„Netvlies" in camera almaar gevoeliger Een antiek boxje moet je niet zoeken op het Waterlooplein Stel, u besluit op een zonnige voorjaarsdag een wan delingetje te maken en daarbij een fototoestel mee te nemen. Je kunt immers nooit weten Het is dan niet ondenkbaar, dat u ook een zonnebril meeneemt. Het scherpe licht kan namelijk zeer irritant zijn, uw ogen zijn als het ware te gevoelig voor het felle zon licht. Aangezien u nog steeds niet over verwisselbare netvliezen beschikt, waardoor u de gevoeligheid van de ogen aan de lichtomstandigheden kunt aanpassen, past u de hoeveelheid licht aan met de zonnebril. In de fotografie gaat dat net andersom. Daar kan de keuze van het „net vlies", lees filmrolletje, worden aangepast aan de lichtomstandig heden. Het heet dan: een laagge- voelige, middelgevoelige of hoog- gevoelige film. Maar met deze ter men kunnen belichtingsmeters niet werken en dus heeft men ver schillende puntenstelsels uitgedok terd, waarvan het DIN en het ASA-systeem de langste adem blij ken te hebben. Nieuw althans in naam is het ISO-systeem, een samenvoeging van ASA en DIN, bijvoorbeeld ISO 100/21, gelijk aan 100 ASA ofwel 21 DIN. Hoe werken deze beide systemen? Bij DIN-waarden (Deutsche Indus trie Norm) wordt met lage getallen gewerkt. Elke 3 DIN hoger is een verdubbeling, elke 3 DIN lager een halvering van de gevoeligheid. Met de ASA-waarden (American Standard Association) is het eigen lijk gemakkelijker rekenen. Het begint bij 12 ASA, dat gelijk is aan 12 DIN. Maar daarna houdt elke overeenkomst op. Verdubbeling van de ASA-waarde betekent ook verdubbeling van de gevoeligheid. Dus 25 ASA (1 ASA naar boven afgerond voor mooiere getallen in de reeks die nog volgt) is 15 DIN, 50 ASA is 18 DIN, 100 ASA is 21 DIN, enzovoort. De ASA-waarden worden door fabrikanten als Ko dak, Fuji en Agfa in de typenaan- duidingen verwerkt: de Kodacolor VR 100 bijvoorbeeld, of de Fuji HR 400. HR, VR of XR zijn fantasielet- ters die iets moeten zeggen over de scherpte (High Resolution, hoog oplossend vermogen). „Color" is vrijwel altijd de aanduiding voor kleurnegatief.dus film voor pa- pierafdrukken „Chrome", zoals in Ektachrome, typeaanduiding van Kodak of Agfachrome, daarente gen duidt op kleuromkeerfilm, of wel de diafilm. Welke film? Wat moet er nu in uw camera? Dia's of foto's is nog wel duidelijk, maar wat dan9 Welke gevoeligheid en welk merk? Omdat klanten in de fotowinkel vrijwel nooit vertel len wat ze gaan fotograferen, gaat meestal een middelgevoelig film pje over de toonbank van zo'n 100 ASA. Maar wat valt hiermee aan te richten als u naar een popcon cert gaat in de Rotterdamse Ahoy- hallen, om maar eens een voor beeld te noemen9 Flitser mee? Vergeefse moeite en verknoeide opnamen zullen uw deel zijn. Die Wat moet er in uw camera? Welke gevoeligheid en welk merk? (foto: Milan Konvalinka). arme flitser kan namelijk een der gelijk grote afstand nooit over bruggen. De oplossing is heel wat comfortabeler: laat de flitser thuis (minder sjouwen) en koop een hooggevoelige film, van 400 of des noods 1000 ASA. Daarmee en met het meestal volop aanwezige licht .op het podium redt u het uitste kend. Wij willen hiermee maar aangeven dat de gulden midden weg in de fotografie lang niet al tijd de beste oplossing is. Ideaal dus, een hooggevoelige film? Waarom dan niet altijd zo'n snelle jongen in de camera gestopt? Bij veel licht regelt de camera im mers het teveel wel met diafragma en sluitertijd? Nee. Heel simpel gezegd heeft alles zijn voor en zijn tegen. Een snelle film kan meer uiteenlopende licht omstandigheden aan, tot zover klopt de redenering. Maar dat gaat dan wel ten koste van de fijnkor religheid. Hoe gevoeliger, hoe kor religer. Bij prints van 10 bij 15 centimeter, de normale prints dus, is dat nauwelijks zichtbaar Maar het zijn geen films om uitvergro tingen van aan de muur te hangen van zo'n 50 bij 70 centimeter. Daarvoor is de film gewoonweg te grof. Of was Disc-camera Wat die korreligheid betreft is er namelijk de laatste tijd heel wat aan de hand in negatievenland. Toen Kodak in 1982 de disc-came- ra op de markt bracht, werd spe ciaal hiervoor een nieuwe film ontworpen, die weldra ook in kleinbeeldformaat beschikbaar kwam. De tot dan toe gebruikte films zouden kwalitatief onvol doende zijn voor de kleine disc-ne- gatieven. Door nieuwe giettechnie- ken is het mogelijk geworden de gevoeligheid op te voeren, zonder dat dit ten koste gaat van de kor religheid. Of om het eens anders te stellen: het resultaat van 50 ASA vroeger komt overeen met pakweg 200 of 400 ASA van tegenwoordig. Daarom is het ook nauwelijks ver wonderlijk dat men ook verder komt: 1000 of ook wel 1600 ASA is in kleurnegatief nu zonder meer haalbaar. Laatste nieuwtje voor dialiefheb bers, die ook eens wat verder wil len komen dan 400 ASA: Kodak heeft een nieuwe Ektachrome P800/1600 uitgebracht die erop be rekend is geforceerd (langer dan normaal) ontwikkeld te worden. De nominale gevoeligheid ligt nog steeds op 400 ASA, maar er kan tot 3200 ASA (36 DIN!) geforceerd worden, zonder dat dit in de kwa liteit van de kleur of de korrelig heid invloed heeft. Op het klein- beeldpatroon moet even de ge bruikte gevoeligheid worden aan gekruist, zodat de centrale er re kening mee kan houden. Variabel Wie DIN's of ASA's juist aan zijn laars wil lappen, kan tot nu toe al leen in de zwartwit-fotografie te recht. Daar hebben we Ilford XP1 en Agfapan Vario-XL die een va riabele gevoeligheid hebben van 125 tot 1600 ASA. Deze films kun nen in het C-41 kleurnegatief-ont- wikkelprocédé meedraaien. Die variabele gevoeligheid is mogelijk door een dubbele laag, de ene ge voelig voor weinig licht, de andere voornamelijk voor veel licht. Dat heeft iets weg van de staafjes en de kegeltjes in het netvlies LUUD VAN DER HAM Onlangs is op de markt gekomen de JVC CG P 50 U, een „losse" ti telgenerator, die langs eenvoudige weg nagenoeg alle titelwensen voor zover het video-opnamen be treft oplost. Dit apparaatje met af metingen als die van een reep cho cola „past" in eerste instantie op de JVC GZ S-3, S-5 en S-9 video camera's, maar is eventueel aan te passen op andere typen. Oók tij dens het kopiëren van banden zijn door de kopie heen de resultaten uitstekend. Een uniek stukje ge reedschap dus voor een even unie ke prijs: f 325,-. Letters, cijfers en symbolen schudt u probleemloos uit uw mouw. Het formaat van de karakters of de plaats ervan in het beeld worden door u zelf bepaald (binnen de mo gelijkheden dan) Zeer bijzonder zijn de zogenaamde „stijgtitels". Hiervan zijn twee pagina's, be schikbaar: zogenaamde „scroll"- pagina's, waarop u 37 regels van 12 letters of tekens kunt intoetsen. U controleert dit in de zoeker en slaat ze daarna op in 't geheugen. Op het moment, dat u de titel no dig hebt, roept u hem op een door u te kiezen plaats in het beeld op. Ook het formaat bepaalt u zelf en laat hem daarna afrollen, van be neden naar boven of omgekeerd. Dit kan in vijf verschillende snel heden gebeuren. Naast deze twee „scroll"pagina's zijn er nog twaalf andere. Vier hiervan zijn „zoom"pagina's. Deze kunnen trapsgewijs vergrotend vanuit een hoek naar het midden en dan beeldvullend geplaatst worden. En of dit nog niet genoeg is: óók de datum en 'n stopwatch- functie kunnen mee opgenomen worden. De overblijvende „gewo ne" pagina's, er zijn er hiervan dus acht, bevatten elk 5 regels van 12 tekens. Hiermee zijn geen stijg- of zoomtitels mogelijk. Ofschoon deze tekstgenerator speciaal voor bo vengenoemde camera's is gedacht en eenvoudig aan te brengen tus sen de viewfinder en dc camera, zijn tevens zogenaamde „video-in- out"terminals beschikbaar. Ge schakeld tussen twee videorecor ders bij kopiëren, kunt u zo eigen of extra titels meeprinten. De voeding van het geheugen be staat uit twee cellen (drie volt), welke lastig zijn vergrendeld, daar bij 't wegvallen van de spanning uiteraard het geheugen leegloopt. De hele bovenkant wordt door het toetsenbord in beslag genomen: met de „create" toets maakt u de titel. „Duplicate" wil zeggen het „verdubbelen" van de opgeroepen letters of tekens. Met „monitor" geeft u door naar de monitor (viewfinder), met „Caracter select" schuift u de letters, enzovoort, op, met „Left cursor Right" zoekt u de letters op. Met de multifunctionele knop „Title position" is de titel over het hele beeld te verplaatsen, met „size" kiest u één van de vier formaten, „clear" is het wissen, „speed-up-down" beïnvloedt de snelheid van het „rollen", „scroll" is het oproepen van de „scroll-pa- gina's", met „zoom 1 of 2" ver plaatst u de titel. Verder zijn er natuurlijk toetsen voor datum- (lap)time van de stopwatch, het pagina-wisselen en het opnemen (insert). Fotografica: boxen, came ra's met balgen, kleinbeeldca- mera's, flitsap- paraten, histori sche foto's, en zovoort, enzo voort. Leden van de Camera Oldtimer Club beheerden op de laatste fotografica-beurs ongeveer 95 procent van de stands. Onder fotografica verstaat de echte verzamelaar: came ra's, foto's, alle apparatuur en accessoires die gebruikt worden bij fotografie en film, alsmede de literatuur hier over na de uitvinding van de fotografie 145 jaar geleden. Die fotografica nu vormt de hobby van zo'n achthonderd Nederlanders, die zich sinds 1977 hebben verenigd in de Camera Oldtimer Club. Wij spraken met een van de le den, Ruud Hoff, die inmiddels dank zij zijn hobby contac ten heeft met verzamelaars over de hele wereld. „Ongeveer 95 procent van de stands op de laatste fotografica- beurs in Amersfoort werd beheerd door leden van de Camera Oldti mer Club en dat wil toch wel wat zeggen over de activiteiten binnen onze club", aldus een enthousiaste Ruud Hoff, lid van deze club en toevallig beroepsfotograaf bij het ANP. „Het gros van onze leden heeft niets met de beroepsfotogra fie te maken. De meesten hebben de fotografie als hobby en zijn in de loop van de tijd geïnteresseerd geraakt in de historie ervan en in oude spulletjes". „Zo'n beurs is natuurlijk een uitge lezen gelegenheid voor de leden om spullen die ze dubbel hebben te koop of te ruil aan te bieden en zelf spullen die ze nog niet in hun bezit hebben te bemachtigen", ver telt Ruud Hoff. De fotografica- beurs, die de Camera Oldtimer Club elk jaar organiseert, is inmid dels uitgegroeid tot de grootste van heel Europa en trekt niet alleen bezoekers uit dit werelddeel, maar ook van daarbuiten. De ware lief hebbers gaan er telkenjare op zoek om iets van hun gading te vinden: houten reiscamera's, boxen, klap- camera's, stereo-camera's, klein- beeldcamera's, miniatuurcamera's, alle accessoires eromheen, maar ook historische foto's. Veel verzamelaars beperken zich tot een bepaalde soort camera, of een bepaald merk, anderen verza melen alleen maar oude foto's, waarbij dan ook nog onderscheid gemaakt kan worden in de tech niek volgens welke de foto's zijn gemaakt. Ruud Hoff zelf verzamelt alleen artikelen van het merk Kodak, ge noemd naar de camera die George Eastmann in 1888 ontwikkelde en waarmee hij meteen een enorm succes oogstte. Ruud Hoff heeft in middels een flinke verzameling bij elkaar. „Maar zelfs als je alles al hebt valt er nog wel wat te doen, want dan kun je nog proberen be paalde, minder gave exemplaren in te ruilen voor mooiere. En daar is zo'n beurs natuurlijk een goede gelegenheid voor". De Camera Oldtimer Club (Post bus 4262, 2003 EG, Haarlem) be perkt zich niet tot het organiseren van beurzen. Vier maal per jaar verschijnt een rijk geïllustreerd (hoe kan het ook anders club blad van ten minste 24 pagina's, dat er bijzonder professioneel uit ziet. „Dat hebben we te danken aan een aantal zeer actieve leden die er veel van hun tijd en vak kennis in steken". In dit blad zijn artikelen opgenomen over de his torie van de fotografie, er wordt steeds een agenda in geplaatst van nationale en internationale foto- graficabeurzen en leden kunnen gratis adverteren met vraag en aanbod om hun verzameling zo compleet mogelijk te krijgen. An dere activiteiten van de club zijn de organisatie van regionale beur zen en excursies naar buitenlandse fotograficabeurzen. „Zo gaat een groot aantal van onze leden jaarlijks naar een grote openluchtbeurs in de buurt van Parijs. Een bijzonder gezellige aan gelegenheid en een goede kans om contacten te leggen met fotografi- ca-hobbyisten in het buitenland". Museum De leden van de Camera Oldtimer Club betreuren het, dat er in Ne derland niet een museum is met een grote verzameling fotografica „Vanuit onze vereniging is het bij zonder moeilijk om zoiets van de grond te krijgen. Iedereen die een verzameling heeft wil die spullen natuurlijk thuis houden om er mee te kunnen spelen". Een van de leden van het eerste uur is onlangs overigens in het nieuws geweest. Dat is de Amster damse advocaat mr. L. Hartkamp, die al tientallen jaren zo'n beetje alles verzamelt wat er door be roepsfotografen in Nederland op de gevoelige plaat wordt vastge legd. Zo is in de loop der jaren een collectie gegroeid die als een van de meest complete van Nederland wordt beschouwd. Als er vanuit ei gen land geen belangstelling wordt getoond (wat zou moeten inhou den: ruimte en geld beschikbaar stellen), dan sluit mr. Hartkamp niet uit dat zijn immense verzame ling op korte termijn naar Italië verhuist, waar men grote interesse heeft voor de collectie. Niet te duur Ruud Hoff wil degenen geruststel len die tot nu toe nog niet aan een verzameling van fotografica zijn begonnen, omdat ze denken dat het een dure hobby is. „Niet begin nen met een reisje naar het Mo- kums Waterlooplein", is zijn de vies. „Daar worden oude boxjes als antiek aangeboden voor soms wel een tientje of vijf. Dat is veel te veel geld. Op rommelmarkten zijn ze vaak voor vijf of tien gulden wel te koop en bij ons op de beurs kosten ze meestal niet meer dan vijftien, twintig gulden". Het is na tuurlijk wel zo: hoe ouder of hoe zeldzamer het materiaal, des te ho ger de prijs ligt. Ruud Hoff ervaart het als een ple zierige bijkomstigheid van zijn hobby dat hij er contacten door krijgt over heel de wereld. „Deze zomer moet ik een paar weken voor mijn werk naar de Olympi sche Spelen in Los Angeles. Daar koppel ik twee weken vakantie aan vast om in Amerika een aantal collega-fotografica-hobbyisten op te zoeken. Wie weet wat ik er nog op de kop kan tikken". Bij een videocamera wordt het door de lens gevormde beeld meestal door een zogenaamde „op namebuis" omgezet in elektrische signalen. Sommige camera's be schikken over één zo'n buis, zoals de meeste amateurcamera's Duur dere typen (boven plusminus f 10.000,-) over drie buizen, één voor elk der opgenomen hoofd kleuren rood, groen en blauw. Die kleuren worden door een speciale spiegel, vlak achter de lens ge splitst, zodat de betreffende opna mebuis alleen het voor hem be stemde deel van het totale beeld ontvangt Bij „éénbuissystemen" bevindt zich op de opnamebuis een zogenaamd „stripe-filter", dat de kleuren verdeelt. Hierbij moet niet gedacht worden aan een filter, zo als we dat bijvoorbeeld bij de foto grafie kennen, optisch geslepen glas in een vatting, welke op de lens kan worden geschroefd, nee, zo'n „stripe-filter" werkt elektro nisch. „Vidicon", „Trinicon", „Newvicon" en „Saticon" zijn be kende namen geworden, als over het „hart van een videocamera wordt gepraat. Na-ijlen Toen Hitachi, de bekende Japanse elektronicafabriek, zo'n twee jaar geleden in een van haar camera's een „Saticon" monteerde, was dit een opvallende verbetering ten op zichte van de daarvoor algemeen toegepaste ,,vidicon"-buizen. Het „veegeffect", een storende traag heid, ook wel „na-ijlen" genoemd, werd sterk teruggedrongen. Nu heeft de gebruikelijke opname buis plaats gemaakt voor een „MOS-chip". Deze MOS (metal oxid semiconductor)-chip (in Ne derlands: een halfgeleider), ont vangt het beeld dat door de lens is gevormd via een kleurfilter, dat filtert in: geel, cyaan en wit. Op de MOS-chip, welke slechts 8,5 x 10 mm klein is, de helft van een postzegel dus, bevinden zich 224.000 zogenaamde fotodioden. Een fotodiode geeft een heel klein spanninkje af, wanneer er licht op valt. Op een drager van een sili- cum zijn in 380 rijen van 577 stuks 224.000 dioden aangebracht. Op minder dan een vierkante centi meter! Door middel van een ma- trix-schakeling (in verticale en ho rizontale richting) worden ze afge tast op helderheid en kleur. Nadat het de lens gepasseerd is, wordt het licht door een kleurfilter in een zogenaamd mozaïekpatroon gefilterd. Elke diode ontvangt één kleur licht en bevat de helderheid sinformatie van dat opvallende licht, waarna de beeldsensor lijn voor lijn de dioden aftast. Ten opzichte van de „gewone" op namebuis zijn de voordelen van die nieuwe ontwikkeling de be trekkelijke ongevoeligheid voor schokken, trillingen, enzovoort. Het stroomverbruik is laag en dat is, wanneer met draagbare appara tuur gewerkt wordt, erg belang rijk. De accu gaat langer mee, hoeft minder vaak bijgeladen te worden. De afwezigheid van „ve gen" of „na-ijlen" is ook een posi tieve eigenschap. Als nadelen moeten genoemd worden: de (nog) hoge prijs en de (ook) nog iets mindere gevoeligheid ten opzichte van de gewone opnamebuis. Bij donker weer en dus ook binnen zonder extra lampen is de MOS- chip eerder aan het eind van de mogelijkheden. Dat over een aan tal jaren de opnamebuis vervan gen zal worden is haast wel zeker.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 23