„We bestrijden de symptomen, niet de ziekte"
JONGERENWERK IN LEIDEN
-J
Stats richt zich op recreatie en
j vorming van buitenlandse jongeren
Af
i}
KT A
n sp
LEIDEN
EcidóeSotctont
MAANDAG 30 APRIL 1984 PAGINA 3
-
LEIDEN De informatiemarkt voor sui
kerpatiënten, die afgelopen zaterdag in de
Waag werd gehouden is ondanks het
mooie weer en het bloemencorso in de
Bollenstreek vrij druk bezocht. Voor de or
ganisatoren een reden een dergelijke in
formatie-markt nog eens te herhalen. Van
de ongeveer 2000 diabeten in Leiden
brachten zeker 400 mensen een bezoekje
aan de markt in de Waag. Behalve infor
matie over dieet en dieetartiekelen, het
spuiten van insuline en de hulpmiddelen
voor zelfcontrole, was er ook informatie
materiaal over de Diabetesvereniging Ne
derland en kon men een deskundige uitleg
krijgen over de werking van de insuline-
pomp.
Politie achtervolgt
automobilist
LEIDEN De Leidse poli
tie heeft in de nacht van
vrijdag op zaterdag een wil
de achtervolging ingezet bij
een 19-jarige Leidse auto
mobilist. De jongen negeer
de op de Korevaarstraat in
Leiden een stopteken van
de agenten en gaf nog eens
extra gas. Hierna zetten de
agenten de achtervolging
in. Pas op Rijksweg 4 wis
ten zij de jongen tot stoppen
te dwingen. Daar bleek dat
de jeugdige automoblist
geen rijbewijs had
Serie inbraken
LEIDEN De politie in Bussum heeft
gisteren de vermoedelijke daders aan
gehouden van een serie inbraken in de
bejaardenflat Van de Willigenhof aan
de Apollolaan. Vanuit zes kamers in de
bejaardenflat werden zaterdagmiddag
tussen twee en drie uur verschillende
bezittingen van bejaarden gestolen. Er
werden handtassen, portemonnees met
inhoud en sieraden ontvreemd. Veel
bejaarden deden zaterdagmiddag een
middagdutje en hebben niets van de in
braak gemerkt. Enkele bejaarden wer
den wakker en betrapten één van de
dieven. Ze wisten echter te ontvluch
ten. De bejaarden die de dieven hadden
gezien wisten een goed signalement te
verschaffen.
HOOFDINSPECTEUR KOOLWIJK OVER DE FRUSTRATIE VAN DE LEIDSE RECHERCHE:
j
i LEIDEN Het aantal in
Leiden gepleegde misdrij-
i ven blijft sterk stijgen. De
toch al kleine groep re-
chercheurs die geacht
wordt deze zaken op te
lossen, wordt niet uitge-
I breid. Resultaat: recher-
i cheurs brengen de meeste
tijd achter hun bureau
door en verwerken aan-
1 giften en verhoren ver-
1 dachten d/ie door hun geü-
i niformeerde collega's op
heterdaad zijn betrapt.
Veel onderzoek kan niet
worden gedaan omdat er
geen tijd en geen perso
neel voor is. De Leidse re
cherche moet „prioriteiten
stellen" en holt achter de
feiten aan. „Het is heel
frustrerend, je bent nooit
klaar met je werk", zegi
hoofdinspecteur R.M
Koolwijk, hoofd van de
justitiële dienst. Hij ver
laat Leiden en wordt op 1
juli korpschef van de ge
meentepolitie in het Gro-
ningse Hoogezand-Sappe-
meer.
Koolwijk (36), die drie jaar
geleden naar Leiden kwam,
zegt niet weg te gaan vanwe
ge die frustratie. „Hier ben ik
bedrijfsleider in een grote su
permarkt, daar word ik een
kleine zelfstandige. Ik krijg
de leiding over een heel
korps", verklaart Koolwijk
zijn ambitie. Het korps in
Hoogezand bestaat uit 64 po
litiemensen. Later noemt
Koolwijk, van origine Rotter
dammer, nog een reden om
naar het noorden te verhui
zen: zijn vrouw heeft haar
jeugd in Groningen doorge
bracht. Over zijn nieuwe
functie wil Koolwijk niet
veel zeggen. „Ik weet er nog
niet veel van".
Uniform
In Leiden geeft Koolwijk lei
ding aan al het politieperso
neel dat niet in uniform
loopt. Deze justitiële dienst
bestaat uit verschillende af
delingen zoals recherche,
vreemdelingendienst, zeden-
en kinderpolitie. Bij deze af
delingen werken vijftig men
sen, een kwart van het korps.
De recherche bestaat uit ze
ventien hoofdagenten, vijf
brigadiers en een adjudant.
Zoals het hele korps is ook de
justitiële dienst onderbezet.
Omdat overwerk voor een
gedeelte in vrije tijd wordt
„betaald" kunnen er niet al
teveel overuren worden ge
maakt. „Ik voel me soms net
een boekhouder met al die
vrije en roostervrije dagen",
merkt Koolwijk op. Een ty
perend voorbeeld voor de on
derbezetting van het korps is
de nachtdienst. Leiden wordt
in de nachtelijke uren door
slechts tien agenten en een
brigadier bewaakt, in de
weekeinden zijn het er wat
Het mag duidelijk zijn dat de
politie het niet gemakkelijk
heeft. Zeker nu het aantal
aangiften sterk stijgt. In de
eerste drie maanden in 1983
noteerde men er L400, per 1
april van dit jaar waren dat
er al 2000. Dit is een stijging
van dertig procent. 1982 gaf
een totaal van 6.022 aangiften
te zien, 1983 7.333. De stijging
van de aangiften wordt niet
Koolwijk: ..Je bent nooit klaar met je werk, dat is heel
frustrerend".
alleen veroorzaakt door het Klein
feit dat er meer misdrijven Bij de meeste misdrijven (85
worden gepleegd, maar ook procent) gaat het om de zoge-
omdat men tegenwoordig naamde kleine criminaliteit,
eerder geneigd is aangifte te zoals fiets-, en winkeldiefstal,
doen. Diefstal van een fiets Veel van deze kleine crimi-
wordt de laatste tijd weer naliteit kan op het conto van
wat zwaarder gevoeld. verslaafden aan harddrugs
worden geschreven. „Van
honderd personen die we in
verzekering hadden gesteld,
waren er vijftig verslaafd
aan harddrugs", zegt Kool
wijk. Het gaat hier om men
sen die regelmatig bij de poli
tie komen. „Het is een vi
cieuze circel. Als we zo'n
verslaafde verdachte op
straat zetten, dan weten we
dat hij weer gaat jatten en
dat hij weer bij ons terecht
komt. Soms zetten we een
verslaafde na zessen op
straat, dan kan hij die dag
tenminste niets meer stelen",
verzucht Koolwijk.
„Wij kunnen dit niet doel
treffend bestrijden en we
kunnen die vicieuze cirkel
niet doorbreken. We kunnen
alleen maar de gegevens ver
werken en zo hollen we dus
achter de feiten aan", zegt de
hoofdinpecteur, die vervol
gens een rekensommetje
maakt. „Een verslaafde heeft
100 tot 300 gulden per dag
nodig. Een gram heroïne kost
2 tot 300 gulden. Een heler
geeft hoogstens een kwart
van de nieuwwaarde zodat
een verslaafde die 250 gulden
nodig heeft om te „scoren"
per dag voor 1000 gulden
moet stelen. Met honderd
verlaafden kom je zo aan
100.000 gulden per dag", al
dus Koolwijk. „Ik moet er
nadrukkelijk bij zeggen dat
dit een veronderstelling is",
voegt hij eraan toe.
De vele aangiften houden de
rechercheurs aan hun bureau
gekluisterd. Men moet kiezen
welk onderzoek niet en welk
wel wordt gedaan. Toch
heeft het doen van aangiften
zin, meent Koolwijk. „Je
kunt de criminaliteit zicht
baar maken". Is deze zicht
baar gemaakt, dan kan het
projectteam eventueel aan de
slag. Dit team, dat bestaat uit
vijf hoofdagenten en een bri
gadier, is in het leven geroe
pen om het gat op te vullen
dat is ontstaan doordat re
chercheurs weinig onderzoek
kunnen doen. Is er bijvoor
beeld een plaats bekend waar
veel fietsen worden gestolen,
dan kan het team zich daar
mee bezighouden. Of het
team (het heeft geen vaste le
den, men werkt volgens een
rouleersysteem) richt zich op
een pand waar drugs worden
verhandeld. Deze aanpak is
redelijk succesvol. De recher
che is overigens toch niet on
tevreden, want in 1983 wer
den 1100 arrestanten „ver
werkt" en steeg het aantal
opgeloste misdrijven met
twee procent.
Zwaar
Volgens Koolwijk heeft Lei
den een behoorlijk stuk zwa
re criminaliteit en is er in
deze stad een vaste clan cri
minelen. Er is handel in
drugs en wapens. De drugs
handel speelt zich af in kof
fieshops, particuliere wonin
gen en het station, over de
wapenhandel wil Koolwijk
niets zeggen. Koolwijk zou
graag wat meer aan preven
tie doen. „Wij zitten nu aan
het einde van de lijn, we be
strijden de symptomen en
niet de ziekte. Het komt in
toenemende mate voor dat
we bepaalde dingen niet
kunnen aanpakken", klaagt
Koolwijk. Van één ding is hij
overtuigd. „De romantiek
van 't vak is er af".
KEES VAN HERPEN
LEIDEN Vroeger trok
men er op een zonnige zo-
merdag graag op uit om bloe
men en planten te gaan de-
termineren of ging men een
weekje op kamp naar de Ve-
luwe. 's Winters werd de ko-
lenkachel hoog opgestookt en
zaten de jongens met het
puntje van hun tong uit de
mond en met gebogen ruggen
te figuurzagen, terwijl de
meisjes de mooiste patronen
in hun handwerkje verwerk
ten. Er heerste orde en gezag,
wie tegensprak kon een draai
om de oren krijgen, de Tap-
toe op 2 oktober had nog een
rustig verloop en van hasjiesj
had nog niemand gehoord,
zelfs de politie niet.
Dat een vergelijking van het
sociaal cultureel werk in Lei
den tussen vroeger en nu on
geveer hetzelfde is als een
poging om de overeenkom
sten tussen een appel en een
banaan duidelijk te maken,
zal iedereen zonneklaar zijn.
Niets is hetzelfde gebleven:
de begrippen orde en gezag
zijn geschrapt uit de vocabu
laire van de welzijnswerkers
van de jaren tachtig, om
plaats te maken voor termen
als agressie, drugsbeleid ol
hanteerbaarheid van de doel-
schappelijke omstandigheden
en de daardoor veroorzaakte
ontwikkelingen op het ge
bied van het sociaal-cultureel
werk in Nederland, ontstond
zo'n 20 jaar geleden vanuit
het club- en buurthuiswerk
een nieuwe richting: het jon
gerenwerk. De jongeren
(toen nog jeugd genoemd) be
gonnen zich te ontwikkelen
tot een groep met een eigen
gedrag, ideeën en wensen,
die een speciale aanpak ver
eiste.
Uiteindelijk kreeg dit alles
gestalte in nieuw opgezette
jongerencentra, de sociaal-
cultureel werkers gingen
zich jongerenwerkers noe
men en op een aantal sociale
academies werd zelfs een
speciale studierichting jonge
renwerk in het leven geroe
pen.
Anno 1984 beschikt Leiden
over drie jongerencentra die
als zelfstandige werksoort
binnen het stedelijk sociaal-
cultureel werk functioneren:
het Breehuys voor scholie
ren, Stats voor de buiten
landse jongeren en het Leids
Vrijetijds Centrum, dat zich,
door de grootschalige aanpak,
niet op één bepaalde groep
jongeren richt. Vandaag het
tweede deel van een serie
over deze drie centra.
„HET IS BELANGRIJK OM JE EIGEN TAAL TE KUNNEN SPREKEN"
LEIDEN Het Leidse
Volkshuis. Met haast palei
sachtige afmetingen weer
spiegelt dit roodbakstenen
gebouw zich in het water van
de Rijn. Een gebouw met een
historie die tot voor de eeuw
wisseling terug gaat. Al bijna
een eeuw wordt hier aan so
ciaal culturele vormingge
daan. Een aardig stuk ge
schiedschrijving over de ont
wikkeling van het Volkshuis
en haar activiteiten vindt
men in het boek Het Leidse
Volkhuis, 1890-1980.
De drie belangrijkste werk
velden van het Volkshuis
zijn het volwassenwerk, het
buurtwerk en het jongeren
werk. De activiteiten van het
jongerenwerk vinden plaats
in jongerencentrum Stats, ge
vestigd op de begane grond
aan de kant van de Haarlem
merstraat. Sinds 1979 is Stats
het domein van de buiten
landse jongeren. Voor die tijd
bestond de bezoekersgroep
uit een mengeling van bui
tenlandse (Surinaamse,
Turkse, Marokkaanse) jonge
ren en Nederlandse jongeren.
Belangrijk probleem in die
tijd was niet zo zeer het feit
de Stats een smeltkroes van
verschillende culturen was,
maar meer het welig tierende
gebruik van harddrugs.
Na discussies over de vraag
aan welke bezoekersgroep nu
eigenlijk de meeste zorg be
steed zou moeten worden, be
sloot de staf haar aandacht te
richten op de groep buiten
landse jongeren. Een van de
belangrijkste argumenten om
juist voor deze groep te kie
zen was dat de Nederlandse
bezoekers in de andere jonge
rencentra van Leiden een
plek zouden kunnen vinden.
Bij nadere beschouwing blijkt
de huidige bezoekersgroep
van Stats hoofdzakelijk uit
Marokkaanse jongeren te be
staan. „Dat komt omdat de
Turkse jongeren steeds meer
naar de speciale Turkse cof
feeshops toegaan en ook om
dat de Turkse Culturele Ver
eniging allerlei activiteiten
organiseert", zal Mansour,
staflid bij Stats, later verkla
ren. De activiteiten van Stats
zijn voor een groot gedeelte
op recreatie gericht: soosmid-
dagen, cursussen, folkloris-
tiesch dansen, maar ook the
ma-avonden.
Een belangrijk onderdeel van
Stats is het informatiecen
trum voor buitenlandse jon
geren, opgezet om voorlich
ting, advies en informatie te
geven over zaken als ver
blijfsrecht, uitkeringen,
school, politie, maar ook met
persoonlijke problemen kan
men er terecht.
Rond de tafel in het informa
tiecentrum zitten vier bezoe
kers/vrijwilligers om wat
meer over de activiteiten van
Stats te vertellen: Youssef,
jongste van het gezelschap zit
op de LTS, evenals Nasser.
Hassan is bezig met het voor
bereidend jaar voor de socia
le academie. Abdelhak zit
zonder werk en Mansour, de
vijfde gesprekspartner, is als
staflid werkzaam bij Stats.
Wat opvalt is dat er onder de
bezoekers van de soosmiddag
geen enkel meisje te bespeu
ren valt. „Meisjes zal je in
Stats vrijwel nooit tegen ko
men", verteld Mansour. „Die
worden nog steeds heel
streng ongevoed en mogen
hier niet komen. De meeste
jRIEMELS
'NepTUNüS 2££ JE
tijo möt veftroer! tts ik zo'n (oifee.
I hf)d zco IK 'n AOSSJ Op térECHïs
-ruisws ftcwBj
van onze ouders hebben daar
nogal ouderwetse opvattin
gen over". „Natuurlijk zou
den we graag willen dat hier
ook meisjes komen", aldus
Abdelhak. „Maar alleen de
meisjes die moderne ouders
hebben mogen uitgaan als ze
dat zelf willen. Andere meis
jes doen het stiekum, dan
zeggen ze dat ze naar een
vriendin gaan". Hij vindt het
niet alleen jammer dat er
geen meisjes komen, maar
ook lastig: „Vorig jaar speel
den we een toneelstuk op de
Kerst-In van Augustinus. Dat
was een Marokkaans toneel
stuk, waar een vrouw een be
langrijke rol in speelde. Maar
voor die rol konden we dus
geen meisje vinden, toen heb
ik die rol maar op me geno
men". Toneelspelen doet hij
erg graag: „We zijn nu met
een nieuw stuk bezig. Dat
stuk gaat over de Nederland
se taal, 75 procent van de
tekst is in het Nederlands, de
rest in het Marokkaans, knap
moeilijk dus".
Later vertelt een ander staf
lid van Stats dat Abdelhak
een uitstekend toneelspeler
is. Eigenlijk zou hij naar de
toneelschool moeten gaan,
maar de zware selectie en de
problemen die hij met de Ne
derlandse taal heeft piaken
hem vrijwel kansloos om toe
gelaten te worden.
Zoals reeds gezegd wordt
Stats hoofdzakelijk door Ma
rokkaanse jongeren bezocht.
De vraag rijst of een dergelij
ke situatie een zeker isole
ment veroorzaakt. Hassan is
daar heel duidelijk over: „Ik
woon in Hazerswoude, daar
ben ik de enige Marokkaan.
Ik ga daar dan ook altijd met
Nederlanders om. Voor mij is
In Stats komen vooral vrolijke Marokkaanse jongens,
meisjes zijn er bijna niet.
het heel prettig om hier mijn
landgenoten te kunnen ont
moeten, om weer eens in je
eigen taal te kunnen praten.
Maar natuurlijk ga ik ook
naar andere plaatsen, café's
en dergelijke. Ik wissel het
gewoon af".
Discriminatie
Mansour: „Het is erg belang
rijk om zo nu en dan je eigen
taal te kunnen spreken en
om met mensen uit je eigen
cultuur om te gaan. Ook ik
ga natuurlijk wel naar café's
en zo. Maar dan wel naar die
caf's waar ik een aardig soort
mensen tegen kom. Dat er
ook in Leiden mensen rond
lopen die er minder frisse
ideeën over buitenlanders op
na houden begint zich, getui
ge diverse incidenten van de
laatste maanden (brandbom
in een Marokkaans koffie
huis, geweldpleging tegen
buitenlanders op straat)
steeds duidelijker te manifes
teren. Vreemd genoeg (of lie
ver: gelukkig maar) hebben
de Statsbezoekers daar wei
nig last van. „Gelukkig is het
in Leiden niet zo erg als in
Amsterdam of Utrecht
geeft Mansour te kennen. „Ik
zelf heb er geen last van, ik
word ook nooit uitgescholden
of iets dergelijks. Ze zullen er
wel zijn, die rascisten, maar
ze zijn eigenlijk onzichtbaar.
Ik ben wel erg geschrokken
van dat gedicht van Minerva.
Dat vond ik heel erg. Ook
Abdelhak blijkt weinig tot
geen last te hebben van dis
criminatie: „Ik woon in Zuid-
West. Maar bij mij in de
buurt heb ik: nog nooit pro
blemen gehad. De mensen
zijn daar juist heel aardig. In
het zwembad heb ik wel eens
een opmerking gehad, maar
dat is eigenlijk alles. Maar ik
ga dan ook nooit naar plaat
sen toe waarvan ik weet dat
ik er last krijg".
Hassan beaamt dat, ook hij
heeft geen problemen omdat
Duivel
Geo Hoppenstedt exposeert vanaf zaterdag 5 mei schilde
rijen en aquarellen in Werkplaats 'De Bange Duivel' aan
de Rijndijkstraat 4. De tentoonstelling wordt die zaterdag
middag om vier uur geopend. Tom Eerstens speelt 's
avonds om negen uur en om half elf op zijn gitaar. De ex
positie is tot 10 juni te zien.
foto-onderschrift
Een werk van Geo Hoppenstedt
Collecte
Het Chili Front Leiden houdt deze week de jaarlijkse be
vrijdingscollecte. Het geld is bestemd voor het verzet in
Chili. Collectanten zijn nog welkom, aanmelden bij het
Chili Front, 149293.
Depardieu
In het Kijkhuis aan de Vrouwenkerkkoorstraat 17
worden volgende week drie films met de acteur Ge
rard Depardieu vertoond. Maandag 7 mei staat „Le
dernier metro" van Francois Truffaut op het program
ma, dinsdag 8 mei „Les valseuses" van Bertrand Blier
en woensdag 9 mei „Loulou" van Maurice Pialet. De
films worden elke avond tweemaal vertoond en wel
om acht uur en om kwart over tien.
Synagoge
De jaarlijkse lezing van de Stichting Vrienden van de
Leidse Synagoge wordt dit jaar gehouden door mevrouw
M.H.M.F. Gardeniers-Berendsen. Mevrouw Gardeniers, lid
van de Raad van State, spreekt maandagavond 7 mei in de
synagoge aan het Levendaal 14 over het onderwerp Vrij
heid-Onafhankelijkheid". De lezing begint om acht uur.
Momenteel wordt geld ingezameld voor het groot onder
houd van de synagoge. De helft van de benodigde 25.000
is er al.
Lezing
Mevrouw J. Boyens houdt dinsdagavond 8 mei in mu
seum De Lakenhal aan de Oude Singel een lezing over
het werk van de Noordwijkse kunstenares Maja van
Hall. In De Lakenhal zijn momenteel beelden van me
vrouw Van Hall te zien. De lezing, die om kwart over
acht begint, wordt voorafgegaan door de algemene le
denvergadering van de Vereniging van Belangstellen
den in De Lakenhal. Deze vergadering begint om half
acht.
hij Marokkaan is. Over het
tegen gaan van discriminatie
is hij heel duidelijk: „Natuur
lijk zitten er in Leiden ook
racisten, maar ik heb het
idee dat ze er niet goed voor
uit durven komen. Ze moe
ten bestreden worden, je
moet ze niet doodzwijgen,
want dan zullen het er steeds
meer worden. De vraag is al
leen hoe je er tegen in moet
gaan. Je kan Janmaat wel
proberen aan te pakken maar
de vraag is of dat zin heeft".
„Je moet naar de oorzaken
kijken", vervolgt hij. „Daar
moet je iets aan doen. Er
moet voor gezorgd worden
dat de mensen genoeg geld
hebben, dat ze goede huizen
krijgen om in te wonen. Ik
begrijp best dat er mensen
zijn die op de Centrumpartij
stemmen. Juist met die men
sen moet je gaan praten, ze
duidelijk maken dat ze het
mis hebben".
Ook voor buitenlandse jonge
ren slaat de crisis hard en on
verbiddelijk toe: veel werk
loosheid, weinig uitzicht op
een baan als je van school af
komt, geknabbel aan mini
mumloon en uitkeringen.
Onstaat er, met name bij die
genen die in Marokko gebo
ren zijn, niet de drang om te
rug te gaan? „Er zijn heel
weinig jongeren die dat wil
len", zegt Monsour. De situa
tie in Marokko is heel anders
dan die in Nederland. En dan
gaat het niet alleen om het
probleem om weer werk te
vinden. Abdelhak: „In Ne
derland ben je een buitenlan
der, maar als je terug gaat
naar Marokko ben je eigen
lijk ook een buitenlander,
tenminste, dan voel je je een
buitenlander. Je komt tussen
twee culturen terecht. Als je
na zeven of acht jaar naar
Marokko terug gaat, dan voel
je je geen Marokkaan meer.
Dat hele cultuurprobleem
speelt voor ons een belangrij
ke rol, maar het is niet echt
een groot probleem. Wij zijn
nog in Marokko geboren en
daar gedeeltelijk opgegroeid.
Wij hebben nog een binding
met de Marokkaanse cultuur.
Maar de kleinere kinderen,
die in Nederland geboren
zijn, die krijgen het als ze ou
der worden veel moeilijker
dan onze generatie. De men
taliteit van die kinderen gaat
botsen met de mentaliteit
van de ouders. „Ook de taal
gaat dan een probleem wor
den", zegt Hassan. „Ik heb
een zusje van zes jaar, die
praat tegen mijn moeder al
leen Nederlands. En mijn
moeder snapt er geen barst
van".
Mansour: „Je ziet nu al dat
de hele jongere kinderen die
hier komen onderling Neder
lands praten". Vervolgens
geeft hij het verschil tussen
twee generaties jongeren
treffend weer: „Als wij Ne
derlands gaan praten moeten
we eerst nadenken. Bij de
kleine kinderen is het precies
andersom. Als die iets in het
Marokkaans willen zeggen
moeten ze eerst heel diep na
denken".
FRITS BRUINS