Sint Jan in Den Bosch bolgend jaar „klaar" ill mal Vakan tiegeld slinkt al vóór de vakan tie Paarlen voor de zwijnen erb£ AN EEUWIGE BOUWPLAATS TOT NATIONAAL MONUMENT ZATERDAG 26 MH 1984 BRUSSEL Persoonlijk ken ik geen andere trappist dan die uit de fles of van het vat en niet die in het klooster huist. De trappist dus, die je hoofdpijn bezorgt als je er een avond mee doorbrengt en niet die van wie je indertijd nooit hoofdpijn kon krijgen, omdat hij stommetje speelde. Toen alles nog zo was dat alles op zijn plaats stond en niemand in verwarring raakte, mochten de trappisten slechts twee woorden spreken, zijnde Pax Tecum (Vrede zij met je). Ik heb ze de woorden nooit horen uitspreken, ik heb ze nooit horen zwijgen. Desondanks was ik verschrikkelijk verbaasd, toen vorige week de trappisten in België door elkaar heen kwaakten als een eendengezin op paasmorgen en nog wel in het volle leven, want voor de rechter. Het was duidelijk, het kon om niets anders gaan dan om de trappist die ik ken, die van glas en tap. Wat bleek De vijf trappistenkloosters, die in België de enige echte trappist brou wen, zijn laaiend over het feit dat een bedrijf uit Merksplas de meest ordinaire biergist van de meest vulgaire der brouwerijen, die van de platvloerse pils, verkoopt als trapp is ten biergis t. Nu weten we allemaal dat trappis- tenbiergist het middel is tegen al les. Brandend lendewater, hartzwe- ren, korfbalknietjes, wandelende nieren, de ongemakken op het ge mak. Alles wat we denken op te kunnen lossen zonder een bezoek aan de arts bii wie je een nummer tje mag trekken zonder dat je de vluchtige gedachte krijgt een num mer te zijn, verdwijnt, als we ons maar bedienen van de echte trap- pistenbiergist. De zwijgzaamheid van de trappisten van voor het Tweede Vaticaans Concilie zal niet geheel voor niets geweest zijn; de broeders kenden het geheim van het oud worden, maar repten daar met geen woord over. Vanaf het moment dat de trappis ten het woord mochten voeren was het natuurlijk uit met de geheim zinnigheid en kon eenieder naar believen zich bedienen van het middel tegen alles. Of zou een trap pist zich voordien al eens verspro ken hebben? In elk geval is het zo, dat een firma in België ons de kans op een langdurig leven biedt en dat een andere firma dat ook doet, zij het dat die zich zou bedienen van een middel, verkregen via pils. Misschien een uitbundig lang Te ven, maar dan wel een leven zon der de diepe roerselen van de trap pist. Hoewel de naam verwarrend werkt, want die luidt: Pax Tecum. Voor de rechter kreeg de enige fir ma, die het originele trappisten- biergist verkoopt, steun van de vijf kloosters, waar het Belgische trap pistenbier gebrouwen wordt. Als we het goed begrepen hebben bleek een van de bedrijven zijn heilzame goedje te verkopen nadat er al bier van is gemaakt, terwijl de gedaagde partij pillen maakt uit de partij gist, waar uiteindelijk nog bier van gemaakt moet worden. Hetgeen de rechter op zeker mo ment deed verzuchten: „Het is de gist die het bier maakt, niet het bier dat de gist maakt". En met die uitspraak lijkt hij niet af te steve nen op een oordeel met een hand vat. Wat overigens duidelijk werd was, dat een van de vijf trappisten kloosters biergist aankoopt om aan een contract met een van de fir ma 's te kunnen voldoen, terwijl het zijn eigen trappistenbiergist aan de eigen varkens voert. Als dat bier gist echt zo gezond is dan is hier duidelijk sprake van paarlen voor de zwijnen. IjeJis per maand brengen wij rtus> vervolgverhaal van de oet ailie De Groot: uit het zichen gegrepen, het leven van b modaal gezin met alle lief T nileed, vooral financiëel. Wat ie f^nen zij, uitgaande van hun k erdige inkomen, in de nende maand doen en wat eten zij laten. ®CC.J Nationaal Instituut voor OCuigetvoorlichting (Nibud), ;i'et itbus 19291, 2500 CG Den 1 ge«g, helpt hen (en u) daarbij. ha<fe de familie De Groot ik der Bert, moeder Betty en ^^kinderen Henk en Tineke) rle^ inkomen uitkomen, igede eventuele „klappen" n frden opgevangen, daarover n de verhalen in deze Met vreugde en gepaste trots ging de familie De Groot met een ge pland overschot van 260 gulden de maand mei binnen. Maar aan het einde van de maand bleek er van die vreugde nog maar weinig over te zijn. De „post onvoorzien" had weer eens toegeslagen en het voor delig saldo bleek uiteindelijk uit te. komen op nul komma nul. Daar was eerst de laatste termijnbetaling van Tinekes schoolreisje, die een forse hap uit het saldo wegnam, na melijk honderd gulden. En toen Ti neke enthousiast had verhaald over de pracht van de Eeuwige Stad, be kende ze dat ze nog 25 gulden van een vriendinnetje had geleend. En dat moet natuurlijk worden terug betaald. Moeder Betty verzuchtte: „Alles goed en wel, maar denk nou niet dat dat zó maar gaat. Je had al vijf tig gulden meegekregen. Voorlopig betaal je me maar terug van je ei gen zakgeld, hoeveel per week, maak je zelf maar uit. Wij moeten ook zien rond te komen. Dus jij ook". Tineke sputterde nog wat te gen, maar gaf later toe dat haar moeder niets onredelijks van haar vroeg. Van het geraamde overschot res teerde zo nog 85 gulden. Maar die gingen helemaal op aan tuinplan ten, mest en wat „hoveniersbeno digdheden". „Hè, he? Ik geloof dat we quitte gespeeld hebben", zei Betty 's avonds tegen vader Bert. Maar die fronste zorgelijk zijn voorhoofd. „Ben je soms vergeten dat we hadden gepland de auto voor de vakantie te laten repareren van de kinderbijslag? Dat zal nu toch echt van het vakantiegeld moeten gebeuren. Anders kunnen we Joegoslavië heleméól wel ver geten". Betty pakte het huishoudboekje en zette alles eens op een rijtje. Inkomen juni 2300,— vakantiegeld 1260,— Totaal 3560,— De post vaste lasten blijkt voor de komende maand onverwacht erg hoog te zijn. Die verhoging wordt onder meer veroorzaakt door zui veringsheffing, waar het gezin he lemaal niet op gerekend had. En zo'n postje van 132,- hakt er flink Uitgaven juni, schrijft Betty: Huur 350,- Gas/elektra 315,- Water 28,70 Zuiveringsheffing 132,- Centrale antenne 14,- Telefoon 86,- Halfj. omroepbijdrage 72,- Abonn. damesblad 25,50 Abonn. jeugdblad 18,- Wegenbelasting 105,- Vakbond 18,50 Totaal vaste lasten juni 1164,70 Gemiddeld huishoudgeld 1170,— Er blijft dus over te besteden 3560,- (totale inkomen juni) mi nus 2334.70 is 1225,30. Een vlug rekensommetje leert Bert en Betty dat er zo al 35 gulden van het vakantiegeld is opgegaan aan dingen die helemaal niets met va kantie te maken hebben. Het Ni bud laat desgevraagd weten dat zulks eerder regel dan uitzondering is. „Veel huishoudens zien het va kantiegeld niet als geld voor de va kantie, maar als een welkome aan vulling op het gezinsinkomen" Dat blijkt ook bij de familie De Groot het geval te zijn als zoon Henk juist op dat moment binnen valt met de mededeling dat zijn fiets is gestolen. „Had 'm dan ook op slot gezet", briest vader Bert. „Heb ik gedaan, hier is het sleutel tje is net antwoord. „Dan deugde het slot niet", concludeert de heer des huizes. Na enig heen en weer gepraat wordt dan toch maar beslo ten een tweedehands rijwiel voor Henk aan te schaffen, mèt een deugdelijk slot erop. Bert snuffelt in zijn paperassen en komt te voor schijn met een onderzoek (okt. *83) van de Consumentenbond, waaruit blijkt dat het overgrote deel van de fietssloten ondeugdelijk is. Voor zoon Henk komen dan (gezien diens financiële situatie) het beu- gelslot Abus 52HB/70 (J 35,-) en Yale (J 45,-) in aanmerking. Maar dat betekent een extra uitgave bo ven op de aankoop van de fiets van 145,-, die Bert onlangs bij een handelaar in de buurt neeft zien staan. „Nou, daar gaat onze vakantie", zegt Betty, „de fiets, het slot en ook nog een paar honderd gulden voor de grote beurt van de autoEr blijft zo maar weinig over van die twaalfhonderd zestig gulden. Als ik even snel reken, hebben we dan nog maar een kleine vijfhonderd vijftig gulden over om in Joegosla vië te komen, en daar moeten nog wat spulletjes voor worden ge kocht, de verzekering, de reisapo theek. Ik zie het somber in". Vader Bert laat zoon Henk nog even weten dat de aankoop van de fiets niet zonder meer uit net huis houdbudget kan worden betaald. „Daar zul je je zakgeld voor moeten aanspreken, jongen. We zullen nog wel zien hoevéél je moet bijbetalen. Maar betaald moet er worden, des noods neem je straks een vakantie baantje". Om wat meer over zakgeld te we- .ten te komen, besluit Bert bii het- Nibud de brochure „Zakgeld Leer geld" aan te vragen. „Dan ben ik gelijk van jullie gevraag om méér af Daar staat zwart op wit in hoe veel zakgeld redelijk is". de steenhouwerij van de Sint Jan stonden de talrijke figuren te wachten op hun „wedergeboorte". Opname van het interieur van de Sint Jan na de restauratie. EN BOSCH „Onze Ouwe nt Jan, nou die kan d'r wat in". Zo luidden enige jaren lieden de beginregels van jn Bossche carnavalsschla- ir, van tekst en muziek voor in door Wim Kersten. Die )uwe Sint Jan" heeft er in- >rdaad heel wat van gekund, rant Bosschenaren en buiten- aanders hebben de kathe- raai niet anders gekend dan aande in de steigers. Nog ?n kleine tien maanden en i m is dat afgelopen, want I >nd Pasen 1985 is de „enige I hte en onvervalste bis- hopskerk" die Nederland int, in- en uitwendig helder i klaar voor eredienst en be- I !htiging. gf lereen is er aan gewend dat op H om de Sint Jan altijd gezaagd, kapt, gebroken, gemetseld en ge- ïmerd werd. Dat was ook al zo II de bouw van de kerk, die (naar §j! iude geschriften verhalen) al om- m eeks 1220 gaande was, en die rt na 1520 werd afgesloten. Maar H dsdien werd zo eens per vijftig |p r de hand aan de steenhouwers- U mer gevat, omwille van een ver- Ip awing of restauratie, of voor een m jziging in de eisen voor het reli- p us gebruik. Prof. dr. C. Peeters, die de restau ratie namens de Rijkdienst voor Monumentenzorg vanaf 1974 bege leidde, schreef in zijn verslag: „De kerk is bijna een eeuwige bouw plaats en ook vandaag is zij dat, nu niet alleen gewijde zang weer klinkt, maar ook alledaagse pop muziek uit de transistorradio, die het arbeidsritme vergezelt". Lange weg De restauratie van de Sint Jan is een lange weg gegaan. Na het her stel van de Bisschoppelijke Hiërar chie in 1853, keerde het Genade beeld van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch terug op de oor spronkelijke plaats. Maar de kerk, die na ruim twee eeuwen protes tantse eredienst weer was terugge geven aan de katholieken (een van de weinige goede daden van keizer Napoleon) was danig vervallen, zo wel in- als uitwendig. Bisschop Zwijsen stelt in 1858 een bisschop pelijke commissie in ter restauratie van het exterieur Daar werd in 1860 mee aangevangen. Het inwen dige van de kerk was eveneens da nig gehavend, maar daar wenste het bisdom zelf zeggenschap over te houden. Rond 1900 is het interieur van de kerk voor een groot deel ontpleis- terd. Rond de jaren vijftig van deze eeuw lijkt de restauratie van de buitenkant van de Sint Jan een feit, maar men blijkt een zodanig slechte steensoort te hebben ge bruikt, dat opnieuw moet worden begonnen. In 1972 (ontkerkelijking en ontvol king van de Bossche binnenstad zijn een feit) worden twee binnen stadsparochies gesloten. Een jaar daarna wordt door bisschop Bluys- sen de oude (nog steeds bestaande) restauratiecommissie opgeheven en een nieuwe geïnstalleerd. Die krijgt als taak de in- èn uitwendige res tauratie van de kathedraal. In 1974 werd een tienjarenplan op gezet, door de toenmalige minster van CRM afgewezen, en vervangen door een dertienjarenplan, dat nu dus (drie jaar voor de einddatum) is voltooid. Nooit dicht Het fraaie hierbij is dat de Sint Jan hart van 's-Hertogenbosch en hart van het bisdom nooit geslo ten is geweest, en dat de eredienst altijd heeft kunnen blijven door gaan. Dat was eigenlijk een nood zaak, omdat de bisschop de Sint Jan had bestemd als zwaartepunt voor de liturgieviering in de bin nenstad. In 1975 werd de „koepel", de middentoren van de kathedraal, met in het centrum daarvan het Oog Gods (Michel van der Plas heeft daar ooit doorheen omlaag gekeken en werd lichtelijk duize lig) in de steigers gezet en gerestau reerd. Toen dat eenmaal was ge beurd, vertelt restauratie-architect H. E. Teering, en de steigers waren weggehaald, zag de rest van de kerk er zó donker uit (het was in middels 1977 geworden) dat er een diepe schok ging door de beminde gelovigen en ook door de leden van de restauratiecommissie. De lichte kleuren (oker en wit) vormden een fel contrast met de mysterieuze donkerte van het interieur. „Maar dat mysterieuze", zegt hij, „was door niets meer en minder veroor zaakt dan door vuil. We hebben uit de koepel twintig zakken roet en stof naar beneden gehaald. En nu dè hele kerk zo is herschilderd, is zij niets meer en minder dan een openbaring". Waxinelichtjes De roet en het stof waren melijk afkomstig van het branden van kaarsen ter ere van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. „Op een gegeven moment", vertelt Teering, „is iemand op het idee ge komen in plaats van die kaarsen waxinelichtjes te laten branden. Nou, dat geeft wel zes fnaal minder roet en walm. Hulde aan die man, al weet ik niet wie het is". Intussen werd de Sint Jan van bin nen steeds lichter. Maar het verwij deren van de oude kalk- en pleis terlagen stelde de restauratie-com missie toch voor problemen, hoe fraai de te voorschijn gekomen oude schilderingen ook waren Want hoe zou de akoestiek worden, als de kerk een nieuwe „binnen huid" zou krijgen? Tal van weten schappelijke onderzoekingen von den plaats. Het eindresultaat ervan was dat de nieuwe verfsoorten die werden gebruikt, totaal geen af breuk deden aan de verpiste na galm, bijvoorbeeld die van het gro te orgel. Met de restauratie van dit immense instrument is men momenteel nog driftig bezig. En wie nooit een groot kerkorgel van binnen heeft gezien, zal wellicht verbaasd staan als hij op de kerkvloer een paar or gelpijpen ziet liggen die de afme ting hebben (zowel qua lengte als qua doorsnee) van een middelgrote fabrieksschoorsteen Functies Plebaan (kathedraal-pastoor) G. van de Camp kwam in zijn opsom ming van de functies die de Sint Jan momenteel heeft tot zes: city- en parochiekerk, bedevaartplaats, bisdomkerk (kathedraal), hart van de stad, doorgangshuis voor toeris ten en nationaal monument. Bij de feestelijke heropening van de Sint Jan is, zo zei hij, gekozen voor een duidelijke voortzetting van de tra ditie, rekening houdend met de veranderende acceptatie van geloof en kerk in de samenleving. Hij en het kerkbestuur zien de (vernieuw de) kerk als een geloofsopenbaring. Vandaar ook dat de feestelijkheden bij de heropening van de kerk (die nooit dicht is geweest) zich zullen afspelen rond de sterkste kant van de Openbaring: Pasen en Pinkste ren (volgend jaar). Want Pasen en Pinksteren zijn beelden die in de architectuur en de stijl van de kerk overal zijn te rug te vinden. „Het binnenkomen in de kerk is al een openbaring, en wij hopen dat in 1985 de Openba ring van Jezus Christus in de kerk een ruimte vindt tot viering en verkondiging". Cultuur Behalve deze liturgische diensten wil de Sint Jan ook ruimte bieden voor culturele evenementen. Het (her)-openingsjaar is ook het Bach- jaar. Dus: orgelconcerten en mu ziekuitvoeringen. Daarbij komen ook een heropvoering van het ka pittel van het Gulden Vlies uit 1471 plus enkele opvoeringen van El- ckerlyc. Voorts staat nog een aantal tentoonstellingen op het program ma. Bij al deze evenementen, aldus plebaan Van de Camp, staat de Sint Jan als hart van de eredienst en als hart van de stad en de cultuur cen traal. LEO VAN DER MEEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 23