,es: verwerking van „het nieuws", ji al zn goede en slechte facetten )e Utrechtse brug: Regelmatig geopereerde verkeersader S>EN/REGIQ CeidaeSowuvnt WOENSDAG 26 SEPTEMBER 1984 PAGINA 5 rtiscerj*. ntruiM an deW it. Wid evorer 8. m Hen. 1 enst in ioudeh i LisseI sr. Mel jssie. L •rken i spreek ik en SSENAARSEHA VO-ERS OP JUBILEUM- EXPOSITIE VAN JARIGE LEIDSE COURANT Op mijn omwegen do.or stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen.' Ik ben bereikbaar via 071 - 12 - 22 44 op toestel 10. door Ton Pieters maken. Op 7 juli 1820 nam Johannes van der Gaag, meestertimmerman aan de Poelbrug onder Oegstgeest, voor 2690,- aan om onder meer de ophaalbrug op de Ho- gewoertspoortbrug te vervan gen door een vast dek op ze ven eiken liggers. De brug kende daarna weer rust tot 1867. Toen werd de buiten-Hogewoerdspoort afge broken (gekocht voor afbraak op 24 januari door H. Flippo voor 1380,-) en werd de ron de weg naar de binnenpoort aan de kant van het Plant soen veranderd; de hoge muur werd vervangen door een fraai ijzeren hek, gele verd door Johannes Dee voor 447,-. Bleven de werkzaam heden toen beperkt tot de aanhechting van de brug aan de straat (op dat punt kwa men stenen pilaren met hard stenen beplating en vier va zen van gedreven zink op de top), in 1874 vonden ingrij pender zaken plaats. Na ein deloze discussies besloot de Gemeenteraad op 25 juni tot de sloop van de binnenpoort en het afgraven van de wal tussen de poort en de Nieuwe Rijn; met de vrijkomende grond werd een deel van de singel aangeplempt. De sloop van de poort leverde nog bui ten verwachting het hoge be drag van 5482,- op, maar er werden veel kosten gemaakt voor het aanplempen, zelfs aan weerszijden van de brug. Daar die half cirkelvormige brug nu erg uit de toon viel, veranderde gemeentearchitect J.W. Schaap de plannen in grijpend. De nieuw te maken brug raamde hij op ƒ9300,-. Dit plan werd echter afge stemd, maar enigszins gewij zigd op 14 oktober 1874 toch aangenomen. Het vrijgekomen terrein werd publiek verkocht en vond een koper in J.J. Hasselbach, met selaar, en H.M.D. van Gelder, bouwkundige, beiden te Lei den wonende. Deze waren amper eigenaar geworden of ze dienden al een verzoek in om de binnenvestgracht langs de Veerstraat en Vierde Bin- nevestgracht te mogen dem pen, zodat ook aan de westzij de van wat nu de Plantage is huizen gebouwd konden wor den. Als ze de grond kosteloos kregen, waren ze bereid zelf de riolering te bekostigen. Na opnieuw de nodige beraadsla gingen werd tenslotte op 20 april 1876 door de Gemeente raad hiermee ingestemd. Voordien was reeds op 31 ja nuari overgegaan tot de aan besteding van de grondwer ken en de bouw van de brug, gegund aan resp. J.J. Hassel bach voor 6574,- en D.A. Schretlen Co voor 1320,-. De brug, met fraaie gietijze ren leuningen, kwam dus in 1876 gereed. Hij bleek zelfs sterk genoeg om de paarden tram te kunnen dragen, toen die haar remise aan de Hoge Rijndijk kreeg, net voorbij de brug. Het daar later gekomen garagebedrijf is nog slechts enkele jaren geleden overge gaan tot de sloop van de remi segebouwen. Automobielen Niet het gewicht van de later electrisch geworden tram noopte in 1935 tot ingrijpen, maar de verhoogde verkeers drukte met automobielen. Het Levendaal werd gedempt (in werkverschaffing, uitgevoerd door L.P. van der Geer en A.Th. Stuifzand), waarbij de Vestbrug, de Plantagebrug en de Rustieke brug verdwenen. De Utrechtse brug werd aan beide zijden verbreed en om dat er een kromming in de singel zit, is deze ook in de brug doorgevoerd. Op 5 maart 1935 nam C. Godschalk te Leiden vóór 27.459,- aan om dit karwei uit te voeren (niet in werkverschaffing). Omdat de bestaande pijler en land- hoofden onvoldoende geacht werden, werd besloten deze te laten versterken, hetgeen op 21 juni voor f 4050,- onder shands aan Godschalk werd opgedragen. Er werd daarna vaart gezet achter de werk zaamheden. Een noodbrug was niet nodig geacht, en daardoor kon het gebeuren dat raadslid F. Eikerbout op 29 juli 1935 de burgemeester wees op de zeer gevaarlijke toestand, „waardoor gisteren juist een ongeluk gebeurde". Hij bepleitte het aangeven van een omleidingsroute, waardoor het verkeer over de brug tijdens de uitvoering van de werken minder druk zou zijn. De burgemeester beloof de overleg te plegen met de Commissaris van Politie. De geschiedenis herhaalt zich: ook al is de toestand thans wat minder gevaarlijk, er wordt weer wel het nodige aan de brug verricht. Als het leed eenmaal geleden is, blijft er hopelijk een ideale ver keersader het grote nut van de brug bewijzen. an en ter uitslag gen nat 8714 r-beeldj jubileum-expositie le 75-jarige Leidse int, zo afrondend binnen het carré e World Press Pho- 14-uitstalling, is aan laatste vederlichte ers 677' ts toe. Nog steeds haien b[end is de belang- 0171^\g die scholen uit n en wijde omge- voor al dat schoons Waaggebouw ten- breiden. Gisteren, Neder na de lunch, was word|de nagenoeg com- 1 de ftklas 4 H(avo) C van °feu^delbert"college in na feri?naar OP werkbe- beschik Tijdens de schoolu- sn, /cu/iwant het was een nweg 2^e de knapen en een meisjes te verwer- kregen. Een les kchappijleer, binnen Uiste banen geleid ;t jonge Yera van Woer" i willet die in Wassenaars n in he)e dreven dit mo- gdgroeg, soms gevoelige, ie zafe/yoceert. Het was de %n zanr*n£ ^at de schölie- wt tentoonstelling aar Jadp h verwerkten; fcchappijkritisch der- L Daartoe waren ze ït bezit gesteld van vragenlijst die later e week op school de3OuPS uitgewerkt" bij moet worden inge- b. (roep trok in flarden „Adelberters" van 4HC, met hun docente Vera van Woerkens (rechts), bij het kuiken dat op de expositie de levensruimte kiest. hem of haar maaktep. De uitgekozen foto's moesten vervolgens omschreven wor den. Verder diende geno teerd, bij welk thema de foto hoorde, wie de fotograaf was en uit welk land hij kwam, welke prijs de foto heeft ge iangs het bekroonde gekiekte nieuws van World Press Photo '84. De jongelieden moesten stuk voor stuk ten hoogste twee geëxposeerde prenten aanwijzen die de leerling het meest aanspra ken en de grootste indruk op kregen. Zo nauwkeurig mo gelijk moest beschreven wor den wat de fotograaf met deze foto het publiek heeft willen laten zien, resp. aan doen. ,,Sp. tieren en zo Andere vraag: „Waarom heb jij juist déze foto uitgekozen?" Een jongeman en de ande ren deden dat ergens anders trouwens ook drukte zijn formulier verticaal tegen een kleurenplaat (je moet toch èrgens op kunnen schrijven) met een Japanse atleet die op de bok een „paardesprong" maakt. En met veel kritisch gevoel pende hij neer: „Om dat hij veel op mij lijkt; spie ren en zo". Vera van Woer kens had me al gewaar schuwd: „Je moet ze dwingen tot kijken!" Er bestond veel aandacht voor het thema „sport"; het had de voorkeur zelfs. Toen moest de knaap, met zijn visie op de paarde sprong, ook nog aangeven welk nieuws de fotograaf de kijker heeft willen laten zien, en waarom de foto nieuws waarde had. Joost en Adel- bert mogen het weten. Maar het was wel een machtige sprong; daar niet van. Wat verder op werden scho lieren getroffen door de wrange taferelen rond een oeroud Amerikaans vrouwtje van 106: een mensje, dat geen kant meer uit kan, maar nog steeds niet door de Good Lord gehaald wordt ofschoon ze reeds een skelet daar de hele dag op zit te wachten. Weinig visie-ontwikkeling bij het „vierluik" met paus Jan Paul II, wiens kalotje, op één van 's pausen wereldrei zen, het slachtoffer van een rukwind wordt. Dat de kerk vorst daar als een eng, wit omhuld, spook te kijk staat deerde dit jonge volkje blijk baar niet. Nee, de jongelui stonden eer der stil bij de meer extreme incidenten van het dagelijks onopgesmukte leven. Ze von den het kuiken, dat zich grandioos uit een opengebar sten ei worstelt, veel boeien der dan bij het thema „Happy Events" president Ronald Reagan, esquire, die aan tafel op z'n Amerikaans zit te schateren om een droge opmerking van zijn onver stoorbare ere-gaste, Elizabeth II, Reine en Queen van Groot-Brittannië en derzel- ver geslonken Gemenebest, die best wel weet dat God haar zal behoeden, omdat een miljoenenvolk daar dagelijks vragend om zingt. Ook goed nieuws Netzogoed een „gelukkige gebeurtenis" is het World Press Photo-beeldverhaaltje van een excentrieke, bejaar de en solitair levende Zweed se, die langs een bosweg het lijkt wel even buiten Ud- del voor het eerst in haar leven d'r bloedeigen mo narch, koning Guus, de zo veelste Bernadotte, in een ge stroomlijnde limousine ra zendsnel aan zich voorbij ziet gaan. Ze heeft nauwelijks de tijd om haar Zweedse vlagge tje te zwaaien, maar hoopt slechts dat „Kongen" haar een seconde heeft zien staan. Het lesformulier van 4 HC wilde de leerlingen ook de overtuiging bijbrengen, „dat goed nieuws óók nieuws is". Vera van Woerkens: „Te veel heerst nog de opvatting dat „het nieuws" voorname lijk slecht nieuws is". Haar pupillen zullen (in minimaal 15 regels) een uiteenzetting moeten schrijven van „wat is nieuws". De docente ging daarbij van de solide veron derstelling uit dat dit oordeel helemaal niet zo moeilijk te verwoorden is na alles wat de leerlingen op deze ten toonstelling gezien, gehoord en gelezen hebben. Enfin, nieuws hoort thuis in onze maatschappij, en binnen de „leer" daaromtrent neemt dit verschijnsel een vooraan staande plaats in. Toch vind ik het knap om in minstens 15 regels „nieuws" te kunnen definiëren. Dat zou de meeste journalisten niet lukken. Al worden ze er de gehele dag, en ook 's nachts, mee gecon fronteerd. Uiteraard stond een uitge breid bezoek aan de Linoty pe, de gepensioneerde zetma chine, ook op het programma van deze gevorderde klas. Men vertoefde even bij de gedempt ratelende telex die rusteloos, zonder al te veel ophef, het nieuws uit alle windstreken op eindeloos schijnende vellen papier drukte. Dat is ook typisch voor „nieuws": het houdt nooit op. Zelfs de markt- en beursberichten niet. „Het systeem Ja, en dan wilde men natuur lijk ook alles weten van „het systeem". Dat systeem heet bij Sijthoff Pers „ATEX". Een computer, sneller dan het licht of geluid. Geperfec tioneerde, genadeloze scher prechter, die riet met zich laat spotten of zich ook maar iets laat aanleunen. Die des noods in het Engels zegt, dat „je er niet in mag"; of dat „het wachtwoord niet be staat". Dan houdt alles op en begin je weer opnieuw. Als je op de Leidse Apothekersdijk je verhaaltje met het onzeke re gevoel van „God zegene de greep" aan „het systeem" hebt toevertrouwd, zit het meestal een tiende van een seconde later al in Rijswijk om verwerkt en geplakt te worden op een pagina. Of de techniek laat je schromelijk in de steek. Maar dan ben je ook alles, in een tiende van een seconde, helemaal kwijt. Tweehonderd regels, drie honderd. Werk van een paar uur. Weg; helemaal verloren. Dat is de af en toe nog hape rende toekomst, die allang geen muziek meer is maar harde werkelijkheid. Dit vertelde op de expositie ook een doorgewinterde col lega kranteman, een „lead senior officer" van de L.C., aan de Wassenaarse bezoe kers. „Het systeem is sedert zeven jaar bij de Leidse Cou rant geheel ingeburgerd. Destijds was de journalist er nog bang voor is-ie soms nóg wel maar je hebt het zó onder de knie. Een heer lijk hulpmiddel" en de col lega zette zijn stelling kracht bij met een vlekkeloos spel op verschillende druktoetsen „met alle mogelijkheden voor de verslaggever die niet al te veel wil nadenken. En dat moest-ie vroeger wél, met z'n tikmachine", herinnerde de chef zich nog. De Wassenaarders verwerk ten dit „nieuws" in stilte en zullen hier, bij hun „evalua tie", ongetwijfeld rekening mee houden... ?int ori de kle toegangen tot de brug vier maanden later ge van dienstad zijn voor alle •n goeïn van levensbelang. Bruggen, we maken er allemaal zijn geen technische verhandelin- gebruik van. Zeker in een water- gen, maar historische verhalen rijke stad als Leiden zijn het on- waarin een brug als leidraad misbare schakels in het wegen- dient. De gegevens zijn verza- net. Veel aandacht is er nooit aan meld door een werkgroep van de Leidse bruggen besteed. De historisch geïnteresseerden, die stilte rond de Leidse bruggen is veel van de geschiedenis van de met de presentatie van het Brug- Leidse bruggen heeft uitgezocht, genboek (waarvan de herdruk Samensteller is de begeleider van momenteel te koop is) al gedeel- deze werkgroep, de heer P.J.M. de telijk 'verstoord'. Het Gemeente- Baar van het Gemeentearchief, archief aan de Boisotkade hoopt Kees van Herpen tekent voor de dit jaar de tentoonstelling „De eindredactie. De reprodukties Leidse bruggen" te houden. Als zijn van fotograaf Wim van inleiding op deze expositie ver- Noort. Vandaag verschijnt het schijnt in deze krant een serie ar- eenenvijftigste artikel in deze se- tikelen over Leidse bruggen. Het rie. ophaalbaar deel om heel op te leveren, inclusief scheepvaart in de singel mo- blijven dan ook en van voortduren- irg om ze optimaal te en. Daar Leiden nog [singels rond de bin- d zeer gaaf heeft rd, moeten alle toe- jiverejswegen over brug- iachti^e stad binnenleiden. I bruggen hebben in ^Aee/r°P ^er eeuwen ette* e/,eei) aanpassingen'aan de ervuli van het verkeer on- plaatiaan. Gezien de soms fen a^grote beurten die an- ining singelbruggen re- lijk al gehad hebben jog krijgen, valt dat de Utrechtse brug |s nog wel mee. Nu is brug in 1935 aan- i Caf$.ijk verbreed, zodat jyeenjjpende constructieve :om7t6Zieningen niet meer •Camié ziin •n van» J jltrechtse brug is de ver van de Hogewoerd- tbrug. Bij de naamge- lan bruggen in 1916 was .boe om namen waarin oordje poort voorkwam ijl die poort al gesloopt nog langer te handhaven 'aar er al een Hoge- fdsbrug was, is toen een il andere naam gekozen, werd ontleend aan de te stad in oostelijke (ing waartoe de brug de ,r deiflsbasis vormde en wel- Mom met een knipoog naar de i socrtchtse trekvaart, ofschoon neentf brug daar in het geheel n gey rnee te maken gehad de hitenpoort ng. I 'ogewoerdspoortsbrug lag 1659 op de plek waar nu *aat kierstraat en Levendaal p ieder kruisen. In 1639 werd tien de zogenaamde buiten- iderm van de Hogewoerd- dondlrt vernieuwd en tegelij- klaviijd werd de brug ervoor ten. Eaig vervangen. Aanne- Dan was Bruyn Jansz. van socieerwaert voor 1140. ?r is Een na de aanbesteding rjastotóe hij te beginnen en de er wl het wachthuisje dat gedeelte lijk op en naast de brug stond. In 1659 werd de stad uitge legd en aan het einde van de nieuwe uitleg werd de nieuwe (Zoeterwoudse)singel dwars door de Hoge Rijndijk gegra ven. De Hogewoerdspoort werd gesloopt en voor wat be treft de buitenpoort op de nieuwe plek weer opgebouwd. Het Levendaal werd verlengd en er ontstonden straten als de Haver- en Gortestraten. Het binnen de stad getrokken gedeelte Hoge Rijndijk ging de nieuwe Hogewoerd heten. De oude Hogewoerdspoort- brug werd zorgvuldig gesloopt en voor zover alles nog bruik baar was op de nieuwe plaats weer opgebouwd. Jan 'Jansz. van Ackeren nam op 29 maart 1659 voor 1230 aan om binnen vier maanden dat karwei te klaren. Voor zover er aan de brug of het wacht- huisje hout tekort was, zou de stad dat nieuw bijleveren. Deze houten brug had een en- gelijk te maken en om bij een beleg het de vijand moeilijk te maken. Een beleg kwam er echter nooit meer, al scheelde het soms niet veel. Zo werd in 1672 bij de inval van de Fran sen in ons land in recordtem po de stad in verdedigbare staat gebracht. Daarbij kwam weer eens pijnlijk aan het licht dat bij een werkelijk be leg de singel aan de oost- en zuidkant van de stad veel te smal was. In 1681 werd daar eindelijk serieus werk van ge maakt: er werd een strook grond onteigend en de weg langs de singels verlegd. Daardoor was uiteraard de Hogewoerdspoortbrug niet lang genoeg meer. In plaats van een stuk aan de brug te bouwen, werd besloten een volledig nieuwe brug te leg gen, niet meer van snel aan verval onderheving hout maar van duurzame steen. Op 18 juni 1681 werd aan Jasper Staerling en Andries Faes voor ƒ900 het metselen van een brug met 13 openingen aanbesteed, waarvan twee overspannen werden met een enkele houten ophaalbrug. Tussen 23 juni en 16 septem ber moest het werk verricht worden. De steen en de hou ten hulpconstructies om de bogen te kunnen metselen (de formelen) werden door de stad geleverd, maar de aanne mers moesten zelf zorgen voor hun gereedschap, twee kalkbakken, emmers, water passen, bezems, draad, steiger- hout en hun „drinckebier", dus het bier dat op het werk door de metselaars gedronken werd. Het was toen nog geen gewoonte dat deze zelf voor hun drinken zorgden; koffie en thee waren nog véél te duur (en er waren nog geen thermosflessen), terwijl het water vaak van erg slechte kwaliteit was. Daarom zorgde de opdrachtgever voor bier met den laag alcoholpercenta ge, dat tenminste drinkbaar en wat langer houdbaar was. Omdat de stad het te be- Gezicht op de Hogewoerdspoortbrug vanaf de Rijnkade; de twee ophaalbruggen bezitten nog de gebeeldhouwde wapens. Gravure door Abraham Delfos, 1762. De Utrechtse brug voor de verbreding in 1935; rechts is zwaarlijk vond steeds weer met vaten bier te moeten la ten zeulen, werd dit aan de aannemer overgelaten. Alleen pannebier of bier bij een eer- ste-steenlegging werd nog door de stad afzonderlijk be taald. Gelijkheid De fraaie stenen brug heeft heel de achttiende eeuw naar behoren gefunctioneerd; al leen de twee houten ophaal bruggen vereisten de nodige zorg. De gebeeldhouwde wa pens van de stadsbestuurders die opdracht tot de bouw ge geven hadden, werden bij de rage van „vrijheid, gelijkheid en broederschap" in 1795 ver wijderd, als zijnde strijdig met de gelijkheid. Toen in 1802 een van de twee ophaalbrug gen slecht begon te worden, werd deze vervangen door een vast dek op zeven eiken houten liggers. Op 10 juni na men Jan Zuur en Pieter Blommendaal dit met nog 16 andere werken in één perceel aan. Omdat het verkeer niet gestremd mocht worden, diende er alléén 's nachts ge werkt te worden, en zelfs dan moest de „ordinaire post" nog kunnen passeren; de posterij en mochten immers geen ver traging ondervinden. De ont brekende leuningen moesten de aannemers bijleveren. De tweede ophaalbrug was in 1820 aan een beurt toe. Omdat er toch geen grote schepen meer in de singels kwamen en ophaalbruggen uit militair oogpunt geen functie meer hadden, was al in 1816 beslo ten op twee na alle bruggen over de singels geheel vast te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 5