^Verzinsels" rond
sraëlisch moordcommando
mAAK" EEN OMSTREDEN BOEK DAT GOED VERKOOPT
Tim Krabbé terug met
een spannende novelle
Glad boek over krantenmagnaat
PRISMA
Kampeer
boek
EKEN
QeiditaQowant
VRIJDAG 15 JUNI 1984 PAGINA 9
n
JDEN „Ik weet nog
I pas, dat mijn bron
verschillende andere
jirs en uitgevers ge-
1 heeft voordat ik in
1 zaak werd betrok-
George Jonas (48),
dees van Hongaarse
nst, in Londen voor
f omotie van zijn jong-
1 boek „Vengeance"
k), zegt het bijna
|)ps. Maar je ziet dat
|em dwars zit. Hij is
erre van gelukkig
I Zijn geloof in wat
„Vengeance"
vaarheid hield, heeft
atste dagen blijkbaar
gevoelige knauw ge-
fin.
ak" is het verhaal van
dat in 1972 tijdens de
■^jische Spelen in Mün-
joor de Palestijnen onder
g^lnemers van Israël werd
rJicht, trekt die brigade
rjjiit om wraak te nemen.
,cjdracht van de Mossad,
/jraëlische „Instituut voor
en Speciale Dien-
c moeten alle Arabische
>pisten onschadelijk ge-
g) worden. De leider van
^presaillecommando heet
vf. Hij is 22 jaar en wordt
^kele bankrekeningen in
rerland door de Israëli-
dienst onbeperkt
yjncierd. Twee en een
riar, acht miljoen pond en
lijken later die van
medewerkers, zes Arabie-
zp negen buitenstaanders,
g| wie een Nederlandse
vermoord in Hoorn
Avner tot de ontdek-
|dat de Mossad hem be-
van zijn appeltje
Te dorst, 75.000 pond. Hij
Jaarop het leven van ge-
agent vaarwel en gaat in
|-Amerika New York
cies te zijn vergetel-
kndeerd
"sterk commercieel aan-
le uitgevers is „Vengean-
ïn verhaal, dat gegaran-
.goed verkoopt. In Lon-
ivordt verteld, dat dit
op de wereldmarkt ge-
felijk 700.000 pond kan
ligen. Dat verklaart de
aandacht die Britse en
uitgevers
nbesteed hebben. De titel
;#ance" komt niet uit het
otan de auteur Jonas. Die
rjbedacht door Christop-
acLehose, het hoofd van
;ii, de grote Britse uitge-
e jie „Wraak" in Engeland
voor negen en een halve pond
per exemplaar verkoopt en die
in haar reclame beweert, dat
„dit levendige en waarachtige
verhaal over internationaal
terrorisme, gezien van binnen
uit, een belangrijke doorbraak
is in de literatuur over dat on
derwerp".
In Canada, waar het boek
eveneens verschenen is, staat
„Wraak" als nummer één op
de bestsellerslijst. „Ook in de
Verenigde Staten verkoopt het
goed", zegt George Jonas.
Maar hij geeft toe, dat rond
zijn boek een controverse
woedt, die de uitgevers niet
deert (alle kosteloze reclame,
ook de slechte, is commer
cieel gezien voordelig),
maar die toch zijn goede naam
dreigt aan te tasten.
De deining begon in Amerika.
Onmiddellijk nadat „Vengean
ce" daar was uitgekomen, ver
klaarden hooggeplaatste Israë
lische ambtenaren, dat Jonas'
verhaal niet op feiten berust.
Onder meer zou de vergade
ring, waarop volgens George
Jonas de toenmalige Israëli
sche premier, Golda Meir,
haar toestemming gaf voor de
oprichting van een moordcom
mando van de Mossad, nooit
hebben plaatsgehad. Nochtans
draagt „Vengeance" in Noord-
Amerika als ondertitel: „Het
waarachtige verhaal van een
contra-terreurteam". Op de
kaft van de Europese uitgave
is het woord „team" vervan
gen door „mission" (opdracht).
Zelf schrijft George Jonas, dat
voor de eerste maal in de ge
schiedenis een agent van de
Mossad verteld heeft, hoe het
bij de israëlische geheime
dienst in zijn werk gaat. „Dat
Israël alles zou ontkennen,
was te verwachten", zegt hij.
Het Amerikaanse wantrouwen
inzake de inhoud van het boek
werd evenwel nog versterkt
door auteur Ken Follett, die
zelf van alle markten thuis is
op het terrein van verzonnen
en echt gebeurde spionagever
halen. Twee weken geleden
schreef deze Follett in The
New York Times: „George Jo
nas beweert, dat hij de inlich
tingen die hem werden ver
strekt, zoveel mogelijk gecon
troleerd heeft. Ik ben er zeker
van dat dit inderdaad het ge
val is, maar de beste delen van
zijn boek zijn niet te controle
ren. Een gewetensvol schrijver
als Jonas kan eigenlijk niet
veel meer doen dan het ver
haal van zijn bron opnieuw
vertellen ,en het daarna aan de
lezer overlaten of die alles ge
looft of niet".
Verzinsels
Voor de klap op de vuurpijl
zorgde het Londense weekblad
The Observer. Het meldde ex
clusief, dat volgens twee Ame
rikaanse auteurs „Vengeance"
hoofdzakelijk op verzinsels be
rust. Beide schrijvers, die eer
der dan George Jonas door
uitgevers geëngageerd werden
om op grond van het verhaal
van de gewezen geheim agent
Avner een betrouwbaar boek
te schrijven, beweren dat deze
Avner, die zij vroeger ook
kenden onder de naam Sjom-
ron, wat zijn verleden betreft
niet te vertrouwen is. Hij zou
niet alleen George Jonas, maar
ook diens uitgevers bedrogen
hebben.
Vijf jaar geleden al werd de
Amerikaanse uitgeverij Simon
and Schuster door een van die
auteurs gewaarschuwd, dat het
verhaal van Avner-Sjomron
niet klopte en het dus onbe
trouwbaar was. Maar die firma
trok zich niets van die waar
schuwing aan. Zij publiceerde
„Vengeance" afgelopen maand
in de Verenigde Staten.
De Londense Observer en het
Canadese tijdschrift MacLe-
an's beweren, dat Avners
„Vengeance"-verhaal tijdens
de meer dan vijf jaar, waarin
het bij Noordamerikaanse en
Britse uitgevers de ronde deed,
diepgaande wijzigingen heeft
ondergaan. Zij menen ook te
weten, dat meer dan vier au
teurs door Avner-Sjomron
werden aangesproken om van
zijn verhaal een boek te ma
ken. Maar niemand bracht
George Jonas, die uiteindelijk
toehapte, ervan op de hoogte
dat het een verhaal met een
donker verleden was.
Nu het allemaal uitgelekt is,
zeggen zijn uitgevers: „Het
boek verkoopt goed, wat wilt u
nog meer?" Maar George Jo
nas vreest, dat deze hele affai
re zijn reputatie van betrouw
baarheid danig zal aantasten.
De uitgevers moeten Jonas
echter wel een bekwame
schrijver gevonden hebben,
anders hadden zij hem nooit
met deze opdracht belast. „Ik
werd benaderd door Nick Har-
ris, president van Collins in
Canada", zegt George. „Harris
ging met mij naar Lester and
Orpen Dennys, een Canadese
uitgeverij die de publikatie-
rechten voor het verhaal had
gekocht. Beide uitgevers ble
ken van plan het boek samen
op de markt te brengen. Loui
se Dennys van Lester and Or
pen Dennys is een Engelse,
een nicht van de bekende au
teur Graham Greene. Haar
uitgeverij in Toronto is klein,
maar fijn. Aangezien Avners
verhaal haar wel een fors be
drag gekost zal hebben, was
het normaal dat zij de hulp
van Collins inriep".
Leugenaar
Jonas wist toen nog niet, dat
de Israëliër Avner-Sjomron bij
Louise Dennys geïntroduceerd
werd door Leo Heaps, een Ca
nadese schrijver, die toen al
tien boeken op zijn naam had
staan. Omdat deze Heaps het
verhaal niet geloofde en het
alleen als achtergrond wilde
gebruiken voor een niet op
feiten berustende roman, werd
tussen dit drietal geen contract
afgesloten.
Het Vengeance-project was
toen al enkele keren op de
klippen gelopen. Avner-Sjom
ron had al in 1978 zijn verhaal
verteld aan Rinker Buck, een
Amerikaanse journalist, die de
uitgeverij Simon and Schuster
voorstelde er een boek van te
maken. Het zou „De geheime
oorlog" genoemd worden, met
als hoofdfiguur ene Arik
Sjomron, de huidige Avner
van „Vengeance". Sjomron
vertelde Buck, dat hij erg be
drijvig was geweest in Oost-
Europa. Onder meer had hij in
Oost-Berlijn represaillemoor-
den gepleegd. Maar toen Buck
dit alles probeerde te controle
ren, ontdekte hij allerlei fou
ten, die het vermoeden deden
rijzen dat Arik Sjomron een
ordinaire leugenaar was. Buck
waarschuwde Simon and
Schuster, maar in plaats van
dankbaar te zijn, eisten die het
voorschot dat ze hem betaald
hadden, terug.
Fouten
George Jonas zegt, dat zijn uit
gevers hem in november 1981
voorstelden het boek te schrij
ven. Na enkele maanden voor-
bereidingswerk zette hij eind
1982 de eerste hoofdstukken
op papier. In de herfst van
1983 was het boek al kant en
klaar. „Vengeance" is dus ze
ker niet het resultaat van
grondige en uitvoerig gedocu
menteerde research. Diverse
fouten bewijzen dit.
Jonas schrijft onder meer, dat
Avner voor de moord op het
Nederlandse meisje Jeanette
een beroep deed op medeplich
tigen in België. Hij had wa
pens nodig, die gemakkelijk
over de grens gesmokkeld
moesten kunnen worden. De
Belgen maakten daarop gewe
ren uit stukken fietsframe.
Het Israëlische moordcom
mando kwam hiermee zonder
problemen over de Belgisch-
Nederlandse grens. Schrijver
Jonas wist dus blijkbaar niet,
dat aan die grens al jaren geen
controle meer wordt toegepast.
Met gewone wapens hadden
de Israëliërs even weinig risi
co's gelopen.
Die vrouw Jeanette in Hoorn,
was zij echt een Nederlandse?
Of hebt u op verzoek 'van uw
uitgevers er een Nederlands
onderdaan van gemaakt, om
dat boeken in de Engelse taal
bijzonder goed verkopen in
Nederland en een dergelijk pi-
George Jonas.
Van Boedapest via Wenen
en Londen naar Canada
De schrijver George Jonas is van afkomst een Hongaarse jood,
die in 1935 in Boedapest werd geboren. Tijdens de opstand van
1956 werkte hij daar voor de radio. Toen in de straten van zijn
hoofdstad Russische tanks verschenen om de rellen te onder
drukken, vond George Jonas het welletjes. Hij vluchtte en be
landde via Wenen en Londen in Canada. New Brunswick beviel
hem niet; hij reisde door naar Toronto (ruim 2 miljoen inwo
ners). Hij woont daar nog steeds.
Toen hij in Canada aankwam, kende hij praktisch geen Engels.
Hij had vier jaar nodig om die taal grondig te leren. Nu spreekt
hij voortreffelijk Engels, met een accent, dat men niet direct kan
thuis brengen. „Een mengsel van Noordamerikaanse en Midde-
neuropese invloeden", zegt Jonas er zelf van.
Dank zij zijn ervaring bij radio Boedapest kreeg George Jonas 22
jaar geleden een baan bij de Canadese omroep CBS. Daar werkt
hij nog steeds als producer van hoorspelen en documentaire pro
gramma's. Een ervan, „Scales of Justice" (Weegschaal van het
Gerecht), gewijd aan echt gebeurde misdaden, werd afgelopen
jaar bekroond met de prijs voor het beste radioprogramma van
Canada.
Hoewel George Jonas een wekelijkse column schrijft voor het
dagblad The Sun van Toronto en een maandelijkse bijdrage le
vert aan het tijdschrift Toronto Life is hij geen professionele
journalist. Hij heeft wel een zestal boeken geschreven. De eerste
waren verzenbundels en romans, die geen grote bijval kenden.
In 1975 was Jonas nog getrouwd met de hoofdredactrice van To
ronto's dagblad The Sun, die toen plotsklaps grote belangstelling
aan de dag legde voor een geruchtmakend misdrijf. Zij wist ook
haar mans interesse voor die zaak op te wekken. Hij deed wat
researchwerk en schreef er vervolgens een boek over, dat hij de
titel „By Persons Unknown" (Door Onbekenden) gaf. Het werd
in Noord-Amerika bekroond met de Edgar Allan Poe-prijs.
De titel „Het gouden ei" sug
gereert een soort sprookje, wat
je nu niet direct verwacht van
Tim Krabbé. Het begint alle
maal dan ook lieflijk en vol
geluk: een jongeman en zijn
vriendin in een oud eendje op
reis door Frankrijk, over de
autobaan naar de vakantiebe
stemming. Een korte pauze op
het parkeerterrein bij een ben
zinestation is heel plezierig en
beiden beseffen, ondanks alle
kleine storinkjes, dat het goed
met hen gaat. Als het meisje
dan nog even in de super
markt wat te drinken gaat ha
len, blijkt het gedaan te zijn,
het sprookje is uit, de man zal
zijn vriendin nooit meer terug-
Vanaf dat moment is het een
beklemmend verhaal gewor
den, dat in een aantal in tijd
nogal uiteenlopende episoden
zal worden vervolgd. We ma
ken de man geruime tijd na
deze gebeurtenissen mee, met
een andere vriendin, met wie
de relatie mislukt, door de sto
ringen die de gebeurtenissen
op die zomerse dag bij dat be-
zinestation nog steeds teweeg
brengen. In een andere episo
de zijn we weer terug op de
plaats van handeling, waar we
alles nog eens meemaken,
maar nu vanuit een ander
zicht op de gebeurtenissen, het
zicht van de „dader", de moor
denaar.
Het boekje heeft weinig pre
tentie, het is echter heel knap
samengesteld. De manier
waarop in een aantal episoden
een beeld wordt gegeven van j
de gebeurtenissen op die tragi
sche vakantiedag, hoe de ge
volgen daarvan voor de jonge- -
man steeds duidelijker in al
hun onvermoede omvang
voelbaar worden gemaakt, het -
is heel knap gemaakt door
Krabbé, die ook overtuigend
het emotionele proces be
schrijft van de man die het
meisje ontvoert.
Tim Krabbé is geen schrijver,
die regelmatig publiceert. Het
heeft jaren geduurd voor dit -
kleine boekje er kwam, na zijn
laatste verhalen. Dat is wat
jammer omdat hij een paar op
vallende kwaliteiten als schrij
ver heeft, waar hij voor zijn
lezers weinig mee doet. Een
lokatie beschrijven en de sfeer
ervan precies en in heel direc
te formuleringen beschrijven,
zoals hij in de eerste episode
van dit verhaal doet, dat is
heel overtuigend. „Het gouden
ei" is een novelle die knap is
door de manier waarop zonder
effect-bejag, zonder onnodige
structuren of toevoegingen, in
kort bestek een beklemmend
drama voelbaar wordt.
JAN VERSTAPPEN
Tim Krabbé: „Het gouden
ei". Uitgave Bert Bakker.
Prijs ƒ14,90.
„Slick", gladjes, zo noemen de
Amerikanen nog wel eens
films en boeken die alle ingre
diënten van succes in zich ber
gen, zuiver met het oogpunt
succes te hebben. Dankzij die
aanpak blijkt er voor dergelij
ke boeken vaak een grote
enorme belangstelling te zijn.
Irving Wallace, Amerikaans
successchrijver van deze glad
de boeken, heeft met „De
Magnaat" opnieuw zonder
veel problemen de successcho
tel bereid die zo heerlijk weg-
hapt. In dit geval gaat het om
een rijke krantenmagnaat, die
de gedachte dat de media het
nieuws zelf maken wel heel
letterlijk opvat. Hij huurt een
terroristenteam dat zich speci
aliseert in moord- en doodslag
en zorgt er steeds voor dat zijn
krant als eerste met nieuws
komt over hun daden. Zoals
altijd, hoe kan het ook anders
in dergelijke boeken, loont
misdaad slechts tijdelijk. De
magnaat vindt zijn Waterloo,
en de vrouwelijke hoofdper
soon krijgt een happy end. En
zo hoort het ook.
KOOS VAN WEES
Irving Wallace: De magnaat
Uitgeverij Luitingh,
Utrecht Winkelprijs 29,50.
kant detail de verkoop allicht
nog zou bevorderen?
George Jonas lacht en zegt,
dat zulks hem zeker niet werd
gevraagd. Het feit, dat afgelo
pen jaar in Nederland
1.250.000 Engelstalige pocket
boeken werden verkocht en
Britse uitgevers dit goede af
zetgebied in feite als een on
derdeel van het Verenigd Ko
ninkrijk beschouwen (meer
dan achttien procent van hun
continentale verkoop gaat
naar Nederlandse boekwin
kels) was hem niet bekend.
Bij de Nederlandse politie is
Jeanette niet als vermist opge
geven. George Jonas weet ver
der niets over haar. Hij ver
klaart ook niet te weten waar
zijn zegsman Avner zich mo
menteel ophoudt, maar vol
gens The Observer en MacLe-
an's woont deze geheimzinnige
bron van informatie nog
steeds in^New York.
Wie van hen spreekt de waar
heid? Of doet het er niet toe
wat waar is of niet? „Vengean
ce" is een ongemeen boeiend
boek en daar komt het voor de
meeste lezers toch in de eerste
plaats op aan.
ROGER SIMONS
Tegenstelling
arm-rijk
in helder
kinderboek
De wrijvingen tussen de bezit
tende en de arbeidende klasse
vormen het thema van het
kinderboek „Het dorp Do-Do
en de berg van Li Lui" van
Jan Banen, dat onlangs bij uit
geverij Van Holkema Wa-
rendorf is verschenen. Het
verhaal speelt in een ver land,
dat niet nader wordt aange
duid maar dat alles wegheeft
van China. In dat land ligt het
bergdorpje Do-do, waar het de
mensen gewoonlijk aan niets
ontbreekt, behalve wanneer er
°et milde
Jeem"
jjchrijver Frans Kusters
2ceert nu al bijna tien jaar
"in, met zijn nieuwe bun-
„Het milde systeem"
hij nog steeds bezig aan
irg langzame ontwikke-
In dit boekje staan zeven
zodat het bepaald al
i gestructureerd mag
genoemd dan de vori-
verzamelingetjes van
ptukken van Kusters:
vien, impressies, aanzet-
rot verhalen, soms heel
pide passages, dan weer
alersels, die beter niet al-
al hadden kunnen wor-
ditgegeven. Als je je ver-
'in de verhalen van „Het
t systeem" krijg je het
«1 dat Frans Kusters al te
bezig is aan zijn ontwik-
g tot het eigenlijke
aversschap. Je krijgt de
ak dat de schrijver er zelf
esterk in gelooft, dat het
ifcal van heel dichtbij
dd is, maar als lezer kun
iimaar niet het ware ge
en de ware overtuiging
fltrijgen. Het erg en op-
Ijke Nijmeegse dat ook
èige boeken van Kusters
laldelijk de kop opstak,
hier weer aanwezig,
fikt alsof pa de theologie,
£>A en de krakersbewe-
ook de literatuur zijn
Nijmeegse tak aan
Rijgen is.
Dagboek van
Rohberechts
De zuidnederlandse auteur
Daniël Robberechts, die zich
in zijn publikaties bezig hield
met literaire experimenten,
waarbij hij nu al vele jaren
een één-mans-tijdschriftje
leidt, waarin een omvangrijke
tekst-in-de-maak gepubli
ceerd wordt, heeft zijn dag
boek uitgegeven. Althans zijn
dagboeknotities van een twin
tig jaar geleden, uit 1964-65.
Hij noemt het zelf „het dag
boek van een intellectueel die
literair bedrijvig is". Het be
vat dus heel veel notities over
plannen om dit of dat te gaan
schrijven, beschouwingen
over wat hij met iets wat hij
geschreven heeft wil, gewild
heeft. Verder van alles over
zijn leven, waarin de geboorte
van een eerste kind een grote
rol speelt. Een voortdurend
gevecht met zichzelf over sex,
kuisheid, vrije sexuele opvat
tingen, zoals in de zestiger ja
ren opgeld begonnen te doen,
dat ontbreekt allemaal even
min aan dit dagboek, dat een
boeiend beeld geeft van ie
mand die intellectueel bezig is
een ondoorzichtig bestaan in
kaart te brengen.
Goethe's groei
„Liefde en lijden van de jonge
Goethe" is de titel van een
boekje, een essay, van de Ant
werpse historicus Wim Ver
reist. Uitgangspunt is de iden-
titeitskrisis, waar de heden
daagse mens zo veelvuldig
aan lijdt. Verreist heeft de
ontwikkeling van Goethe in
dat licht bekeken, aan de
hand van diens dagboeknoti
ties, andere documenten, die
het leven van de jonge Goe
the bijna van dag tot dag vol
gen. In de visie van Verreist
leefde de jonge Goethe in een
tijd die veel overeenkomst
heeft met de onze: „een tijd
waarin afscheid genomen
werd van een oude wereld en
een nieuwe zich aankondigde
L.E.J. Brouwer
C.S.Adama
van Scheltema
Droeve snaar,vriend
VLA, ii
Het Modernisme
Synthese heeft een indruk
wekkend boek in zijn reeks
letterkundige beschouwingen
en analyses opgenomen. De
auteurs Douwe Fokkema en
Elrud Ibsch hebben zich gebo
gen over „Het Modernisme in
de Europese letterkunde",
waar zij een kloek boekwerk
over hebben samengesteld. Zij
konstateren dat een groot
aantal verschijnselen in de
hedendaagse literatuur keurig
in kaart zijn gebracht, maar
dat al deze beschrijvingen van
„-ismen" een aantal samen
hangen overslaan. Zo blijven
belangrijke auteurs van bin
nen en buiten Nederland in
hun onderling verband onbe
studeerd. Fokkema en Ibsch
doen een onderzoek naar de
gemeenschappelijke kenmer
ken van deze schrijvers en
hun geestverwanten. Het pro
bleem is, dat deze auteurs
zichzelf nimmer als een bewe
ging of een groep hebben ge-
manifesterd.
Na een inleidend hoofdstuk
over wat onder de term „Mo
dernisme" verstaan moet
worden, komen tien belang
rijke auteurs aan de orde: Ja
mes Joyce, Virginia Woolf,
Valery Larbaud, Marcel
Proust, André Gide, Italo
Svevo, Robert Musil, Carry
van Bruggen, E. du Perron en
Thomas Mann.
Belangrijke publikaties van
deze auteurs worden opnieuw
bekeken, waarbij het accent
valt op die benadering vanuit
de visie op literatuur, die het
„Modernisme" met zich
brengt. Daarbij worden toe
lichtingen gegeven op de al
gemene kenmerken van dat
modernisme, zoals die steeds
weer te vinden zijn bij deze
auteurs: de typerende relatie
tussen verteller en persona
ges; de twijfel aan het genre
(doorgaans de roman), dat
door de auteur wordt beoe
fend; de verstoring van de
chronologie en het afschaffen
van het conventionele begin
en einde van een verhaal, om
maar iets te noemen.
Een boeiende beschrijving
van een aantal structurele za
ken, die in hedendaagse ro
mans gemeengoed geworden
zijn, waarvan de ontwikke
ling in de eerste helft van
deze eeuw hier in kaart wordt
gebracht.
Slauerhoff-
brieven
De reeks „Privé-domein", die
momenteel met zijn honderd
ste deeltje (Maarten 't Hart's
autobiografische notities), ju
bileert, is onlangs op deze
boekenpagina uitvoerig be
sproken. Een serie nieuwe
uitgaven van de reeks is daar
na verschenen. Brieven van
de dichter C.S. Adama van
Scheltema aan de filosoof en
wiskundige L.E.J. Brouwer
(„Droeve snaar, vriend van
mij"), het boekje „Privé-do
mein 1966-1984", waarin Mar
tin Ros en Emile Brugman
alle schrijvers van de honderd
deeltjes de revue nog eens la
ten passeren en een opmerke
lijke collectie brieven van
Slauerhoff.
Het gaat hier om een corres
pondentie, die Slauerhoff de
laatste elf jaar van zijn leven
(1925-1936) voerde met Hans
Feriz, een Oostenrijker die
studiegenoot werd van Slau
erhoff, toen beiden aan de
Amsterdamse Universiteit
medicijnen studeerden. Hij is
de man, die Slauerhoff bij
herhaling hulp bood bij diens
pogingen zich als medicus er
gens te vestigen, wat keer op
keer slechts voor een beperk
te tijd een succes genoemd
kon worden. Feriz, die in
Amsterdam bleef wonen, was
tijdens de lange zeereizen van
Slauerhoff een soort baken,
aan wie hij zeer vertrouwelij
ke brieven richtte. Dit boekje
is een van de mooie nieuwe
uitgaven in deze bijzonder se
rie.
25 Jaar Hollands
Maandblad
Het „Hollands Maandblad"
viert zijn 25e verjaardag met
een mooie aflevering, het
mei-nummer 1984. De redak-
tie zelf noemt dit een „top"-
nummer en roept over het
tijdschrift uit, „dat (het) sinds
1959 de meeste nieuwe en jon
ge talenten voor het eerst pu
bliceerde en dat (het) vele te
kenaars, dichters, prozaisten,
politici en wetenschapsmen
sen om zich heen wist te ver
zamelen".
K.L. Poll zet „De beginselen"
van het tijdschrift nog eens
uiteen, verder zijn er bijdra
gen van vele vaste medewer
kers. Het jubileumnummer is
doorspekt van kleine, in ka
dertjes geplaatste, citaten uit
bijdragen van diverse med-
werkers uit een grijs of meer
nabij verleden. Peter Vos, Ja
cob Hillenius en Dirkje Kuik
zorgden voor vele illustraties.
Een waar feestnummer dus.
In deze rubriek besproken
en genoemde boeken:
Frans Kusters: „Het milde
systeem" - verhalen. Uitga
ve De Bezige Bij. Prijs
ƒ24,50.
Daniël Robberechts: „Dag
boek 64-65". Uitgave Man-
teau. Prijs 29,90.
Wim Verreist' „Liefde en
lijden van de jonge Goe
the". Uitgave Wereldbiblio
theek bv. Prijs 29,50.
Douwe Fokkema en Elrud
Ibsch: „Het Modernisme in
de Europese Letterkunde",
uitgave in de serie „Synthe
se, stromingen en aspecten".
Uitgave De Arbeiderspers.
Prijs ƒ44.50.
L.E.J. Brouwer en C.S. Ada
ma van Scheltema: „Droeve
snaar, vriend van mij" -
Brieven. Privé-domein nr
96. Prijs ƒ26,50.
„Privé-domein 1966-1984" -
Privé-domein nr 108. Prijs
ƒ14,50.
J. Slauerhoff: „Brieven aan
Hans Feriz". Privé-domein
nr 91. Prijs ƒ38,50.
De reeks Privé-domein
wordt uitgegeven door De
Arbeiderspers.
„Hollands Maandblad" - 25
jaar. Mei-juni 1984. Uitgave
Hollands Maandblad-Meu-
lenhoff. Prijs ƒ20,-.
Li Lui stuurt een boer weg, die
om water komt vragen.
droogte heerst. De mensen in
het dorp hebben namelijk zelf
geen water. Ze zijn afhanke
lijk van de regenval. Li Lui,
die hoog op een berg aan de
oever van een meer woont,
heeft water in overvloed. Hij
beschouwt het bergmeer als
zijn eigendom. Daarmee is hij
zo rijk, dat hij nooit hoeft te
werken. Voedsel, kleding en
geld krijgt hij in ruil voor wa
ter waarvan hij de mensen
van Do-Do mondjesmaat voor
ziet. Het is natuurlijk niet toe
vallig dat de woekeraar, een
luie bliksem, Li Lui heet en
dat het dorp waarin de hard
werkende mensen wonen Do-
Do „do" is het Engelse
woord voor doen heet.
Evenmin is het toevallig dat
de rijke luiaard letterlijk op
een top leeft en dat de wer
kende mensen ver beneden
hem wonen. Aan het einde
van het boeiend geschreven,
heldere verhaal blijkt, dat de
rijke woekeraar de hardwer
kende mensen van het dorp
eigenlijk hard nodig heeft. Dit
boek, bestemd voor kinderen
vanaf 8 jaar, is door Fred de
Hey van een fraai omslag en
goede illustraties voorzien.
LEO HENNY
Jan Banen: Het dorp Do-Do
en de berg van Li Lui; uitge
verij: Vkn Holkema Wa-
rendorf, omslag en illustra
ties: Fred de Hey; gebonden,
115 bladzijden; prijs: 17,50.
van de maand
juni
Rob van der Plas
Prisma
Tips en Adviezen voor
Lichtgewicht Kampeerders
ALLEEN
DEZE MAAND