Leidse Courant:
een krant die
begrip wil kweken
o
re
Ji(
ie'
In
ZeidóaQowumt
75jaar Nieuws
r
In 1909 opgericht als katholiek
dagblad, heeft de Leidse Cou
rant zich in de loop van 75 jaar
ontwikkeld tot een krant die in
Leiden en omstreken nieuws
bron wil zijn voor allen die zich
in hun levensbeschouwing ver
bonden weten met het christe
lijk geloofs- en cultuurgoed en
de democratische traditie. Bij
selectie en presentatie van het
nieuws legt de krant nadruk,
zo staat in het redactiestatuut,
op ,,de gelijkwaardigheid van
alle mensen, eerbied voor het
leven en goede smaak".
Hoofdredacteur Jaap Halle-
was, adjunct-hoofdredacteur
Jan Leune en chef-redacteur
Wim Buijteweg geven een toe
lichting. De identiteit van de
Leidse Courant.
Donderdag 13 september 1984
LEIDEN Het klinkt misschien wat braaf,
zo luidt de kanttekening van de intervie
wer wanneer hoofdredacteur Hallewas in
de loop van het gesprek formuleert dat de
Leidse Courant „begrip wil kweken". Hij
reageert: „Braaf? Realiseer je wel dat
onze democratie bestaat bij de gratie van
het wederzijds begrip. Democratie veron
derstelt de bereidheid je neer te leggen bij
een meerderheidsbesluit waarmee je het
oneens bent. Hoe kan dat als je geen be
grip hebt voor de motieven van de meer
derheid die dat besluit genomen heeft? En
andersom: hoe kan een meerderheid ho
pen dat haar besluit door heel de samen
leving wordt aanvaard als ze zich niet kan
inleven in de opvattingen en verlangens
van de minderheid? Nog sterker: zonder
een minimum aan wederzijds begrip kan
een democratie in het geheel niet functio
neren. leder houdt dan immers vast aan
zijn of haar particuliere mening en er ont
staat helemaal geen meerderheid".
Begrip, verdraagzaamheid, openheid, ge
lijkwaardigheid, democratie. Het zijn de
sleutelbegrippen die in de gedachtenwis-
seling over de identiteit van de Leidse
Courant steeds opnieuw naar voren ko
men. Abstracte noties die met de mond
door vrijwel alle Nederlanders worden be
leden maar in de praktijk van alledag een
nogal uiteenlopende invulling krijgen. Ook
de media gaan er heel verschillend mee
om. Leg de berichtgeving van een Tele
graaf naast die van een Volkskrant. Verge
lijk de Vara-programma's met die van de
KRO. Toch hebben alle de democratie
hoog in het vaandel staan.
„Volkomen democratie is een ideaal",
constateert Hallewas. „De weg daarheen
zal altijd voorwerp van discussie blijven.
Hetzelfde geldt voor de journalistieke op
stelling die een krant of een omroep moet
innemen om dat democratisch ideaal dich
terbij te brengen. Onze opstelling is dat
we trachten „begrip te kweken". Wat be
doelen we daarmee? Dat we in onze bena
dering van het nieuws proberen zicht te
scheppen op wat mensen gemeenschap
pelijk hebben. We willen niet benadrukken
hoe „vreemd" en „afwijkend" de ander is,
maar juist hoeveel hij gemeen heeft met
onszelf. Daartoe benaderen we de nieuws
feiten en de mensen achter die nieuwsfei
ten met een zo groot mogelijke onbevan
genheid en objectiviteit. We trachten de
drijfveren en de levensoriëntaties van alle
mensen die bij het nieuws betrokken zijn
zonder vooringenomenheid, ik zou haast
zeggen „invoelend", in beeld te brengen.
Als je zo te werk gaat schep je de voor
waarden waaronder mensen zichzelf in el
kaar kunnen herkennen. Dan ontstaat er
zicht op wat mensen bindt. En pas waar
dat het geval is, wordt samen-leven moge
lijk".
Kerk
Adjunct-hoofdredacteur Jan Leune geeft
een concreet voorbeeld: de katholieke
kerk. „Sinds het midden van de jaren zes
tig", constateert Leune, „is de katholieke
gemeenschap verdeeld geraakt in wat je
zou kunnen noemen een orthodoxe en een
vrijzinnige richting. De meeste media heb
ben in dit conflict zeer radicaal partij ge
kozen voor de vrijzinnigen. In die mate dat
bijvoorbeeld van -aartsbisschop Simonis
een karikatuur werd (en wordt) geschetst
volgens welke hjj een bekrompen stijf-
hoofd met volstrekt ridicule opvattingen
kou zijn. In de LC-optiek een journalistiek
verwerpelijke benadering. Deze krant heeft
dan ook steeds getracht onbevooroor
deeld weer te geven wat de bisschop nu
eigenlijk zei. En aldus een beeld geschetst
van een kerkelijk gezagsdrager met wie je
het wellicht oneens kunt zijn, maar aan wie
authenticiteit en intelligentie niet kunnen
worden ontzegd".
„Met dezelfde openheid liet en laat onze
krant exponenten van de vrijzinnige rich
ting als bijvoorbeeld prof. Schillebeekx
aan het woord. In de overtuiging dat er al
leen langs deze weg een betere verstand
houding kan ontstaan en daarmee uitzicht
op het hervinden van het gemeenschappe
lijk spoor".
Hoofdredacteur
Jaap Hallewas: „We
willen een krant
maken die begrip
kweekt".
Adjunct-
hoodredacteur
Jan Leune: „Onze
verdraagzaamheid
strekt zich niet uit tot
in het oneindige".
Chef-redacteur
Wim Buijteweg:
„Mensen serieus
nemen is een eerste
voorwaarde als je je
ten doel stelt begrip
te kweken"
Gevraagd naar een voorbeeld in de regio
nale berichtgeving, brengt Wim Buijteweg
de ambtenarenacties naar voren.
„Toen op een dag in november van het
vorig jaar opeens alle bruggen geopend
bleven, waren de LC-verslaggevers vanaf
vier uur 's morgens in de weer om de be
trokkenen te interviewen, 's Middags kre
gen de lezers een reportage onder ogen
waarin de woede van de weggebruikers
even serieus werd genomen als de erger
nis van de brugwachters die de actie op
touw hadden gezet. Mensen serieus ne
men is een eerste voorwaarde als je je ten
doel stelt begrip te kweken".
„Vandaar dat we om nog iets anders te
noemen ook de Leidse kraakbeweging
met openheid tegemoet treden. Niet om
dat we de krakers gelijk geven, maar wel
omdat we zo helder mogelijk willen schet
sen hoe het komt dat ze hun toevlucht ne
men tot de kraak van een pand in de
Scheepmakerssteeg of een Ziekenboeg
van het Marinecomplex. Zoals we de
standpunten van politie en justitie nauw
keurig proberen weer te geven, zo willen
we ook de motieven van de krakers zoveel
mogelijk recht doen.
Volgens de LC-redactie is een dergelijke
„journalistiek van de onbevangenheid"
juist in deze tijd hoogst noodzakelijk. Op
tal van gebieden wijken de levensoriënta
ties van mensen immers zozeer uiteen, dat
ze onoverbrugbaar dreigen te worden. De
kernbewapening werpt zich op als een in
dringend voorbeeld. Waar voorstanders
haar aanmerken als een instrument voor
behoud van de vrede, zien tegenstanders
er een kruitvat in dat wellicht spoedig heel
de aarde zal opblazen. Een zo diep me
ningsverschil is in een proces van demo
cratische besluitvorming uiteindelijk niet
meer te hanteren. De praktijk wijst dan
ook uit dat politici steeds vaker hun toe
vlucht nemen tot uitstel van beslissingen.
Kernenergie, abortus, euthanasie, zijn an
dere voorbeelden van vraagstukken waar
over mensen zo verschillend denken dat
ze haast tot verschillende culturen lijken te
behoren.
Standpunt
Hallewas: „Onze krant heeft nooit willen
polariseren, maar onder de huidige om
standigheden vinden we een journalistiek
die dat wel doet, helemaal uit den boze.
Dat neemt uiteraard niet weg dat ook wij
een standpunt hebben. Niemand, ook een
journalist niet, kan aan de kant blijven
staan en zich beperken tot een registratie
van hetgeen zich voordoet. Een mens
moet voortdurend, van seconde tot secon
de zelfs, beslissingen nemen. Dat wil zeg
gen: oordelen. Maar wat wij pertinent wil
len nalaten is vanuit ons eigen oordeel een
morele veroordeling uitspreken over ieder
een die er anders over denkt. Neem het
vraagstuk van de kernbewapening. In de
commentaar-rubriek hebben we een en
andermaal uiteengezet dat behoud van het
afschrikkingsevenwicht tussen de groot
machten onder de huidige omstandighe
den en naar ons inzicht de veiligste weg is.
Maar we houden onszelf niet voor onfeil
baar. En we sluiten dus niet uit dat gene
raties na ons zullen concluderen dat voor
standers van eenzijdige stappen in de ont
wapening toch op het goede spoor heb
ben gezeten. Laat staan dat we deze voor
standers zouden verketteren als „niet
goed bij hun hoofd". Nee, het verschil van
opvatting is voor ons reden om des te
scherper naar de andere partij te luisteren.
Om met nog meer nauwkeurigheid weer te
geven vanuit welke belevingswereld men
tot een van ons afwijkende conclusie
komt".
De redactie van de Leidse Courant prijst
zich gelukkig dat ze zeker niet de enige is
die haar communicatieve arbeid aldus op
vat. Toch valt niet te ontkennen dat be
langrijke vleugels van de Nederlandse
journalistiek zich niet beperken tot het sig
naleren van tegenstellingen in de samenle
ving, maar deze, kennelijk bewust, nog
eens extra aanscherpen. Afhankelijk van
het kamp waartoe men zich rekent, wor
den in het debat over de kernbewapening
militairen dan als „oorlogshitsers" afge
schilderd en aanhangers van het IKV als
„loopjongens van Moskou".
„Waarbij", preciseert Wim Buijteweg, „de
vertekening doorgaans niet zozeer wordt
bewerkstelligd door duidelijke insinuaties
als wel door de toon van de berichtgeving.
Wie zelf geen ervaring met de media heeft,
zal zich dat niet altijd realiseren, maar er
bestaan in de journalistiek natuurlijk hon
derd trucs om mensen genadeloos af te
maken zonder dat ze zich kunnen verwe
ren. Dat kan gebeuren door een geraffi
neerde vraagstelling, door iemand zo let
terlijk te citeren dat hij of zij zichzelf bela
chelijk maakt enfin, een foto-onder
schrift kan al voldoende zijn. Zowel ter lin
ker als ter rechter zijde in medialand be
staan er journalistieke stromingen die tot
dit soort methoden hun toevlucht nemen.
Daarbij kunnen politieke motieven een rol
spelen, maar ook commerciële; niets is
makkelijker dan op deze wijze een smeuïg
verhaal in elkaar draaien. Wij vinden het
heilloos".
Confrontatie
De vraag kan intussen rijzen of de hoffelij
ke journalistiek zoals de Leidse Courant
die voorstaat niet het gevaar oproept van
naïviteit. Harde confrontatie lijkt soms on
ontkoombaar om de waarheid boven tafel
te krijgen en te voorkomen dat tegenstel
lingen worden toegedekt.
Jan Leune: „Onze verdraagzaamheid
strekt zich uiteraard niet uit tot in het on
eindige. Waar de mensenrechten in het
geding zijn, waar grondrechten gevaar lo
pen, is de grens bereikt. Als je voorbij
deze grens blijft volharden in tolerantie en
begrip, schiet je je doel voorbij. Je komt
dan in het gebied van de collaboratie met
krachten die een open, tolerante, demo
cratische samenleving welbewust bestrij
den. De apartheid in Zuid-Afrika, het regi
me Pinochet in Chili, de Centrumpartij in
ons eigen land om maar een handjevol
voorbeelden te noemen kun je niet an
ders benaderen dan met een onvoorwaar
delijke veroordeling. Maar je moet je goéd
bewust blijven van de ernst van zo'n ban
vloek en hem reserveren voor het allerui
terste geval. Nederland is, vergeleken met
de meeste andere landen op de wereld,
een vreedzaam paradijsje. Onze bejege
ning van elkaar hoort hiermee in overeen
stemming te zijn".
„Wat niet wegneemt dat een journalistiek
harde confrontatie ook binnen de Neder
landse verhoudingen dikwijls noodzakelijk
is", tekent Hallewas hierbij aan. „Een jour
nalist moet te allen tijde kritisch blijven.
Altijd achter de schone schijn willen kij
ken. Altijd doorvragen. Maar hoffelijkheid
en zelfs welwillendheid hoeven daarmee
niet in strijd te zijn. Voorwaarde is wel dat
de journalist een vakman is. Zoals er ook
vakmanschap voor nodig is om een con
flict helder onder woorden te brengen zon
der formuleringen te gebruiken die op zich
zelf genomen ook weer olie op het vuur
gooien. Maar je kunt er op zijn minst naar
streven".
„Streven" en „willen" zijn in fhet gesprek
over de identiteit van de Leidse Courant
begrijpelijkerwijs de centrale werkwoor
den. Wie „op weg" is en wie is dat
niet definieert zijn eigenheid in termen
van de bestemming die hij hoopt te berei
ken. Dat zich bij het afleggen van die weg
voortdurend struikel- en glijpartijen voor
doen, spreekt voor zich.
Actualiteit
Wim Buijteweg: „Als we zeggen dat we
met onze nieuwsvoorziening proberen bij
te dragen aan verdraagzaamheid en we
derzijds begrip, moeten we ons goed reali
seren dat we daarin nooit kunnen slagen
zonder ook aan een reeks van andere
voorwaarden te voldoen. Actualiteit, be
trouwbaarheid, diepgang, veelzijdigheid,
toegankelijkheid zijn een paar van die ei
sen. Eisen die makkelijk met elkaar in
i tento
6n doe
gegev
(nissen
tforden
werdei
Press
|)or ja;
reld w(
Ikje ne
vaartof
•eft d€
in hed
peld vc
strijd komen en die voortdurend dwL^J j=j
tot een afweging. Het resultaat daL
valt de ene keer gelukkiger uit dan dL
dere. Stel dat er 's morgens om
twaalf nieuws binnenkomt over paL
een gijzeling ergens in den lande w|
doden zijn gevallen. Dan moet dat ni
binnen een tijdsbestek van een kw)
zowel gecontroleerd als geschreven
den èn voorzien van een pakkende
Welnu, in zo'n geval ben je wel ged
gen tot concessies. Twee uur later,
neer de krant van de persen rolt, k
dan tot de conclusie komen dat ei
fout in het bericht is geslopen, da^
taalgebruik te wensen over laat of d;
toon niet overeenkomt met wat je var,
krant als de onze zou verwachten. Wi
nu eenmaal zeer feilbaar".
£n op i
Jan Leune: „Maar ook zonder dat er
ke is van een onmiddellijke tijdsdruk1
ten we constant afwegingen maken tu
de verschillende eisen die we onszei
leggen. Als we zeggen dat we een lei
re en voor iedereen toegankelijke
willen maken, brengt dat met zich mej
we ook luchtige, amusante berichte
verhalen moeten brengen. Hoe groot
die dosis zijn zonder de diepgang vi
krant schade te doen? Als een versli
ver een verhaal heeft geschreven dj
terst amusant is, maar waarin met b*
de mensen de draak wordt gestoken]
gen we dat dan publiceren of niet?
het om een analyse gaat die zeer dicj
nig is maar zo droog als gort? Een
maken is voortdurend kiezen, voortdi
toetsen en elke dag leren van je foul
n
,al
Grote woorden
Kinderen van een tijd die terugdeinstl
grote woorden, reageren zowel Hall
als Buijteweg en Leune terughouden
de vraag naar het verband tussen dj
schetste journalistieke benadering I
zijds en het christelijk geloofs- en cuf
goed anderzijds. Jaap Hallewas: „We
nen vandaag de dag onmogelijk nog"
rechtstreeks verband leggen tusseil
krant die we maken en zoiets als eei|
loofsbelijdenis. Zoals in heel de sam
ving het geval is, heeft zich de afgel
decennia zowel onder onze redacts
als binnen de lezerskring een enorma
scheidenheid ontwikkeld aan geloofscr
tatie en levensbeschouwing. Als ik eel
ging tot een samenvatting moet doen,
zeg ik dat wij een krant proberen teeiangr
ken vanuit een levenshouding van verfejdse
wen. Wij geloven om dat woord vorm
toch maar te gebruiken dat het I '84. C
bedoeld is als goed, zinvol, de m|ie ove
waard. Vanuit deze notie zijn we in en wei
berichtgeving steeds op zoek naar difonale
menten in de werkelijkheid die operden
wend, hoopvol, inspirerend zijn". an 19f
Jan Leune: „Een journalist stuit voqen so
rend op hetgeen er allemaal spaak lo<fr waar
de wereld. Vanuit onze visie is het el
tieel om de observatie niet te staken 1
je het falen gesignaleerd hebt. Wij bij press
door het zinloze heen, op zoek naajte pe
zinvolle. En dat mis ik bij veel a ft is on
nieuwsbronnen. Veel nieuwsvoorzifDrie
getuigen van een uitermate cynischj
reldbeeld. Ze berichten in een zure, \fcn Vat1
ge, navrante toonsoort. Wij zeggefctrijd
hebt als journalist de plicht om het kjorgar
in de wereld aan de kaak te stellen, toons
je mag het goede niet uit het oog v
zen. Laat dus niet alleen mensen aai
woord die lijden, maar ook mensen dï
lukkig zijn. Let niet alleen op de zurT
gen, maar ook op de krokussen die
elk voorjaar blijken te bloeien. Naast kfon
en verderf en temidden daarvan richj
steeds weer nieuw leven op".
Jaap Hallewas: „Zeker. Ook daaraan!^™®'
ken we wanneer we zeggen: we willeifn onvi<
krant maken die begrip kweekt. Bp, wille
lijkt me het juiste woord. De term duir- Paul
het verstandelijke „greep hebben" a
wereld om je heen, maar heeft teveiT
gevoelsmatige lading van een „liefdé
verbondenheid". Beide betekenisserid. Bur
typerend voor hetgeen wij beogen. Br1 Noor
van het nieuws en begrip voor de ma
die daarbij betrokken zijn dat isf
ons in de berichtgeving voor ogen stAiactie: 1