J Finale „De teveel- beloofden moeten terug naar hun plaats" ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1984 ..Ik zal niet gauw een vlieg dood slaan", zegt dr. Jan Hendrik van den Berg. ,Wie het nieuwste boek van de omstreden metableticus leest kan dat begrijpen. Het bezingt de lof van de levende natuur op zo n manier, dat het ruim honderd jarige evolutielied van Charles Darwin er vals in doorklinkt. Nemen we een gesneuvelde huis- j vlieg onder de loep, dan zien we wat we kapot gemept hebben: een wonder van raffinement. Wat Van den Berg (met gepast leedwezen) tot de uitspraak verleidt: „De le vende natuur is veel meer dan een demonstratie van aangepastheid, zoals Darwin ons leert met zijn na tuurlijke teeltkeus. De levende na tuur is een demonstratie van luxe, I een tentoonstelling van een teveel. I Het is bijvoorbeeld niet nodig dat I de vink zoveel kleur heeft. En de j mus doet het even goed met min- der kleur". In zijn villa aan de Rijn te Rhenen, om precies te zijn in de spreekka mer met de onvermijdelijke „di- van", neemt de 70-jarige zenuwarts Van den Berg (..Ja, ik praktizeer nog") de heer Charles Darwin en zijn „blinde" volgelingen flink on der handen. Uit liefhebberij in de biologie en uit liefde voor de waar heid. zoals hij zegt. De afstam mingsleer deugt niet als waarheid i en zeker niet als dé waarheid, be- toogt hij ogenschijnlijk koel en on bewogen. „Er bestaan heel wat zwaarwegen- 1 de argumenten vóór de afstam mingsleer. Ik heb er veertien in m'n boek genoemd en beschreven. Maar ik heb daar vijftien contra's tegenover gezet. Ze zijn niet alle maal even sterk, maar samen toch sterk genoeg om op te wegen tegen de pro's. Geen plan, geen doel i Toch kan de wetenschap met Dar win's theorie tot nu toe behoorlijk „Dat is waar. Ze bevat ook zeker waarheid, ik zou het niet durven 'en kunnen ontkennen. Sommige Wetenschappers gebruiken de af stammingsleer als werkhypothese, maar het gros aanvaardt haar als een dogma, als een geloof. Dat is mijn grote bezwaar. Het geloof na melijk dat de levende natuur uit sluitend onderhevig is aan de wet ten van de materie. Van de stof, niet van de geest. Er zou geen plan èn geen doel achter zitten". Ik begrijp» uit uw boek dat Darwin zelf grote twijfels had over zijn op vatting. i.Ja, die heeft hij zijn leven lang ge- houden. Hij kreeg de koude rillin gen, zoals hij zelf schrijft in The Origin of Species, als hij het men selijk oog bekeek. Hij kon zich niet voorstellen dat het oog, that most perfect organ, door natuurlijke teeltkeus tot stand is gekomen. Evenmin kon hij de pracht van de pauweveer bevredigend verklaren. Hij deed er wel pogingen toe, maar hij kronkelde zich in allerlei boch ten en hij had er de Schepper bij nodig. Hij kon niet geloven, schreef hij later aan een vriend, dat deze schitterende wereld het gevolg is van een redeloze macht. Ik neig er- toe, schreef hij, alles te zien als het effect van een ontworpen wet, waarbij de details verkregen kun nen zijn door wat toeval heet". Het gaat Van den Berg te ver om de Neo-Darwinisten na te zeggen, dat de stamboom van elk levend I «wezen, als vrticht van eindeloze ge netische mutaties, de opeenstape- ling van toevallige fouten is. „De mens, als laatst verschenen wezen, zou dan het produkt zijn i van miljoenen fouten in de natuur, I Nee, voor mij is het geen kwestie van blind toeval. De mens is de kroon der schepping". Hoe verklaart hij dat de biologen Darwin en zijn volgelingen nog im mer omhelzen „Je kunt zelfs van een wijdverbrei de verknochtheid aan de afstam mingsleer spreken. Ja, oVer die vraag gaat m'n boek nou juist. Met de methode van de metablectiea, de leer der veranderingen, poog ik aan te tonen hoe het komt dat vrij wel alle biologen geloof hechten dan een theorie met zoveel argu menten tegen. Wat ik gedaan heb is al die feiten die opvallend waren rond het jaar van verschijnen van Darwin's boek op te sporen. Dus. wat gebeurde er in en rond 1859 dat van bijzonder betekenis was. Zeker, dat is een willekeurige keu ze. Ik kwam tot vijftien feiten, maar de samenhang ertussen zag ik pas later. Die samenhang is dus niet voorop gezet". Een van de belangrijkste feiten die het geprolongeerde succes van Dar win's evolutieleer moeten verkla ren, is de verschijning (ook in 1859) Dr. Jan Hendrik van den Berg is internationaal bekend, maar sterk omstreden. Niet zozeer als psychiater, wél als vruchtbaar beoefenaar van de psychologische geschiedschrijving. Van den Berg geldt als de uitvinder van de metabletica: de leer der veranderingen. Hij brengt historische feiten die zich ongeveer gelijktijdig hebben voorgedaan met elkaar in verband en creëert daar één of meer nieuwe waarheden uit. Zijn eerste boek (Metabletica), uitgegeven in 1957, werd een bestseller. OMSTREDEN METABLETICUS JAN HENDRIK VAN DEN BERG: van Karl Marx' boek „Zur Kritik der politischen Okonomie". Daarin staat volgens Van den Berg de eer ste definitie van het historisch ma terialisme. Het werk wordt be schouwd als voorloper van „Das Kapital". „Marx was heel enthousiast over Darwin's leer. En waarom Ze pas te perfect in zijn ideologie. Marx en Engels zagen in „The Origin of Species" een belangrijke bijdrage tot de overwinning van de stof over de geest. Het was een rugge steun in de revolutie die zou eindi gen in de ondergang van alle aris tocratie en in de zegepraal van het proletariaat. Darwin had immers aangetoond dat alle mensen van lage komaf waren, met dezelfde stamvader als de mensapen". Sindsdien heeft de politiek zich meester gemaakt van Darwin's leer, betoogt Van den Berg. „Elke politieke partij heeft zich van zijn erfgoed bediend. Welke grote stro mingen je ook neemt, het commu nisme, het liberalisme of het natio- naal-socialisme. Het is een politieke verplichting te denken dat de we reld, de levende en de levenloze, allereerst wordt beheerst door de materie en de wetten van de mate rie. Zuerst das Fressen und dann die Moral. Zodra die politieke ver plichting vervalt, komt de overtui ging terug dat onze welgetooide wereld om ons heen wordt beheerst door de geest". Argwanend Van den Berg zegt het allemaal zonder enige emotie. In zijn, saai in gerichte kamer met wanden vol boeken, een toonbeeld van doelma tigheid, zit hij te oreren. In korte, haast afgebeten zinnen. Het laat de treksprinkhaan, die roerloos aan een bloemstengel op zijn bureau zit, koud. Het beest valt op door zijn grootte: een centimeter of acht. „Meegesmokkeld in het vliegtuig", gniffelt hij nauwelijks merkbaar. „Uit Afrika". Door het dier be hoedzaam te knijpen laat hij zien dat er leven inzit. Zuid-Afrika Hij reageert argwanend. En tegelijk lichtelijk agressief. „Ik heb er geen enkele behoefte aan te ontkennen dat ik regelmatig in Zuid-Afrika kom. Ik kom ook vaak in Amerika. Ik doceer er, maak lecture tours. Inderdaad, le zingen. Ik weet, dat valt niet erg goed in dit land, maar ik laat me geenszins weerhouden. Ik heb deze lente een eredoctoraat gehad aan de Universiteit van Bloemfontein en daar ben ik zeer trots op". Klaaglijk beweert hij dat het ANP dat laatste feit „verdonkermaand" heeft, evenzo de medischè pers. „Ook de Leide Universiteit, waar van ik toch emiritus hoogleraar ben, heeft het verzwegen. Het heeft wel in het studentenblad ge staan. Als beledigend artikel". Dat laatste komt er weer als medede ling uit. Hij heeft zich kennelijk weer in de hand. Wat drijft hem naar Zuid-Arika „Zoals ik zei, die lezingen. Ik heb ze in het hele land gehouden. Ook aan de zwarte medische faculteit. Ik wilde weten wat daar gebeurde. Ik heb m'n uiterste best gedaan om te weten wat daar gebeurt. En ik kan u heel veel goeds vertellen". Van onderdrukking en uitbuiting van (gekleurde) mensen wil hij niet horen. Met enige stemverheffing, maar met welwillende oogopslag zegt hij: „Zoals die blanke mensen daar af gemaakt worden in onze kranten. Schaamteloos. Ze kunnen zelfs per ongeluk niet goeds doen". Vooroordeel Maar wat was zijn bevinding dan Op geruststellende toon: „De zwar ten zijn er goed aan toe. Ze góan goed gekleed, zijn goed gevoed en medisch verzorgd". Voor het eerst zichtbaar veront waardigd. met felle ogen, verhaalt hij over het gedrag van een Duitse fotojournalist, die hij de laatste keer in Soweto toevallig meemaak te op een rit door de stad. „Er stonden genoeg bungalows van zwarten, sommige met twee auto's voor de deur, maar dat interesseer de de man niet. Hij rustte niet Voordat hij een armoedig huisje met zwarten op de foto had gezet. Zo wordt men hier in het Westen voorgelicht. Ik kan er wel een le zing over houden. Over de merk waardige effecten van het politieke vooroordeel. Ach, laat ik er maar over zwijgen. U zit dat allemaal maar op te schrijven. U komt toch voor m'n boek heb ik begrepen. Ik wil er alleen nog dit van zeggen: men >vil hier de feiten niet horen. De betrekkelijke welvarendheid van de zwarten in Zuid-Afrika in thuislanden, past niet in het geloof. Wel armoe, ellende, onderdruk king". Hij zal toch niet willen ontkennen, dat in Zuid-Afrika over de zwarten beslist wordt en dat de blanke machthebbers er goed aan doen de Later ebde de belangstelling weg. Zijn leer is fel aangevallen, vooral vanwege zijn willekeurige rangschikking van feiten. In wetenschappelijke kring wordt ze nauwelijks serieus genomen. Niettemin gaat Van den Berg onverdroten verder. Zijn nieuwste boek heet „Koude rillingen over de rug van Charles Darwin". Daarin poogt hij te verklaren dat de populariteit van Darwin's afstammingsleer (de mens is van dierlijke oorsprong) politiek bepaald is. En dat de geest ondergeschikt gemaakt is aan de stof. Maar, zegt Van de Berg in een gesprek over zijn nieuwste geesteskind, we zijn op weg naar een ommekeer. Hij schildert een afschrikwekkend beeld. Niet alleen van de toekomst der mensheid, maar ook van zichzelf. „De zwarte Wat kan de zwarte nou eigenlijk wel Ja, hij kan goed knecht zijn". Dr. jan Hendrik den Berg van tien jaar geleden. „Ik heb geen tijd voor een fotograaf. Neemt u deze foto r zwarte meerderheid vroeg of laat in het landsbestuur te betrekken, volgens de spelregels van de demo cratie. Afwerend zegt hij: „Dat zou heel onverstandig zijn". En zo zachtjes dat ik hem bijna niet goed versta, laat hij erop volgen: „Want ze kun nen het niet". Wat zegt u Nadrukkelijk: „Ze kunnen het niet. Kijk wat er hier in dit land ge beurt. De Vietnamezen, die boot vluchtelingen, zijn bezig hier een florerend bestaan op te bouwen. Maar haal een handvol zwarten hier naar toe en we krijgen een bende. Kijk naar de druggebrui kers. Zeker de helft is Surinamer. En u kunt niet volhouden dat dat komt door hun slechte sociaal maatschappelijke uitgangspositie. Die is voor vergelijkbare minder heidsgroepen eVen slecht, maar die doen het veel beter. Weet u wat die zwarten voor Zuid-Afrika beteke nen Hetzelfde probleem als wan neer we hier in Nederland het be stuur zouden overdragen aan vijftig miljoen zwarte Surinamers. Daar kan ik moeilijk gunstig over oorde len. Dat zou een ramp zijn, denkt u niet Armzalig Hij zwijgt demonstratief. Zegt ver volgens, dat hij veel liever verder praat over zijn boek: De koude ril lingen over de rug van Charles Darwin. Het gesprek wil niet meer vlotten. Hij is bereid toe te geven dat het boek gezien kan worden als een poging om de evolutionisten en de creationisten met elkaar te ver zoenen. „Ik val de evolutionisten niet af. maar hun leer is armzalig, armoedig, armetierig. Ze geven geen antwoord op de vraag over de finaliteit van het leven, ook niet over de wil tot leven. We maken naar mijn overtuiging geen deel uit van een toevallig bestaan, maar van een geduwd bestaan. Het is niet zonder betekenis dat we hier zijn, ook al kennen we het doel niet. De creationisten geloven de unieke daad van de schepping en oordelen de evolutie als onjuist. Maar dat kun je niet doen. Je kunt het verhaal van de bijbel niet let terlijk nemen. De bijbel is geen leerboek biologie. De bijbel heeft zijn eigen geloofswaarheid". Hij vertelt over zijn levenslange hartstocht voor de biologie, die in Deventer gewekt werd. Zijn vader was daar machinist van de waterto ren aan de Ceintuurbaan. Het gezin woonde in een prachtig stukje na tuur er vlakbij. Het bood de jonge Van den Berg alle gelegenheid om de wonderen ervan te genieten. Op de middelbare school in Deventer, de oude Rijks HBS, maakte hij voor 't eerst kennis met de leer van Dar win. Niemand die daar moeite had met de Engelsman die beweerde dat de mensen van dieren afstam men. In Zutphen, waar hij later het christelijk lyceum bezocht, deden ze wel moeilijk. „Daar noemden ze Darwin's werk een dwaalleer, wat mij niet verhinderde om zijn werk te pas en te onpas in de klas te ber de ter brengen. Zonder nare per soonlijke gevolgen moet ik overi gens zeggen". Kentering Van den Berg komt weer op dreef bij de vraag of de westerse mens het materialistisch denken niet be zig is van zich af te schudden. „Ja, dat is inderdaad zo. Er is een kentering gaande in dat dwangden- ken. dat de weg blokkeert tot een andere opvatting. Langzamerhand is de mening ontstaan dat de wel vaartsstaat ook geen geluk geeft. Nederland is bijzonder rijk. maar de Nederlander geen toonbeeld van geluk. Integendeel, hij is knorrig, ontevreden, heeft kritiek. Daaruit blijkt, dat we geen dieren zijn die tevreden zijn als je ze volstopt. Als je iedereen een auto geeft en een kleuren-tv, een vakantie aan de Costa Brava, een skivakantie en ook nog elke dag een paar flessen wijn. dan geloof ik wel dat de mens aan geluk niet meer toekomt. Mijn moeder zei altijd: het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen". Heeft hij overigens een visie op de toekomstige ontwikkeling van de menselijke mentaliteit Gretig: „Daar wil ik best een paar dingen over zeggen, maar dan wil ik eerst mijn visie op vandaag ge ven. Als psychiater kan ik in mijn vakgebied op dit ogenblik geen en kele man van formaat aanwijzen. En wat ik van collega's hoor, geldt dat ook voor hun vakken. Einstein. Curie. Pasteur, Newton, Hugo de Vries, Huizinga. Die grote namen zijn er niet meer. En dat komt, om dat wij van alles wat groot is niet meer houden. Wij houden van alles wat klein is, kruimelig, wat aan de zelfkant leeft. Aan de enkeling was de geweldige ontplooiing in de vo^ rige eeuw te danken. Maar we heb ben geen Stevensons, geen Edisons meer. Wij mikken op het middel matige, hebben eindeloos veel aan dacht voor het oncapabele, zelfs liefde voor het criminele. De nivel lering naar beneden is aan de orde vaji de dag, Over de hele wereld is overdreven aandacht voor de min der getalenteerde. Dit gaat ons op breken voorzover het gepaard gaat met het wegvallen van aandacht voor de getalenteerde. En dat zien we om ons heen gebeuren. Zo'n middenschool ook. Briljante kinde ren moeten geknecht worden. Zit- ten-blijven is niet toegestaan. Maar men vergeet dat die minder geta lenteerde kinderen later in de maatschappij wel blijven zitten. Dat De vertwijfeling is hem overigens niet aan te zien. Hij houdt z'n emo ties uitstekend onder controle. Verdoezelen Er komt een ommekeer „Och ja, zeker. Die hangt ook sa men met een verloochening van het animalisme en met onze beoor deling van de verschillen tussen de rassen. Nu is men nog bezig het verschil tussen mens en dier te ver doezelen. Kijk maar in de krant. Zie de leuke plaatjes met chimpan- see's die kunnen praten. Men pro beert er mensen van te maken. Maar de kloof tussen mens en dier is niet te overbruggen. De mens is de kroon der schepping". Wat bedoelt hij precies met die ras senverschillen Toch niet dat het zwarte ras inferieur is aan het blanke bijvoorbeeld Opnieuw afwerend: „Kunt u die zwarte mens niet beter buiten be schouwing laten. U kwam toch voor m'n boek. Op die manier komt er niets van terecht. En heb ik straks een steen door iVi'n ruit". Na enig heen en weer gepraat: „Je mag vooral niet zeggen, dat de blanken, de gelen, de Indonesiërs méér hebben dan de zwarten die zo verschrikkelijk weinig hebben". Hoezo weinig „Wel. ze hebben geen geschreven historie, geen monumenten. Ze hebben het weven niet uitgevon den noch overgenomen, ze hebben het wiel niet uitgevonden, nog overgenomen en gaat u zo maar door. Wat kan de zwarte nou ei genlijk wel? Ja, hij kan goed knecht zijn". Hij gedraagt zich steeds ongemak kelijker. zegt geen tijd meer te heb ben. Nog één vraag: hoe stelt hij zich die ommekeer voor „Dat komt in mijn volgende boek aan de orde. Ik kan wel zeggen: het gaat niet zonder scheuren of brok ken. We zitten zo vastgeschroefd aan onze vooroordelen, dat het niet zonder geweld gaat. Het kan nog wel een jaar of tien duren, maar ik voorzie strijd". Tussen Tussen de i Hij glimlacht geheimzinnig. „Ik kan u m'n vorige boek meegeven. ..Gedane Zaken". Moet u het laatste hoofdstuk maar 's lezen: Twee spel letjes schaak. Vooral het stukje over de teveelbeloofden. Een chim pansee is ook een teveelbeloofde. Die is beloofd dat hij mens zal wor den. En als je tegen een niet-muzi- kaal kind zegt dat het net zo goed kan spelen als z'n muzikale broer tje, dan beloof je dat kind ook te veel. Er lopen drommen teveelbe loofden rond. Op wereldniveau nog veel meer. Ze worden allemaal be schermd. ook als ze de grootste fou- Racisme Terug in de auto sla ik het aanbe volen hoofdstuk op en lees: „We gaan nu naar een periode van de late gevolgen van de geestesom- wenteling omstreeks 1900. Toonden de vroege gevolgen van 1700 het ontstaan van het nationalisme, de vroege gevolgen van 1900 brachten het wereldracisme: het racisme dat voortkwam uit de prediking dat de Fransen, dè Duitsers, de Engelsen, ook de Chinezen, de Pakistani, en behalve die allemaal tezamen ook de zwarten gelijk zijn. Dit nieuwe „omgekeerde" racisme, dat nog ge vaarlijker, nog hachelijker is dan het daarmee vergeleken haast on schuldige „koloniale" racisme (waarvan ik de kwade kanten ken). Zeg twee zoons die verschillen, dat ze gelijk zfjn, niet éénmaal, maar vele malen elke dag, tien, twintig jaar lang, en ze worden eikaars vij anden. Zeg de mensen van Europa dat ze gelijk zijn en ze gaan elkaar allerbloedigst te lijf; de historie be wees het. Zeg de mensen van de wereld dat ze gelijk zijn en een bloedbad op wereldformaat wordt voorbereid. Het is duidelijk wat ons in de jaren 1995-2015 te wachten staat. Een wereldbrand. Want wie durft te dromen, dat het kernwa pen erbuiten blijft Eéh -rassen- strijd, daarmee zal het Harmagedon beginnen: met het tweede spelletje schaak. Het blijft er niet bij. Elk land heeft zijn teveelbeloofden, in een aardig aantal en met veel vrije tijd Elk land zal door de rassen- strijd innerlijk verdeeld zijn. Zo gaai ieder ieder te lijf" HOM ME KROL Koude rillingen over de rug van Charles Darwin. Uitg. Callen- bach-Nijkerk. Prijs 37,50

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 19