Herman9 de man die er altijd is t wei
WIE NU BREIT,
zit er straks warmpjes bij
2 panty o? i
sups 2? i
Tweede Leidse orgel-
manifestatie wordt deel
van het stadsleven
textielSupers
BURGERLIJKE
/STAND
bbob*""*®'
LEIDEN
BINNENLAND
QeidóaQowuvnt
DINSDAG 15 MEI 1984 PAGINA
CIRCUSTHEATER-DIRECTEUR VAN LUUK HOOPT DAT HU ZICH VRUDAG GOED KAN HOUDEN
SCHEVENINGEN „Ik ben
een theoloog. Ik hou van thee.
U ook? Wilt u een kopje?" Na
het bevestigend antwoord
veert hij op van zijn draaistoel
en beent hij energiek naar een
andere „sector" van zijn gezel
lige, maar uiterst efficiënt in
gerichte werkkamer, waar hij
een elektrisch waterkooktoes-
telletje in werking stelt. Enige
tijd later levert dit kleinood
door een hevig gepruttel zijn
akoestische bijdrage aan de ge
zelligheid. De thée-o-loog
heeft inmiddels weer achter
zijn bureau plaatsgenomen en
voert een telefoongesprek. De
telefoon is van een versterker
voorzien en een hoorn ont
breekt. Het is een wat merk
waardige aanblik: een man,
die achterovergeleund in zijn
stoel een apparaatje toe
spreekt. Zijn laatste woord tot
het toestel is een vrolijk uitge
roepen „wijsheid!", waarna hij
meteen terzake komt.
„Het is Van Luijk met puntjes
op de ij", dicteert hij. „Denkt u
daar alstublieft om, anders
maakt u mij bijzonder onge
lukkig".
Herman van Luijk (66) is di
recteur van het Circustheater
in Scheveningen. Vrijdag
neemt hij afscheid om per 1
juli officieel met pensioen te
gaan.
De heer Van Luijk is tot in
zijn celkernen theaterman. Of
ficieel heet het dat hij vrijgezel
is, maar dat is slechts ten dele
waar. Hij is met het theater
getrouwd en wil dat weten
ook. In zijn kamer hangt een
gesigneerde foto van Wim
Sonneveld. „Voor Herman, de
man die er altijd is", staat er
op. Herman is er inderdaad al
tijd. Overdag is hij druk met
het zakelijke deel van zijn
functie, 's avonds is hij gast
heer. Hij staat altijd bij de „uit
loop" om de mensen gedag te
zeggen en om hen te vragen
hoe ze de voorstelling vonden.
„Als theaterdirecteur ben je
gastheer", zegt hij. „Je moet de
mensen laten weten dat ze uit
zijn. Daarom hou ik ook van
glamour. En dan bedoel ik de
glamour die het uitgaan tot
een feest maakt".
Hartewens
Bij Herman van Luijk, die op
een fikse steenworp afstand
van het Circustheater werd
geboren, dateert de liefde voor
het theater niet van vandaag
of gisteren. Reeds als jongen
voelde hij de onweerstaanbare
aantrekkingskracht van het
theater, die merkwaardige we
reld waarin cultuur en klater
goud samenkomen.
„Ik schreef in een school-
blaadje", vertelt hij, terwijl hij
heet water in de theepot giet.
„En ik moest een toneelstuk
verslaan. Ik kwam aan de kas
sa van de Groote Schouwburg
in Rotterdam en kreeg een
kaart voor het vierde balkon,
precies zoals ik had verwacht.
Maar even later werd ik naar
beneden gehaald. De directeur
had een prachtige plaats in de
zaal voor me geregeld. Ja, het
theater trok me al heel jong.
Ver voor de oorlog ging ik ook
naar de concerten van „De
Maatschappij Tot Nut van 't
Algemeen". Dat kostte een
kwartje".
„Toen ik in 1947 via de afde
ling Onderwijs in Rotterdam
als administrateur bij De Rot
terdamse Schouwburg kon ko
men ging mijn hartewens in
vervulling. Je kon in die tijd
merken, dat de mensen door
de oorlog veel hadden gemist.
Er was een enorme honger
naar concerten, toneel, ballet
en noem maar op. Het waren'
topjaren, toen vlak na de oor
log". Herman van Luijk maak
te in Rotterdam carrière.
Voordat hij in 1963 naar Sche
veningen kwam, was hij jaren
lang directeur van De Rotter
damse Schouwburg.
In juni of juli van dit jaar gaat
deze schouwburg, die is ge
bouwd uit stenen van het puin
van het bombardement, overi
gens tegen de vlakte. Een ver
vangende zaalruimte is er nog
niet. al wordt binnen afzienba
re tijd wel met de bouw van
een nieuwe schouwburg be
gonnen. Op 21 mei wordt in
het Theatercafé Rotterdam
een tentoonstelling over het te
slopen theater geopend.
Monocle-test
De heer Van Luijk schenkt de
thee in en praat intussen mon
ter door. Hij praat snel het
niet beheersen van steno*
treedt daardoor bij de verslag
gever op pijnlijke wijze aan
het licht en belicht in zeer
kort tijdsbestek de meest uit
eenlopende onderwerpen. Tus
sendoor beantwoordt hij me
nig telefoontje, waarna hij tel
kens zonder enige aarzeling de
draad onmiddellijk weer weet
op te pakken. Hij is snel, flit
send zelfs, en zeer precies,
maar hij vertrouwt er geens
zins op dat anderen ook van
die eigenschappen voorzien
zijn. Wanneer hij tijdens het
interview namen noemt,
schrijft hij die voor de verslag
gever op een briefje, geen acht
slaand op diens mededeling
dat de schrijfwijze hem zeer
wel bekend is. „I know it, but
does he know it", zal Herman
Herman van Luijk laat bij zijn afscheid het Circustheater niet in de steek. Hij blijft als
adviseur eraan verbonden.
denken. Hij heeft meer van dit
soort dingen, waarmee hij zijn
superioriteit op fijnzinnige wij
ze wil laten blijken en waar
mee hij tevens de bezoeker
lijkt te wegen. Het doet enigs
zins denken aan de Charles
Laughton's monocle-test uit
„Witness for the Prosecution".
Toch voel je je als bezoeker
van deze bijzondere man geen
moment ongemakkelijk. Want
Herman van Luijk is bovenal
een buitengewoon vriendelijk
man, die de kunst van het cre
ëren van gezelligheid om zich
heen als geen ander verstaat.
Je bent daardoor nooit zomaar
een bezoeker, maar je bent al
tijd zijn gast.
Jazz-fanaat
Herman van Luijk hield zich
voor de Exploitatie Maatschap
pij Scheveningen (EMS) gerui
me tijd bezig met de acquisitie
voor de Scheveningse hotels in
het buitenland. Spoedig werd
hij wegens zijn kennis en
vaardigheden op het gebied
van het theater tewerk gesteld
bij de exploitatie van de Kur-
zaal als naaste medewerker
van mr. P. van Dusseldorp.
Opnieuw werd zijn hobby zijn
werk. „Ik was als jongen al
kind aan huis in de Kurzaal",
vertelt hij. „Ik hield van jazz
en bezocht er onder meer de
jazz-concerten. Ik zag er Duke
Ellington in levenden lijve. Ik
was een jazz-fanaat ik ben
nog vice-voorzitter geweest
van de Nederlandse Hot-Club
en dat ben ik nog. Ik speel
zelf piano, maar kom er maar
zelden aan toe. Ik kom altijd
zo laat thuis, dat ik het mijn
buren niet kan aandoen. Tja,
een theaterman moet werken
als de anderen uit zijn. Een
avond uit is voor mij een
avond thuis".
„Thuis" voor Herman is dit
begrip zeer betrekkelijk aan
gezien hij zijn meeste uren met
graagte in het theater door
brengt is de „spullenbaas",
zoals hij zichzelf noemt, in zijn
hofjeswoning aan de Mallemo
len. Hij woont in het huisje,
waarin Paul van Vliet heeft
gewoond.
Van Doorn
In 1965, toen het besluit viel
om van het voormalige circus
een theater te maken, werd
Herman van Luijk betrokken
bij de voorbereidingen. Hij zag
het oude gebouw, dat hij van
binnen en van buiten als zijn
broekzak kende, uitgroeien tot
het grootse theater dat het nu
is en na een aantal jaren te
hebben geassisteerd werd hij
in 1971 belast met de dagelijk
se leiding.
Herman wil liever niet teveel
uitweiden over de „vervelende
dingen", die hij in zijn loop
baan van nabij meemaakte. Hij
laat dat stuk verleden maar
liever rusten. Wel wil hij een
paar namen uit die tijd nog
eens genoemd zien. „Adama
Zylstra", zegt hij, „was de gro
te man van Scheveningen en
LEIDEN Wat vorig jaar in
brede kring bleek aan te slaan,
wordt dit jaar herhaald. De
Stichting Orgelstad Leiden or
ganiseert voor de tweede keer
een manifestatie om haar idee
ën uit te dragen. Deze komen
erop neer dat zij de historische
orgels, die Leiden rijk is, in de
ruimste zin van het woord wil
promoten. In eerste instantie
naar de Leidse bevolking toe.
Oprichter en voorzitter van de
Stichting, de koor - en orkest
dirigent René Verhoeff
spreekt van een bewustwor
dingsproces onder de Leidena-
ren, dat hen moet doordringen
van het historische en muzika
le belang van de orgels. Vol
gens hem moeten deze voor
hen gaan leven als het bezit
van hun stad, waarmee zij zich
verbonden voelen.
In haar korte bestaan heeft de
Stichting reeds tal van initia
tieven genomen. Hoge priori
teit wordt gegeven aan de res-
i tauratie van enkele van de in-
1 strumenten. Een recente voor
beeld daarvan is het benefiet
concert, dat de Stichting afge
lopen maart ten bate van de
restauratie van de Pieterskerk
organiseerde.
Bij de promoting denkt de
Stichting overigens niet alleen
aan het geven van uitvoerin
gen in de Leidse kerken en
concertzalen, zoals met de
Wandelconcerten in de Harte-
brugkerk het geval is. Leide-
naars, die met het fenomeen
muziek en in het bijzonder de.
Leidse orgels onbekend zijn,
zullen op die manier nauwe
lijks kennis maken het werk
van de Stichting. En als die
bekendheid er is, bestaat nog
altijd zoiets als een drempel,
die velen ten aanzien van con
certen voelen en niet snel zul
len nemen.
Om een breed publiek daar
over heen trekken en het be
wust van het belang van het
historische orgelbezit van de
stad Leiden, organiseert de
Stichting op zaterdag 19 mei
een manifestatie, die de bevol
king op straat in het oog en
het oor valt. Om 10.00 wordt
het programma geopend met
een carillonbespeling op de
Stadshuistoren door de stads-
beiaardier Rien Ritter. Tegelij
kertijd posteren zich op tal
van plaatsen in de binnenstad
buik- en draaiorgels. Vorig
jaar kwamen hiervoor instru
menten van de Vereniging
van Draaiorgelvrienden uit
heel Nederland naar Leiden.
Dit jaar is dit onderdeel geheel
in handen van de draaiorga-
nisten uit Leiden zelf gegeven.
Wanneer aldus de aandacht
gewekt is, begint wat 'een ker
kenpad' gedoopt is langs de
historische orgels in de bin
nenstad. Het aantal van vier
orgels, die vorig jaar werden
aangedaan, is nu uitgebreid tot
zeven. Gestart wordt bij één
van de minst opvallende ker
ken in de stad, de Waalse kerk
in de Breestraat. Om de aan
dacht op dit programmaonder
deel te vestigen, treedt het
Noord-Hollands koperkwartet
oi.l.v. Gerrit van Slooten op,
dat is samengesteld uit blazers
van het Concertgebouworkest
en het Radio Filharmonisch
Orkest. Zij posteren zich voor
of, indien mogelijk, bovenop
de kerk om een orgelbespeling
van zo'n 20 minuten met een.
tune in te leiden. Als organist
treedt de Haagse amateurorga
nist H. Kooiker op.
Daarna gaat de tocht naar de
Hartebrugkerk, waar om 11.00
een zelfde happening wordt
gehouden, gevolgd om 11.10
door een concert door Jan
Schmitz. Hierna speelt zich
hetzelfde af rond de Marekerk
(om 11.50 met organist Ben
Fey), de Lutherse Kerk (om
12.30 met Piet Jasperse), de
Hooglandse Kerk (om 13.20
met Joop Brons) en de Lode-
wijks Kerk, die dit jaar voor
het eerst in de route is opgeno
men. Het orgel wordt hier be
speeld door Jan van der Mee
Om 14.50 luiden de koperbla
zers de slotmanifestatie in, die
evenals vorig jaar in de Pie
terskerk plaats vindt en naar
de organisatoren hopen na de
rondgang- door de stad grote
belangstelling zal trekken. Na
een openingswoord door de se
cretaris van de Stichting
treedt het koor Hagacantare
op o.l.v. René Verhoeff, die
een aantal Joegoslavische wer
ken ten gehore brengt.
Een hoogtepunt vormt de pre
sentatie door Verhoeff van
een tweede langspeelplaat, die
de Stichting, na het succes, dat
zij met een eerste plaat vorig
jaar heeft geoogst, het licht
heeft doen zien. De eerste kant
wordt geopend met een opna
me van de burgemeester van
Almere, Han Lammers, die te
vens een fervent amateurorga
nist is en zich vorig jaar al op
twee concerten voor de Stich
ting heeft ingezet. Lammers is
lid van het comité van aanbe
veling, dat de Stichting heeft
opgericht en waarin tal van
prominenten hebben plaats ge
nomen. Ook een tweede lid
van de commissie, de bekende
en bovendien Leidse schrijver
Maarten t' Hart, is op de plaat
vertegenwoordigd. Naast de
organisten Brons, Schmitz,
Fey en Van der Reijden - deze
voert een eigen compositie uit,
de kleine fantasie op het the
ma 'Christus ist erstanden', ko
men de organisten H.C. Jas
perse van de Lutherse Kerk
en Kooiker aan bod. De hoes
van de plaat, die behalve op de
dag zelf, in de Leidse platen
winkels te koop zal zijn, wordt
gesierd door een bijdrage van
een tweede Leidse schrijver en
wel Maarten Biesheuvel, die
een bijpassend verhaal heeft
geschreven. Na een toespraak
van burgemeester Goekoop
vindt een muzikale afsluiting
plaats door Jan Schmitz, die
improviseert op een thema,
hem aangereikt door één van
de draaiorgels, die tijdens de
manifestatie al de Pieterskerk
zijn binnengereden. Vervol
gens klinkt nog een werk voor
orgel en koperblazers en voor
koor en orgel, waaronder een
Kyrie van René Verhoeff,
door deze aan de Stichting op
gedragen.
DIRK VOOREN
LEIDEN Geboren: Jeroen zv. J.
Kromhout en M, van der Niet. Je
roen zv. T. de Jong en S. Stoeken-
broek. Robbert Jan Ad zv. A. van der
Niet en M. J. J. Beekink. Liesbeth
Victoria dv. K. R. J. de Waal en T.
Fuentus de Waal. Lieke dv. M. van
Hoogenhuijze en M. J van Wetten
Matthew zv. M. J. A. Geerlings en M.
van Loon. Manje dv. L'. Koningen en
I. Alta. Dirk zv. D. Kloos en J. Kik
kert. Danny Theodorus Gerardus zv.
R. G. van den Brink en H. P. M. Hil-
ders. Gösta Marvin zv. G. van den
Burg en I J. Boom. Fleur dv. S. van
Heijningen en T. J van Velzen. Anna
Cornelia Maria Antonia dv. J. N. L.
M. Aartman en A. M. van der Luit.
Cornelis Gerrit zv. G. de Mooij en Cr
F. W. S. Korsman. Bobby Arie Pietef
zv. J A. de Graaf en M. Wempe. Eli
sabeth Maria Irene dv. H. J. Blikman
en H. M. Blok. Jacob Gerrit Albert
zv G. J. den Haan en J. M. Nole-
GRATIS ELKE WOENSDAG DE
zijn opvolger, de heer Van
Dusseldorp, „mr. P.", geweldi
ge mensen. Het is overigens A-
da-ma Zylstra met y zonder
puntjes. Dat geldt trouwens
ook voor mijn huidige baas, de
directeur van het Beheerskan
toor Scheveningen, de heer J.
van Doorn. Ik zou het fijn vin
den als u die zou willen noe
men. Schrijft u maar: Van
Luijk noemt de heer Van
Doorn een man, die zich als
geen ander heeft ingezet om
zich te verdiepen in het wel en
wee van Scheveningen, daar
bij het oog steeds gericht op de
toekomst. Het is echt een fan
tastische man, de heer Van
Doorn. Als geen ander heeft
hij hart voor Scheveningen".
Even is het stil. Er wordt thee
gedronken. Weer gaat de tele
foon. Een dame, die wil weten
hoe het met de bediening van
de microfoon in de zaal zit. Zij
wordt naar een technische
man van het theater doorver
wezen. Na het gesprek noteert
de directeur het gesprek in
een speciaal boekje. „Ik schrijf
nooit iets op losse papiertjes,
daar hou ik niet van. Eens kij
ken, dit was telefoontje veer
tien. Zo. Klaar".
Stier
„Het beroep van theaterdirec
teur spreekt natuurlijk enorm
tot de verbeelding", vervolgt
Herman. „Je komt met allerlei
beroemdheden in aanraking.
Met grote kunstenaars en kun
stenaressen en ook met leden
van het koninklijk huis. En uit
hoofde van mijn functie word
ik voor allerlei party's uitge
nodigd". Hij maakt een duik
in een efficiënt hangmap-sy
steem en laat wat uitnodigin
gen zien. Ook laat hij aardige
briefjes zien, die hij in ver
band met zijn aanstaande ver
trek van enige Bekende Ne
derlanders ontving. „Ik moet
nóg zo'n aardige brief heb
ben", zegt hij, waarna hij weer
in de hangmappen duikt.
„Eens kijken, neen, dit is het
niet, wacht even... van de ont
vanger der directe belastin
gen... neen, dat is helemaal
geen aardige brief... nou, ik
kan het zo gauw niet vinden.
Maar u ziet wel: velen kennen
je"-
Op de vraag, of hij de betrek
kelijkheid van die „bekend
heid en geliefdheid", die im
mers voor een belangrijk deel
functie-gebonden is, niet door
ziet, antwoordt hij lachend:
„Ach, weet u: ik ben een stier,
want ik ben op 4 mei geboren.
Nu kent iedereen mij, straks
ben ik voor de mensen niet
meer interessant. Wat dat be
treft moet je nuchter zijn. Ik
ben in elk geval blij dat ik
hier van die fijne medewer
kers heb gehad".
Herman van Luijk is dol op
zijn werk, zijn theater „het
is een heerlijk theater en een
van de belangrijkste van Ne
derland met zijn 1700 zitplaat
sen" maar vooral ook op
Scheveningen als uitgaans-
plaats. „Scheveningen is hèt
ware uitgaanscentrum van
Den Haag", vindt hij.
„In Scheveningen hoort ge
woon een theater. Hoe het met
het Circustheater moet... Ik
vind het moeilijk te begrijpen
dat ze er een aantal zalen bij
willen bouwen, terwijl de re
petities van de Opera naar de
Stopera in Amsterdam gaan,
evenals het ballet, dat net als
de concerten in het Congres
gebouw naar het Spui gaat...
Zalen erbij, wat moet dat niet
gaan kosten? Je moet daar ook
een personeelsbestand voor
hebben... Ik wens het gemeen
tebestuur veel wijsheid toe
voor de beslissingen die ze
moeten nemen. Of ik de toe
komst somber tegemoet zie?
Ach, laat ik het zo zeggen: ik
zal de gebeurtenissen met gro
te belangstelling volgen".
Bereisd
Wanneer Herman van Luijk
straks theaterdirecteur-af is,
gaat hij zich beslist niet verve
len. „Ik ga genieten van mijn
uitgebreide bibliotheek en dis
cotheek", zegt hij. „Daar heb
ik dan de tijd voor. En ik ga
reizen, naar het Verre Oosten,
want dat heeft mijn hart gesto
len. Ik ben een bereisd man,
dat kun je wel zeggen. Je hebt
natuurlijk je internationale
contacten en zodoende kom je
nog wel eens ergens. (Tp uitno
diging van de Tibetan Drama
Society ben ik bijvoorbeeld in
India geweest. Zoals u weet is
de Dalai Lama vanuit Lhasa
naar Noord-India uitgeweken
en daar probeert men nu de
Tibetaanse cultuur levend te
houden. Ik heb daar de com
plete uitvoering van dat gezel
schap gezien, die in het kat
van het Holland Festival
in Nederland is opgevoei
Hier duurde het twee m;
drie kwartier, maar daar m:
liefst de hele dag. Ook heb
in Seoul in Zuid-Korea de 0[
ning van het Cultureel Cel
trum bijgewoond. Vandaanj—
was het maar twee uur verdH
vliegen naar Japan, dus da
ben ik toen ook meteen naai
toe gegaan. Verder ben ik od i
in Hong Kong geweest, wa] 1
ik ons eigen Nationale Balll
zag, op de Philipijnen, in Moj
kou, noem maar op. Oven
merk je dat theatermensen d
zelfde taal spreken. Dat
hoogstmerkwaardig". i
Gelukkig mens
Het afscheid van Herman v4
Luijk gaat vrijdag gepaard iwH
een afscheidsfeest annex ik
ceptie in het Circustheater, „j.
hoop dat ik me goed kan hol
den", zegt hij. „Maar dat aS'
wel lukken, want uiteindelip
heb ik nu zelf ontslag kunneti
nemen. Eigenlijk moest ik vljj
rig jaar al met pensioen, rnau
toen heeft men mij gevraak
nog een jaar aan te blijveN:
Dat is een heel ander uitgangO
punt. Ik blijf overigens ad\Jzi
seur van het theater. Een eu
genlijke opvolger is er, geziej
de onzekere toekomst van h|£
theater, nog niet. De heer Va-.
Doorn neemt de dagelijkse lef*
ding van mij over".
S
„Tja...ik begin aan de winttg
van mijn leven. Maar je hel ]r
natuurlijk korte en lange wii j
ters. Hoe dan ook: ik heb eé
heerlijk leven gehad. Als ia
morgen zou sterven, dan zouS
den mijn laatste woorden git
weest kunnen zijn: ik ben ee^
gelukkig mens. En dan zegga2
de meeste mensen dat 't aan j
te zien is". En dat klopt. Hel
man van Luijk zier er uit al.
een intens gelukkig mens. j'
LEO HENN1*
BIJLAGE BIJ UW KRANT MET
INFORMATIE OVER FILMS,MUZIEK
THEATER, RECREATIE,EXPOSITIES
EN EEN COMPUTE AGENDA
ttlAZENDMK
Maat 44-50, WÊW
Zkleuren. 20 den.er_
Grote maten
met ingeregen
elastiek maten 48-50 54
CAMPW-
mSTOELHi
HOESLAKENS
r
Botermarkt 19
Hoogstraat 1
Kopermolen 31
5 Meiplein 48