Bezuinigen op verlichting? Bezuinigen op kaviaar is beter Dekbed reinigen kanwel Beveiliging huis kan worden overdreven l ht daar waar het ig is: een lampje t een capaciteit 25 watt, dat htstreeks in het pcontact kan rden gestoken. In t lampje zit een akelaar, de kap draaibaar. In wit, en zwart, prijs zestien is de laatste twintig jaar veel veranderd in de slaap- tier. Was de overnachtingsruimte vroeger een toon- lld van calvinistische degelijkheid, nu is het een vol- irdig deel van wat zo fraai „het totale woongebeu- heet. En dus moet ook de slaapkamer geregeld tlieus worden „bijgesteld". En waarmee anders dan 1 bedtextiel kan het slaapkamerinterieur voor rela- weinig geld zo snel een totaal ander gezicht gege- worden? grote omwenteling voor de slaapkamer vond plaats in de [de helft van de jaren zeventig. De slaapkamer werd leefka- mede onder invloed van de opmars van het dekbed met [trek. Nu slaapt twee derde deel van de Nederlanders onder Idekbed, de rest geeft de voorkeur aan de oude getrouwen: [ns, lakens en sprei. pekbed-liefhebbers kunnen kiezen uit vullingen van dons, ^Jhetisch dons en andere materialen zoals wol. Fabrikanten donzen dekbedden zijn verplicht op hun produkten te ver- flen hoe de vulling is samengesteld. Voor die vulling gelden (olgende minimum-percentages: (zuiver dons: 98 dons en 2 veertjes ^ons: 65 dons en 35 veertjes yerige dons: 50 dons en 50 veertjes f/i-dons: 30 dons en 70 veertjes palfdons: 15 dons en 85 veertjes donzen dekbed is echter pittig geprijsd en daarom niet voor peen weggelegd. Gelukkig is er ook ruime keus in de wat tdeliger geprijsde synthetische dekbedden, die de laatste ja- overigens een opmerkelijke kwaliteitsverbetering hebben irgaan. jet dekbed hoort een overtrekset: een hoes, aangepast aan de t van het dekbed, met een ruime instopstrook en een bijpas- Ie kussensloop. Vooral in de hogere prijsklassen, waaronder ekende Nederlandse merken, is de afwerking en de dessine uiterst verfijnd en tijdloos. Luxe uitvoeringen met broderie jantranden, maken er een chique artikel van, dat door het bze karakter en goede kwaliteit jarenlang een sieraad voor laapkamer betekent. Minder tijdloze dessins, die vooral de aanspreken zoals stripfiguren, zijn meest te vinden in de kopere prijsklassen. p de Nederlander de laatste jaren tussen bloemetjes, geome- pe figuren en grafische dessins in pastel, primaire en aarde ren, nu kan en mag hij zich wentelen in een weelde van antische kant en broderie. Dat geldt voor de dekbedover- Jken, maar ook voor de lakens en slopen. Samen met een ie deken en een eigentijdse sprei, geven ook deze de slaap- ler-anno nu, een luxueuze aanblik. I alleen aan het uiterlijk van bedtextiel is veel aandacht be- d, ook aan de wensen op het gebied van comfort zijn de fa- anten tegemoet gekomen. Vrijwel al het betere beddengoed ^rvaardigd van zuiver soepel en goed vochtabsorberend ka- 1 dicht geweven en gelijkmatig gesponnen garens, kreuk- feilend en krimpvrij. In de was mag dergelijk bedtextiel dan ^niet meer dan drie procent krimpen. |:ien lange mensen vroeger nogal eens te worstelen met het leem dat ze nooit eens lekker languit konden ligggen, zon- ^dat hun voeten buiten het bed staken, ook dit probleem is lost. Want al het betere beddengoed is verkrijgbaar in extra tematen. Ook fabrikanten van ledikanten, matrassen en asdragers houden rekening met de „gegroeide" Nederlan- Koude voeten behoren in de slaapkamer dus tot het verle- meer comfort bieden de rekbare badstof en jersey-stretch lakens die ervoor zorgen dat het onderlaken keurig om de as blijft zitten, en die het opmaken van het bed een stuk envoudigen. cundig advies is te krijgen bij de speciale beddenzaak en bij woninginrichter met beddenafdeling. Daar is alles te weten omen over maten, kwaliteiten, dekbedvullingen en onder- 1 van dekbedden. koop, die weliswaar duurder in aanschaf zijn, maar een veel langere levensduur hebben. En ook het Nederlands Insti tuut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft uitgerekend dat niet de lampen, maar de huis houdelijke apparaten als koel kast, diepvriezer en wasdrogèr de „grote stroomvreters" zijn. R. Cohen van het lichtadvies bureau Indoor in Amsterdam: „Ik raad aan altijd een lichtad vies te vragen, en dan wel als de bouw nog in een vroeg sta dium is. Dan kan de aannemer rekening houden met de wen sen van de toekomstige bewo ners. Want wie hangt er te genwoordig nou nog een lamp midden in de slaapkamer? Het bed staat tegen de muur Maar als je in een huurhuis te rechtkomt, ben je gebonden aan de lichtpunten die de bou wer heeft aangebracht. „Dat is je reinste dictatuur. Licht is ook een onderdeel van het wonen. Niemand laat zich toch voorschrijven welke meubels hij moet nemen? Maar als je dan toch wilt ver anderen krijg je al gauw een lading draden langs het pla fond of de plinten. Overigens zijn er dubbele plinten in de handel, waarin je de elektrici teitsdraden, maar ook die van geluidsinstallatie, centrale an tenne en televisie kunt weg werken". Cohen gaat bij zijn advies uit van een flexibele opstelling met staande lampen en licht- rails. Juist omdat ook het inte rieur steeds flexibeler wordt. „Iedereen pleegt wel eens een interne verhuizing als na ver loop van tijd de opstelling van het meubilair niet meer be valt. Dan moet de verlichting kunnen meeverhuizen". Het aanbrengen van verlich ting in huis is een boeiend karwei, waarbij men zich aan slechts één regel heeft te hou den: licht daar waar het nodig is. Bovendien is het een psy chologisch gegeven dat het echt gezellig wordt als het pla fond donker is en de vloer licht. Er bestaat in het kunstlicht net zoveel variatie als in het natuurlijke licht, dat immers elk tijdstip, van de dag ver schilt. Licht dat sterk gebun deld is, kan uitstekend dienen voor de verlichting van een bepaald (kunst)-object. Een fraaie, antieke Boeddha bij voorbeeld, komt prachtig uit als er niet een, maar twee of drie lichtbundels op gericht staan. Verstrooid licht (reflec tie) is zeer geschikt voor het verlichten van een wand (-schildering). Gericht licht, daar waar het nodig is (zie bo ven). Dat kan komen van een staande lamp, een verstelbare lamp aan het plafond of via een armatuur aan de wand. Het licht dat ruimte schept, valt tussen het plafond en de vloer. Daar waar de mens zich ophoudt en er dus het meeste profijt van heeft. Gelijkmatige verlichting, bij voorbeeld door een paar pla- fondstralers geeft weliswaar een fraai effect, maar het ruimtelijke idee is weg. Het wachtwoord is: spotjes. Aan het plafond bevestigd, of aan een lichtrail, wat wel zo gemakkelijk is. Lichtrails zijn er van talrijke fabrikanten met even talrijke systemen. De rails hoeven niet speciaal te gen het plafond of de muur te worden gemonteerd, er zijn ook systemen die zich rustig losstaand laten gebruiken, compleet met aftakkingen en hoeken. Flexibel dus weer. Wie een goed lichtadvies wil hebben: er zijn overal in den lande lichtadviseurs en bin nenhuisarchitecten die van wanten weten. Bij zo iemand binnenstappen kan tot gevolg hebben dat het huis een heel ander aanzien krijgt, levendi ger wordt. R. Cohen: „Zo'n advies is bij ons gratis. Alleen hopen we natuurlijk stiekem dat de lam pen ook bij ons gekocht wor- „Zuinig zijn met energie iè uit stekend, maar om daaroirj ook maar op verlichting te Igaan beknibbelen, gaat me te ver. Je kunt beter bezuinigen op champagne en kaviaar".1 Ar chitect prof. H. Hertzberger, nooit verlegen om een boude bewering, deed deze uitspraak onlangs op een bijeenkomst in Amsterdam, die getooid was met de fraaie titel „Slecht licht, een tijdverschijnsel". De Delftse bouwkundige hield zijn gehoor van collega-archi tecten, interieurdeskundigen en lichtadviseurs voor dat veel architecten „er op voorbeeldi ge wijze in slagen het daglicht te verknoeien". Hij voegde er aan toe dat bij het maken van een lichtplan voor een ge bouw, veel meer in kwantita tieve dan in kwalitatieve zin wordt gedacht. „Je kunt nog zo'n geweldig gat maken waar licht doorheen valt; de reflec tie is veel belangrijker". Ar chitect Kees Dam, die onder meer het lichtplan voor de Stopera heeft ontworpen, viel hem bij: „Kunstlicht is alleen maar mooi, als het op een waanzinnige manier verschilt van daglicht". Een analoge uit spraak deed interieur-adviseu se Nelleke Verschuuren: „Ik heb een hekel aan gelijkmati ge verlichting. Licht bestaat bij de gratie van donker, het moet voorzien in een bepaalde noodzaak". Ze constateerde dat het maken van een licht plan vaak op louter rationele gronden gebeurt, dat de emo-' tionele aspecten worden over geslagen". Als de deskundigen er zo over denken, zal het duidelijk zijn dat verlichting in huis een las tige zaak is. Het huis kan nog zo fraai gemeubileerd zijn, er nog zo smaakvol uitzien, als de verlichting niet deugt, deugt het interieur ook niet. Bezuinigen op verlichting is dus bezuinigen op de gezellig heid (en veiligheid) in huis. Trouwens, er zijn de laatste tijd energiezuinige lampen te Na het leegzuigen van het dekbed worden veren, dons en gruis gescheiden. Het reinigen van dons en veren gebeurt door sto men en drogen. Daarna wordt het gewicht opnieuw bepaald en indien noodzakelijk nieuwe vulling toegevoegd. Het is natuurlijk een sprookje dat een mens winter en zomer geniet van zijn donzen dekbed. Als de temperatuur stijgt, belandt het dikke dek al gauw in de kast. Met herfst en winter voor de deur wordt het dekbed weer opgezocht en de vraag ligt voor de hand of het zinvol is het eens te reinigen? Een dekbed wassen loopt dikwijls op een teleurstel ling uit, behalve als men verzekerd is van een goe de kwaliteit dons en veer tjes. Feitelijk niet zo gek, want ruwe dons en veren worden ook in een spe ciaal sopje ontvet en schoongemaakt. Gaat uzelf aan de slag dan is goed drogen geboden. Het blijft echter een klus, vooral voor kleinbehuis- den met een dubbel bed. Waar moet zo'n kolos van 240 x 200 cm drogen? Door het feit dat er tegen woordig miljoenen dek bedden op miljoenen va derlandse slaapplaatsen liggen en de bestedingen, en koopkracht afnemen, is men weer gaan denken over schoonmaken en bij vullen van dekbedden, in Duitsland allang geen uit zondering meer. Winke liers kunnen beschikken over een donspomp, men kan ook zelf bijvullen met de do,nspomp van Cinde rella, maar met deze han deling is het dekbed nog niet schoon. Veertjes bre ken in de loop der jaren af en er komt een soort vuil of gruis in de vulling. Een nieuwe machine van Palthe in Almelo knapt het zaakje voor de dek- ^bedbezitter op. Eerst wordt het tijk van het "dons gescheiden, waarna beide materialen apart ge reinigd worden met een zachte zeep (samenstel ling: geheim van de smid). Voorlopig is Palthe met zijn talloze filialen de eni ge firma op de markt, die op deze wijze reinigt. Na het schoonmaken en ont- klitten van het dons wordt het dekbed bijge vuld met dons van het zelfde percentage. Thans staat in alle filialen een klein model „donsappa raat" te draaien om de consument te laten zien, hoe men te werk gaat. De reiniging geschiedt bij Palthe in Almelo, maar bepaald niet voor niets. Voor het reinigen van een een-persoons dekbed moet 98,50 neergeteld wor den, voor een twee-per- soons 114,- en voor een lits-jumeaux 125,-. Meer inlichtingen „Donsinfor matielijn: 05490-61761". DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1984 Zo'n beveiliging van de spanjoletsluiting op de tuindeu ren komt op ongeveer 55 gulden. Gaatje boren met ijzer- boor en spietje erdoor kan ook De burgemeester van Capelle aan den IJssel heeft on langs besloten de aanleg van een alarminstallatie zc een die met toeters, bellen en sirenes waarschuwt dat er in het pand iets loos is aan een vergunning te binden. Veel te vaak kwam het voor dat een alarm „loos" was. Dat betekende overlast voor de omwonenden en over werk voor de toch al overbelaste politie. Vandaar de vergunning, die alleen nog in zeer speciale gevallen zal worden afgegeven. Een woordvoerder van het bureau ter bevordering van schadepreventie (TBBS) in Baarn vindt dit een juiste maatregel: „Het loos alarm komt overal in het land voor. Vaak is de oorzaak een ondeskundig aangelegde installatie doe-het-zelven is in deze echt uit den boze of een te grote gevoeligheid van de apparatuur. Het idee van een sirene of alarmbel doet misschien wel vei lig aan, maar men kan zich afvragen of een goed slot op de deur niet beter en goedkoper is". Het TBBS heeft met de Vereniging van Brandassura deuren een indeling in risicoklassen ontworpen. Aan de hand daarvan kan men met de assurantie-tussenpersoon bekijken welk inbraakpreventie-plan (beveiligingsplan dus) in de eigen woning het beste is. Want tweeverdie ners die de hele dag van huis zijn, lopen groter risico dan de buurman die rustig van zijn aow zit te genieten, en een antiekverzamelaar heeft meer kans op onge wenst bezoek zeker als er duidelijk zichtbaar een spotje op de stoeltjesklok staat dan iemand met een „modale" inrichting. De TBBS heeft een aantal basisregels opgesteld, waar wel bij moet worden aangetekend dat geen pand kan worden veranderd in een onneembare vesting. Als het ongewenste bezoek maar genoeg tijd wordt gelaten, kan elke beveiliging worden overwonnen. Want: Een inbreker heeft haast om weg te komen. Hoe meer tijd het hem kost binnen te komen, de buit te verzame len en weg te komen, des te minder interesse hij voor dat pand aan de dag zal leggen. Een inbreker is er niet op uit gesnapt te worden. Hij werkt graag in het donker en in stilte. Wordt hij ge dwongen in het licht te werken of geluid te maken om binnen te komen, dan zal dit hem afschrikken. De meeste ongenode gasten werken met eenvoudig ge reedschap (koevoet); goede beveiliging kan alleen met speciaal gereedschap worden „genomen". Eenvoudige maatregelen kunnen dus de gelegenheidsdief buiten de deur houden. Daarnaast, zo stelt het TBBS, zijn er basisregels waaraan iedereen zich zou moeten houden. „Maar dat gebeurt he laas nog steeds veel te weinig. Vaak laten de mensen de deur aanstaan als ze „even" de krant naar de buur vrouw brengen. Het raam of de balkondeur moet dicht, ook als men maar voor een paar minuten het huis ver laat". Nog steeds, zo stelt het bureau, hangen touwtjes uit brie venbussen, zitten er mededelingen van afwezigheid op de deur, ligt de sleutel onder de vloermat of op de richel van het bovenlicht, allemaal zaken die inbraak (inslui ping) vergemakkelijken. Er zijn nog altijd mensen die hun kostbaarheden in één kistje bewaren of die hun geld in een geldkistje boven in de kast hebben. Gemakkelijk voor de inbrekers: één greep en de bezitter is alles kwijt. Kostbaarheden ver spreid bewaren is het parool. Er zijn voor enkele hon derden guldens kleine kluisjes te koop, die in vloer of wand kunnen worden geplaatst. Voorts beveelt het TBBS aan een lijstje te maken van de waardevolle bezittingen, foto's van het antiek en merk tekens ergens onder- of achterop: Er zijn speciale pen nen in de handel, waarvan het schrift alleen kan wor den' gelezen bij ultraviolet licht. Verreweg de goedkoopste beveiliging is goed hang- en sluitwerk. Lijkt de voordeur onneembaar? Een beetje handige inbreker kan het touwtje of de ketting van de elektrische deuropener bereiken met een stuk ijzer- draad. Dan is meneer in een paar seconden binnen. De achterdeur is volgens het bureau nog steeds het kind van de rekening in de huizenbouw. Het slot dat daar op zit kan in de meeste gevallen met een eenvoudige sleu tel worden geopend. Er zijn sloten met cilindersluiting op de markt die dezelfde afmetingen hebben als het slot dat nu in de deur zit. Vervangen is dus gemakkelijk ge noeg. Kosten ongeveer zeventig gulden. Maar de meeste achter- en tuindeuren gaan naar bui ten toe open. Dat betekent dat de scharnieren ook aan de buitenkant zitten. Met een paar tikken zijn die er uit te wippen en is de toegang tot het huis vrij, ondanks het nieuwe slot. Vervang de scharnieren door exemplaren met een zogeheten paumelle, of wat eenvoudiger is: zet een paar dievenklauwen. Dat zijn pennen die aan de ko zijnstijl in de sponning worden gezet en in het gat pas sen dat in de deur is gemaakt. De deur er even uitwip pen is zo onmogelijk geworden. Vrijwel elke ijzerwinkel heeft ze voor ongeveer zeven en een halve gulden. Bij het afsluiten de sleutel niet in het slot laten zitten. Heer dief snijdt een rondje glas uit het raam, draait de sleutel om en is binnen. ,Voor de ramen zijn speciale opschroefbare vergrende lingen aan te brengen. Ook daarvoor is de goede ijzer handel het aangewezen adres. Maar maak van het huis geen' vesting die onleefbaar is. De zwakke plekken in huis ontdekken, en met de assurantietussenpersoon een beveiligingsplan opstellen kan dit voorkomen. (Nadere inlichtingen: Technisch Bureau ter Bevordering van Schadepreventie, Postbus 54, 3740 AB, Baarn).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 11