Rijksmuseum
Het Loo opent
zijn poorten
We zijn binnen tach tig miljoen gebleven
Na de officiële opening, volgende week woensdag,
heeft Nederland er een herrezen erfenis bij: het
Rijksmuseum Paleis Het Loo in Apeldoorn. We
spraken met de kunsthistoricus dr. Vliegenthart, die
zeer nauw bij de restauratie was betrokken en als
directeur de scepter zwaait over dit nieuwe museum.
Ing. Strik vertelt voorts over de kosten die met de
gigantische restauratie gemoeid waren.
De audiëntiezaal in vroeger volle glorie.
APELDOORN Hij mag best een
boffer genoemd worden, de kunst
historicus dr. A. W. Vliegenthart.
Het is' dan ook om je vingers bij af
te likken, het inrichten van een
kersvers museum. Menig collega
zal een beetje jaloers geweest zijn
toen hem in 1970 door de minister
van CRM gevraagd werd zijn ken
nis en ervaring aan te wenden bij
de restauratie van Paleis Het Loo
en de inrichting daarvan als mu
seum. Het is natuurlijk niet bepaald
een alledaagse klus een eigen mu
seum op poten te zetten. Voor een
wetenschapper een lot uit de loterij.
Maar nu dat paleis gerestaureerd
en het museum ingericht is, kijkt
Vliegenthart al weer vooruit en
ziet de museumdirecteur een nieu
we uitdaging. „Het museum moet
in beweging blijven. Er moet dyna
miek in zitten, anders leeft het
niet. Als stilstaand water mag het
museum nooit worden. Dat zou de
dood in de pot betekenen", zegt de
in 1934 geboren Vliegenthart die in
1969 promoveerde op een proef
schrift waarin een 17e eeuwse Ita
liaanse galerij beschreven wordt
vol schilderingen, gewijd aan leven
en werk van Michelangelo. „Con
serveren, het bewaren van oude
cultuurgoederen, is één taak, maar
de collectie op een eigentijdse wijze
presenteren en het museum door
allerlei evenementen voor velen
attractief maken, dat hoort ook tot
de opdracht van een museumdirec
teur. En reken maar dat hier veel
te beleven valt".
Wisselexposities
Museumdirecteur Vliegenthart
denkt dan bijvoorbeeld aan wissel
exposities. Zoals, om maar wat te
noemen, over de Nederlandse
tuinsculptuur of over de kunstcol
lectie van stadhouder-koning Wil-
Dr. A. W. Vliegenthart in de staatsiebedkamer van Mary Stuart. Het bed,
waarop de museumdirecteur zit, heeft in het Kensington Palace ge
staan voordat stadhouder-koning Willem III dit paleis kocht. Zo'n tien
jaar geleden heeft museum Paleis Het Loo het meubelstuk bij een Lon-
dense antiquair weten te bemachtigen.
BUDGETBEWAKER ING. J. F. M. STRIK:
De audiëntiezaal na de restauratie van nu.
lem III. Ze zullen natuurlijk wel
raakvlakken hebben met de mu
seumverzameling. Trouwens, alle
culturele nevenactiviteiten zullen
in het kader moeten passen van de
museale opzet: de relatie met het
Huis van Oranje-Nassau zichtbaar
maken. Bij die nevenactiviteiten
denkt Vliegenthart ook aan ballet
voorstellingen, concerten en to
neeluitvoeringen. Er zijn legio mo
gelijkheden. Zo zijn er gesprekken
geweest met de Nederlandse Opera
Stichting over de uitvoering van
18e eeuwse opera's die speciaal ge
schreven zijn voor het Hof. Er zijn
museumvertrekken waar zoiets zou
kunnen plaatshebben. Ook in de
tuin kan het een en ander gebeu
ren. En dan is er nog de kapel, die
een schitterende akoestiek heeft en
waarin het oranje-rood geschilder
de 18e eeuwse orgel op een bespe
ler wacht.
Hof- en tuincultuur
Als het aan museumdirecteur Vlie
genthart ligt wordt de cultuur die
vroeger aan het Hof plaats heeft
gehad, weer in het leven geroepen.
En ook de tuincultuur, inclusief de
verschillende balspelen zoals die op
het Koningsveld en in de Konin-
ginnetuin beoefend werden. „Veel
is vergeten, maar is waard in ere
hersteld te worden. Vooral voor de
jeugd, die er vaak geen flauw idee
van heeft hoe het aan het Hof toe
ging. Hoe het Hof een brandpunt
van culturele activiteiten was",
zegt Vliegenthart, die niets zal na
laten om de komst van de jeugd
naar het museum .te stimuleren,
ook om een andere reden. „Op
school wordt weinig aandacht be
steed aan de rol van de Oranjes in
onze geschiedenis. Willem van
Oranje, die kennen ze nog wel,
maar verder, ho maar. Daarom
wordt het educatief programma
voor de scholen voortgezet. Mis
schien zelfs uitgebreid".
Documentatie
De educatieve taak van het mu
seum komt vooral tot uiting in de
rechtervleugel van het paleis, waar
een permanente documentaire ten
toonstelling probeert aan te geven
hoe de Oranjes in de loop der tijd
gefunctioneerd hebben. Dat ge
beurt door middel van onder meer
oude prenten, munten en brieven.
Het museum heeft veel aangeschaft
voor die documentaire tentoonstel
ling. Trouwens, ook voor de inrich
ting van de paleisvertrekken. Voor
een welkome aanvulling op de col
lectie zorgde de verzameling van
de Vereniging Oranje-Nassau die in
haar geheel aan Het Loo in bruik
leen is gegeven. Dat betekende een
flinke hoeveelheid prenten, schil
derijen en documenten. Ook van
particulieren heeft het nieuwe mu
seum veel in bruikleen gekregen.
Ansichten
En dan zijn er de schenkingen.
Vooral de laatste maanden zijn er
bij het museum heel wat telefoon
tjes binnengekomen van mensen
die iets wilden geven. Van een man
uit Breda bijvoorbeeld, die een al
bum had met 600 verschillende an
sichtkaarten die uitgegeven zijn
voor en na de geboorte van Juliana
in 1909. Vliegenthart: „Zoiets is
best interessant. Je kunt erin zien
hoe Nederland reageerde op de ge
boorte van een Oranje. Natuurlijk
krijgen we ook aanbiedingen waar
we niets mee kunnen doen, maar
ik merk dat veel mensen het mu
seum iets willen geven. Vaak heb
ben die mensen al eens het mu
seum bezocht toen het nog onder
gebracht was in het koetshuis van
de koninklijke stallen en zijn ze en
thousiast thuis gekomen".
Over wie er naar het museum Pa-
Den Haag verliest een museum
De opening van het
Rijksmuseum Paleis
Het Loo betekent voor
Den Haag, dat het een
museum kwijtraakt.
In de Haagse Java-
straat is jarenlang ge
vestigd geweest net
Museum van de Kan
selarij der Nederland
se Orden. Dit museum
nu is naar Apeldoorn
verhuist en heeft on
derdak gekregen in
het koetshuis van het
paleis.
Het Museum van de
Kanselarij der Neder
landse Orden brengt
de geschiedenis van de
koninklijke onder
scheidingen in beeld.
Die geschiedenis be
gint in 1815 met de in
stelling van de Orde
van de Nederlandse
Leeuw. In datzelfde
jaar werd de hoogste
Nederlandse orde, de
Militaire Willemsorde
voor daden in oorlogs
tijd ingesteld. In 1895
volgde de orde van
Oranje-Nassau en in
1905 de Huisorde van
Oranje.
Tot de collectie van
het museum behoren
onder meer ere- en
beloningspenningen
uit de tijd van de Re
publiek, eresabels,
schilderijen en unifor
men van oude ridder
orden, en voorts bui
tenlandse orde- en on
derscheidingstekenen.
leis Het Loo gaan heeft Vliegent
hart inzicht gekregen sinds in '74-
'75 het Nederlands Wetenschappe
lijk Instituut voor Toerisme en Re
creatie een onderzoek daarnaar ge
daan heeft. Dat onderzoek heeft
onder meer uitgewezen dat het in
het voor- en najaar vooral de bus-
bezoekers zijn die voor de toeloop
zorgen. In de zomer bezoeken men
sen op eigen initiatief het museum
en dat zijn dan bijvoorbeeld vakan
tiegangers die op de Veluwe loge
ren. Maar duidelijk werd ook dat
mensen er een verre reis voor over
hebben om naar Het Loo te komen.
Ze blijken goed geïnformeerd te
zijn. Ze weten wat het museum zoal
te bieden heeft.
Aanvankelijk werd verondersteld
dat het museum zo'n 25.000 bezoe
kers per jaar zou krijgen. In de eer
ste maanden dat het museum in de
stallen onderdak had, van mei tot
oktober 1972, waren het er echter
al 90.000 en het jaar daarop koch
ten 150.000 mensen een toegangsbe
wijs. Er wordt nu gerekend op een
kwart miljoen bezoekers.
Recreatie
Museumdirecteur Vliegenthart: „Er
zijn verschillende facetten aan een
bezoek aan het Loo. Je kunt iets
opsteken van het cultureel erfgoed,
je kunt een bezoek ook zien als een
recreatief gebeuren. Negentig pro
cent van onze bezoekers is nooit
eerder in een museum geweest. We
De kostenplanning en de budgetbe
waking van de restauratie van Pa
leis Het Loo tot Rijksmuseum is in
handen van het Ingenieursbureau
Brink BV, dat naast een hoofdzetel
in Voorburg ook nederzettingen in
Deventer, Tiel en Leidschendam
kent. Ing. J. F. M. Strik, belast met
de uitvoering van de werkzaamhe
den in Apeldoorn, is dan ook de
meest aangewezen man om uitsluit
sel te geven over de kosten, die met
deze gigantische restauratie ge
moeid waren. Hoewel hij niet in
details wil en mag treden,
wenst ing. Strik met klem de ge
ruchten te ontzenuwen als zou men
de aanvankelijk geraamde 80 mil
joen gulden ruimschoots hebben
overschreden.
„Daar is geen sprake van. Hoewel
het geheel nog niet te overzien is,
durf en kan ik wel stellen, dat we
in elk geval onder die geplande 80
miljoen zullen blijven. Dat is ook
de opdracht die ons bureau destijds
van de overheid gekregen heeft.
We zijn niet alleen binnen de fi
nanciële grenzen gebleven, ook het
bouwschema is, ondanks een paar
tegenslagen zoals bijvoorbeeld een
ijskoude winter, vrijwel tot op de
seconde gevolgd. Op 24 januari
1977 konden we bouwkundig star
ten, op 17 april 1979 werd er met
de diverse installaties begonnen.
Vier jaar later, op 17 april 1983 dus,
kon het paleis bij wijze van spre
ken bouwkundig en installatietech-
nisch worden opgeleverd en vanaf
die datum hebben de restauratie-
schilders, de stoffeerders, de tuin
lieden en andere specialisten de fi-
nishing-touch aan het geheel gege
ven. Momenteel worden de puntjes
op de i gezet. Als volgende week
woensdag de officiële opening
plaatsvindt, is alles volgens schema
gereed".
moeten inspelen op
van drempelvrees via een
tief dagje-uit, gekoppeld
toch nog steeds sterk
langstelling voor het
al is die vooral te vinden bij
dere generatie".
Die oudere generatie
spreekt nogal eens van het
sailles van het Noorden" als
Het Loo gaat. Ooit is in een
katie Het Loo zo genoemd en
dien is die kwalificatie een
leven gaan leiden. Zeer tot
noegen van Vliegenthart,
uit historisch oogpunt
dat Het Loo met het
Zonnekoning
„Het Loo heeft een
maat, is klassisistisch en
lands door het gebruik
steen. Ook de tuin is niet te
lijken met die in Versailles,
van Het Loo is in de
d, die in Versailles in de
as".
Geen Versailles van het
dus, maar gewoon Het Loo,
er dan wel in de tuin twee
die kopieën zijn van sculptutf
de Franse tuin
De oude galerij
of „danskamer",
die eeuwen
geleden als grote
eetzaal gebruikt
werd.
Twintig kilometer hostaliteband om de
Airconditioning
Moest men zich in het innerlijke van
het paleis vooral bezighouden met her
stellingen en vernieuwingen voor wat
betreft de betimmering, een veel groter
probleem vormde de aanbrenging van
de noodzakelijk geworden airconditio
ning. De daartoe benodigde kanalen, die
bovendien nogal fors van afmeting zijn,
dienden onzichtbaar in de muren te
worden aangebracht. Dus dienden er
enorme sleuven in die muren gezaagd te
worden en slingert het kanalennet zich
nu als een volstrekt onlogische slang
door de wanden. Ook de installatie van
de daarbij behorende ketelhuisinstalla
ties zorgde voor de nodige hoofdbre
kens.
Ingrijpende veranderingen recon
structies vonden plaats in de beide
binnenvleugels. Voor het weer in de
oorspronkelijke staat terugbrengen van
de binnenwanden werden 1,7 miljoen
stenen gebruikt en diende er 25.000
vierkante meter stucwerk te worden
aangebracht. Binnen en buiten moest er
bovendien 46.000 vierkante meter schil
derwerk worden verricht.
mozaïekvorm te waarborgen
Buxusplantjes
De reconstructie van de
stadhouderlijke tuinen is
perfect geschied. Er
werden niet minder dan
350.000 buxusplantjes
aangeplant en om de
mozaïekvorm van de
tuinen in de juiste banen
te leiden, gebruikte men
niet minder dan 20 km
hostaliteband, een harde
PVC-constructie, die er
voor zorgt dat de wortels
van de diverse plan te-
soorten alleen maar
recht naar beneden kun
nen groeien en de ge
wenste vormen dus niet
in gevaar kunnen bren
gen. Overigens werd in
de tuinen 200 kubieke
meter rode steenslag (ge
broken baksteen) aange
bracht, terwijl er ook
nog eens 10.000 vierkan
te meter plastic folie als
onderlaag gebruikt
wertf.
Politiek steekspel
Aan de restauratie van Paleis Het Loo is een
compleet politiek steekspel voorafgegaan.
Nadat aanvankelijk de in 1970 dodelijk ver
ongelukte architect C.W. Roy aards in 1965
zijn advies voor de verbouwing had uitge
bracht, ontstond er zo'n kleine negen jaar
geleden in de Tweede Kamer enorme op
schudding toen het veel verder strekkende
plan van architect Baron van Asbeck om
het paleis weer in de oorspronkelijke staat
het stadhouderstijdperk terug te
brengen, politiek ter discussie werd gesteld.
De meerderheid van de Partij van de Ar
beid en de VVD spraken zelfs over een
kitscherige reconstructie van paleis en tui
nen, die alle herinneringen aan het Neder
landse koningshuis vervaagden. De toenma
lige minister van CRM, mr. Harry van
Doorn (PPR), slaagde er, ondanks tegenwer
king van vooraanstaande cultuurhistorici,
niettemin in deze plannen door te drukken
en in 1977 was het uiteindelijk staatssecreta
ris mr. Wallis de Vries (VVD), die de knoop
definitief doorhakte en opdracht tot de alge
hele restauratie verstrekte. Door deze poli
tieke verwikkelingen was er inmiddels wel
een achterstand van twee jaar ontstaan
Stalen balken
De draagkracht van de t
van het paleis was gebast
normale bewoning en ble
berekend voor grote sl
bezoekers aan een m
Hoewel de grote eiké
balken nog in redelijki
verkeerden, was het nit
noodzakelijk er extra stal
ken in te brengen. De
werden opengemaakt en
isolatie aangebrachte tut\
daartoe verwijderd. D
spronkelijke houten I
moesten doormidden
worden om de nieuwe
balken ertussen te pl
Deze werden door een in
vel gemaakt gat ing
werden verankerd en de I
balken werden midden l
stalen balken opgelegd, ij
teloze bezoeker van strak
niets meer van waan
maar toch werd voor <L
greep zo'n slordige 183 U
structiestaal gebruikt.