finale onverbeterlijke krasser die van handtekening nog kunstwerk wil maken zondags kind dat vreselijk verwend wordt Bij gelegenheid van het 75-jarig be staan van de Leidse Courant gaf de hoofdredactie de Amsterdamse illu stratrice-schilderes Milou Hermus opdracht tot het vervaardigen van de voorpagina van deze jubileu muitgave. Voor verslaggever Leo Thuring aanleiding een portret te schrijven van deze kunstenares. )p< had klopte. Dat heeft ovi heel wat hoofdbrekens wist bijvoorbeeld niet, wat ik beginnen met dat merkwl z Sijthoff-gebouw. Ik heb hetke delijk blauwe ogen gegeveCh grapje, maar op die manier itl het tenminste wel herkend. daar overheen heb ik letten kend. Ik ben nu eenmaal verbeterlijke krasser, die zelPP mijn handtekening nog een? 1 werk probeer te maken", n, L Ander gevecht „Met mijn vrije werk liggen t ken uiteraard anders. Tekort opdracht blijft een compronfu stuk toegepaste kunst, watx! niet straffeloos kunt experr? ren. Vrij werk is ook duidef; ander gevecht. Je kent je ije hebt je ervaring, maar j«eh daarnaast het toeval alle jcj, Kan het nog? Of kan het i[r meer? Dat is de conversatie voortdurend met jezelf vq stuit op onverwachte dinger nooit achter jezelf gezocht rnÉ waarover je geen macht hel&° „Als je begint heb je nog v6£ bepaald idee, een voorstelli™ je hebt opgepikt tijdens een|"£ ling door de stad of bij h<aa, van een boek. De prachtig" oenen heb je dan gekrege/® als je ze toetst aan jouw wer heid van dat moment, en opn« zet, gebeuren er meestal I dingen en wordt het toch beeld dat je in je kop had. V" rigens niet betekent, dat weer met dat nieuwe bee|"£ enorme relatie kunt opbouPt' hebt er alleen niet op gerei?"; ziet het gebeuren, je holt af kwast aan en denkt verbaaf" die weg ga ik dus op". y „Ik kan dat vrije werk in iP ven niet missen. Zonder hef, beseffen, verdringt jè el*j: langzaam maar zeker je crer en ben je bezig aan je zoveei lou-tekening. Dat kun je jar-] houden, want ook daarvoort - genoeg applaus. Al gooi je op het papier, dan staan ze juichen. Terwijl ik denk: „V ik? Waar ben ik in vredL mee bezig?" Ik ben een ran*, op een bepaald niveau zit,j, daar toch niet tevreden r gooi ik de beuk erin. Dan s| in het diepe en zwem stroom op". „Vrij werken is leegbloei hikt er heel lang tegenaaiv onherroepelijk komt het dat'ik de deur achter me dj en bij mezelf ga uithuilen dat imoment ben ik veel mer met mijn emotie dan met m' stand, en probeer ik uit teL' tot hoever ik kan gaan. Ji dan met je kwast totdat je', voel hebt: „Nu kan het nil misgaan. Die laatste twintij- ten wordt het spelen. Dan_ met zo'n schilderij gaan dan1 het daarna af is, komt to<w die onzekerheid terug en 1 zo'n schilderij in de onde I waar het vijf jaar blijft ligg^ „Zo'n werkstuk, waar ik dui lijk voor heb moeten bol mijn dagboek, waar niemf mee te maken heeft. Daar I intiem voor. Ik wil er desnfl wat over vertellen, maar, krijgt alleen mijn vriend 1 De rest moet wachten totdl ker van mijn zaak ben. duurt dus gemiddeld vijf jaP Spaarvarken f Ze staat op en waadt naar <fe re oever van haar donkere P zee. Even later komt ze telr een spaarvarken, dat ze trio lijk aan haar gast toont. „Dn vader gemaakt", zegt ze, „li leven lang ambtenaar in Dn geweest, maar uiteindelijk t, toch die verborgen bron gjij en aangeboord. Hij heeft zi|a geworpen op de compute:) een paar jaar terug heeft definitief tot de klei jjj Sindsdien is hij hevig bezing} maken van beelden. En ééns resultaten is dit schattige sjj ken". |i „Ik realiseer me overigensjo dat ik in mijn leven steeds|| cadentie te maken heb. Mei^ mijn werk mooi vinden, f meestal decadent. Ze het tenminste de neiging toe", jg „Ze zouden prima op hu zijn geweest op het einde h Romeinse rijk". tj LEO TIi FOTO'S KEES VE| ZATERDAG 15 Erotiek AMSTERDAM De vloer op de eerste etage van haar zacht kreunend herenhuis aan de Amsterdamse Stadhouderskade is sinds kort tussen voor- en achtergevel bedekt met een glanzende zwarte harslaag. Vanuit die nachtspiegel worden de aanwezigen constant bespied door vage dubbelgangers, die hun gebaren op de voet volgen en feilloos imiteren. De eerste volzinnen zijn amper uit gewisseld, als Milou Hermus haar gast reeds verzoekt om zich schie lijk te ontdoen van zijn schoeisel, dat inmiddels met de precisie van een paar kunstschaatsen de eerste Heyboer-hiefogliefen in het hars heeft geëtst. Zelf loopt ze uit voor zorg op blote voeten, waarvan de vochtige afdrukken na enkele se conden streeploos oplossen. „Je vindt het toch niet erg hè?", veronderstelt ze glimlachend, zodra tegenover haar een linkersok zicht baar wordt, die vrijmoedig een gro te teen de vrijheid heeft geschon ken, „ik kan nu eenmaal niet tegen krassen op de vloer". Verwaaid is ze zojuist uit een vroe- f;e herfstbui teruggekeerd, en he- aas ontbrak daarna de tijd om haar kapsel van tegendraadse krullen te fatsoeneren. „Maar daar kijk je wel doorheen, mag ik aannemen. Ik kan er ook beeldschoon uitzien, zo als op deze foto, die Paul Huf van me gemaakt heeft. Uiteraard heeft hij zwaar overdreven, want zo ben ik niet. Zo loop ik er in elk geval nooit bij". Zelf leefde ze overigens tot haar dertigste in de veronderstelling, dat de schepping een loopje met haar had genomen. „Ik was bar ontevre den met m'n eigen lijf. En daar ben ik pas op teruggekomen in Frank rijk, waar ik een paar maanden heb gewerkt in het atelier van een collega. Hij heeft een schitterende, middeleeuwse ruimte met pilaren, booggewelven en meters dikke mu ren. Allemaal dus zeer inspirerend. Maar vreemd genoeg kwam geen enkel bruikbaar idee me aanwaai en, en voelde ik me volkomen leeg. Om toch wat om handen te hebben, ben ik toen zelf maar gaan teke nen. Ik werkte als een paard, en gaandeweg ontdekte ik, dat ik wel degelijk mooi ben. Ik had altijd ge dacht, dat mijn neus afzichtelijk groot was. Maar die tekeningen maakten me duidelijk, dat het een krachtige neus is, die in een beeld van de Paaseilanden niet zou mis staan. Lijn voor lijn volgend werd ik steeds meer geboeid door mijn eigen lijf. Het was een ontdekking, die ik uitbundig gevierd heb". Milou Hermus: „Ik kan er ook beeldschoon uitzien hoor". Amerikanen doen de merkwaar digste dingen voor hun gezondheid en verzorgen hun lijf van a tot z, todat ze er joggend en trimmend letterlijk bij neervallen. Maar al die inspanningen hebben geen enkel zichtbaar effect. Tot hun zestiende kunnen ze nog net lopen. Maar daarna nemen ze onherroepelijk de vorm aan van hun eigen auto en kunnen ze alleen nog waggelen als Donald Duck. Ik vind Amerikanen ook niet echt aardig". Twinset „Omdat ik toch in New York was, ben ik op een vrijdag om vier uur nog even binnengestapt bij de New York Times, om te informeren of ik wat voor die krant zou kunnen tekenen. De redactrice die me ont ving, was een onderwijzeres met wapperende haren en een twinset aan, die me haarfijn uitlegde hoe ik een opdracht voor haar blad artis tiek moest aanpakken. Ik had eerst wat werk van me laten zien, en dat sprak haar blijkbaar aan. In elk ge val mocht ik een politieke tekening maken. Daarvoor had ik de keus uit drie onderwerpen, die ze me op gaf. Dat waren Sinterklaas, Paki stan en de verhouding tussen Ame rika en de NATO. Maar, zei ze er gelijk bestraffend bij, het mocht be slist geen karikatuur worden. En cynische Toespelingen op uitspra ken van Amerikaanse politici wa ren taboe. Ze voegde er ook nog aan toe, dat ze persoonlijk erg ge charmeerd was van het werk van Topor, Steadman en Steinberg. En graag maandagmorgen om negen uur de tekening inleveren. „Toe maar. Met die opdracht ging ik terug naar mijn hotelkamertje, waar ik me het hele weekend de pleuris heb gewerkt. Ik had inmid dels ontdekt, dat de Amerikanen een afschuw hebben van de Russi sche SS-20 en het gevoel hebben, dat Europa hun angst op dat punt niet serieus neemt. Dat'leek me een bruikbaar uitgangspunt. Ik tekende dus een machtige adelaar met oog kleppen voor, die soigneus, maar ook spinnijdig vanuit de verte naar de Europese modderpoel staart. De USA overlooking Europe, zullen we maar zeggen. Ik vond het per soonlijk een hele sterke. Maar de ellende was alleen, dat ik op mijn hotelkamertje geen flauw idee had hoe zo'n Amerikaanse adelaar er precies uitziet. Ik heb dus maar een vogel getekend, die volgens mij leek op een adelaar. Maar 's maan dags zag ik op de televisie tot mijn afgrijzen, dat het symbool van de Verenigde Staten een zee-adelaar is, die meer wegheeft van een gier dan van de vogel die ik verzonnen had. De nekpartij bijvoorbeeld klopte niet. En zo waren er nog wat details die ik niet goed had weergegeven. Ik had op dat mo ment nog precies anderhalf uur de tijd om correcties aan te brengen. Modderend en stuffend heb ik toén een combinatie gemaakt van een zee-arend en een Milou-arend. De onderwijzeres van de New York Times was gelukkig zeer te spreken over het resultaat". Woeste man „Ik heb ook een tekening gemaakt voor het Duitse mannenblad Pent house. Dat is dus duidelijk wel weer de afdeling erotiek. Ik moest een kort verhaal van Charles Bu- kovsky illustreren. En van hem weet ik al sinds jaar en dag, dat hij een woeste man is, die het onder werp sex niet uit de weg gaat. Ze ker weten. Voor die opdracht had ik precies een dag de tijd, terwijl ik normaal toch gauw een week aan mijn tekeningen sleutel. Dat zal één van de redenen geweest zijn, dat ik hem in acrylverf heb uitge voerd. Ik had toevallig ontdekt, dat acryl een heel mooi transparant re sultaat oplevert. En zo'n nieuwe beeldtaal sprak mij wel aan. Daar bij heeft acryl het voordeel, dat het onder je handen opdroogt, waar door je gedwongen wordt om ra zendsnel te werken. Dat kan ik ook goed gebruiken. Ik kan rustig een alf uur voor me uitstaren en geen pok uitvoeren. Maar wat ik uitein delijk op het papier zet, doe ik in een vloek en een zucht. En voor zo'n manier van werken is acryl ideaal. Je kunt spontaner je gang gaan en ziet onder je handen din gen gebeuren, die je niet verwacht had. Wat dat betreft ben ik een zondagskind, dat ontzettend ver wend wordt. Ik blijf toch duidelijk een macho-figuur, die graag snoeft en debatteert en roept: „Kijk eens wat ik allemaal kan". Ik werk als het maar even kan graag met bla bla, omdat ik weet welk vakman schap ik in mijn klauwen heb". Botsing Over lijven gesproken: met de re gelmaat van een klok bereiken haar signalen van mensen, die stug blijven volhouden, dat haar teke ningen en schilderijen boordevol erotiek zitten. Ze vindt dat over dreven. Bekent dan ook luidruch tig: „Ik heb geen idee, waar ze die wetenschap vandaan halen. Als het moet kan ik best prachtige eroti sche tekeningen maken. Dat is het punt niet. Maar dan heb ik het zelf niet eens in de gaten. Ik ben een doodnormale meid, die een op dracht uitvoert en er een hekel aan heeft om zich een etiket te laten opplakken. Ik kan in elk onder werp mijn ei kwijt. En als ze mij op één punt vastprikken, hoeft het van mij niet meer, en ben ik al weg. Ik maak ook een prima gelij kend portret. Maar er moeten geen mensen gaan bellen, of ze ook zo'n leuk portretje van zichzelf kunnen krijgen. Want dat doe ik niet. Dan verdiep ik me liever in een land schap of een stuk architectuur". „Ik neb net nog een schilderij ge maakt voor de chirurg, die me heeft verlost van mijn galblaas. Voordat ik onder het mes ging heb ik tegen hem gezegd: „Als je die operatie netjes uitvoert en in mijn lijf een jaap maakt die gezien mag worden, maak ik een schilderij voor je". Dat was dus een kwestie van gelijk oversteken. Ik laat jou mijn kunst zien en jij aan mij de jouwe. Op die manier dacht ik me zelf aardig te hebben ingedekt, want als je zo'n man z'n gang laat gaan, maakt hij voor hetzelfde geld een ordinaire winkelhaak, waar je voor de rest van je leven mee voor gek loopt. Het is dus zaak, dat je zo'n operatie zelf in de klauw houdt". „Echt een mooie snee is het uitein delijk niet geworden. Maar je kunt wel zien, dat hij er zijn best op heeft gedaan. Daarom wilde ik niet kinderachtig zijn en heb ik dat schilderij toch maar voor hem ge maakt. Met een beetje fantasie heb je trouwens het idee, dat die snee in mijn lijf een tatouage is. En dat kan best heel mooi zijn. Ik ken ne gerstammen, waar ze zichzelf heel creatief versieren. En van de resul taten die ze daar met tatouages be reiken, kunnen wij nog heel wat leren". „Over het algemeen hebben wij in het Westen trouwens toch geen be nul hoe wij met onze lijven moeten omspringen. Ik ben net nog in Amerika geweest. En als je ziet, hoe ze daar voortstrompelen, word je vanzelf zeer somber over de toe komst van het blanke ras. Het is een uiterst merkwaardige discre pantie. Ik heb in New York een film volgeschoten met alleen maar hollende mensen in Central Park. „Ik ben voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen. Ik zoek be wust het gevecht op en denk: „Ik zal die ander eens een poepje laten ruiken". Als iemand zich bij een opdracht iets voorstelt, heeft Milou misschien, hele andere ideeën. En die botsing van meningen heb ik nodig om mijn grenzen te verken- „Dat is ook weer gebeurd met die tekening voor het jubileumnum mer van de Leidse Courant. Ze hadden de kalender gezien die ik gemaakt heb voor een dochteron derneming van de Hollandse Beton Groep. Wat ik best prachtig gedaan heb. Maar ik vond het achteraf toch te Amerikaans, te veel Gone with the wind. Daarom heb ik voor de Leidse Courant iets heel anders gemaakt. Ik wist dat ik me op het grauwe krantepapier geen subtiele kleuren kon permitteren, en daar om heb ik mij beperkt tot wat blauw en een beetje rose. Daarmee heb ik net zolang zitten wroeten totdat het beeld dat ik voor ogen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 16