Gebrachte offers
niet voor niets"
Nederland rijdt in het goede spoor
JOONREDE KONINGIN BEATRIX
i
ABINET: HERSTEL ZET KRACHTIG DOOR
1
INENLAND,
EcidócSoivtant
DINSDAG 18 SEPTEMBER 1984 PAGINA 13
HAAG Koningin Beatrix heeft vanmiddag in de Ridderzaal van Het Binnenhof
roonrede uitgesproken. Hieronder volgt de letterlijke tekst.
en der Staten-Generaal,
Ie regeringsverklaring heeft het ka
lt twee jaar geleden een beleid uit
gezet om te komen tot behoud van
iraart en tot herstel van werkgele
heid. Dat beleid is aangeduid als het
^sporenbeleid: een overheid die min-
schulden maakt; een krachtig be-
fsleven dat voor meer werk kan gaan
jen; een samenleving waarin werk zo
fganiseerd wordt, dat ieder weer de
s krijgt zich daarin te ontplooien.
!de begroting die U vandaag wordt
(■gelegd, blijkt dat de offers die wor-
gebracht, niet voor niets zijn. De
kgelegenheid neemt eindelijk weer
het tekort van de overheid daalt. De
hctieve uitgaven waren in het verle-
iveel te sterk gestegen. Dat heeft ge-
i tot te hoge tekorten en tot te hoge
istingen en sociale premies. Nu loopt,
anks de nog steeds stijgende rentelas-
rhet aandeel van de collectieve uitga-
in het nationaal inkomen langzaam
ir zeker terug.
wordt daardoor mogelijk om voor
eerst sinds vele jaren af te zien
belastingverhoging. Tevens wordt
jerkt aan een rechtvaardiger verde-
van de belastingdruk. Dat gebeurt
r middel van de zogenaamde twee-
iienersmaatregel, die rekening houdt
I de feitelijke draagkracht.
e maatregel wordt gecombineerd met
verlaging in de loon- en inkomsten-
ksting. De sociale premies zullen vol-
II jaar dalen voor burgers en bedrij-
L Op die wijze wordt ook een forse
hnverlichting voor het bedrijfsleven
eikt, hetgeen kan leiden tot lagere ar-
iskosten en tot meer werk.
lontwikkeling van de arbeidskosten
{iet bedrijfsleven blijft uiteraard in de
tie plaats de verantwoordelijkheid
werknemers en werkgevers. Die
ten immers met elkaar collectieve ar-
jsovereenkomsten. Wel maakt de be
ding het mogelijk verantwoorde cao's
I te gaan. Dankzij de zeer geringe
sstijging kan worden bereikt dat niet
prijscompensatie, maar lagere belas
sen en premies, bij gelijkblijvende
(ito-salarissen, voor behoud van koop-
\cht zorgen.
worden voorwaarden geschapen om
Ber te gaan met versterking van de
J^ie van het bedrijfsleven en inscha
ling van meer mensen in het arbeids-
oces 0°k de voorwaarden waaronder
zel/standigen zich een inkomen ver-
rven, worden stap voor stap verbe-
n. De agrarische sector maakt, na ja-
van expansie, een moeilijke periode
jr. Pijnlijke aanpassingen om overpro-
[tie te vermijden zijn nodig,
iaparte plaats die de landbouw in het
ket van de lastenverlichtingen heeft
fegen, is ook bedoeld om de gevolgen
dit aanpassingsproces te verzachten.
elkaar snel opvolgende technologi-
vernieuwingen en de veranderin-
in de internationale produktiestruc-
vragen om grote inspanning op het
ied van de ontwikkeling van weten-
ip en technologie. - Zij stellen ook
e eisen aan het aanpassingsvermogen
de bedrijven en aan hen die daarin
'ken.
komt nieuw en ander werk in de
lts van hetgeen verdwijnt. Meer en
Ir dienen het onderwijs en het weten-
ippelijk onderzoek dit te ondersteu-
vandaar ook de versterkte inspan-
l op het gebied van de informatie-
hnologie. Alleen een op vernieuwing
cht bedrijfsleven met concurrerende
pidskosten kan het ons mogelijk ma-
i onze welvaart in stand te houden.
|renboven zijn herverdeling van
Ik en arbeidsduurverkorting onmis-
k Dit is een moeilijk proces van pas
en meten, dat in de organisatie per
jrijfstak, of zelfs per onderneming,
it gebeuren.
is moeilijk omdat arbeidsduurver-
ting en herverdeling van werk niet
minder maar tot meer produktie
iten leiden. Dat kan alleen als het
hand in hand gaat met andere werkroos-
ters, flexibele werktijden, langere be
drijfstijden. Hier ligt een zware opdracht
voor werkgevers en werknemers, en dus
evenzeer voor de overheid als grootste
werkgever.
Deze inspanning moet samengaan met
een forse aanpak van de jeugdwerkloos
heid. Het is daarom verheugend dat de
centrale organisaties van werknemers en
werkgevers, verenigd in de Stichting
van de Arbeid, overeenstemming heb
ben bereikt over aanbevelingen om de
jeugdwerkloosheid nu massaal aan te
pakken. Evenzo heeft het akkoord tus
sen kabinet, sociale partners en onder
wijsorganisaties over de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor het beroeps
gerichte onderwijs, tot een doorbraak ge
leid.
Het leerlingstelsel ten behoeve van het
bedrijfsleven zal met 40.000 plaatsen
worden uitgebreid. Zo zullen jongeren,
goed opgeleid en vakbekwaam, het be
drijfsleven komen versterken. Ook bij de
overheid zullen zij voortaan in zoge
naamde groeibanen aangenomen wor
den. Dat betekent dat volgend jaar
15.000 jongeren meer bij de overheid aan
het werk kunnen gaan. Bedrijfsleven en
overheid zullen op deze wijze samen
zorg dragen voor een aanzienlijke verbe
tering van de positie van de schoolverla
ters.
Daarnaast heeft de overheid een bijzon
dere verantwoordelijkheid voor langdu
rig werklozen. Met name jongeren die
reeds meer dan twee jaar werkloos zijn
zullen door middel van het zogenaamde
„START"-plan een nieuwe kans krijgen.
1985 is door de Verenigde Naties uitge
roepen tot het jaar voor de jeugd. Waar
het vooral om gaat is wat er door de
jeugd kan gebeuren. De schoolverlaters
van de jaren tachtig, tweeëneenhalf mil
joen jongens en meisjes, zullen straks het
hart moeten uitmaken van de werkende
generatie. Voor die immense opgave
staan wij samen.
Ondanks de noodzaak het uitgavenni
veau in de sociale zekerheid te beheer
sen kan de koopkracht van de sociale
minima gelukkig gehandhaafd blijven,
door de geringe prijsstijging en de verla
ging van belastingen en sociale premies.
Wel zullen de boven-minimale uitkerin
gen teruggebracht worden tot 70% van
het bruto-loon. Waar van hen die voor
lange tijd op een uitkering aangewezen
zijn dit offer gevraagd wordt, is het re
delijk ook te komen tot bezuinigingen bij
de kortlopende uitkeringen.
Daarom worden aanpassingen voorge
steld in de ziektewet. Deze verlagingen
zullen niet gelden voor mensen die
slechts het minimumloon verdienen en
daarvan ook anderen moeten onderhou
den. Door deze maatregelen te nemen
voor de boven-minimale uitkeringen
worden algemene kortingen, die onver
mijdelijk ook weer de minimuminko
mens zouden treffen, voorkomen.
De verantwoordelijkheid voor het even
tueel aanvullen van het ziekengeld bo
ven het verlaagd wettelijk niveau, ligt
bij de sociale partners, werknemers en
werkgevers, zelf.
Toch zal een tijdelijke voorziening voor
gesteld worden, die moet voorkomen dat
hogere bovenwettelijke lasten automa
tisch op de werkgevers afgewenteld
worden. Deze zal echter slechts gelden
wanneer en zolang er na de lopende col
lectieve arbeidsovereenkomsten nog
geen nieuwe overeenkomst is.
De gelijke behandeling van mannen en
vrouwen noodzaakt evenzeer tot een in
grijpende aanpassing van onze sociale ze
kerheid. Dat betekent onder meer dat
straks mannen en vrouwen elk een ao-
w-uitkering ontvangen.
Een gezinstoeslagenwet zal worden inge
diend om te voorkomen dat gehuwden,
of samenwonenden, die van één uitke
ring moeten leven, onder het voor hen
geldende, sociale minimum komen. Op
deze wijze wordt zowel tegemoet geko
men aan de noodzaak van gelijke behan
deling van mannen en vrouwen, als aan
eisen van rechtvaardigheid en draag
kracht.
Dit jaar zullen ook voorstellen ingediend
worden om ons stelsel van ziektekosten
verzekering te vereenvoudigen en daar
binnen de solidariteit tussen groepen
met een verschillend ziekterisico beter te
regelen.
Zo worden de contouren zichtbaar van
een sociaal verzekeringsstelsel dat weer
houdbaar zal zijn.
Terwille van de beteugeling van de
overheidsuitgaven en het op peil houden
van de werkgelegenheid, zal ook vol
gend jaar van hen die werkzaam zijn in
de collectieve sector, een bijdrage moe
ten worden gevraagd. Daarbij wordt er
naar gestreefd nieuwe bruto-kortingen
op de salarissen te voorkomen. Met de
centrales van overheidspersoneel kon
overeenstemming worden bereikt over
een geschillenregeling.
Ook worden voorstellen tot herziening
van het overlegstelsel voorbereid. De re
gering hoopt U binnenkort een wets
voorstel tot regeling van het stakings
recht van ambtenaren voor te leggen.
De overheid heeft de plicht zorgvuldig
om te gaan met de haar toevertrouwde
middelen. Ook is kritische toetsing van
omvang en werking van het overheids
apparaat nodig. Het komt er daarbij op
aan, dat regering en volksvertegenwoor
diging taken en verantwoordelijkheden
aan lagere overheden overdragen, dan
wel deze aan de samenleving overlaten
en eigen nieuwe taken slechts in zelfbe
perking aanvaarden.
Omvangrijke programma's van nieuw
bouw, woningverbetering en stadsver
nieuwing worden, ondanks de zware
budgettaire lasten, tot stand gebracht.
Deze programma's profiteren weliswaar
van een gunstiger ontwikkeling van de
bouwkosten, maar helaas maakt de hoge
rentestand het nog niet mogelijk over te
schakelen naar minder huurverhoging.
Zelfs bij stijgende huren nemen de over
heidsuitgaven voor de volkshuisvesting
nog steeds aanzienlijk toe. Ook bij de be
scherming en de verbetering van ons
milieu gaat de overheid tot de grens van
haar financiële kunnen.
Dat is noodzakelijk opdat meer mensen
ook in de toekomst in een schoner mi
lieu kunnen leven.
De verantwoordelijkheid van de over
heid voor welzijn en volksgezondheid
wordt deze jaren herijkt. Het kabinet is
bezig met een herwaarderen van onze
verzorgingsstaat. Bij de gezondheidszorg
en de maatschappelijke dienstverlening
gaat het er allereerst om deze zo in te
richten dat er minder druk ontstaat op
ziekenhuizen, verpleeghuizen en bejaar
denoorden.
De zorg op maat, dicht bij huis, moet
daarom voorrang krijgen; dan zal er ook
minder behoefte zijn aan steeds meer en
kostbaarder medische voorzieningen.
Burger en samenleving zullen meer
ruimte krijgen om ook via hun ge
meente en provincie invloed uit te oe
fenen op de aangeboden welzijnsvoorzie
ningen en weer zelf een grotere eigen
verantwoordelijkheid te dragen. Daarop
zijn de te behandelen wetsontwerpen ge
richt.
De laatste jaren zijn met betrekking tot
andere overheidstaken grote zorgen naar
voren gekomen.
Het gaat daarbij met name om de veilig
heid van de burger en het functioneren
van de rechtsstaat. De criminaliteit moet
worden teruggedrongen. Daarvoor zijn
nodig een goed toegeruste politie en
rechterlijke macht, en voldoende moge
lijkheden óm straffen ten uitvoer te leg
gen. De capaciteit van het gevangenis
wezen zal worden uitgebreid.
Bij alles wat de overheid doet om de vei
ligheid van de burger te vergroten en
diens vertrouwen in de rechtsorde te be
houden, ontkomt zij niet aan het stellen
van prioriteiten.
Het behoud en de verbetering van de
rechtsstaat vergen, naast duidelijker en
scherper optreden tegen criminaliteit en
vandalisme, goede wetgeving. De ware
vrijheid luistert naar wetten. Maar dan
moeten die wetten wel van wezenlijk be
lang zijn, niet onnodig ingewikkeld en in
de praktijk te handhaven. In feite komt
het er dus op neer, dat wij tegelijk ons
stelsel van wetten moeten toetsen op wat
overbodig is de zogenaamde deregule
ring en, daar waar nodig, nieuwe wet
ten maken.
Tevens dienen wij de naleving van de
wet weer een groter gewicht toe te ken-
Tot de zorgen om de rechtsstaat hoort
vandaag helaas ook de zorg om uitingen
van discriminatie naar herkomst, huids
kleur of ras. Daar moeten wij ons duide
lijk tegenover opstellen. Politie en Open
baar Ministerie zullen actief blijven op
treden. Het terugdringen van achter
standen van minderheden krijgt het ko
mend jaar een bijzonder accent door de
indiening van het wetsontwerp tot het
verlenen van kiesrecht aan niet-Neder-
landse ingezetenen.
Bij de inspanningen om in ons land in
houd te geven aan een rechtvaardiger en
veiliger wereld, wisselen licht en scha
duw elkaar af; maar er is veel om dank
baar voor te zijn. Dat is een stimulans te
meer onze internationale verplichtingen
ons samenleven en samenwerken met
andere volkeren goed in het oog te
houden. Allereerst geldt dit binnen het
Koninkrijk zelf, waar de regering haar
volle medewerking zal blijven verlenen
aan de uitwerking van de resultaten van
de Rondetafelconferentie met de Neder
landse Antillen.
Tezamen met de andere lid-staten van
de Europese Gemeenschap werken wij
aan een Europa dat geloofwaardig is
voor zijn burgers. Aan dit streven zal
ook de 40-jarige Benelux-samenwerking
bijdragen. Het gaat om een Europa zon
der grensbelemmeringen, met een echt
vrij verkeer van personen, goederen en
diensten; een Europa waarin ook de wil
heerst nieuwe technologieën gezamenlijk
te ontwikkelen en toe te passen.
Slechts zo zal het kunnen komen tot een
krachtige Gemeenschap, straks uitge
breid met Spanje en Portugal.
Onder dreiging van toenemend protec
tionisme blijft de ontwikkeling van de
wereldeconomie grote inspanning vra
gen. Met name de internationale schul
denproblematiek, verscherpt door de
voortdurend hoge rente, is ontwrichtend
voor een aantal landen. Hoewel er licht
punten in de derde wereld te zien zijn,
blijven armoede, honger en een groot ge
brek aan werkgelegenheid, toch ken
merkend voor de situatie in tal van ont
wikkelingslanden, vooral in die met de
laagste inkomens.
Wij zullen onze beste krachten en moge
lijkheden blijven inzetten voor een
duurzame oplossing. Daarom blijft de
hulpinspanning anderhalf procent van
het netto nationaal inkomen. Dit komt
in de allereerste plaats ten goede aan de
ontwikkelingslanden, maar levert op
langere termijn ook een bijdrage aan
onze eigen welvaart.
Om de vrijheid te behouden en de vrede
te bewaren blijft een geloofwaardige en
samenhangende westerlijke defensie on
misbaar.
In de Defensienota is uiteengezet hoe
onze krijgsmacht hieraan de komende
tien jaar zal bijdragen. Tegelijk dienen
de pogingen van ons bondgenootschap
om te komen tot wezenlijke ontspanning
en beteugeling van de wapenwedloop, te
worden voortgezet, zeker nu de verhou
dingen tussen Oost en West zo kil zijn en
vervuld van wantrouwen.
Naast de wapenbeheersing zullen mense
lijke, culturele en economische contacten
de ontspanning moeten bevorderen.
Met het besluit inzake eventuele plaat
sing van kruisvluchtwapens op Neder
lands grondgebied, heeft het kabinet een
uiterste poging willen doen om wapen
beheersing een kans te geven, zonder de
solidariteit met het bondgenootschap te
beschadigen. Helaas zijn er tot nu toe
geen aanwijzigingen dat de Sovjet-Unie
de verdere uitbreiding van haar SS
20-arsenalen zal staken, dan wel bereid
is, naar de onderhandelingstafel terug te
keren.
Leden der Staten-Generaal,
Langzaam maar zeker geraken wij met
economie en werkgelegenheid uit het
slop. Dat rechtvaardigt een voortgaan op
de ingeslagen weg. De regering is daar
toe vastbesloten. Van de kwaliteit van
ons leven en werken kunnen wij iets
goeds maken. Dat vraagt wel bijzondere
inspanningen.
Volgend jaar herdenken wij dat ons land
veertig jaar geleden werd bevrijd. Dit is
reden tot dankbaarheid, maar dat is niet
genoeg.
Laten wij ons vrede en vrijheid waardig
tonen. Wij moeten oorlog voorkomen,
maar vooral ook vrede inhoud geven, in
ons land en over de grenzen heen. Bij
alle verschillen van inzicht is dit onze
gezamenlijke opdracht.
Daarbij zijn aan U, volksvertegenwoor
digers, veel taken en zorgen toever
trouwd.
Van harte wens ik U toe dat Gods zegen
op Uw werk rust.
HAAG „Hoewel
3|g een lange weg te
.|s, kan nu al gezegd
^jn dat de Nederland-
en de over-
|iinanciën duidelijk
I goede spoor zitten",
i een van de vele op-
[sche zinnén waar-
let kabinet aangeeft
b diepe economische
inmiddels achter ons
n het herstel duide-
ingezet. „Het econo-
herstel voltrekt
yeel sneller dan we
geleden dachten,
^iten blijken gunsti-
I lan de ramingen en
re ramingen gunsti-
an de voorafgaande,
k sprake van een
breuk op vele pun-
ten", aldus een tevreden
minister Ruding (Finan
ciën).
In 1985 wordt opnieuw een
forse stap in de goede richting
gezet, ook al blijft de groei van
de Nederlandse economie ach
terlopen bij die van andere rij
ke landen. De werkloosheid
loopt volgend jaar niet op. De
investeringen en de produktie
trekken aan, de koopkracht
voor grote groepen werkne
mers stijgt, mede als gevolg
van verlagingen van belastin
gen en premies, en deson
danks gaat het overheidstekort
verder terug.
Over het in 1985 te voeren be
leid bevat de miljardennota
overigens weinig echt nieuws.
Vrijwel allp plannen werden
de afgelopen weken al bekend.
Het kabinet bereikt met een
bezuiniging van 9,3 miljard
gulden, dat het overheidste
Minister Ruding
kort met 0,8 procent daalt tot
9,7 procent. Voor het eerst
sinds vele jaren zakt het tekort
daardoor weer onder de 30
miljard gulden. Volgens het
regeerakkoord had minister
Ruding méér moeten bezuini
gen, maar gezien de onver
wacht forse teruggang van het
tekort in 1984 (1,5 procent)
nam hij voor 1985 met wat
minder genoegen.
De bezuinigingen zijn als volgt
verdeeld:
3,1 miljard rijksbegroting
(waarvan 1,1 miljard nieuw);
2,5 miljard sociale zekerheid;
2,5 miljard salarissen collec
tieve sector;
1,2 miljard volksgezondheid.
Tegenover al die bezuinigin
gen staat extra geld voor het
bedrijfsleven (in de vorm van
1,5 miljard aan lastenverlich
ting), een verlaging van de in
komstenbelasting met een half
miljard en 700 miljoen gulden
voor de bestrijding van de
(jeugd)werkloosheid.
Doorzetten
Volgens minister Ruding to
nen de feiten aan, dat het ge
voerde kabinetsbeleid het eni
ge juiste antwoord op de eco
nomische crisis is. „Het beleid
begint te werken, het herstel
zet door. Wat door velen een
jaar geleden niet werd geloofd,
is uitgekomen of zelfs in gun
stige zin overtroffen. De prak
tijk begint ons gelijk te ge
ven", aldus Ruding.
Overtuigd van zijn gelijk wil
het kabinet het beleid ook met
kracht doorzetten. „Er moet
nog heel wat gebeuren. Je
kunt niet in een paar jaar sa
neren wat in tien jaar is
scheefgegroeid. Het financie
ringstekort is, hoewel aanzien
lijk gedaald, nog steeds een ge
zwel waar alle burgers last
van hebben. Het belemmert
een blijvend herstel en moet
daarom zo gauw mogelijk ver
dwijnen. Dat is in het belang
van iedereen in Nederland,
ook van de meer dan 800.000
werklozen", aldus de minister
van Financiën.
Dat ondanks al het optimisme
de situatie nog ernstig blijft, il
lustreert Ruding met een ver
haal over de rentelasten. Door
het overheidstekort is de laat
ste jaren zóveel geleend, dat de
staatsschuld eind dit jaar zal
zijn opgelopen tot 199 miljard
gulden. In 1985 zal dat al 228
miljard zijn. De rente en aflos
singen die daarover moeten
worden betaald, plaatsen ons
voor steeds grotere problemen:
23 miljard in 1984, maar al 55
miljard in 1990.
Daarom benadrukt minister
Ruding herhaaldelijk dat het
bezuinigingsbeleid ook de ko
mende jaren onverminderd
moet worden voortgezet. Elk
procent dat het tekort meer of
minder wordt gereduceerd,
scheelt alleen al aan rente drie
tot vier miljard gulden. Ru
ding rekent voor, dat bij een
gematigde groei van de econo
mie tussen 1986 en 1989 in die
periode toch nog 24 miljard
gulden (dus zes miljard per
jaar) moeten worden bezuinigd
om het rente-probleem niet te
vergroten.
Bedrijven
Ook minister Van Aardenne
(Economische Zaken) waar
schuwt tegen een al te groot
optimisme. Het hérstel van het
bedrijfsleven, dat nu zichtbaar
wordt, steunt volgens hem nog
niet voldoende op „blijvende"
pijlers. Het herstel zou voor
een belangrijk deel te danken
zijn aan de opleving van de
wereldhandel. Ook volgens
Van Aardenne is het dus „van
vitaal belang" dat het'econo
misch en financieel beleid van
de laatste jaren wordt voortge
zet.
Wel signaleert de bewindsman
een aantal lichtpunten: het
herstel van de investeringen,
van de winsten en de stabilisa
tie van de werkloosheid in
1985 op 830.000. Ook wijst de
minister op het ontstaan van
10.000 nieuwe arbeidsplaatsen
in de industrie. Van Aardenne
beklemtoont echter dat de
consumptie in ons land achter
blijft bij de produktie. Dit legt
een druk op de bedrijven, die
alleen voor de binnenlandse
markt produceren. Volgens de
minister is het echter voor een
blijvend herstel van onze eco-
nomie noodzakelijk dat be
paalde versoberingen in de
sfeer van inkomens, uitkerin
gen en overheidsbestedingen
tot stand komen.