„Watje eet is geen voedsel, maar je woede, verdriet en eenzaamheid" m ft ZATERDAG 26 MEI 1 Eetjunkie Lisa is zo iemand, die eet tot ze letterlijk niet meer kan. In de medische vakliteratuur wordt haar eetgedrag (enorm veel eten om daarna over te geven) „Anorexia Bulimia" genoemd. Maar daar heeft ze eigenlijk geen boodschap aan. „Ik ben naar de ano nieme overeters gegaan om mijn eetdriften de baas te worden", vertelt ze, „alléén kan ik dat gewoon niet aan. Ik schiet er niets mee op mezelf een etiket op te plakken. Het gaat er om, dat ik mezelf weer in de hand krijg". Zoals de meeste mensen die naar de Herengracht zijn gekomen, heeft ze geen opvallend figuur. Niet mager en niet corpulent. Toch eet ze zo veel, dat ze haar verslaving niet meer kan bekos tigen. „Ik ben een eetjunkie", zegt ze van zichzelf. „Ik moet ste len om aan eten te komen, net als een echte junkie. Er zijn da gen dat ik ruim tweehonderd gulden nodig heb om mijn honger te stillen. Dan blijf ik doorgaan. Dan eet ik me echt onder de tafel. Ik verorber dan enorme hoeveelheden zoet, bijvoorbeeld een literpak ijs, afgewisseld met hartigs, bijvoorbeeld een kilo kaas, gevolgd door tien kroketten, een bak aardappelsalade, een bord macaroni en zo gaat dat maar door. Tussendoor geef ik steeds over, want als ik al dat eten binnen zou houden werd ik veel te dik. Bovendien móet ik wel overgeven, omdat ik echt geen stap meer kan zetten als ik zo veel gegeten heb". Dwangmatig dieet Gerard is met zijn 103 kilo „schoon aan de haak" de enige per soon in het praatgroepje wiens eetgewoonten van zijn uiterlijk zijn af te lezen. Evenals de anonieme alcoholisten is het ook de meeste eetverslaafden namelijk niet aan te zien dat zij onder een probleem gebukt gaan. Perioden van overmatig eten worden vaak afgewisseld door perioden waarin niets wordt gegeten. Overigens duurt het meestal enige tijd (en dat is opnieuw een overeenkomst met het alcoholisme) voordat men zich realiseert dat er überhaupt van een probleem sprake is. Gerard, hierover: „Ik dacht heel lang dat ik geen eetprobleem had. Of liever: eigenlijk heb ik daar nooit bij stilgestaan. Wel vond ik mezelf te dik, dus was ik altijd aan het lijnen. Elk dieet heb ik wel geprobeerd: van slankkoekjes tot vezel-, sherry- en brooddiëten. Tenslotte wilde ik naar België om daar speciale af slankpillen te halen. Toen heeft mijn huisarts gezegd: jongen waar ben je toch mee bezig? Daarmee zijn mijn ogen openge gaan. Ik realiseerde me dat ik ernorm dwangmatig bezig was. Dwangmatig te veel eten, om vervolgens dwangmatig te willen afvallen. Daar los je niets mee op". Gezellige eter Toch is Gerard in zijn eetgewoonten niet zo uitzonderlijk als bij voorbeeld Lisa. Gerard: „Onder vrienden heet ik een „gezellige eter" te zijn. Als ik op visite kom halen ze vaak extra lekkere dingen in huis. Nu nóg, terwijl mijn meeste vrienden en kennis sen heel goed weten dat ik probeer mijn eetgewoonten te veran deren. Want ik vind mijn afhankelijkheid van eten gewoon niet in de haak. Alles wat ik in huis heb eet ik per definitie op en bovendien haal ik meestal te veel in huis. De laatste twee weken mijd ik de supermarkten bewust. Maar dan heb ik toch nog een immense voorraad blikvoer nodig met dingen die ik niet lust om me veilig te voelen. Ik stap expres een paar haltes te laat uit de tram zodat ik niet langs de avondwinkel hoef. Dat is het tegen strijdige: je stopt met overmatig eten, maar daardoor ga je er juist continu aan lopen denken. Je blijft hoe dan ook op eten gefixeerd, het is heel moeilijk om daarvan los te komen. De ano nieme overeters gaan er ook van uit dat je altijd een overeter blijft. Het proces van steeds meer eten is te stoppen, maar niet te genezen, net als met alcoholisme". Dik achterwerk Aukje heeft nog witte verf in haar donkere krullen. Haar zie kenfondsbrilletje is bespikkeld. Ze heeft haar vriend de ganse dag geholpen met het witten van muren en plafonds in zijn nieuwe woning en dat heeft zijn sporen nagelaten. „Vandaag ben ik zo druk in de weer geweest dat ik helemaal niet aan eten heb gedacht", meldt ze triomfantelijk. Toch heeft eten haar le ven al vanaf haar puberteit (ze is nu in de dertig) sterk beheerst. „Ik dacht altijd dat ik normaal at, maar vanaf mijn twaalfde is dat eigenlijk al niet meer zo. Steeds meer dingen gingen me te genstaan. Mijn vader plaagde me vaak met mijn dikke achter werk en op een bepaald moment lustte ik gewoon niets meer. In een jaar tijd was ik twaalf centimeter gegroeid en zeven kilo af gevallen. Ik was als een lat en hoewel mensen me wel eens vroegen of ik aan de lijn deed, vond ik dat eigenlijk heel nor maal". Levenshouding Waarom kan voedsel het leven van sommige mensen zozeer overheersen dat ze er aan onderdoor dreigen te gaan, terwijl an deren volledig onverschillig kunnen staan tegenover vrijwel al les wat eetbaar is? Gerard, Lisa en Aukje hebben naar antwoor den op deze vraag gezocht, maar ze zijn er nog niet helemaal uit. Aukje: „Ik denk dat het wel veel met mijn opvoeding te maken heeft gehad. Als ik mijn ouders bezoek dan gebeurt het nu nog steevast dat ik me overeet. Er worden dan opmerkingen ge maakt waar ik niet tegen kan. Het zit ook een beetje in mijn levenshouding. Ik hol, of ik sta stil. Met eten is dat net zo: óf ik zet het op een vreten, óf ik ga aan het hongeren. Bij de anonie me overeters leer ik nu weer gewoon lopen. Maar wat nu pre cies de diepliggende oorzaak is van die eetbuien blijft een beetje raadselachtig. Helemaal doorgronden kan ik dat geloof ik nooit". Lisa meent: „Je vreet omdat je ongelukkig bent. Als je tevreden bent met jezelf, dan is het eten volgens mij ook geen probleem. Wat je opeet, dat is geen voedsel, maar je woede, verdriet en eenzaamheid". Aukje: „Wij hebben daar toch een prachtige uitdrukking voor? Als je boos bent op jezelf zeg je: je zit jezelf op te vreten. Dat is nu precies wat je doet. Die ontevredenheid waar Lisa het over heeft komt ook een beetje door het modebeeld denk ik. Bekijk de meeste mannequins eens: die zijn gewoon broodmager. Toen ik laatst een broek op de groei wilde kopen, zei de verkoopster: „Meid, je bent toch lekker slank''". De mensen zien het niet dat je ongezond mager bent. Het kan hun gewoon niet dun genoeg zijn". Lichamelijke klachten Nog minder bekend dan het eetprobleem dat het leven van de anonieme overeters zo beheerst zijn volgens Lisa en Aukje de medische complicaties die het ongeregeld eten met zich mee brengt. Artsen zouden lichamelijke klachten van het ongeregeld eten vaak bagatelliseren. In het algemeen is weinig kennis voor handen over de lichamelijke aspecten van de eetverslaving. Toch liegen die er niet om. Lisa meldt uit eigen ervaring: „Ik kan heel erg aan de suiker gaan als ik eetbuien heb. Daar word ik dan neurotisch van: het werkt op je zenuwgestel. Je li chaam kan volgens mij maar een bepaalde hoeveelheid suiker verdragen. Ga je daar overheen, dan krijg je hoofdpijn, last van duizelingen, van die dingen. Ik ga bijvoorbeeld enorm transpire ren en trillen. Kan zo maar in huilen uitbarsten. Het verbaast me echt dat ik nog niet onder de groene zoden lig met mijn eet gewoonten. Laatst las ik dat je tanden van dat almaar overgeven Gerard stapt als hij 's avonds met de tram naar huis gaat bewust een paar haltes te laat uit. Dan hoeft hij tenminste niet langs de avondwinkel te lopen, waar de zoete drop in de aanbieding is. Aukje heeft een slot op de ijskast. Wil ze iets eten, dan vraagt ze eerst haar vriend om de sleutel. Lisa laat haar geld thuis als ze een middagje in de stad gaat wandelen. Zo komt ze niet in de verleiding om een van de vele eettentjes te bezoeken. Gerard, Lisa en Aukje noemen zichzelf „dwangmatige overeters". Voedsel beheerst hun leven zozeer, dat ze eikaars steun hebben gezocht om het eten de baas te kunnen. Hoe leert een eetverslaafde „afkicken" en wat zet hem of haar aan het schransen? Verslaggever Paul Koopman vroeg Lisa, Aukje en Gerard naar hun eetgewoonten en woonde een praatavond bij van de „Anonieme Overeters", een zelfhulpgroep a la de „Anonieme Alcoholisten". Een verhaal over de ijzeren greep van de calorieën: „Ik wil eten om te kunnen leven, niet leven om te kunnen vreten". AMSTERDAM „Gisteren heb ik mezelf vreselijk overeten", klinkt het zachtjes, als in het Jellinekcentrum aan de Amster damse Herengracht een beklemmende stilte is gevallen. De spreekster, een blonde slanke vrouw, verzamelt moed terwijl de aandacht op haar gericht wordt. „Ik dacht dat ik me dood zou eten; alles wat in huis was is eraan gegaan. Tot vanmorgen elf uur is dat zo doorgegaan. Ik werd er vreselijk depressief bij. Een tijdlang heb ik gehuild, ik voelde me zo ellendig. Maar toen was het opeens over. Dat vind ik zo gek, ik snap niet dat dat kan. Ik heb door de stad gewandeld en ik kon genieten van wat ik zag: feestende mensen. Ik had geen behoefte om saté te eten, terwijl het juist zo lekker rook". In Amsterdam wordt Koninginnedag gevierd. Voor het groepje mensen dat naar de praatavond aan de Herengracht is gekomen, betekent dat een zware beproeving. De stad is om het feest luis ter bij te zetten omgetoverd in één enorm lokaal waar eten en drinken in schijnbaar onbeperkte variëteiten en hoeveelheden zijn uitgestald. Broodjes haring en broodjes „gezond", shoarma en souvlaki, saté, gebraden kippepoten en gehaktballen met jus; waar gefeest wordt, wordt gegeten. En veel. Je moet tenslotte 'ns uit de band kunnen springen Maar uit de band springen met eten is voor de „anonieme over eter" net zo gevaarlijk als het achterover slaan van een borrel voor een „anonieme alcoholist". Het betekent het toegeven aan een verslaving die net zo bedreigend is als de verslaving aan alcohol of andere drugs. Waar anderen onbekommerd kunnen genieten van culinaire fijnzinnigheden, gaat een dwangmatige overeter zich te buiten. Het wordt schrokken, haastig verorbe ren, schransen tot je er misselijk van wordt. Soms: tot je er van moet overgeven. „Op mijn zeventiende werd het allemaal weer anders. Ik leerde bakken: taartjes en koekjes en ik kon daar flinke hoeveelheden van verorberen. Later verhuisde ik naar Amsterdam en toen ging ik onder invloed van mijn vrienden op de macro-biotische en zout-arme toer". De plooien in haar magere gezicht verbreden zich tot een grijns. Dan: „Ik ben eigenlijk altijd met eten aan het rotzooien geweest. Na die macro-biotische periode had ik weer een periode dat ik hele potten pindakaas leegat. Daar kreeg ik flinke maagpijnen van en die bestreed ik dan door over te geven. Daar werd ik weer enorm mager van, maar daar was ik juist trots op. Ik droeg strakke truien en broeken, dat was natuurlijk geen gezicht". en door het maagzuur wegrotten. Je gebit lost langzamerh^t op. Nou, denk ik dan: zo krijg ik tenminste geen kalkrandend< het toilet. Sorry hoor, maar ik ben nu eenmaal wat cynisch'u Aukje zegt geschrokken te zijn van de sterke lichamelijke rerj ties op haar eetgewoonten. „Ik ben bijvoorbeeld al ruim t\', jaar niet meer regelmatig ongesteld. Dat moet volgens mij «i die eetouien komen. Dat maakt me toch wel ongerust". ,1 Bij de anonieme overeters trachten Gerard, Aukje en Lisa U eetverslaving weer de baas te worden. Dat is tot nu toe geen-vtl drieën nog helemaal gelukt, „maar de verhalen van andt A.O.'ers geven je weer hoop. Je hebt elkaar, dat geeft kracht.Jo kunt altijd elkaar opbellen als je in de penarie zit. Als je inr' fout gaat, dan denk je niet meteen: oh God, nu ben ik verlorp Je weet dat dat er gewoon bij hoort", vertelt Gerard. ;t Aukje: „Ik heb sinds een aantal weken een slot op de ijskast, j ik wat wil eten, vraag ik mijn vriend de sleutel. Dat helpt".; Lisa: „Als ik naar buiten ga, dan laat ik mijn geld bewust thu- Zo kom ik niet in de verleiding eten te kopen". P De organisatie Anonieme Overeters is ruim een jaar geleden Amerika naar Amsterdam overgewaaid. Een Amerikaan, Josl die zelf met eetproblemen worstelde, richtte een praatgroep r naar het voorbeeld van de Anonieme Alcoholisten (A.A.). j „Alcoholics Anonymous" was de eerste zelfhulpgroep in de S) tes en het gevolg van een onderonsje tussen twee alcoholist^ Bob en Bill, die tot hun verbijstering merkten dat ze niet drij] ken als ze het over hun verslaving hadden. Kort daarna, in 19j richtten ze met een aantal vrienden de A.A. op. In 1965 kreeg de A.A. in Californië een zusterorganisatie: I „Overeaters Anonymous" ofwel: „Anonieme Overeters". Dë'il gangspunten van deze organisatie zijn dezelfde als die vanj A.A. iedereen kan lid- worden, mits hij werkelijk de bereidhi heeft van zijn verslaving af te komen. In de gespreksgroep ondersteunen mensen met hetzelfde probleem elkaar in iedi individuele strijd om de verslaving de baas te worden. De Af heeft daarvoor een aantal richtlijnen, maar in principe staat j iedereen vrij die naar eigen goeddunken toe te passen. Ondj kenning van het probleem en het vertrouwen in een oplossij zijn volgens de filosofie van de A.O. de eerste twee stappen weg naar herstel. Niet geheel op eigen kracht Gerard: „Als we het over dat vertrouwen hebben, dan wol vaak „God" erbij gehaald. Dat vond ik in het begin een be^ beangstigend. Ik dacht: o jee, ben ik nu in een of andere ei| sekte terechtgekomen? Maar het idee erachter is, dat je je v slaving niet helemaal op eigen kracht te boven kunt kom Daar heb je iets extra's voor nodig. Iets buiten jezelf. Met „G<^ bedoelt de A.O. dan „het goddelijke, zoals je dat zelf kunt a vaarden". „Voor mij persoonlijk is „God" dan hetzelfde als de groep. J onderkent mijn probleem, zonder er om te lachen of te huil De groep reageert en schenkt me vergiffenis. Praten over je e verslaving met een groep mensen die je begrijpen is zoiets een openbare biecht. Ik ben enorm blij dat ik dat ontdekt he alles wat in huis was is eraan gegaan Wie meer informatie wenst over dwangmatig eten of de Al nieme Overeters, kan schrijven naar: Postbus 6586, 1005 I Amsterdam. PAUL KOOPM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 18