Spookbeeld vergrijzing lachwekkend finale DIRECTEUR FEDERATIE BEJAARDENBELEID: Electro- shock: tien jaar oud zeer in psychiatrie ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1984 .,Wij groeien vast in tal en last", dichtte Vondel tegen het einde van de zestiende eeuw over het sneeuwbalachtige vraagstuk van de weeskinde ren. Dat kon ook moeilijk an ders. gezien het feit dat de ge middelde levensverwachting van de Nederlander toen rond de veertig jaar schommelde. Vraag: zal dezelfde verzuch ting de komende cjecennia op de bejaarden moeten gaan slaan Op een deze week in Den Haag ge houden congres van de Wereld Ge zondheids Organisatie kwam het in voorbereiding zijnde rapport „Ge zondheid in het jaar 2000" ter spra ke, waaruit blijkt dat zowel man nen als vrouwen in het jaar 2000 mogen rekenen op een gemiddelde levensverwachting van zo'n 76 jaar. Nu hebben vrouwen nog een voor sprong op mannen: 77.8 tegen 71,4 jaar. Aangezien, volgens het rap port, vrouwen door de emancipatie een steeds mannelijker levensstijl aannemen, met alle gezondheidsri sico's van dien, en mannen onge stoord gemiddeld steeds ouder wor den door medische zorg en gezon dere levensstijl, raken vrouwen deze voorsprong kwijt. Van elke tien Nederlanders gaan er zeven pas na hun 65e dood. Toen onze eeuw geboren werd was ruim 44 procent van de Nederlandse bevol king jonger dan 19 jaar en slechts 6 procent ouder dan 65 jaar. Nu vor men de bejaarden al bijna 12 pro cent van de bevolking en in het jaar 2020 zal dit percentage geste gen zijn tot misschien wel 20. Vergrijzing Vergrijzing. Eén van modewoorden in het jargon van economen en sociologen. Veel snel ler dan men na de Tweede Wereld oorlog toen de schouders niet al leen onder de wederopbouw, maar ook onder de voortplanting werden gezet had kunnen zien aanko men. Een aandachtsveld van de eerste orde dus nog zo'n modieu- Wenkbrauwfronsend wordt gewap perd met statistieken waaruit moet blijken hoeveel de samenleving straks per bejaarde kwijt zal zijn aan sociale uitkeringen, pensioen gelden, gezondheidszorg, huisves ting en maatschappelijke dienstver lening. Waarvan moet een slinken de beroepsbevolking dat allemaal bekostigen Alom wordt een koor van kreten gehoord: aow onbetaal baar; grijze golf bedreigt pensioen reserves; bejaarde gebruikt teveel medicijnen (bedoelt men hier trou wens dat hij er beter mee kan op houden zijn leven te rekken be jaarden te duur voor voorzienin gen; grenzen gezondheidszorg in zicht; Deltaplan voor bejaarden no dig. Spookbeeld „Alsof er een rampzalige storm vloed moet worden gekeerd", schampert directeur P. Driest van de Nederlandse Federatie voor Be jaardenbeleid. Hij klinkt alsof hij er doodziek van wordt. „Ik vind het onderhand hoog tijd om het spook beeld van de vergrijzing eens onder de loep te leggen en te kijken wat er klopt van de komende ramp". En: „Vooruit zien is prima, maar het lijkt erop dat maatregelen voor de korte termijn het terugbren gen van het overheidstekort ge motiveerd worden met voorspellin gen op wel erg lange termijn. Ter wijl in principe de bevolkingssa menstelling nooit exact te voorspel len is. Voordat je het weet, komen Vrouwen zullen hun voorsprong voor wat betreft de gemiddelde levensverwachting, verliezen. de Canadezen weer of valt massaal het licht uit en heb je weer een baby-explosie". De woordkeus laat weinig twijfel bestaan - aan de gemoedstoestand waarin Driest verkeert. Zijn scepsis vraagt niet om een korreltje, maar om een wagonlading zout. Hetgeen aldus wordt onderbouwd? „Uit de tabellen is allereerst de conslusie te trekken, dat er meer ouderen komen, zowel absoluut als in procenten. Dat is heel duidelijk. Maar de tweede conclusie is, dat de toename van ouderen zeer geleide lijk verloopt en afgezien van een eenmalige piek door de pensione ring van de na-oorlogse geboorte golf eigenlijk tussen 1960 en 1970 het grootst is geweest. Verder blijkt het aandeel van de zoge naamde produktieve bevolking constant te blijven: in 1980 was 57 procent tussen de 20 en 63 jaar en hetzelfde percentage geldt voor over vijftig jaar". Geen paniek Driest wijst er vervolgens op, dat zelfs bij de ouderen boven de 80 jaar de toename in procenten zeer langzaam en geleidelijk verloopt. „Ze worden helemaal als dure kost gangers gezien omdat ze nu een maal een groter beroep doen op de voorzieningen, maar er is geen en kele reden tot paniek. In 1950 was 13 procent van de 65-plussers ouder dan 80 jaar, in 1980 was dit 19,5 procent en vanaf 1990 zal het per centage vrijwel constant op 23 blij ven liggen. Hier is dus de relatieve toename van het aantal hoogbejaar den het sterkst geweest in de voor bije dertig jaar. Zouden we nog verder teruggaan in de tijd, dan valt te constateren dat de toename van het aantal ouderen een gege ven is waar Nederland vanaf het jaar 1900 mee te maken heeft ge had. We zien dan ook, dat er een sterke toename is geweest in de pe riode 1930-1960, namelijk van 6 procent naar 9 procent, dus net zo veel als er voorspeld wordt tussen 1980 en het jaar 2010". Het cijfermateriaal overziend kan Driest zich behoorlijk opwinden. „De zorg om het aantal ouderen over vijftig jaar is ronduit lachwek kend als je het vergelijkt met ande re wissels die op de toekomst ge trokken worden. De overheid wacht zonder meer wel een oplos sing te vinden voor de opslag en de verwerking van nucleair afval, wijl dat van vandaag op morgen speelt en bovendien een keiharde bedreiging is voor de samenleving. Zou men zich dan nu zorgen moe ten maken over het feit dat in 2030 —- wanneer vermoedelijk Brink man als enige oud-minister nog in leven is 22 procent van de be volking ouder dan 65 jaar zal zijn En de vergrijzing inNederland wordt nog eens extra gerelativeerd als we onze percentages vergelijken met andere landen. Nederland is een van de jongste landen in West Europa. Het aantal 65-plussers dat in het jaar 2000 in ons land aanwe zig zal zijn (13 procent van alle mensen) werd in 1980 al gehaald door West-Duitsland (16 procent), Engeland (15 procent) en Frank rijk, Italië, België, Luxemburg en Denemarken (allemaal 14 pro cent)". Bewust gebruikt De ouderen als grootgebruikers van een reeks dure voorzieningen „Jawel, maar die worden de bejaar den min of meer opgedrongen", werpt Driest tegen. „Dat is heel duidelijk te zien aan de bejaarden oorden en verpleeghuizen. Na de oorlog zijn bejaardenoorden bewust gebruikt als middel om de woning nood op te lossen. Op je 65e had je je rust verdiend en waar kreeg je die beter dan in zo'n oord Boven dien maakte je een huis vrij voor een jong gezin. Moet die huisves tingspolitiek nu aan de dure bejaar den verweten worden Want een politiek is het geweest. Zie maar weer de cijfers. In 1980 waren in Nederland 13 tot 14 procent van de ouderen in bejaardenoorden of ver pleeghuizen opgenomen, terwijl dit in Frankrijk of Engeland slechts 5 procent was en in West-Duitsland of België minder dan 5 procent". Dat hoog bejaarden vaker in con tact komen met de dure gezond heidszorg dan jongeren, sluit Driest niet uit. „Maar niet vergeten moet worden dat het gebruik van voor zieningen op dat terrein slechts heel gedeeltelijk afhankelijk is van de gezondheidstoestand en veel meer van het aanbod (beschikbare bedden, arsenaal geneesmiddelen), de aanbieders (aantal artsen in ver schillende specialisaties) en de fi nancieringssystemen (Ziekenfonds, AWBZ)". Driest wijst vervolgens op nog een andere vertekening van het prijs kaartje dat aan de verschillende leeftijdsgroepen hangt: het feit dat de hulp aan bejaarden vrijwel ge heel voor rekening van beroeps krachten komt, terwijl de hulp aan zuigelingen en kleuters onbetaalde arbeid is, huisvrouwenwerk. „Dat betekent, dat er volgens de laatste beschikbare cijfers gemiddeld aan collectieve uitgaven in de gezond heidszorg voor iemand van 0 tot 19 jaar 790 gulden per jaar wordt uit gegeven, terwijl dat voor iemand tussen de 65 en 79 jaar 2.010 gulden is en voor ouderen dan 80 jaar zelfs 7.020 gulden, bijna tien keer zoveel als voor een jeugdige dus. Maar zo als gezegd: hulp aan ouderen is be taald, hulp aan jeugdigen groten deels onbetaald. Zou men dit laatste werk in geld uitdrukken, dan zou den ongetwijfeld zuigelingen en peuters weer duurder zijn dan be jaarden. Als je maar genoeg rekent, kun je van elke leeftijds- of bevol kingsgroep de duurste maken. De leeftijdsgroep dienstplichtingen is dan een verschrikkelijke geldver- slinder, want daarvoor moet Ne derland een duur leger op de been V rij willigerswerk Bovendien is een balans pas com pleet als naast de uitgaven ook de inkomsten vermeld staan. „De moeilijkheid zit hem hierin", legt Dries uit, „dat een uur wijkverple ging tot op de cent nauwkeurig op de credit-zijde staat, maar dat een uur vrijwilligerswerk, al zouden het precies dezelfde activiteiten zijn als die van de wijkverpleging, aan de debet-kant niet meetelt. Welnu: in de leeftijdsgroep van 65 tot 74 jaar verricht de helft van de mensen vrijwilligerswerk en er zijn nog ongebruikte reserves over. Vermoedelijk is de balans aardig in evenwicht en zou hij zelfs wel eens door kunnen slaan in het voordeel van ouderen wanneer we zaken als wijsheid, ervaring en beschikbaar heid zouden kunnen kwantificeren. Enerzijds wordt dus de debet-kant veel groter, anderzijds zou de cre- dit-kant, het beroep op de gezond heidszorg en de maatschappelijke dienstverlening, veel kleiner kun nen worden wanneer de samenle ving zijn bejaarden de positie liet innemen waar ze recht op hebben, wanneer ouderen volledige zeggen schap kregen over hun eigen leefsi tuatie, wanneer ze mochten meebe- Satanisch genoegen Het steeds massalere trekken-van- Drees tenslotte. Driest is er kort over. „Met welhaast satanisch ge noegen weet men uiteen te zetten hoeveel geld de ouderen opsoupe ren via de aow. En dan ziet men voor de toekomst slechts twee op lossingen: ofwel de aow zeer dras tisch te verlagen ofwel van de ar- beidsproduktieven verlangen dat ze ongeveer de helft van hun inko men aan premie betalen. Ook dit probleem wordt de ouderen ten on rechte in de schoenen geschoven. Op iedere zes personen die een so ciale zekerheidsuitkering krijgen, is er maar één die dat krachtens de aow ontvangt. Het vraagstuk is dus niet de onbetaalbaarheid van de aow. maar de eventuele onbetaal baarheid van de uitkeringen. Of beter gezegd het feit dat maar een kleine groep van de bevolking in staat wordt gesteld veertig uur of meer per week betaald werk te verrichten. Een rechtvaardiger verdeling van betaald en onbetaald werk over alle leeftijdsgroepen, over mannen en vrouwen, zou het begin zijn van de oplossing van het vraagstuk hoe de aow betaalbaar gehouden kan worden". PIET SNOEREN Voorstanders vinden het „effec tief, snelwerkend en veilig". Te genstanders blijven tegen. Elek troshock is een tien jaar oud zeer in de psychiatrie. Nu staatssecre taris Van der Reijden de Gezond heidsraad volgt (niet verbieden, maar wel onder curatele stellen) is de opinieslag weer fel opge laaid. Niet dat er nieuwe argu menten worden gebruikt, die zijn hetzelfde gebleven. De voorlopi ge uitslag van het debat is pat. Pat door herhaling van zetten. (.Paalman De afschuw voor elektroshock is heel goed te begrijpen. Voor de oorlog dacht men dat een epilepti cus zelden schizofreen wordt. Een slimmerik kwam toen op het idee om schizofrenen met een kunstma tig epileptisch insult te genezen. Zo gedacht zo gedaan. De schizofreen werd via twee elektroden op zijn hoofd bij volle bewustzijn een fer me stroomstoot toegediend. Die viel dan in de diepe put van de bewus teloosheid, waarna de strekkram pen en schokken van een epilep tisch insult volgden. Een schrik wekkende behandeling. Het kwam niet zelden voor dat botten of wer vels door de woest trekkende spie ren werden gekraakt. Zo lomp als toen wordt er niet meer geshockt. De patiënt wordt voor de behandeling barmhartig weggemaakt terwijl spierverlam- mende middelen het geweld van de spiertrekkingen smoren. Er veran derde nog wat. De theorie bleek niet te kloppen. De elektroshock bleek helemaal niet tegen schizo frenie te helpen, maar wel tegen vitale depressies. Waarom is niet duidelijk. Het rapport van de Ge zondheidsraad doet heel gewichtig over postsynaptische neuronen en transmittermoleculen maar het raadsel blijft. Goed beschouwd is de elektroshock niet meer dan een forse trap tegen een onwillig m chien. Dat wil wel eens helpen meer zit er niet achter. Uiterste redmiddel In 1977 begon de actiegroep NASA furieus tegen de elektroshock-be handeling aan te trappen. Shocken zou hersenbeschadiging veroorza ken. overbodig zijn en angstaanja gend. De stennis liep zo hoog op dat de staatssecretaris van Volksge zondheid in 1979 de Gezondheids raad om advies vroeg. Vorig jaar kwam het rapport uit: elektroshock mag alleen als uiterste redmiddel worden toegepast bij vitale depres sie en alleen als de patiënt toestem ming geeft of anders de familie. De NASA en een wassende reeks ac tiegroepen stonden gelijk op hun achterste benen. Daar staan ze, nu Van der Reijden zich achter de Ge zondheidsraad heeft geschaard, nog op- Hoe hard zijn de bezwaren? Elek troshock zou hersenbeschadiging kunnen veroorzaken. Dat klopt. Er gaan bij de behandeling hersencel len dood, maar de vraag is hoeveel. Een sigaret of een borrel doodt ook hersencellen. Zelfs zonder roken of drinken sterven dagelijks duizen den hersencellen zonder dat er nieuwe voor in de plaats komen. Zeker is dat het korte termijn ge heugen (vandaag, gisteren, eergis teren) voor korte tijd kan verdwij nen. Of ook het lange termijn ge heugen wordt aangetast, staat aller minst vast. De bewijzen ontbreken. Dat niemand weet hoe een elek troshock werkt dat argument hoor je vaak is eigenlijk niet be langrijk. Dat weet men niet eens van een simpel aspirientje. Het eni ge wat telt is niet hoe het werkt, maar dét het werkt. Dat shocken kan helpen bij een vitale depressie, wordt ook door de actiegroepen nauwelijks bestreden. Overbodig? Electroshock overbodig9 NASA (nu LASA) wijst op de 60 procent van de psychiatrische ziekenhuizen waar niet geshockt wordt. Die kun nen blijkbaar zonder. Een beetje flauw argument, want 9 van de 10 psychiaters vinden blijkens een en quête dat deze behandeling niet bij wet verboden mag worden (4 pro cent vond van wel). De kern van het bezwaar snijdt meer hout. Er zijn ook andere en betere manieren om iemand door een vitale depres sie heen te slepen. Een depressie moet menselijk worden bestreden en niet door een technisch foefje. Psychiaters denken te technisch, alsof je een loszittend psychisch schroefje zomaar eventjes zou kun nen aandraaien. Omdat ze de ande re mogelijkheden niet goed benut ten, grijpen ze te snel naar de elek troshock als uiterste redmiddel. Een verleidelijke stelling. Een vitale depressie is een ramp, iedereen is het daarmee eens. Het Goed beschouwd is de elektros hock niet meer dan een forse trap tegen een onwillig machien. gevoelsleven stolt tot een koud en hard gevoel van binnen. Je kunt niet eens meer voelen. Slapen gaat niet, eten smaakt niet, de dag komt niet om, de tijd staat stil. De psy chiater prof. Kuiper vatte die toe stand in zijn leerboek samen met: „Er kan niets in, er kan niets uit". De dood lijkt de enige uitweg. Nog al wat patiënten kiezen die uitweg. Een vitale depressie is levensge vaarlijk. Psychotherapie of pillen kunnen uitkomst bieden. Maar als dat niet helpt, en soms helpt niets, wat dan In godsnaam dan maar elek troshock Mag niet, zeggen de ac tiegroepen. Wat moet je anders?, vragen de Gezondheidsraad en veel psychiaters, het kan zelfvernieti ging voorkomen. Machteloosheid In een hoorzitting van de Gezond heidsraad verwoordde psychiater Frank Ree treffend dat gevoel van machteloosheid. Ree was het inte ressantste lid van de commissie. In 1977 was hij nog tegen. Zijn erva ringen als'directeur van de inrich ting Vogelenzang (waar niet ge shockt wordt) brachten hem tot an dere gedachten. Huisartsen, fami lie. maar ook de Werkgroep Te recht en de Cliëntenbond zonden dergelijke patiënten door naar zijn psychiatrisch ziekenhuis, „dat ver derfelijke instituut". Ree zei tijdens de hoorzitting: „Zo lang er in een paar jaar 80 doden vallen, gewelddadig en gruwelijk, dan is het een schande als je de ui terste noodmaatregel totaal zou willen verbieden. Als de schadelij ke bijwerkingen van de elektro shock zo ontzettend minder zijn ge worden, de bedreiging en de angst aanjagende methode zo ver is te ruggedrongen en je kunt rampen voorkomen, dan kun je niet gaan zitten wachten op allerlei theorieën over wat er had moeten gebeuren. Dan kun je de mensen niet zo al leen laten. We weten dat je met een elektroshock-therapie zo'n ernstige toestand kunt doorbreken"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15