Op 7 juli een jaar geleden ging
in Amerika de feestelijke pre
mière van een „gerestaureer
de" film, „A star is born"; de
klassieke musical waarmee
Judy Garland in 1954 haar
rentree op het witte doek
maakte. De film werd dertig
jaar daarvoor bij een van de
grootst opgezette premières
die ooit in het Pantages-thea-
tre werd gehouden (inmdidels
een leegstaande bouwval) aan
de Hollywood-boulevard van
het Amerikaanse filmmekka
bijna hysterisch goed ontvan
gen. Niettemin vonden bios
coopexploitanten vóór die pre
mière al, dat de film (181 mi
nuten) te lang was voor twee
avondvoorstellingen. Tegen
de zin van regisseur George
Cukor werd er een half uur
uit geknipt.
De restauratie van dat half uur was
niet zomaar een duik in een archief
en een invoegen van dat wegge
haalde stukje. Er bleek het een en
ander te schorten aan het opberg
systeem en de filmboekhouding
van producent Warner Brothers.
Het werd puur privé-detective
werk voor Amerikaan Ronald Ha-
ver. Helemaal voor elkaar kreeg hij
j het niet, maar zijn restauratiewerk
werd door Warner trots aan den
volke vertoond en voor internatio-
nale distributie ingezet. Er ontbra
ken nog zeven minuten. Tot grote
ellende van iedereen die aan die
restauratie had meegewerkt, wer
den kortgeleden in de privé-verza-
i meling van een ex-filmothecaris
I van Warner nog vier minuten
daarvan teruggevonden. Niet eens
j zomaar een stukje film, maar het
I originele kleurennegatief. Te laat.
Volgens Warner: gewoon achtero
ver gedrukt. De bezitter, filmlief
hebber Merle Ray Harlin, had z'n
hobby wat te ver doorgevoerd. Er
rust een wat zielige doem op de
(bijna) herstelde ,.A star is born".
Warner Nederland zag er al geen
brood in en deed de kopie over aan
Pieter Goedings van The Movies.
In dat Amsterdamse theater is
Judy Garlands top-musical (met
een prachtige rol vaq de onlangs
overleden James Mason) inmiddels
in première gegaan. In Amerika
zitten Warner en de man die alles
i op gang bracht, Ronald Haver, met
angst te wachten op het telefoontje
I dat aankondigt dat de laatste ont-
I brekende drie minuten ook ergens
gevonden worden. Het verhaal van
een merkwaardige speurtocht.
Gerommel met film
De diefstal van Merle Ray Harlin is
nauwelijks iets bijzonders. Gerom
mel met filmkopieën is niet van
vandaag of morgen. Het illegaal
kopiëren van speelfilms op video
mag dan inmiddels een internatio
nale ziekte zijn die tot een complete
industrie uitgroeide, verduistering
van films is een euvel dat al veel
ouder is. Films werden gekopieerd,
I originele kopieën werden verhan
deld tegen fancy-prijzen en beland
den in privé-collecties. Oorzaak:
filmverhuurders hebben voor een
bepaalde tijd de vertoningsrechten
van een film. Daarna blijft hun ko
pie werkeloos liggen, wordt terug
gezonden aan de originele produ
cent of vernietigd. Amerikaanse
I major distributors" hadden zelfs
een jaarlijkse „standing order" om
kopieën te vernietigen. Van, zeg
I maar, de zeven kopieën van een
Hitchcock, konden er na een x-
i aantal jaren best een vijftal weg. Ze
namen alleen maar ruimte op de
plank in of ze waren toch al grijs-
gekrast door het vele draaien en
aan opknappen toe. Dat vernieti
gen, „junken" genoemd, gebeurde
bijvoorbeeld door met de bijl een
klap te geven op de filmrol aan de
kant van het geluidspoor. Gebeurt
dat goed, dan is de film niet meer
te draaien. Oudere nitraatkopieën
werden vanwege brandgevaar
het materiaal kon tot poeder uit
eenvallen en die chemische reactie
weer tot zelfontvlamming leiden
bij de vuilverbranding gebracht.
Snel stonden er kleine zelfstandige
slimmerds op, die die films kwa
men ophalen bij de maatschappijen,
een contractje tekenden en zeiden
het gebruikte „zilver" uit het film
materiaal te distilleren. Die officië-
i le „vernietigingsdiensten" waren
I soms te goeder trouw, soms maak
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1984
dertiende onder contract bij MGM.
Daar speelt ze in een aantal films,
valt op naast Mickey Rooney, maar
haar allergrootste succes komt in
1936, met „The wizard of Oz". Eerst
wil men Shirley Temple voor de
rol, dat gaat niet door. Het wordt
Judy Garland. Ze is kort en stevig
voor haar leeftijd, met een neiging
naar molligheid, en de opkomende
borstjes moeten via windsels weg
gewerkt worden om haar het klei
ne meisje Dorothy te kunnen laten
zijn. De film zal een klassieker
worden, brengt Warner bij elke tv-
vertoning in de V.S. nog altijd een
miljoen dollar op, en „Some
where over the rainbouw" zal
haar hele leven lang Judy Gar
lands „herkenningsmelodie" blij
ven. Judy Garland is dan nog geen
twintig en een topster met een sala
ris van twee tot drieduizend dollar
per week. Ze maakt meer Andy
Hardy-films met Mickey Rooney,
ze draagt, zo jong als ze is, complete
musicals, straalt in „Meet me in St.
Louis", het tweede hoogtepunt van
haar carrière, maar in 1948, na
„Easter Parade" gaat het fout. Ze
heeft gezondheidsproblemen, ze
krijgt de naam „onbetrouwbaar" te
zijn. „Zenuwuitputting" zeggen de
filmproducers; „misbruik van een
jong talent" zegt het publiek. Het is
een feit dat MGM haar van film
naar film sleept, dat ze van alles
moet doen om haar neiging tot dik
worden te bestrijden. Het wordt het
bekende liedje: peppillen, slaappil
len, morphine. Ze krijgt rust, in
middels gaat haar tweede huwelijk
fout (met regisseur Vincente Minel-
li, van wie ze dochter Liza heeft).
Speciaal voor haar wordt het ver
haal van „Annie get your gun" ge
kocht (voor het toenmalige record
bedrag van 700.000 dollar), maar
Judy loopt halverwege de verfil
ming weg en komt niet terug. Betty
Hutton neemt het over en gaat met
de eer strijken. In 1950 schrapt
MGM haar contract. Ze is dan pas
28.
Faalangst
Het gekke is, dat Judy Garland een
Ster blijft. Als ze optreedt, blijkt
haar dramatische stemgeluid het
publiek steeds weer tot vervoering
te brengen. En wonder boven won
der, Hollywood wil haar terug. Het
is haar derde echtgenoot Sid Luft,
die een „deal" maakt voor „A star
is born" dan een re-make van
een nog oudere film. Het wordt het
derde supersucces voor Garland.
Het publiek is gek van de manier
waarop ze songs als „The Man that
Got away" en „Born in a Trunk"
brengt. En heeft geen idee dat er
nog twee songs zijn die uit de film
zijn verdwenen (componist Harold
Arlen, tekstschrijver Ira Gersh
win). Judy Garland blijft een top
ster, al zijn de moeilijkheden er
niet door verdwenen. De grootste
zijn haar nervositeit en haar faal
angst. Het verhaal gaat, dat Judy
Garland „Born in a Trunk" tien
keer over wil doen voor het defini
tief op de geluidsband staat. Zang-
en-dans-synchronizer Rudolf Friml
jr. (zoon van de gelijknamige Tsje
chische operette-componist die in
Amerika beroemd werd met o.m.
„Rosemarie") moet haar stoppen.
„Luister Judy" zegt hij, „mijn taak
is te zorgen dat je honderd procent
perfect klinkt. En zover was 't een
uur geleden al".
Die onzekerheid zou blijven; ook
haar angst dat het publiek haar te
dik zou vinden. De echt supergrote
filmsuccessen kwamen niet meer,
maar op het toneel bleef ze goed
voor stampvolle zalen. Zelfs als ze
te laat kwam of andere kuren ver
toonde, bleef het publiek haar
trouw. Maar in 1969 zou ze sterven
aan een teveel aan slaappillen. Nog
geen 47 jaar oud.
Het ziet er naar uit, dat het met de
wedergeboorte van „A star is born"
niet zo'n vaart zal lopen als met het
origineel. In elk geval niet in de
Nederlandse bioscopen. Maar het
detective- en puzzelwerk dat leidde
tot het min of meer integraal her
stellen van een bijzonder stuk Hol-
lywood-historie is een hommage
die een filmliefhebber zich eigen
lijk niet mag laten ontgaan. Een
daad van piëteit en van bewonde
ring. Dochter Liza Minelli, die in
moeders voetsporen trad en een
sterke gelijkenis met haar vertoont
en dat is dan niet cynisch be
doeld, al heeft zij zich kortgeleden
ook voor een ontwenningskuur on
der behandeling gesteld zei het
kort maar krachtig: „Ze was een le
gende".
BERT JANSMA
Scheidende
directrice
Spoorwegmuseum:
„Dit is geen
hobby. Dit is
een baan"
UTRECHT „Ik ben altijd
een beetje ongelukkig als
mensen me een spoorwegfa
naat noemen. Ik ben directri
ce van het Spoorwegmuseum
en dat is geen hobby, dat is
een baan, net als andere ba
nen". Het komt er wat ge
tergd uit. Mevrouw M. A. As
selberghs (65), die 3 september
afscheid neemt van het Ne
derlands Spoorwegmuseum,
rekent snel af met het idee
dat haar werk een uit de hand
gelopen liefhebberij zou zijn.
Zij bracht haar hele leven door tus
sen de treinen, dat wel. Haar va
der, een spoorwegbeapibte, was in
1927 de eerste directeur van het
Spoorwegmuseum. Toen hij zeven
jaar later een assistente nodig had,
werd zijn dochter dat. „Hij zei:
„Dat zou waarschijnlijk wel iets
voor jou zijn" en dat was dan een
keurige manier om te zeggen: „Je
doet het maar". Zo ben ik in het
museum terecht gekomen, heel
prozaïsch. De interesse voor de
spoorwegen heb ik van huis uit
meegekregen en die is in het mu
seum alleen maar groter gewor
den."
Verbazing over het feit dat een
vrouw directrice is van een mu
seum vol treinen, terwijl het spoor
bedrijf toch op het eerste gezicht
een mannenwereld is, wuift zij
weg: „Er zijn wel meer technische
musea met een vrouw aan het
hoofd. Toen ik begon waren dat
bijvoorbeeld het Boerhaavemu-
seum voor natuurwetenschappen
en het Scheepvaartmuseum. Toch
ook niet direct damesmusea".
Boek schrijven
Een van de-eerste dingen die zij als
pensioengerechtigde gaat doen is
een gids voor het museum schrij
ven, waarin ze ook in het kort de
geschiedenis van de Nederlandse
Spoorwegen uit de doeken doet.
Het boek had eigenlijk al af moeten
zijn, maar de zomermaanden zijn
zo druk geweest dat ze er geen tijd
voor heeft gehad.
„Ik heb ook nog een idee voor een
■boek over de Spoorwegen over een
periode die nog niet goed beschre
ven is. Zo kan ik misschien een
klein steentje bijdragen aan de vie
ring van het 150-jarig bestaan van
de Nederlandse Spoorwegen over
een paar jaar. Ik zal dus een deel
van mijn tijd wel met treinen bezig
blijven. Ik kan moeilijk zeggen: nu
ben ik 65 en nu bestaan ze niet
meer. Maar ik ben geen fanaat, ik
zal niet achter elk wissewasje dat
met de Spoorwegen te maken heeft
aan lopen. Dat lijkt me ook vrese
lijk vervelend".
De belangrijkste publiekstrekkers
in het Spoorwegmuseum zijn de
oude locomotieven, trams en trein
wagons. in spoorwegtermen het
„rollend materieel". Toen me
vrouw Asselberghs in 1961 haar va
der opvolgde, bezat het museum
acht van zulke pronkstukken. In
middels zijn het er 64. „Toch be
staan de Spoorwegen niet alleen uit
locomotieven", stelt ze met nadruk,
„dat proberen wij in het museum
ook te laten zien. Er zitten zoveel
kanten aan het spoorbedrijf. Ik in
teresseer me nog het meest voor de
mensen in het grote verband van
de spoorwegen. Degenen die er
werken en natuurlijk de reizigers,
want daar zijn de spoorwegen voor.
Zo'n mooie locomotief is niet zo
zeer een voorwerp om naar te kij
ken, zo'n ding dient om de trein te
trekken, waar mensen mee reizen.
Dat hij mooi is, ze kunnen inder
daad heel prachtig zijn, is meegeno-
Gigantisch karwei
In de buurt van het oude Malie
baanstation in Utrecht, waar het
Spoorwegmuseum een paar jaar na
de oorlog zijn intrek nam, ligt een
terrein waar het museum in de toe
komst een nieuw gebouw hoopt
neer te zetten. „Die uitbreiding is
hard nodig, we zijn hier allang uit
ons jasje gegroeid. Mijn vader kreeg
in 1939 het Maliebaanstation al
aangeboden, de' verzameling stond
toen nog in een administratiege
bouw van de Spoorwegen. Hij is
wezen kijken en heeft toen al ge
zegd: „Bedankt voor het aanbod,
maar het gebouw is wel wat klein
voor ons". Later is het dus toch
doorgegaan en dat is heerlijk, want
doordat het een oud station is heb
ben we een echt emplacement
waar we onze treinen kunnen
Toch valt het niet altijd mee de
treinen in het museum op hun
plaats te krijgen. De veertig jaar
oude restauratiewagen waar de be
zoekers van het museum iets kun
nen drinken, kon om technische
redenen niet over het spoor aange
voerd worden. De complete wagon
werd over de weg vervoerd, waar
na hij op het plein voor het mu
seum op de voor die gelegenheid
verlengde rails werd neergelaten
en naar binnen werd gerold. Me
vrouw Asselberghs vertelt met
zichtbaar genoegen over dat gigan
tische karwei.
En toch verlangde ze in de afgelo
pen 23 jaar wel eens naar een mu
seum met wat makkelijker han
teerbare spullen dan loodzware lo
comotieven en wagons: „Als ik heel
moe was, dacht ik wel eens: was ik
maar directrice van een pennin
genkabinet".
„Nestor", een
toepasselijke
naam voor een
van de oudjes
uit het
Spoorweg
museum, die
de
scheidende
directrice 23
jaar onder
haar hoede
heeft gehad.
ten ze er een lucratief handeltje
van. Filmgekken genoeg, onder
wie mensen met complete huisbios-
eoopjes die kapitalen over hadden
voor de film van hun smaak. De
archiefchefs van de filmmaatschap^
pijen hadden idem dito hun trucjes:
ze gaven met zwaar potlood vaak
een streep over een te „junken" ko
pie. waardoor het leek of de gevoe
lige tik met de bijl al was uitge
deeld, en de kopie ging daarna de
privé-handel in.
Huwelijksaanzoek
Bij de grote Amerikaanse studio's
liggen de archieven stampvol met
films. Bij de een in fantastische
orde, bij de ander in vaak nog on
geopende dozen van weleer. Je
kunt je voorstellen, dat er bij de
mensenhanden die dat materiaal
door de vele tientallen jaren heen
behandelden, wat al te gretige heb
ben gezeten. Goed, Ronald Haver
werkte in 1971 bij het American
Film Institute en moest in verband
met een boekuitgave alle films van
regisseur Cukor zien. Cukor zelf
bleek geen kopieën van zijn films
tc bezitten, alleen foto's en scripts.
Hij had „A star is born" zelf nooit
meer gezien- „Judy Garland noch
ik konden het opbrengen de gecou
peerde versie nog eens te zien".
Haver wilde uizoeken wat er nu
precies verdwenen was, leende Cu-
kors complete script en maakte een
lijst van de ontbrekende scènes.
Daar waren een paar hevig emotio
nele bij tussen Mason en Garland,
onder meer waarin hij, dronken,
haar kleineert tijdens de uitreiking
van de Oscar die zij gewonnen
heeft, een huwelijksaanzoek en de
song „Lose that long face" (Trek
niet zo'n lang gezicht).
Heidens karwei
Warner Brothers raakt geïnteres
seerd in Havers werk, en iemand
van Warner belt Haver met de me
dedeling dat hij de complete sound
track van de film gevonden heeft.
In '82 krijgt Haver toestemming om
alle archieven uit te kammen, dui
zenden filmblikken te openen in de
hoop dat er één is met een ver
keerd titel-etiket waarin de ontbre
kende film zit. Niets. En dat terwijl
in 1954 door Technicolor 150 com
plete kopieën naar Amerikaanse
bioscopen waren gezonden, die la
ter de instructies kregen bepaalde
scènes te verwijderen. Al die 150
losse stukjes film waren niet meer
te vinden. Haver begint zijn hei
dense werk met stukken blanke
film te voegen op de plekken waar
er geknipt was, daarbij het geluid
van de teruggevonden geluidsband
als leidraad gebruikend. Dat wordt
het begin van de restauratie. Haver
komt dan in Warners „Stock Foot
age Library" terecht, een filmo-
theek waarin onder de noemers
„huizen", „auto's", „verkeersop
stopping". „straatscènés" duizenden
stukjes film zonder herkenbare
hoofdrolspelers zitten opgeborgen
voor gebruik in latere films. Daar
komen de eerste minieme stukjes
van „A star is born" boven water.
Het geluid, brokstukken van de
ontbrekende scènes en uiteindelijk
filmfoto's maken het compleet. De
foto's (o.a. uit het archief van regis
seur Cukor zelf) worden gefilmd op
de manier zoals dat met de foto's in
..Butch Cassidy and the Sundance
Kid" gebeurde: de camera beweegt
er langs om ze „levend" te maken.
Een enthousiaste Ronald Haver
vraagt George Cukor voor een ver
toning van het resultaat. Cukor
zegt toe. Maar de avond voor de
vertoning overlijdt hij.
Wizard of Oz
Een dramatische wending in de
restauratie van een film die al een
dramatische geschiedenis héd.
Want de ster die er op het witte
doek in geboren werd, was de ster
die in 1954 eigenlijk hérboren
wordt, Judy Garland. Geboren als
Frances Gumm, met haar zusjes al
jong een „kiddie act", een muzikaal
zaggroepje vormend, en op haar
Boven: Judy
Garland krijgt een
Oscar in „A star is
born" en een
dronken James
Mason kleineert
haar: een van de
scènes die uit de
oorspronkelijke
versie waren
verdwenen.
Onder: Judy
Garland zingt „The
man that got away"
in „A star is born".