li
ina
„Ouderen voelen zich vaak schuldig omdat
ze de samenleving blijkbaar tot last zijn"
r3EJ AARDEN
PROF. DR. VAN MAARSEVEEN OVER
DISCRIMINATIE VAN OUDEREN
Een stille avond aan zee.
Blauw en zonnig ook. De
kleur van water en hemel
wordt langzaam bleker, het is
half tij van ebbe, het laagste
van het water zal om een uur
of half tien in de avond val
len. De eerste mui loopt al
gorgelend leeg, meeuwen
scharrelen hun kostje op in de
uitstroming.
Een vouwstoeltje aan de rand van
de grote plas, op het totaal lege
strand. Twee hengels op steunen,
schuin wijzende naar de dalende
zon. De ene wordt voor de „verre
visserij" gebruikt; wadend totdat
het water haast in mijn waadpak
kwam, heb ik hem een zwieperd
van jewelste gegeven en de 30-00
lijn bracht het aas (twee haken
beaasd met zeepier) toch zeker 100
meter ver de zee in. De tweede
hengel kreeg niet zo'n optater,
maar werd gebruikt om het aas,
een dwarrellijn van anderhalve
meter onder een schuiflood, niet
veel meer dan 50 meter uit de kant
(waar ik weet dat een mui loopt)
neer te leggen.
Zitten. Wachten.
Waarop?
„Op iemand die je nooit gezien
hebt", zegt het oude mopje.
Ik wacht evenwel op tong.
Een jaar of twintig geleden was het
helemaal geen toer voor een visser
die de goeie stekken wist, om op
een kalme avond, van de zomer tot
een eind in oktober, een leuk zootje
tong (zeg: acht of tien) te pakken.
Daarna is het bergafwaarts gegaan
met de tongvangsten. Een mooie
werd een uitzondering, een leuke
werd een uitzondering en tenslotte
werd tong-punt-uit een uitzonde
ring. Maar zie: de laatste jaren ko
men er weer wat terug en deze zo
mer heb ik zelfs nu en dan weer
beste lappen gevangen.
Tong aast liefst kort voor donker
en ook wel in het donker tot, zeg,
middernacht. In een hele nacht
doorhalen zie ik niet veel.
U doet er het beste aan kleine
scherpe haken te kiezen (Blue
Aberdeen is mijn absolute favoriet)
en te vissen met een slappe lijn. Ja-
jaja, dat weet ik ook wel natuurlijk:
als het fiks stroomt houdt u de lijn
niet strak.
Ik vis op tong liefst zonder afhou-
ders. Maar wilt u, omdat er uiter
aard ook paling tussendoor te van
gen is, liever afhouders om een
warboel te vermijden, dan is daar
tegen geen zwaar. Misschien is een
aardig compromis wel om de on
derlijn, die u zover mogelijk weg
deponeert, van afhouders te voor
zien en de onderlijn waarmee u
dichter onder het strand vist zon
der afhouders te nemen. En (voor
de vis zet zich namelijk direct
vast in het zand.
alle zekerheid) zorg ervoor, dat u
altijd een paar onderlijnen kant en
klaar hebt liggen. Ga geen kostbare
vistijd verknoeien door te proberen
onderlijnen, die door een aal goed
in de war zijn getrokken, uit elkaar
te peuteren. Zeker niet in de sche
mering of duisternis, maar eigen
lijk al niet overdag. Knip maar af,
stop in uw vistas (nee, nee, nee,
niet op het strand achterlaten die
troep!) en zoek het thuis maar ver
der uit. Visdagen zijn kostbaar, ge
bruik uw tijd maximaal.
De aanbeet van tong?
na de aanbeet helemaal gekromd
Het meest waarschijnlijke is:
Wham!
Met indrukwekkende snelheid
wordt de lijn strak getrokken en de
hengeltop krijgt een zeer behoorlij
ke optater. Soms buigt de top wel
een centimeter of twintig door.
Ja, het kan ook anders. Ik heb ook
wel eens van die kleine tikjes ge
had als schar vertoont, en dan
bleek het toch (maar over het alge
meen niet grote) tong te zijn. De
gebruikelijke aanbeet is evenwel
zeer duidelijk.
Nu niet meteen gaan sleuren. Kalm
aan doen. Tong is een sterke vis en
vooral wat grotere tong is heel wat
mans; de vis zet zich namelijk di
rect na de aanbeet helemaal ge
kromd vast in het zand. Menigmaal
heb ik na de aanbeet van tong eerst
gedacht, dat de lijn vast zat in een
onderwaters obstakel. Niet rukken,
niet „sleuren", vergeet nooit en
nooit dat een gehaakte vis aanmer
kelijk meer haast heeft dan u
Gewoon de lijn strak houden en
niet al te snel, maar wel gestadig
(zo nodig nu en dan met pompende
bewegingen) binnendraaien. Wees
er wel zeker van dat uw lijn (30-00
is, zoals gezegd, goed en op zand
strand zonder obstakels of steile
kanten durf ik 25-00 ook wel aan,
het gooit in elk geval verder)
nieuw is en geen knopen of andere
zwakke plekken vertoont.
Wat is een „grote tong", ofwel in
het vissersjargon een „lap"? Laten
we zeggen: als u er een van veertig
centimeter of meer vangt dan mag
u overwegen uzelf met „u" aan te
spreken. Het Nederlandse record
staat op naam van T. Molenaar uit
Bergen op Zoom, die op 26 mei
1982 een exemplaar ving van 55,6
cm; deze beste vis woog 1720 gram.
Meestentijds zult u slippertjes van
gen, tong van 25 tot 30 centimeter.
Niks op tegen en prima voor de
pan.
Zoals gezegd: echt veel tong van
gen, dat is er niet bij. Er zijn be
paalde stekken, waar de ingewij
den (want je moet wel echt heel
nauwkeurig weten waar je wezen
moet) zeldzame avonden hebben
van een dozijn tongen. De Westka-
pelse zeedijk op Walcheren heeft
een paar van die stekken en de
Oosterscheldedijk nabij het dorp
Ouwerkerk en naar ik mij heb la
ten vertellen het strand bij het
Noordhollandse Schoorl.
Het aantal avonden dat ik voor jo
ker op tong heb gezeten is legio.
Daarbij is nooit iets treurigs aan de
hand, geloof dat maar niet. Ten
eerste zijn er altijd kansen op ande
re vis (schol, schar, aal, ook zee
baars, fint, wie weet in oktober al
een vroege wijting of zelfs een gul
letje), ten tweede moet het voor een
fanatieke hengelaar al zéér scheef
gaan, wil een visdag als mislukt
worden afgeschreven Er is altijd
wel iets waarover het hart zich kan
verheugen, al was het maar niks
anders dan een rustige, mooie
avond zonder sores aan je kop of
lastige chefs, collega's, onderge
schikten of wat u maar wilt om u
heen.
September is een goede maand
voor deze visserij, oktober ook nog,
als het tenminste rustig weer is. Er
is zelfs, als het najaar zacht was,
nog wel eens een tongetje in no
vember gepakt.
A. C. W. VAN DER VET
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1984
over, maar dat hinderde niet want
ze had toch geen haast. Ik zei tegen
haar: ja, hoor nou eens, daar ligt
een Perzisch kleedje op een parket
vloer en daar gaat u natuurlijk een
keer over struikelen. Zei ze pinnig:
„Mag ik misschien struikelen, mag
ik misschien struikelen? Bemoeit u
zich toch niet met mijn kleedje". Ik
was weer bezig met dat zorgden-
ken; je wordt zelf ook aangeraakt
door dat soort dingen. Of aange
raakt, geïnfecteerd is een beter
woord. Nou, ze was 97 en dat
kleedje lag er al dertig jaar. Die
valt nog in geen vijf jaar".
Het heeft er alles schijn van dat we
ongemerkt in een maatschappij te
recht zijn gekomen, die alleen op
jongeren is ingesteld.
Ja, misschien is het dat wel. Den
Uyl, die zou nu weg moeten omdat
ie 65 is. Dat is toch volstrekte on
zin. Louter en alleen om het feit
dat iemand een leeftijd heeft be
reikt, moet ie weg. Op dezelfde ma
nier hebben we vrouwen en negers
gediscrimineerd. Door een aantal
vooroordelen tegen een categorie
mensen ga je ook de individuen die
tot die categorie behoren diskwali
ficeren. Pensionering, de vut, dat is
toch allemaal discriminiatie. Ik ben
er ook zeker voor om alle cao's
waarbij werkgevers verplicht wor
den om mensen met hun 57e met
de vut te sturen, door de minister
van Sociale Zaken nietig te laten
verklaren. En pensioenverplichte
leeftijd moet worden veranderd in
pensioengerechtigde leeftijd. In de
Verenigde Staten zijn ze weer veel
verder dan wij. Daar hebben rech
ters, ik dacht in Californië, gezegd:
„Hoor eens, mensen ontslaan op
grond van een bepaalde leeftijd is
ongrondwettelijk, dat is discrimina
tie". Gedwongen pensionering is
dus eigenlijk ongrondwettelijk. En
nu we het toch over Amerika heb
ben, die Reagan is natuurlijk het
levend argument tégen discrimina
tie op grond van leeftijd. Hij is de
eerste president sinds Kennedy, die
een begeestering in het land te
weeg heeft gebracht. Goed of
jaarde over het huwelijk, over
abortus, over kinderen krijgen, dat
telt hier gewoon niet. Want ze heb
ben het toch achter de rug. Dat is
een inbreng van ervaring die min
of meer is verdwenen. En dat vind
ik jammer.
Bejaardenpartij
Hoe trek je dat weer (een beetje)
recht?
„Door te kritiseren denk ik. En be
jaarden moeten zelf weer eens op
hun poot gaan spelen; een initiatief
als een bejaardenpartij, dat zie ik
graag. Bovendien moeten de voor
delen die ze nu hebben, worden af
geschaft. Bejaardenpassen, bejaar
denabonnementen, al die dingen
moeten weg, want ze hebben iets
protegerends. Op grond van leeftijd
goedkoop mogen reizen, vind ik
onzin. Maar het punt is natuurlijk
wel, dat mensen die op een bepaald
moment uitgerangeerd zijn, nog
weinig behoefte hebben om iets te
doen. Dat leidt tot een zekere apa
thie. Dat geldt overigens voor veel
meer categorieën. Men heeft God
ingeruild voor de Staat, voor de
overheid. God bleek niet alle din
gen te geven die je vroeg, maar de
overheid bleek dat wel te doen.
Niet dat ik in God geloof, daar niet
van. Het is zo'n heel conglomeraat
van sluipende veranderingen. Te
rugdraaien is niet goed, maar een
nieuwe ontwikkeling is zeker no
dig. Het leeftijdsdenken moet op de
helling. Net zoals dat een tijdje ge
leden is gebeurd met het vrouw-
denken. Dat is toch wezenlijk ver
anderd. Als je kijkt wat dat voor
veranderingen in de wetgeving en
sociale verhoudingen heeft gege
ven, potverdikkie zeg. Individuali
satie van de sociale wetgeving, kin
derbijslag naar de vrouw, toename
van de vrouw op de arbeidsmarkt.*
van 25% in 1970 naar 33% in 1982.
Dat is niet mis. Het bewijst dat je
iets kunt veranderen, al kost het
tijd".
DICK HOFLAND
pt dat
itwik-
n deel
beids-
haar 'e kloof tussen (zeer) jong en (erg)
ud in onze samenleving dreigt
teeds wijder te worden. Beide
foepen raken van elkaar
ervreemd. De tussenliggende
eneratie vergeet al te veel aan
uderen en hoogbejaarden haar
jekomst aandacht te schenken.
De bejaarde mens is nog lang niet
•over dat hij of zij volledig blijft
bij de iee-functioneren in de
amenleving. En dat is een verwijt
at de gehele maatschappij aangaat
n bepaald niet alleen de jongeren,
laar ook de bejaarden zélf", zei de
d-; irecteur-generaal Welzijn van het
jaar jinisterie van WVC, A. B. Gijbers
ens.
Als gevolg van allerlei
Matschappelijke ontwikkelingen
"T:'orden de ouderen teruggedrongen.
Ben spreekt over „de problematiek
an de ouderen". Problematiek?
iestaat die eigenlijk wel? Hebben
■ave als maatschappij niet ten
cijtcronrechte gezocht naar een
!n Jjïprobleem?
j moNver dit onderwerp hebben we
i krijvorige week in Finale de directeur
•"„ftran de Nederlandse Federatie voor
handi-pejaardenbeleid aan het woord
:lJnojielaten. Vandaag de Rotterdamse
rorgenfoogleraar staatsrecht
isstan-irof. dr. H. Van Maarseveen.
kind,
alduipTTERDAM De Alk-
baarse rechter Schalke heeft
n metf'et zo *an6 geleden bij de be-
e pro-andeling van een euthanasie-
voor-kak gezegd, dat op ouderen
beper-Ln toenèmende sociale druk
EHJor<3t uitgeoefend om vrijwil-
uit het leven te stappen,
moeder uitspraak die er niet om
jongefëgt en waarmee Schalke wil-
over-öe aangeven dat oudere men-
yerdo-jen zjch vaak schuldig voelen
>uwenpmdat zij de samenleving
kindfekbaar tot last zijn.
nmersVoor de Rotterdamse hoogleraar
il vanfctaatsrecht prof. dr. H. van Maarse
veen die ook al opzien baarde
omdat hij het huwelijk wil afschaf
fen is dat aanleiding geweest
voor opmerkingen in het Neder
landse Juristenblad. Daarin stelt hij
onder meer. dat op grond van arti-
an de nieuwe grondwet, die
algemeen discriminatiever-
od bevat, ook disriminatie wegens
ludere) leeftijd moet worden be
reden. Reden om hem op te zoe-
zijn kamer van de Erasmus-
>iteit, waar hij uitgebreid fi-
sofeert („Ik ben absoluut niet
ikskundig") over wat hij het leef-
dsdenken noemt.
it", al
zelfs veel meer voorkomt dan
vermoeden. Al heb je natuurlijk di
recte en indirecte druk; ik denk dat
die indirecte druk het grootst is.
dat komt voor een groot deel omdat
we die bejaarden hebben gediskwa
lificeerd hè. Het zijn geen volledige
mensen meer; dat is toch algemeen
het beeld. Oud kan niet meer; oud
niet meer dit en oud niet meer
Die hele isolatie van bejaarden kan
door bezuinigingen niet meer ver
der gaan, maar we hebben wel ont
zettend veel gedaan aan die isole
ring van bejaarden. We praten wel
over isolatiecéllen in klinieken i
gevangenissen, maar je hebt n
tuurlijk ook isolatie-oorden. Dat
zijn de bejaardenoorden. Het is nog
tot daar aan toe dat ze er zijn, dat
kan best nodig zijn of nuttig of
weet ik veel wat, maar ook daar
hebben ze geen bal te vertellen. In
het bestuur van die oorden zitten
ze niet, want daar zijn ze te oud
voor. Het zijn objecten geworden
voor zorg; geen volwaardige m
Doodsbang
Ie mag niets zeggen tenzij het we-
nschapelijk onderzocht is, maar
heb mijn eigen methoden. Dan
aag ik aan tien, vijftien mensen
mijn omgeving of ze wel eens
:bben meegemaakt dat oude men-
n hebben overwogen vanwege
ciale druk een eind aan hun le-
maken. Nou, dat kwam er
derdaad uit. O ja, heel duidelijk.
hadden bijna allemaal wel een
ii of een tante of een grootvader
had, die zichzelf als een last voor
familie beschouwde. Ja hoor".
Dnden die ouderen dat zelf of
ïrden ze ertoe aangespoord?
Ie werden ertoe aangespoord door
omgeving. Ikdenk dat het
„Beslist; dat
Maar ze worden er vaak toe ge
prest. Je moet de dwang afschaf
fen, ook de sociale dwang. En je
moet accepteren, dat bepaalde
mensen liever hun benen breken
op de keukentrap bij zichzelf
huis of het gas aanlaten en
vlammen opgaan, dan dat ze na
een bejaardentehuis gaan. Je moet
mensen als het ware gunnen dat ze
er een zootje van maken. Ja, dan
kunnen ze vroeg dood gaan of i
valide worden. Dat risico moet je
de mensen in feite gunnen. Maar
dat mag niet, dat is zieligIk ben
wel eens bij een vrouw geweest
van 97, die helemaal zelfstandig
woonde. Ze deed nog alles, gaf nog
diners, ja daar deed ze twee dagen
„Je moet mensen gunnen dat ze er
„Jazeker, maar na de Tweede We
reldoorlog heeft dat proces zich in
gang gezet".
Gelijke rechten
Is het niet logisch dat ouderen op
veel gebieden, waaronder werk,
plaats maken voor jongeren?
„Over het algemeen is dat best eens
waar. Maar jongeren de kans ge
ven dat gaat ervan uit dat oude
ren en jongeren ongelijke rechten
zouden hebben. Iemand van 40
heeft net zoveel recht om te wer
ken als iemand van 20. Daar zie ik
geen verschil in. Ik geef wel toe,
dat mensen na een tijd uitgewerkt
zijn, natuurlijk is dat zo. Maar dat
is wel iets anders dan dat je zegt:
mensen van een bepaalde leeftijd
schop ik eruit. En het idee dat als je
dat niet doet, ze ook niet gaan, is
natuurlijk waanzin. Als je het vrij
willig maakt, gaan ze net zo hard.
Maar er zit een groot verschil tus
sen vrijwilligheid en gedwongen
heid".
Criteria moeten worden afgeschaft.
„Ja. Ja. Natuurlijk. Er zijn geen
criteria nodig. Waarom in vredes
naam? Moet ik etiketten plakken
op mensen? Waarom moet ik men
sen oud noemen of bejaard? Waar
om moet ik mensen kwalificeren
naar leeftijd? Waarom moet ik zeg
gen: jonge snotneus of ouwe vent?
Dat is toch nergens voor nodig.
Leeftijd is toch geen criteria; net zo
min als huidskleur of geslacht. Dat
hoeft toch niet als je maar een beet
je eerbied hebt voor mensen.
Heeft het niet te maken met het
begrip arbeid? Werk is immers de
maatstaf. Omdat je niet meer mag
werken, deug je verder ook ner
gens meer voor. Moet dat niet, zoals
al een beetje gebeurt, ter discussie
worden gesteld?
„Misschien wel. Wat is de waarde
van arbeid? Weg met de prestatie-
een rotzooitje van maken".
maatschappij is wel een leuke ma
nier van denken, maar een zekere
mate van prestatie heb je natuurlijk
wel nodig. En voor een hoop men
sen is werken toch het belangrijk
ste in hun leven, hoewel dat ook
wel aan het veranderen is door de
economische omstandigheden. Ik
ken heel wat jonge mensen die
geen enkele behoefte hebben aan
•een baan. Die heel hard bezig zijn,
maar geen behoefte hebben aan
een betaalde baan. Die hele dwang
situatie Maar goed, we hadden
het over bejaarden. Alles heeft met
elkaar te maken, dat is waar. Ons
type samenleving. Produktie en
materiële welvaart.
Levenswijsheid
Er zijn Afrikaanse landen waar ou
derdom juist in hoog aanzien staat.
Je maakt daar mee, dat een oude
vrouw in het midden van een
kring zit en iedereen naar haar
luistert. Van haar komt de wijsheid
en zij heeft het ook voor het zeg
gen. Misschien wel het andere ui
terste, maar doelt u op zoiets?
„Daar heeft ouderdom, levenswijs
heid de plaats die bij ons de boeken
en andere media innemen. Die rol
is in onze maatschappij niet meer
weggelegd voor ouderen".
Maar u zei dat er behoefte is aan
een ander denken, aan culturele
waarden. Aan filosofen bijvoor
beeld. Dan kom je toch snel bij
mensen die levenswijheid hebben,
dus bij ouderen?
„Zeker, temeer omdat ouderen
meestal geen rechtstreekse belan
gen meer bij de zaak hebben. Je
kunt leuk over abortus of weet ik
wat voor dingen praten, maar laat
mensen van 75 of 80 jaar daar maar
eens over praten. Dan hoor je heel
andere geluiden. Ik denk zelfs, dat
een heleboel oudere mensen juist
door hun levenservaring vaak veel
progressiever denken dan jongeren;
ha, ja. Maar de mening van een be-
Bespiegeling
„Tja... veertig jaar is oud, over en
afgeschreven. Neem de Olympische
Spelen. Waarom houden ze daar
nou geen wedstrijden per leeftijds
klasse? Ik dank je feestelijk dat ie
mand van achttien jaar harder
loopt dan iemand van veertig.'
Maar diezelfde goser heeft natuur
lijk niet de helft in zijn mars van
wat die man van veertig in zijn
mars heeft. En dan krijg je dat gek
ke: jong, directe prestaties; dat no
teert hoog, daar is onze samenle
ving kennelijk erg op gesteld ge
raakt. Dus een stukje cultuur is ge
woon verdwenen. De cultuur van
de bespiegeling, de cultuur van: er
kan wijsheid in mensen zitten
die is weg. We komen niet eens
meer op het idee dat er „wijze
mensen" bestaan, maar alleen nog
dat mensen kennis bezitten. En die
kennis, daaraan valt te verdie-
Die cultuur is hier wel geweest.
Pro*, dr. Van Maarseveen
slecht, dat moet iedereen zelf maar
uitmaken, maar het gegeven dat ze
voor die Begeestering geen jongere
nodig hebbëfi'gehad, dat is niet on
deruit te halen".
Is het denken in leeftijden louter
iets van deze tijd?
„Het is ontstaan door ons prestatie-
denken, ons nogal eenzijdige pres-
tatiedenken. En met het ont-cul-
tuurlijken van onze. samenleving.
Het gaat om rechtstreekse produk
tie van goederen, van diensten. De
produktie van culturele waarden is
bij ons veel en veel lager. Het be
spiegelende denken, dat telt niet
meer. Ik heb pas bij een tv-reporta-
ge over tennissen nog zoiets meege
maakt. Een of andere Amerikaanse
tennister van 40 jaar kwam de
baan op. Zei die verslaggever:
„Daar komt de tennister hoppoppo-
pop aan, bijkans de ontbinding na
bij, maar toch doet ze het nog".