr G. Bodewes, citeer de bij de ondervraging van de verdachten geregeld uit de verklaringen die Heine ken en Doderer tegenover de politie hebben afgelegd. Het openbaar ministerie vond het namelijk niet nodig de twee als getuigen op te roepen. Tijdens de rechtszitting bleek, dat Doderer nog steeds vreest voor zijn leven en dat van zijn vrouw en kinderen, aangezien hij samen met Hei neken een contract moest on dertekenen waarin ze de ont voerders beloven niet aan enig politie-onderzoek mee te werken. „Anders zullen wij er niet voor terugdeinzen uw familie uit te roeien. Ont houd goed: de organisatie is groter dan u denkt", aldus het „contract", dat daags voor de bevrijding van de biermagnaat en zijn chauf feur werd opgemaakt. Doderer zegt daarover: „Geestelijk ben ik zeer in de war geraakt door die brief. Steeds als ik er aan terug denk, wordt het mij te mach tig". Vreselijk hol Heineken en Doderer om schrijven hun cellen in de loods bij de timmerfabriek Jano beide als een „vreselijk hol". Heineken: „Op een bepaald moment kreeg ik een spel kaarten, maar dat was al snel zo vochtig dat ze niet meer te schudden waren. Zo zie je in wat voor een stinkhol wij za ten". Het feit dat hij bij zijn bevrijding nog in redelijk goede gezondheid verkeerde, dankt Heineken aan een wol len deken, die hij na enige tijd van zijn ontvoerders kreeg. „Daaraan heb ik mijn leven te danken". Heineken en Doderer moch ten zich pas na een paar da gen wassen met wat spa-wa ter uit een plastic bekertje. De biermagnaat toonde zich inventief, toen hij zich uit zijn handboeien wist te be vrijden door zijn polsen met jus van zijn avondmaaltijd in te smeren. „Maar dat werd duidelijk niet op prijs gesteld. De boeien gingen dan weer een gaatje krapper". Via een klein luchtpijpje in het plafond van zijn cel kon Heineken zien of het dag of nacht was. „Verder had ik geen benul van tijd, omdat mijn horloge was afgerukt". Het horloge van Heineken werd samen met het paspoort van Doderer op 10 november vorig jaar in een brief met de losgeld-eisen bij de gemeen tepolitie in Den Haag be zorgd. Doderer at, door zijn bord op het chemisch toilet te plaat sen en dan de ketting, waar mee hij aan de muur geke tend was, strak te tpekken. „Met één hand kon ik dan net bij mijn bord komen. Op mijn knieën zittend ging het dan wel", aldus de chauffeur. Doderer was niet in staat boeken te lezen, omdat zijn bril bij de ontvoering in de vluchtauto was achtergeble ven. Het inspreken van de band jes, waarop Doderer de eisen van de ontvoerders kenbaar moest maken, zag hij als een mogelijkheid om in contact te treden met de buitenwereld. „Ik hoopte dan, dat mijn fa milie zou horen dat ik ten minste op het moment van het inspreken van de bandjes nog zou leven", aldus Dode rer, die verklaarde tijdens zijn gijzeling tweemaal een geestelijke instorting nabij te zijn geweest. Pleidooi In hun cellen hadden Heine ken en Doderer voorname lijk te maken met de 20-jari- ge Martin E., die van zijn „bazen" de opdracht had ge kregen Heineken en Doderer te verzorgen. Aanvankelijk, zo bleek tijdens de rechtzit ting, wisselde Martin alleen gebarentaal en getypte brief jes met zijn gijzelaars, maar later werd ook in het Duits en Engels gesproken. In één van die gesprekken moet Martin E. volgens Heineken hebben gezegd: „Ik doe wat mij wordt opgedragen. Als mijn bazen zeggen 'schieten', dan doe ik dat ook". Toch pleit Heineken in zijn getuigenverklaring voor ver zachtende omstandigheden voor 'verzorger Janssen', zo als hij hem noemt. Heineken: „We hadden het slechter kunnen treffen met onze Janssen. Ik weet wel: je kijkt als gevangene wat anders aan tegen je verzorger als te gen de man die op het dak staat. Maar bij Janssen had ik de indruk dat hij wat vrijer was geweest als dat van zijn bazen had gemogen Kort nadat de 28e november het losgeld bij een viaduct bij Oudenrijn was achtergelaten, kregen Heienken en Doderer van Martin E. een briefje, waarop stond: „Mijne heren, het losgeld is betaald. Mor genochtend half vier wordt u vrijgelatenAngstige uren moeten Heineken en Doderer daarna hebben doorgemaakt, aangezien van een vrijlating tot de politie-inval op de vroege morgen van 30 no vember geen sprake was. Heineken: „Ik was zeer vroeg wakker. Heb toen ge* wacht en gewacht. Ik dacht: mijn leven is nu niets meer waard. Ik breng het hier niet levend vanaf. Ik was ook bang dat ze ons gewoon zou den laten verrekken. Het mag vreemd klinken, maar ik was steeds weer blij als mijn eten werd gebracht". Ook was Heineken bang dat ontvoerders het kleine lucht pijpje in het dak zouden af sluiten. „Dat was de enige luchttoevoer. Als dat zou worden gestremd, nou: u weet wel wat er dan zou ge beuren". Vergeten Heineken en Doderer willen de traumatische gijzeling, die ruim twintig dagen duurde, het liefst snel vergeten. Mede om die reden hebben ze de pers nooit te woord gestaan over hun hachelijke avon tuur en wilden de twee ook niet bij de berechting van hun ontvoerders aanwezig zijn, zo verklaarde een woordvoerster van het Hei neken-concern. Bij Heineken heeft zijn ont voering vragen achtergelaten over de manier waarop zijn ontvoerders hem hebben be handeld. „Ik vraag me nog steeds af hoe het kan gebeu ren dat men een mens zo diep kan laten zinken als hij eenmaal van zijn vrijheid is beroofd". Doderer: „Ik hoop dat ik een dergelijke erva ring als deze gijzeling ooit zal kunnen vergeten". PAUL KOOPMAN Onder toezicht van de rechter-commissaris en justitiële L_ ten zijn de verzamelde vingerafdrukken gisteren in de vuir6, brandingsoven van Alkmaar vernietigd. r Isra ne, r dsch« jchte feu] ALKMAAR De moordenaar van de 32-jarige Ei%n ir Tamis uit Stede Broec is een voyeur. Een pasgetroui vori jongeman, die wel vaker midden in de nacht vroupet begluurde. Dit blijkt uit de verklaring die majoor F®6* Remmelts, teamleider van het rechercheteam da(J|t veelbesproken vingerafdrukkenonderzoek verri< gistermiddag in het gerechtsgebouw in Alkmaar aj nc de. i de <anië Nog steeds is volkomen onduidelijk, waarom de moordenaai stal ditmaal niet bij gluren heeft gelaten, maar de slaapkamer va/krab niets vermoedende vrouw is binnengedrongen. Vermoedeïjkte de vrouw wakker geworden toen de insluiper over iets strupe" 8 de, waarna deze in paniek de talloze messteken heeft t#*1 3 bracht, waaraan zij. later bezweek. Na zijn daad ging de mop *e naar rustig naar huis. Zijn identiteit werd zondag vastgel toen hij vrijwillig zijn vingerafdruk afstond. I Uit het onderzoek is gebleken, dat er geen enkele relatifj stond tussen het slachtoffer en de dader. Hoewel normaal sproken de privacy van een dader beschermd wordt, gaf m{ Remmelts in dit geval samen met de officier van Justitie m, Botman opening van zaken. Reden daartoe was dat het toa - sen van een ongebruikelijk opsporingsmiddel als een mal vingerafdrukkenonderzoek landelijk de aandacht had geti I ken. Zowel politie als justitie willen onjuiste geruchtvorn voorkomen. Op 3 september werd de politie 's nachts geconfronteerd me moord op de jonge gescheiden vrouw, moeder van twee kil ren. Aanvankelijk waren er weinig aanknopingspunten. De litie trof wat vingersporen op het slaapkamerraam aan, i ook een voetafdruk duidelijk maakte, dat de dader door- raam naar binnen was geklommen. Ook werd er in de k; DA( een voorwerp aangetroffen, dat later van de dader bleek te|EN/ Na zijn daad vluchtte de moordenaar door hetzelfde raam fertre naar buiten. De zwaargewonde vrouw slaagde er nog in fegn buiten te strompelen en door te gillen een buurman te alar ren. Ze kon hem nog vertellen dat een vreemde jongeman I zo had toegetakeld, maar ze overleed meteen daarna aan bl verlies. Haar laatste woorden waren de enige aanwijzing dn~ politie had. IENI Vastgelopen oc/. e Een recherchebijstandsteam van 30 man verrichtte een buuij<jve, derzoek. Toen dit geen aanwijzingen opleverde, ging de pffe/p, kijken in de familie- en kennissenkring van de vermot vrouw, gevolgd door een uitgebreid onderzoek onder de bj politie bekende plaatselijke criminelen. Het bijstandsteam h— zelfs scholen af, maar na twee weken en tweehonderd ondei"A< ken was de politie nog geen stap verder. Toen ging een verfertre naar hoofdofficier van justitie mr. Josephus Jitta om een diliegr loscopisch onderzoek te mogen instellen onder de bevolkin Voor zo'n onderzoek, zo meldde mr. Botman gistermiddaj een aantal criteria vereist. Het moet gaan om een levensd dat grote onrust heeft veroorzaakt. Dit was het geval. De iJq» sen vertrouwden elkaar niet meer en waren benag voorj herhaling. Voorts moet het onderzoek volledig vastgelopen e™* en moet het dactyloscopisch onderzoek een redelijke kanEpye succes hebben. Dat betekent dat het onderzoek binnen een ne kring plaats moet vinden. De zaak Emmy Tamis voldeeo01^ al deze voorwaarden, en de toestemming tot dit unieke ori zoek werd dan ook vlot gegeven. (Overigens niet voor het ej in 1974 werd in het Groningse Blijham een massale schrijf gehouden toen de politie ene pyromaan zocht, en een jaar \/q.i werden in Kralingscheveer vingerafdrukken verzameld). lerso Geweigerd I Het onderzoek vond plaats aan de hand van het bevolking' gister van Stede Broec. Remmelts: „We hielden ook rekej^e met niet-ingeschrevenen, gasten en mensen met vakantie, o^^ zeker van te zijn dat niemand tussen de mazen door kon pen. Het onderzoek gebeurde nadrukkelijk op basis van vrij— ligheid. In totaal hebben vier mensen geweigerd hun medet -mt king te verlenen. Gelukkig heeft de bevolking bijna volt^ meegewerkt, want als veel mensen zouden hebben geweif -■ zou ook dit middel hebben gefaald". Zondag kwam de gezochte vingerafdruk binnen. Nog diezd "H dag kon de eigenaar ervan worden aangehouden. AanvanWtó. ontkende hij iets met de zaak te maken te hebben. Later g403r toe in de woning van Emmy Tamis te zijn geweest, maartyo volledige bekentenis kwam pas dinsdag. Uit het verhoor bf--- dat de dader zich de steekpartij maar gedeeltelijk herinnerlL-r- heeft er geen enkele verklaring voor waarom hij voor het m van de slapende Emmy Tamis is gaan staan, en waarom hijll volgens naar binnen is geklommen. Wel zegt hij in panial zijn geraakt toen de vrouw wakker werd. De dader is een val men onbekende van de politie. „Wel waarschuwde een soort intuïtie ons, dat de dader in del middellijke omgeving van het slachtoffer moest wonen", a Remmelts, „want er was geen vluchtauto gehoord en ook aal omstandigheden konden we geen enkel motief ontlenen. U dat het allemaal op weinig professionele wijze was gebeurd.N de zeer specifieke plaats een rustige woonwijk en hettfe^ stip laat in de nacht wezen op de mogelijkheid dat de der in de buurt moest zitten". f~' -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 14