^Verzinsels" rond sraëlisch moordcommando mAAK" EEN OMSTREDEN BOEK DAT GOED VERKOOPT Tim Krabbé terug met een spannende novelle Glad boek over krantenmagnaat PRISMA Kampeer boek EKEN QeiditaQowant VRIJDAG 15 JUNI 1984 PAGINA 9 n JDEN „Ik weet nog I pas, dat mijn bron verschillende andere jirs en uitgevers ge- 1 heeft voordat ik in 1 zaak werd betrok- George Jonas (48), dees van Hongaarse nst, in Londen voor f omotie van zijn jong- 1 boek „Vengeance" k), zegt het bijna |)ps. Maar je ziet dat |em dwars zit. Hij is erre van gelukkig I Zijn geloof in wat „Vengeance" vaarheid hield, heeft atste dagen blijkbaar gevoelige knauw ge- fin. ak" is het verhaal van dat in 1972 tijdens de ■^jische Spelen in Mün- joor de Palestijnen onder g^lnemers van Israël werd rJicht, trekt die brigade rjjiit om wraak te nemen. ,cjdracht van de Mossad, /jraëlische „Instituut voor en Speciale Dien- c moeten alle Arabische >pisten onschadelijk ge- g) worden. De leider van ^presaillecommando heet vf. Hij is 22 jaar en wordt ^kele bankrekeningen in rerland door de Israëli- dienst onbeperkt yjncierd. Twee en een riar, acht miljoen pond en lijken later die van medewerkers, zes Arabie- zp negen buitenstaanders, g| wie een Nederlandse vermoord in Hoorn Avner tot de ontdek- |dat de Mossad hem be- van zijn appeltje Te dorst, 75.000 pond. Hij Jaarop het leven van ge- agent vaarwel en gaat in |-Amerika New York cies te zijn vergetel- kndeerd "sterk commercieel aan- le uitgevers is „Vengean- ïn verhaal, dat gegaran- .goed verkoopt. In Lon- ivordt verteld, dat dit op de wereldmarkt ge- felijk 700.000 pond kan ligen. Dat verklaart de aandacht die Britse en uitgevers nbesteed hebben. De titel ;#ance" komt niet uit het otan de auteur Jonas. Die rjbedacht door Christop- acLehose, het hoofd van ;ii, de grote Britse uitge- e jie „Wraak" in Engeland voor negen en een halve pond per exemplaar verkoopt en die in haar reclame beweert, dat „dit levendige en waarachtige verhaal over internationaal terrorisme, gezien van binnen uit, een belangrijke doorbraak is in de literatuur over dat on derwerp". In Canada, waar het boek eveneens verschenen is, staat „Wraak" als nummer één op de bestsellerslijst. „Ook in de Verenigde Staten verkoopt het goed", zegt George Jonas. Maar hij geeft toe, dat rond zijn boek een controverse woedt, die de uitgevers niet deert (alle kosteloze reclame, ook de slechte, is commer cieel gezien voordelig), maar die toch zijn goede naam dreigt aan te tasten. De deining begon in Amerika. Onmiddellijk nadat „Vengean ce" daar was uitgekomen, ver klaarden hooggeplaatste Israë lische ambtenaren, dat Jonas' verhaal niet op feiten berust. Onder meer zou de vergade ring, waarop volgens George Jonas de toenmalige Israëli sche premier, Golda Meir, haar toestemming gaf voor de oprichting van een moordcom mando van de Mossad, nooit hebben plaatsgehad. Nochtans draagt „Vengeance" in Noord- Amerika als ondertitel: „Het waarachtige verhaal van een contra-terreurteam". Op de kaft van de Europese uitgave is het woord „team" vervan gen door „mission" (opdracht). Zelf schrijft George Jonas, dat voor de eerste maal in de ge schiedenis een agent van de Mossad verteld heeft, hoe het bij de israëlische geheime dienst in zijn werk gaat. „Dat Israël alles zou ontkennen, was te verwachten", zegt hij. Het Amerikaanse wantrouwen inzake de inhoud van het boek werd evenwel nog versterkt door auteur Ken Follett, die zelf van alle markten thuis is op het terrein van verzonnen en echt gebeurde spionagever halen. Twee weken geleden schreef deze Follett in The New York Times: „George Jo nas beweert, dat hij de inlich tingen die hem werden ver strekt, zoveel mogelijk gecon troleerd heeft. Ik ben er zeker van dat dit inderdaad het ge val is, maar de beste delen van zijn boek zijn niet te controle ren. Een gewetensvol schrijver als Jonas kan eigenlijk niet veel meer doen dan het ver haal van zijn bron opnieuw vertellen ,en het daarna aan de lezer overlaten of die alles ge looft of niet". Verzinsels Voor de klap op de vuurpijl zorgde het Londense weekblad The Observer. Het meldde ex clusief, dat volgens twee Ame rikaanse auteurs „Vengeance" hoofdzakelijk op verzinsels be rust. Beide schrijvers, die eer der dan George Jonas door uitgevers geëngageerd werden om op grond van het verhaal van de gewezen geheim agent Avner een betrouwbaar boek te schrijven, beweren dat deze Avner, die zij vroeger ook kenden onder de naam Sjom- ron, wat zijn verleden betreft niet te vertrouwen is. Hij zou niet alleen George Jonas, maar ook diens uitgevers bedrogen hebben. Vijf jaar geleden al werd de Amerikaanse uitgeverij Simon and Schuster door een van die auteurs gewaarschuwd, dat het verhaal van Avner-Sjomron niet klopte en het dus onbe trouwbaar was. Maar die firma trok zich niets van die waar schuwing aan. Zij publiceerde „Vengeance" afgelopen maand in de Verenigde Staten. De Londense Observer en het Canadese tijdschrift MacLe- an's beweren, dat Avners „Vengeance"-verhaal tijdens de meer dan vijf jaar, waarin het bij Noordamerikaanse en Britse uitgevers de ronde deed, diepgaande wijzigingen heeft ondergaan. Zij menen ook te weten, dat meer dan vier au teurs door Avner-Sjomron werden aangesproken om van zijn verhaal een boek te ma ken. Maar niemand bracht George Jonas, die uiteindelijk toehapte, ervan op de hoogte dat het een verhaal met een donker verleden was. Nu het allemaal uitgelekt is, zeggen zijn uitgevers: „Het boek verkoopt goed, wat wilt u nog meer?" Maar George Jo nas vreest, dat deze hele affai re zijn reputatie van betrouw baarheid danig zal aantasten. De uitgevers moeten Jonas echter wel een bekwame schrijver gevonden hebben, anders hadden zij hem nooit met deze opdracht belast. „Ik werd benaderd door Nick Har- ris, president van Collins in Canada", zegt George. „Harris ging met mij naar Lester and Orpen Dennys, een Canadese uitgeverij die de publikatie- rechten voor het verhaal had gekocht. Beide uitgevers ble ken van plan het boek samen op de markt te brengen. Loui se Dennys van Lester and Or pen Dennys is een Engelse, een nicht van de bekende au teur Graham Greene. Haar uitgeverij in Toronto is klein, maar fijn. Aangezien Avners verhaal haar wel een fors be drag gekost zal hebben, was het normaal dat zij de hulp van Collins inriep". Leugenaar Jonas wist toen nog niet, dat de Israëliër Avner-Sjomron bij Louise Dennys geïntroduceerd werd door Leo Heaps, een Ca nadese schrijver, die toen al tien boeken op zijn naam had staan. Omdat deze Heaps het verhaal niet geloofde en het alleen als achtergrond wilde gebruiken voor een niet op feiten berustende roman, werd tussen dit drietal geen contract afgesloten. Het Vengeance-project was toen al enkele keren op de klippen gelopen. Avner-Sjom ron had al in 1978 zijn verhaal verteld aan Rinker Buck, een Amerikaanse journalist, die de uitgeverij Simon and Schuster voorstelde er een boek van te maken. Het zou „De geheime oorlog" genoemd worden, met als hoofdfiguur ene Arik Sjomron, de huidige Avner van „Vengeance". Sjomron vertelde Buck, dat hij erg be drijvig was geweest in Oost- Europa. Onder meer had hij in Oost-Berlijn represaillemoor- den gepleegd. Maar toen Buck dit alles probeerde te controle ren, ontdekte hij allerlei fou ten, die het vermoeden deden rijzen dat Arik Sjomron een ordinaire leugenaar was. Buck waarschuwde Simon and Schuster, maar in plaats van dankbaar te zijn, eisten die het voorschot dat ze hem betaald hadden, terug. Fouten George Jonas zegt, dat zijn uit gevers hem in november 1981 voorstelden het boek te schrij ven. Na enkele maanden voor- bereidingswerk zette hij eind 1982 de eerste hoofdstukken op papier. In de herfst van 1983 was het boek al kant en klaar. „Vengeance" is dus ze ker niet het resultaat van grondige en uitvoerig gedocu menteerde research. Diverse fouten bewijzen dit. Jonas schrijft onder meer, dat Avner voor de moord op het Nederlandse meisje Jeanette een beroep deed op medeplich tigen in België. Hij had wa pens nodig, die gemakkelijk over de grens gesmokkeld moesten kunnen worden. De Belgen maakten daarop gewe ren uit stukken fietsframe. Het Israëlische moordcom mando kwam hiermee zonder problemen over de Belgisch- Nederlandse grens. Schrijver Jonas wist dus blijkbaar niet, dat aan die grens al jaren geen controle meer wordt toegepast. Met gewone wapens hadden de Israëliërs even weinig risi co's gelopen. Die vrouw Jeanette in Hoorn, was zij echt een Nederlandse? Of hebt u op verzoek 'van uw uitgevers er een Nederlands onderdaan van gemaakt, om dat boeken in de Engelse taal bijzonder goed verkopen in Nederland en een dergelijk pi- George Jonas. Van Boedapest via Wenen en Londen naar Canada De schrijver George Jonas is van afkomst een Hongaarse jood, die in 1935 in Boedapest werd geboren. Tijdens de opstand van 1956 werkte hij daar voor de radio. Toen in de straten van zijn hoofdstad Russische tanks verschenen om de rellen te onder drukken, vond George Jonas het welletjes. Hij vluchtte en be landde via Wenen en Londen in Canada. New Brunswick beviel hem niet; hij reisde door naar Toronto (ruim 2 miljoen inwo ners). Hij woont daar nog steeds. Toen hij in Canada aankwam, kende hij praktisch geen Engels. Hij had vier jaar nodig om die taal grondig te leren. Nu spreekt hij voortreffelijk Engels, met een accent, dat men niet direct kan thuis brengen. „Een mengsel van Noordamerikaanse en Midde- neuropese invloeden", zegt Jonas er zelf van. Dank zij zijn ervaring bij radio Boedapest kreeg George Jonas 22 jaar geleden een baan bij de Canadese omroep CBS. Daar werkt hij nog steeds als producer van hoorspelen en documentaire pro gramma's. Een ervan, „Scales of Justice" (Weegschaal van het Gerecht), gewijd aan echt gebeurde misdaden, werd afgelopen jaar bekroond met de prijs voor het beste radioprogramma van Canada. Hoewel George Jonas een wekelijkse column schrijft voor het dagblad The Sun van Toronto en een maandelijkse bijdrage le vert aan het tijdschrift Toronto Life is hij geen professionele journalist. Hij heeft wel een zestal boeken geschreven. De eerste waren verzenbundels en romans, die geen grote bijval kenden. In 1975 was Jonas nog getrouwd met de hoofdredactrice van To ronto's dagblad The Sun, die toen plotsklaps grote belangstelling aan de dag legde voor een geruchtmakend misdrijf. Zij wist ook haar mans interesse voor die zaak op te wekken. Hij deed wat researchwerk en schreef er vervolgens een boek over, dat hij de titel „By Persons Unknown" (Door Onbekenden) gaf. Het werd in Noord-Amerika bekroond met de Edgar Allan Poe-prijs. De titel „Het gouden ei" sug gereert een soort sprookje, wat je nu niet direct verwacht van Tim Krabbé. Het begint alle maal dan ook lieflijk en vol geluk: een jongeman en zijn vriendin in een oud eendje op reis door Frankrijk, over de autobaan naar de vakantiebe stemming. Een korte pauze op het parkeerterrein bij een ben zinestation is heel plezierig en beiden beseffen, ondanks alle kleine storinkjes, dat het goed met hen gaat. Als het meisje dan nog even in de super markt wat te drinken gaat ha len, blijkt het gedaan te zijn, het sprookje is uit, de man zal zijn vriendin nooit meer terug- Vanaf dat moment is het een beklemmend verhaal gewor den, dat in een aantal in tijd nogal uiteenlopende episoden zal worden vervolgd. We ma ken de man geruime tijd na deze gebeurtenissen mee, met een andere vriendin, met wie de relatie mislukt, door de sto ringen die de gebeurtenissen op die zomerse dag bij dat be- zinestation nog steeds teweeg brengen. In een andere episo de zijn we weer terug op de plaats van handeling, waar we alles nog eens meemaken, maar nu vanuit een ander zicht op de gebeurtenissen, het zicht van de „dader", de moor denaar. Het boekje heeft weinig pre tentie, het is echter heel knap samengesteld. De manier waarop in een aantal episoden een beeld wordt gegeven van j de gebeurtenissen op die tragi sche vakantiedag, hoe de ge volgen daarvan voor de jonge- - man steeds duidelijker in al hun onvermoede omvang voelbaar worden gemaakt, het - is heel knap gemaakt door Krabbé, die ook overtuigend het emotionele proces be schrijft van de man die het meisje ontvoert. Tim Krabbé is geen schrijver, die regelmatig publiceert. Het heeft jaren geduurd voor dit - kleine boekje er kwam, na zijn laatste verhalen. Dat is wat jammer omdat hij een paar op vallende kwaliteiten als schrij ver heeft, waar hij voor zijn lezers weinig mee doet. Een lokatie beschrijven en de sfeer ervan precies en in heel direc te formuleringen beschrijven, zoals hij in de eerste episode van dit verhaal doet, dat is heel overtuigend. „Het gouden ei" is een novelle die knap is door de manier waarop zonder effect-bejag, zonder onnodige structuren of toevoegingen, in kort bestek een beklemmend drama voelbaar wordt. JAN VERSTAPPEN Tim Krabbé: „Het gouden ei". Uitgave Bert Bakker. Prijs ƒ14,90. „Slick", gladjes, zo noemen de Amerikanen nog wel eens films en boeken die alle ingre diënten van succes in zich ber gen, zuiver met het oogpunt succes te hebben. Dankzij die aanpak blijkt er voor dergelij ke boeken vaak een grote enorme belangstelling te zijn. Irving Wallace, Amerikaans successchrijver van deze glad de boeken, heeft met „De Magnaat" opnieuw zonder veel problemen de successcho tel bereid die zo heerlijk weg- hapt. In dit geval gaat het om een rijke krantenmagnaat, die de gedachte dat de media het nieuws zelf maken wel heel letterlijk opvat. Hij huurt een terroristenteam dat zich speci aliseert in moord- en doodslag en zorgt er steeds voor dat zijn krant als eerste met nieuws komt over hun daden. Zoals altijd, hoe kan het ook anders in dergelijke boeken, loont misdaad slechts tijdelijk. De magnaat vindt zijn Waterloo, en de vrouwelijke hoofdper soon krijgt een happy end. En zo hoort het ook. KOOS VAN WEES Irving Wallace: De magnaat Uitgeverij Luitingh, Utrecht Winkelprijs 29,50. kant detail de verkoop allicht nog zou bevorderen? George Jonas lacht en zegt, dat zulks hem zeker niet werd gevraagd. Het feit, dat afgelo pen jaar in Nederland 1.250.000 Engelstalige pocket boeken werden verkocht en Britse uitgevers dit goede af zetgebied in feite als een on derdeel van het Verenigd Ko ninkrijk beschouwen (meer dan achttien procent van hun continentale verkoop gaat naar Nederlandse boekwin kels) was hem niet bekend. Bij de Nederlandse politie is Jeanette niet als vermist opge geven. George Jonas weet ver der niets over haar. Hij ver klaart ook niet te weten waar zijn zegsman Avner zich mo menteel ophoudt, maar vol gens The Observer en MacLe- an's woont deze geheimzinnige bron van informatie nog steeds in^New York. Wie van hen spreekt de waar heid? Of doet het er niet toe wat waar is of niet? „Vengean ce" is een ongemeen boeiend boek en daar komt het voor de meeste lezers toch in de eerste plaats op aan. ROGER SIMONS Tegenstelling arm-rijk in helder kinderboek De wrijvingen tussen de bezit tende en de arbeidende klasse vormen het thema van het kinderboek „Het dorp Do-Do en de berg van Li Lui" van Jan Banen, dat onlangs bij uit geverij Van Holkema Wa- rendorf is verschenen. Het verhaal speelt in een ver land, dat niet nader wordt aange duid maar dat alles wegheeft van China. In dat land ligt het bergdorpje Do-do, waar het de mensen gewoonlijk aan niets ontbreekt, behalve wanneer er °et milde Jeem" jjchrijver Frans Kusters 2ceert nu al bijna tien jaar "in, met zijn nieuwe bun- „Het milde systeem" hij nog steeds bezig aan irg langzame ontwikke- In dit boekje staan zeven zodat het bepaald al i gestructureerd mag genoemd dan de vori- verzamelingetjes van ptukken van Kusters: vien, impressies, aanzet- rot verhalen, soms heel pide passages, dan weer alersels, die beter niet al- al hadden kunnen wor- ditgegeven. Als je je ver- 'in de verhalen van „Het t systeem" krijg je het «1 dat Frans Kusters al te bezig is aan zijn ontwik- g tot het eigenlijke aversschap. Je krijgt de ak dat de schrijver er zelf esterk in gelooft, dat het ifcal van heel dichtbij dd is, maar als lezer kun iimaar niet het ware ge en de ware overtuiging fltrijgen. Het erg en op- Ijke Nijmeegse dat ook èige boeken van Kusters laldelijk de kop opstak, hier weer aanwezig, fikt alsof pa de theologie, £>A en de krakersbewe- ook de literatuur zijn Nijmeegse tak aan Rijgen is. Dagboek van Rohberechts De zuidnederlandse auteur Daniël Robberechts, die zich in zijn publikaties bezig hield met literaire experimenten, waarbij hij nu al vele jaren een één-mans-tijdschriftje leidt, waarin een omvangrijke tekst-in-de-maak gepubli ceerd wordt, heeft zijn dag boek uitgegeven. Althans zijn dagboeknotities van een twin tig jaar geleden, uit 1964-65. Hij noemt het zelf „het dag boek van een intellectueel die literair bedrijvig is". Het be vat dus heel veel notities over plannen om dit of dat te gaan schrijven, beschouwingen over wat hij met iets wat hij geschreven heeft wil, gewild heeft. Verder van alles over zijn leven, waarin de geboorte van een eerste kind een grote rol speelt. Een voortdurend gevecht met zichzelf over sex, kuisheid, vrije sexuele opvat tingen, zoals in de zestiger ja ren opgeld begonnen te doen, dat ontbreekt allemaal even min aan dit dagboek, dat een boeiend beeld geeft van ie mand die intellectueel bezig is een ondoorzichtig bestaan in kaart te brengen. Goethe's groei „Liefde en lijden van de jonge Goethe" is de titel van een boekje, een essay, van de Ant werpse historicus Wim Ver reist. Uitgangspunt is de iden- titeitskrisis, waar de heden daagse mens zo veelvuldig aan lijdt. Verreist heeft de ontwikkeling van Goethe in dat licht bekeken, aan de hand van diens dagboeknoti ties, andere documenten, die het leven van de jonge Goe the bijna van dag tot dag vol gen. In de visie van Verreist leefde de jonge Goethe in een tijd die veel overeenkomst heeft met de onze: „een tijd waarin afscheid genomen werd van een oude wereld en een nieuwe zich aankondigde L.E.J. Brouwer C.S.Adama van Scheltema Droeve snaar,vriend VLA, ii Het Modernisme Synthese heeft een indruk wekkend boek in zijn reeks letterkundige beschouwingen en analyses opgenomen. De auteurs Douwe Fokkema en Elrud Ibsch hebben zich gebo gen over „Het Modernisme in de Europese letterkunde", waar zij een kloek boekwerk over hebben samengesteld. Zij konstateren dat een groot aantal verschijnselen in de hedendaagse literatuur keurig in kaart zijn gebracht, maar dat al deze beschrijvingen van „-ismen" een aantal samen hangen overslaan. Zo blijven belangrijke auteurs van bin nen en buiten Nederland in hun onderling verband onbe studeerd. Fokkema en Ibsch doen een onderzoek naar de gemeenschappelijke kenmer ken van deze schrijvers en hun geestverwanten. Het pro bleem is, dat deze auteurs zichzelf nimmer als een bewe ging of een groep hebben ge- manifesterd. Na een inleidend hoofdstuk over wat onder de term „Mo dernisme" verstaan moet worden, komen tien belang rijke auteurs aan de orde: Ja mes Joyce, Virginia Woolf, Valery Larbaud, Marcel Proust, André Gide, Italo Svevo, Robert Musil, Carry van Bruggen, E. du Perron en Thomas Mann. Belangrijke publikaties van deze auteurs worden opnieuw bekeken, waarbij het accent valt op die benadering vanuit de visie op literatuur, die het „Modernisme" met zich brengt. Daarbij worden toe lichtingen gegeven op de al gemene kenmerken van dat modernisme, zoals die steeds weer te vinden zijn bij deze auteurs: de typerende relatie tussen verteller en persona ges; de twijfel aan het genre (doorgaans de roman), dat door de auteur wordt beoe fend; de verstoring van de chronologie en het afschaffen van het conventionele begin en einde van een verhaal, om maar iets te noemen. Een boeiende beschrijving van een aantal structurele za ken, die in hedendaagse ro mans gemeengoed geworden zijn, waarvan de ontwikke ling in de eerste helft van deze eeuw hier in kaart wordt gebracht. Slauerhoff- brieven De reeks „Privé-domein", die momenteel met zijn honderd ste deeltje (Maarten 't Hart's autobiografische notities), ju bileert, is onlangs op deze boekenpagina uitvoerig be sproken. Een serie nieuwe uitgaven van de reeks is daar na verschenen. Brieven van de dichter C.S. Adama van Scheltema aan de filosoof en wiskundige L.E.J. Brouwer („Droeve snaar, vriend van mij"), het boekje „Privé-do mein 1966-1984", waarin Mar tin Ros en Emile Brugman alle schrijvers van de honderd deeltjes de revue nog eens la ten passeren en een opmerke lijke collectie brieven van Slauerhoff. Het gaat hier om een corres pondentie, die Slauerhoff de laatste elf jaar van zijn leven (1925-1936) voerde met Hans Feriz, een Oostenrijker die studiegenoot werd van Slau erhoff, toen beiden aan de Amsterdamse Universiteit medicijnen studeerden. Hij is de man, die Slauerhoff bij herhaling hulp bood bij diens pogingen zich als medicus er gens te vestigen, wat keer op keer slechts voor een beperk te tijd een succes genoemd kon worden. Feriz, die in Amsterdam bleef wonen, was tijdens de lange zeereizen van Slauerhoff een soort baken, aan wie hij zeer vertrouwelij ke brieven richtte. Dit boekje is een van de mooie nieuwe uitgaven in deze bijzonder se rie. 25 Jaar Hollands Maandblad Het „Hollands Maandblad" viert zijn 25e verjaardag met een mooie aflevering, het mei-nummer 1984. De redak- tie zelf noemt dit een „top"- nummer en roept over het tijdschrift uit, „dat (het) sinds 1959 de meeste nieuwe en jon ge talenten voor het eerst pu bliceerde en dat (het) vele te kenaars, dichters, prozaisten, politici en wetenschapsmen sen om zich heen wist te ver zamelen". K.L. Poll zet „De beginselen" van het tijdschrift nog eens uiteen, verder zijn er bijdra gen van vele vaste medewer kers. Het jubileumnummer is doorspekt van kleine, in ka dertjes geplaatste, citaten uit bijdragen van diverse med- werkers uit een grijs of meer nabij verleden. Peter Vos, Ja cob Hillenius en Dirkje Kuik zorgden voor vele illustraties. Een waar feestnummer dus. In deze rubriek besproken en genoemde boeken: Frans Kusters: „Het milde systeem" - verhalen. Uitga ve De Bezige Bij. Prijs ƒ24,50. Daniël Robberechts: „Dag boek 64-65". Uitgave Man- teau. Prijs 29,90. Wim Verreist' „Liefde en lijden van de jonge Goe the". Uitgave Wereldbiblio theek bv. Prijs 29,50. Douwe Fokkema en Elrud Ibsch: „Het Modernisme in de Europese Letterkunde", uitgave in de serie „Synthe se, stromingen en aspecten". Uitgave De Arbeiderspers. Prijs ƒ44.50. L.E.J. Brouwer en C.S. Ada ma van Scheltema: „Droeve snaar, vriend van mij" - Brieven. Privé-domein nr 96. Prijs ƒ26,50. „Privé-domein 1966-1984" - Privé-domein nr 108. Prijs ƒ14,50. J. Slauerhoff: „Brieven aan Hans Feriz". Privé-domein nr 91. Prijs ƒ38,50. De reeks Privé-domein wordt uitgegeven door De Arbeiderspers. „Hollands Maandblad" - 25 jaar. Mei-juni 1984. Uitgave Hollands Maandblad-Meu- lenhoff. Prijs ƒ20,-. Li Lui stuurt een boer weg, die om water komt vragen. droogte heerst. De mensen in het dorp hebben namelijk zelf geen water. Ze zijn afhanke lijk van de regenval. Li Lui, die hoog op een berg aan de oever van een meer woont, heeft water in overvloed. Hij beschouwt het bergmeer als zijn eigendom. Daarmee is hij zo rijk, dat hij nooit hoeft te werken. Voedsel, kleding en geld krijgt hij in ruil voor wa ter waarvan hij de mensen van Do-Do mondjesmaat voor ziet. Het is natuurlijk niet toe vallig dat de woekeraar, een luie bliksem, Li Lui heet en dat het dorp waarin de hard werkende mensen wonen Do- Do „do" is het Engelse woord voor doen heet. Evenmin is het toevallig dat de rijke luiaard letterlijk op een top leeft en dat de wer kende mensen ver beneden hem wonen. Aan het einde van het boeiend geschreven, heldere verhaal blijkt, dat de rijke woekeraar de hardwer kende mensen van het dorp eigenlijk hard nodig heeft. Dit boek, bestemd voor kinderen vanaf 8 jaar, is door Fred de Hey van een fraai omslag en goede illustraties voorzien. LEO HENNY Jan Banen: Het dorp Do-Do en de berg van Li Lui; uitge verij: Vkn Holkema Wa- rendorf, omslag en illustra ties: Fred de Hey; gebonden, 115 bladzijden; prijs: 17,50. van de maand juni Rob van der Plas Prisma Tips en Adviezen voor Lichtgewicht Kampeerders ALLEEN DEZE MAAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 9