Finale
Uitgewoond
Vrijheidsbeeld
krijgt grote
opknapbeurt
Makreel-
vissen
op zee
ZATERDAG 23K-
NEW YORK Als we aan de
zuidpunt van Manhattan op de
overvolle pont van wal gesto
ken zijn, kijkt niemand nog
naar het Vrijheidsbeeld. Het
staat behoorlijk ver uit de
kust en iedereen ziet nog om
in verwondering naar het
bouwkundig spektakel op het
kleine eiland in de Hudson,
dat ooit Nieuw Amsterdam
heette en waarop vandaag de
dag vier miljoen Amerikanen
leven. De tweelingtorens van
het Wereldhandelscentrum en
de lagere wolkenkrabbers
rond Wall Street: de halve he
mel boven onze boot is er mee
dichtgemetseld.
Langzaam krimpt de stijle wand
van Manhattan in elkaar. De blik
ken wenden zich naar het Vrij
heidsbeeld, dat zich steeds machti
ger aan de horizon verheft. Maar
zie: het wereldberoemde silhouet is
nog wel herkenbaar, maar het uit
zicht erop wordt belemmerd door
een in de prille lentezon glanzende
sluier. Het is het reusachtige alumi
nium steigerwerk, dat rond de
groene koperen pop is opgericht en
haar omhult van de voeten tot aan
de toorts in de hoog geheven hand.
Als de boot tot op kleine afstand is
genaderd en er eventjes een wolk
voor de zon schuift, blijkt de bries
in New Yorks havenmond ineens
kil. Meteen ook krijgt de metalen
steiger rond het „Statue of Liberty"
een grimmiger aanblik. De kolossa
le vrouw lijkt hopeloos verstrikt in
een wurgend web, dat een onzicht
bare langpoot tussen wereld en
kosmos heeft opgehangen.
Gevoelens
Het Vrijheidsbeeld, dat zijn hon
derdste verjaardag nadert en zich
vóór dat eeuwfeest een grondige
opknapbeurt moet laten welgeval
len, heeft zijn hele leven al sterk
uiteenlopende gevoelens opgeroe
pen bij wie het tegemoet voeren.
Voor tientallen miljoenen immi
granten, die vanuit Europa een
nieuw leven kwamen zoeken in
Amerika, was het een eerste baken
aan de kust van het beloofde land.
Het beeld is in betekenis onlosma
kelijk verbonden met het kleine af
zonderlijke eilandje schuin achter
zijn rug, dat Ellis Island heet, en
tussen de jaren 1890 en 1954 het be
langrijkste immigratie-station van
de Verenigde Staten was.
Naar schatting zeventien miljoen
emigranten uit Europa (het voorge
slacht van veertig procent van alle
huidige 240 miljoen Amerikanen)
zijn in die jaren door het Statue of
Liberty verwelkomd en hebben
onder de brandende fakkel op Ellis
Island voor het eerst voet op Ame
rikaanse bodem gezet.
En daar begon meestal de ellende.
„Het beeld was het symbool van de
vrijheid die de landverhuizers hier
zochten. En Ellis Island was waar
het symbool ophield en de harde
werkelijkheid begon", zei onlangs
Lee Iacocca, president-directeur
van de Chrysler-autofabrieken en
voorzitter van het comité dat zorg
draagt voor de restauratie van het
Vrijheidsbeeld en de immigratiege
bouwen op Ellis Eiland. Lee's va
der was in 1902 vanuit Italië in
New York gearriveerd, aangetrok
ken door de Amerikaanse droom
die zijn zoon thans beleeft.
Tranen-eiland
In de zogenaamde Grote Hal op El-
lis Eiland is het nu doodstil en
groeit het onkruid tussen de voch
tige tegels. Maar een beetje voor
stellingsvermogen doet het pande
monium weer losbreken van krij
sende kinderen, jammerende zie
ken en schreeuwende Amerikaanse
ambtenaren. De duizenden die da
gelijks aankwamen, die alles thuis
hadden achtergelaten, uitgeput wa
ren van de wekenlange reis op vol
gepakte zeeschepen, werden hier
éls vee in eindeloze rijen geduwd.
Angst om niet binnengelaten te
worden vergruisde de lang gekoes
terde hoop. De verwarring was
compleet door de tientallen ver
schillende talen, die iedereen om
zich heen hoorde spreken. Aan de
loketten werden de namen, veelal
onnauwkeurig, genoteerd en zo
voorgoed veranderd. Hoeveel geld
heb je bij je? Versta je een vak?,
waren de belangrijkste vragen
waarop een overtuigend antwoord
moest komen.
En dan waren er de dokters. Je
moest ervoor de trap op en werd
gadegeslagen door controleurs op
lichamelijke gebreken. Het me
disch onderzoek bestond voor het
overige uit een vluchtige inspectie
van gezicht, haar, nek en handen.
Wie niet door de test kwam, moest
terug naar Europa. Families moes
ten in luttele minuten beslissen of
men bij elkaar bleef of uiteen ging.
Ellis Eiland bijgenaamd Tra
nen-eiland was tevens Huis van
Bewaring voor wie op deportatie
wachtte
En dan te weten dat bij de inhuldi
ging van het Vrijheidsbeeld in 1886
president Cleveland aan het adres
van de Oude Wereld de dichtregels
sprak: „Geef mij uw vermoeiden,
uw armen, uw opeengepakte mas
sa's die er naar hunkeren om vrij
te kunnen ademen. Zend hen, de
daklozen, naar mij. Ik hou mijn
lamp voor hen omhoog bij de gou
den deur".
Frans geschenk
Het Vrijheidsbeeld is een geschenk
van Frankrijk aan de Verenigde
Staten, ter gelegenheid van het
honderdjarig bestaan van de Ame
rikaanse republiek. Het idee van
het beeld was al in 1865 opgeko
men in het hoofd van de jurist
Edouard de Laboulaye, een elitaire
progressieveling uit Versailles, die
vond dat het Frankrijk van Napo
leon III, net als de VS, een repu
bliek moest worden. De man be
sprak zijn idee met zijn vriend, de
beeldhouwer Frederic Bartholdi,
die bekend stond om zijn voorliefde
voor gigantische objecten.
Bartholdi had al een plan voor een
beeld langs het in 1869 te openen
Suez-Kanaal. Dat moest een Egyp-
tische boerenvrouw gaan worden,
tweemaal zo groot als een gemid
delde sfynx en met een lamp in
haar hand om de voorbijgaande
schepen bij te lichten. Toen dat niet
doorging, reisde Bartholdi in 1871
met een vaag ontwerp naar Ameri
ka.
„Alles is hier groot", schreef hij
geestdriftig naar het thuisfront. In
de haven van New York zag hij het
kleine Bedloe's Island (genoemd
naar de eerste Nederlandse
eigenaar in 1650) en de kunstenaar
wist meteen dat daarop zijn beeld
moest komen te staan.
Een „Frans-Amerikaanse bond"
begon in Frankrijk geld in te zame
len. Gustave Eiffel, die nog lang
niet aan zijn toren toe was, werd er
bij gehaald en zo begon in 1879 in
een atelier in Parijs de bouw van
het beeld, dat al gauw door het dak
heen groeide. In 1884 torende het
i volle omvang en 46 meter hoog
boven de straten van Parijs uit.
Daarna werd het aan de Ameri
kaanse ambassadeur aangeboden,
weer uit elkaar gehaald en in 214
kratten naar New York verscheept.
Daar stond de 50 meter hoge sokkel
al klaar, zodat de metalen dame tot
bijna 100 meter boven de golven
zou gaan reiken.
Eiffel had voor het ijzeren geraam
te gezorgd. Daaromheen waren met
houten latwerk de rondingen ge
bouwd en met gips afgewerkt.
Daarop werden in totaal 300 kope
ren platen van 2,4 mm dik in vorm
gebogen, waarna binnenin het hout
en het gips plaats maakte voor ijze
ren verbindingsstaven tussen ge
raamte en koperen huid.
Als model had Bartholdi zijn moe
der Charlotte genomen, die ook al
voor het Suez-ontwerp had gepo
seerd. Charlotte moet geen al te
sierlijke verschijning zijn geweest,
gegeven de volgens sommigen lelij
ke, dikke maag van het Vrijheids
beeld. De onaandoenlijke gelaats
uitdrukking van het kunstwerk is
volgens de geschiedschrijving „een
zachtere vertaling van het echte
gezicht van Bartholdi's moeder".
Een directe verwijzing naar Ameri
ka is het tableau in de rechterhand,
waarop de datum 4 juli 1776 staat,
de dag dat de Amerikaanse revolu
tionaire kolonisten de onafhanke
lijkheidsverklaring (van Engeland)
tekenden.
Kermisattractie
Liberty Island, zoals de standplaats
van de lady tegenwoordig heet, is
een nationaal park waar park
wachter Kevin Buckley ons op
deze bezoekmiddag vertelt hoe het
metalen gevaarte onder handen ge
nomen gaat worden.
De grote opknapbeurt gaat twee
jaar in beslag nemen. Een hoogte
punt wordt de complete vervan
ging van de toorts, die thans goed
deels uit verregaand verweerde
raamkozijnen bestaat, die van bin
nen uit worden verlicht. Het hele
geval wordt verwijderd en komt in
het museum terecht. De nieuwe
metalen toorts wordt met goudverf
overgeschilderd. De toorts zal 's a -
vonds in de schijnwerpers worden
gezet, zodat een vlammend effect
moet ontstaan.
Voorts moet het zwakste punt van
Sr
de constructie verstevigd'
Dat is de oksel van de?a
arm. Er komen extra ballia
gewricht. )p
Het is overigens een h^
misverstand dat de arm L
Liberty toegankelijk is voo
bliek. In haar jeugdjaren
wel het geval, maar al sefa
mogen de bezoekers nietri
ladder naar de toorts op. I
daarvoor te zwak en de |g
smal. Het publiek kan sle<^(
de kroon op het hoofd.
We beklimmen de trap d<P
gewanden van Charlotte
die waarempel een uitdC
dame blijkt. Ze ruikt naar^e
kermisattractie en ze zwfo
meters op en en neer in cL*
de wind. Nadat de gast u®
land zijn hoofd heeft gesto51
een van haar ribben, wijs
op enkele van de totaal P'
ren verbindingsstaven na^c
per. Waar koper en ijzer ët
ken is corrosie zichtbaar, i
ven moeten vervangen epr
nenhuid dient van de oijlt
menlaag ontdaan en van'n
beschermingsmateriaal te?
voorzien. gi'
Ontstoken plekjes 2
Ve
De omvang van het helce
staat trouwens nog lang ro
's Nachts wordt het kopeiv<
dio-actief bestraald, op zo 2
nog meer eventuele ots
plekjes. r
Verder krijgt de bezoekók
in de kroon (waarvan de z6\
ken 's werelds continent)»
stellen) een frisser aanziafj
de hele buitenkant van ma,
ontdaan, komt er een ruim
in de sokkel en krijgt ht»
bouwwerk ventilatie en ktk
Alsof het om de Olympisch»
gaat, betaalt de overheid ps
larcent aan deze klus, dieh
30 miljoen, maar nu al opc
joen dollar is begroot. Dfhi
minder dan 140 miljoen g
zowat het 40- «/oudige van
hele beeld een eeuw gele<L»
gekost. Maar met de onveft:
ke Coca-Cola en reuzen al_
Chrysler en Kellogg als
hoeven kosten nog moeit^r
den gespaard. a
Op 4 juli 1986 zal de darfn:
Amerikaanse president hf c
middels gesloten Vrijhïp
heropenen voor het publje
zal de vervallen dame we*a
delijk uit haar aluminium P*
voorschijn zijn gekomen, zP]
opnieuw een twijfelachtig "1
te zijn van Amerika's gast'
In onze tijd vormen tallozé"
kaanse vliegvelden en doi/«
ten langs de grens met M^
Tranen-eiland voor massaV*
ge immigranten. Per jaatil
officieel nog maar 290.000«;
delingen Amerika binnen."
sche schattingen zeggen dai
elk jaar liefst twee miljoeHP
landers zich in de VS
Amerika blijft aanlokkelL
mensen overal ter werelcP
niet het Vrijheidsbeeld ze_
toch een onweerstaanbaa
van de vrijheid voor ogen
MARC DE KC
Wie eens echt véél vis wil
vangen, en dan heb ik het
over vele tientallen, die moet
zich op een mooie zomerse dag
maar eens inschepen op een
van de vele hengelaarsboten
die uit menige havenplaats de
Noordzee opvaren. „Op de
makreel". Ik beweer niet dat
het een verfijnde vismanier is
(al kun je die er wel van ma
ken, daarover straks meer)
maar zeker voor wie het nooit
heeft gedaan of maar zelden
doet is het bepaald spectacu
lair.
Makreel, een felle roofvis, trekt
van half juni af in grote scholen
naar de kustwateren van de Noord
zee. Naarmate het warmer wordt
komen ze dichter onder de kust; in
mooie zomers met veel hoge tem
peraturen zijn ze van augustus al
zelfs wel vrij dicht onder de kust te
vangen. Maar in juni en juli zéker
moet men er een eind voor varen.
Bij enigszins redelijk weer blijven
de scholen tot een eind in septem
ber dicht genoeg bij onze kust om
hengelaarsboten de gelegenheid te
geven erheen te varen.
Zulke boten, die al naar hun
grootte tussen 30 en 50 man
meenemen, vertrekken uit Den
Helder, IJmuiden, Scheveningen,
Stellendam, Noord-Beveland, Vlis-
singen, dus zo'n beetje de hele kust
langs. Het moeten schepen zijn die
door de Scheepvaartinspectie zijn
goedgekeurd, want ze gaan vrii ver
naar buiten, soms wel 20 mijl. Of
uw dag succesrijk zal zijn hangt
maar zéér ten dele van uzelf af en
voor 98 procent van de kapitein
van het schip. Makrelen trekken in
scholen soms scholen van dui
zenden stuks en je moet weten
waar die scholen zitten en hoe ze
trekken. De kapitein die zijn vak
onvoldoende beheerst dan wel op
een bepaalde dag verkeerd gokt,
zorgt er niet voor dat zijn cliënten
met veel vis weerkeren. En bij
makrelen vissen gaat het om
„veel"!
Op makreel wordt drijvend gevist.
Dat wil zeggen: als de kapitein er
gens makreel onder het waterop
pervlak vermoedt, zet hij de motor
op minimale kracht, het schip gaat
op de stroom drijven. U zet zich nu
aan de reling, gewapend met een
dikke pook van een hengel, daarop
een zware zeemolen getooid met
40-00 of meer, daaraan een onder
lijn met een aantal haken die uitge
dost zijn met veren (jajaja, véren,
kippeveren zogezegd, soms alle
maal witte, soms in alle kleuren
van de regenboog) en daaronder
een stuk lood van minimaal 250
gram. Men laat die lijn zakken,
zoekt hoe diep de makreel jaagt, en
éls ze jagen pakken ze de veren die
ze voor kleine visjes houden. En als
ze happen, hangen ze. „Eenvoudig
als goedendag", zeggen de Fransen.
Ik kan me heel best voorstellen dat
verfijnde karperaars, of lieden die
proberen aan 6-00 ragdun nylon
zware blankvoorn te pakken, in
diepe minachting de neus optrek
ken voor het makrelenvissen. Ik
geef toe: een kind kan de was doen.
Vroeger, op de haringloggers, wil
den de matrozen wel eens makreel
roken. Hoe eraan te komen? Een
oud roodbaaien hemd aan reepjes
knippen, een lijn met honderd ha
ken beazen met fleddertjes rood
baai, overboord die handel.... bingo!
Nu, hier is het niet anders. Als de
kapitein vermoedt dat ergens ma
kreel zit, en hij heeft gelijk, dan
vangt u ze. Basta.
Makreel jaagt in scholen op grote
scholen zeebliekjes. Als die, in hun
grote nood, dus naar de oppervlak
te ijlen, hebben de meeuwen dat in
een mum van tijd in de gaten.
Ergo: als ergens boven de zee een
wolk meeuwen luid krijsend aan
het vissen is, weet de kapitein dat-
ie de school heeft gevonden. Zijn er
geen meeuwen, dan wil dat nog he
lemaal niet zeggen dat er geen ma
kreel is; ze zitten dan misschien
veel dieper, maar een ervaren ka
pitein weet ze dan nog drommels
goed te vinden. Knoeiers heb je in
elk vak, ook onder kapiteins van
hengelaarsboten, helaas.
Hoe doen?
Als u het nog nooit gedaan heeft of
maar zelden zoiets onderneemt,
koop er dan geen spullen voor.
Huur een makreelhengel aan
boord. (Geef dat wel bij uw aan
melding op). Dat zijn lompe stok
ken met grove molens en dikke lij
nen, nul elegantie, geeft niks, dit is
grof werk.
Het lood tot de bodem laten zak
ken, en als u onderweg nog niets
hebt gevoeld: langzaam en héél
traag „pompend" de zaak indraai
en. Heel traag! De grote fout van
beginners is dat ze geweldige uitha
len geven, staan te pompen van
hoog naar laag, maar waar zijn ze
dan eigenlijk mee bezig? Met die
onderwaterse makrelen wijsmaken
dat die onderlijn met veren een
school kleine visjes is. Heeft u ooit
kleine visjes zich met reuzeschok-
ken zien verplaatsen?
De beet is een fikse ruk. Zelfs klei
ne makreel bijt als een baaskerel.
Niets ongewoon, eerder regel, is dat
er meteen een tweede, een derde
beet volgt en dat dan alle drie
uw veren bezet zijn met makreel.
Drié? Inderdaad: er zijn lieden die
zes veren aan hun lijn het mini
mum vinden.
Ik raad het af. Het is vissen en
geen takelen.
U haalt de makreel van de haken,
laat weer de lijn zakken, enzo
voorts, enzovoorts. Iets anders zult
u normaliter niet vangen. Een
doodenkele keer laat een zeebaars
zich zien, iets vaker komt er geep
mee naar boven, maar het is toch
zeer overwegend blauwe makreel
(prima consumptievis) en wat hors-
makreel, die hier niet geliefd is
maar aan de Westafrikaanse kust
graag wordt gegeten.
Bent u eenmaal bezig dan weet u
na enkele vangsten wel hoe diep de
makreel zit. Hoe die waterlaag ont
houden? Lood tot op de bodem la
ten zakken en het aantal slagen
aan de molen tellen dat u moet ma
ken eer u beet heeft. Weet u dat,
dan de volgende keer het lood als
de bliksem naar de grond sturen en
precies dat aantal slagen opdraaien.
Maar denk erom: straks, als deze
school verdwenen is en de kapitein
een andere heeft gevonden, kan
die dieper of ondieper zitten.
„Men" vist in Nederland op die
makrelen met zeemolens. Ook op
de huurhengels zitten die. In feite
is makreelvissen een langzame (en
soms niet eens langzame) moord op
molens; 250 of 300 gram lood en
een aantal makrelen van een pond
of meer die van 12 meter diep moe
ten komen, jongejongejonge, je
hoort de molen kreunen en pie
pen.... In Noorwegen, Engeland,
Schotland, Ierland, waar niet, ge
bruikt men er terecht reels voor.
Het allermooiste makrelenvissen
echter kunt u aan boord van die
grote schepen niet doen, omdat u er
de ruimte niet voor heeft. Dat
mooiste vissen is: met een lichte
hengel, lichte molen, 25-00 lijn en
een lepel of spinner of wat dan ook
makreel vangen. Van een klein
bootje uit of zoals al betoogd
later in de zomer als het warm is
van strand en havenhoofden af.
Man, dan ervaar je pas wat een
krachtpatsers makrelen zijn, wat
een doldrieste vechters.
Maar dat neemt helemaal niet weg
dat een dagje de zee op met een
makrelenschip een zeer bijzonder
zomergenoegen is. Enne ma
kreel is een verrukkelijke vis, dat
is ook nooit weg.
A. C. W. v.d. VET
Le»\Jeniy. ii
Vroeger, op de haringloggers, wilden de matrozen wel eens mak,
ken.