is zij jong van geest £eidóc@ou/ui/nt ™OMAM e e lawine is het net ni >t geworden wat nje-scribenten en portrettisten naar eiding van de aanstaande vijfenzeven- e verjaardag van prinses Juliana over Nederlandse volk hebben uitgestort, r de liefhebbers van lees- en vooral boeken over ons vorstenhuis kunnen en aardig plankje mee vullen. Bestsel- daarbij zal waarschijnlijk „Juliana 75" ien, want de foto's, kiekjes en herinne en in dit „nationaal foto-album" zijn ingebracht door Mies Bouwman, die voormalige koningin in de volksgunst ïaast naar de kroon steekt. Bovendien t de opbrengst ten goede aan twee ladige doelen, door de jarige prinses op 28 april tijdens een televisiepro- nma van de TROS aan te wijzen en Igeefsheid is niet voor niets onze natio- deugd. Maar is dit boek ook het beste? Bouwman nodigde eind vorig jaar het Neder- ie publiek uit haar amateurkiekjes toe te stu- lie bij allerlei gelegenheden van Juliana wa- ;emaakt. Ze kreeg 6843 brieven, waarbij ge- eld vijf foto's waren ingesloten. Dat maakt 5 kieken. Uiteindelijk kwamen 252 ervan de selectie, hoofdzakelijk zwart-wit en veelal baar geknipt met het vierkante boxje dan ,nog wel aantreft op rommelmarkten. Ruim D foto's, onstaan zoals een inzender zelf ef „vanuit een heel eigenaardig gevoel; f je een doelpunt maakt", stelle zich dat voor. Foto's van een vrouw bo- ien die erom bekend staat dat ze er een gru- ke hekel aan heeft camera's op zich gericht te n. Uitgerekend die krijgt dit album aangebo- )ij wijze van een cadeau dat schrijft Mies man in haar voorwoord „nu eens niet ir de rodondendrons terecht komt; iets dat u uut niet bezit en waarmee u dus blij zult zijn, :urieus défilé in boekvorm", prinses Juliana is de uitspraak bekend: „Al je duizenden goede foto's van een persoon, ken je zo iemand toch nog niet echt". Ver- t mag dus worden dat deze verzameling gele- eidskiekjes weinig tot haar zelfkennis zal bij- in. Eerder zeggen de foto's iets over de ma- en vooral maaksters zelf, getuige bijschriften 'Zoals u ziet zwaait de koningin alleen naar iets waar ik apetrots op ben" of: „Toen ik daar zo zag lopen, was mijn eerste gedachte: heeft de koningin mooie benen". Die bij- ften vormen dan ook het aardigste deel van >oek, want almaar Juliana in koetsen, op de lts, dansend met Zeeuwse boerinnetjes, als jde violiste in een strijkje, als padvindster op nationaal kamp, met het Urker visserskoor, in rij wachtend op de skilift, bij een demonstra- nderwaterlassen of aan de sjoelbak het op den duur de geeuwlust. Uit de bijschrif- ordt men meer gewaar. bloemlezing dus. Uit de dagen van ballin- in Canada: „Er hing een houten man die moest voorstellen en daar gooide zij de bal rloe. Hé, zei ze, het doet me goed hem zo te In een kraamkliniek: „Nooit zal ik verge- oe prinses Juliana achter me stond en zei: ik meehelpen de luiers omdoen, want als ik s kinderen heb, moet ik het ook doen". Of. „Wat mij het meeste opviel, was dat ze bij fscheid al onze namen nog precies wist". En „Ze kon leuke bakken vertellen en je hoefde uit beleefdheid te lachen". Dit citaat tenslotte ardig de sfeer van het hele album samenvat: ist haar kwaliteiten als staatshoofd en nu ;es heeft Juliana zoiets warms en innemends het bijna jammer vindt dat ze die hoge posi- eeft. Je zou haar graag gewoon als een ver- vde vriendin willen hebben". jjnele aanpak idend informatiever is het boekje „Juliana" "red J. Lammers, journalist bij het dagblad w en vast medewerker van het tijdschrift Koningshuis. Hij koos voor de originele aan- van 75 vragen aan zichzelf over prinses en gaf er vervolgens de antwoorden op. igeveer: oe is de verstandhouding met koningin Bea- de onderlinge betrekkingen innig zijn, kan worden gezegd. Ze ontmoeten elkaar alleen imiliefeesten. Beatrix had al veel eerder ko- n willen worden en dat was regelmatig aan- ïg tot problemen tussen moeder en dochter. Beatrix kwam de mededeling van de troons- van Juliana even onverwacht als voor het volk. Dat illustreert het feit dat moeder en er voor elkaar niet met hun hartsgeheimen p lopen". ijkt een beetje sleutelgatkijkerij wat Lam- in dit boekje doet. eft Juliana het zich aangetrokken dat er in i onwettige halfbroer van haar opdook heeft het ervaren als verschrikkelijk. De die prof. de Jong in zijn geschiedschrijving el heeft gelegd, zijn heel hard aangekomen, eeft ijverig geprobeerd de publikatie ervan i te houden. Moet dat nou?, vroeg ze wanho- lan premier Van Agt. Het heeft haar dieper igrepen dan de Lockheed-affaire". iderdaad, hoe heeft ze de Lockheed-affaire en? lat er geen misverstand over bestaan dat ze dat Bernhard „enorm stom" is geweest, dat de affaire geëindigd is zoals hij is geëin- is voor een belangrijk deel aan haar te dan- Ze sleepte Bernhard door een van de moei- e periodes van zijn leven heen. De winst van heed was dat het Juliana en Bernhard dich- >t elkaar heeft gebracht". ook huiselijker vragen komen in dit boekje sijn unieke fotomateriaal aan de orde. echt Juliana waarde aan kleren? een voorstander van de opvatting dat je 'n heel goed kunt vermaken. En daar leeft ze Aan de stof van een japon valt soms te zien iet ooit een avondrobe is geweest. eeft ze hobby's? eelspelen. Een familiefeest van de Oranjes is iteeds niet compleet als er geen toneelstuk of 'i wordt opgevoerd met Juliana in de hoofd- !n Juliana als nieuwslezeres in een eigenge it videoprogramma is in de familie- en vrien- ring een succesnummer geworden", oe gaat ze om met haar personeel? haar manier heel sociaal-voelend. Maar ze het er moeilijk mee als ze niet op haar wen- ediend wordt. Evenals haar moeder kan ze buien hebben en berg je dan. Meestal zijn de -uitbarstingen snel voorbij, maar intussen is 1 het een en ander gezegd". hdt ze het, tot slot, vervelend dat ze alleen dochters heeft? kan haar niets schelen. Bij de geboorte van tine heeft ze zelfs gezegd: ik heb echt in Voor de schrijfster bleek de troonsafstand in 1980 niet als een verrassing te komen. Ze herinnerde zich het staatsbezoek uit 1978 aan Suriname. „En kele onderdelen van het zware programma waren ingekort of afgelast. Juliana deed af en toe wat ongemakkelijk. Haar zichtbare vermoeidheid en haar ongeduld konden niet geweten worden aan de warmte, want ze had zich altjd zeer wel ge voeld in de tropen; ze was en is een echte zonaan bidster. Sprak dan toch de leeftijd een woordje mee?". Precies, Maar ze wilde zich beslist niet zo volkomen terugtrekken als haar moeder die het standpunt huldigde dat een geabdiceerde vorst „dood is, en helemaal dood". Wilhelmina zette na de inhuldiging van haar dochter in 1948 op weg naar huis de haar begeleidende rechercheur uit de auto omdat ze geen staatshoofd meer was en liet zich nog maar sporadisch zien. Niet zo Juliana. Dat zou ze ook nauwelijks kunnen, suggereert Ans Herenius-Kamstra. „Weliswaar leest onze voor malige koningin graag, houdt ze ervan naar de schouwburg te gaan, zwemt en tennist ze, maar echte liefhebberijen waarmee ze haar dagen zou kunnen vullen, heeft ze niet. En in haar veelvul dige contacten met ouderen uit alle lagen van de bevolking had ze genoeg gezien en gehoord om te weten dat mensen, van de ene dag op de andere tot nietsdoen veroordeeld, in geestelijke veer kracht en lichamelijke gezondheid snel achteruit kunnen gaan, wanneer er geen hobby is die veel tijd en aandacht opeist". „Vermoedelijk tegen haar eigen verwachting in -- ze had graag een broer gehad, omdat die dan ko ning zou zijn geworden was het koningschap voor haar toch een levensvervulling geworden. Had ze die veelomvattende taak opeens niet meer gehad, dan had ze met haar tijd en met haar niet te onderschatten energie geen raad geweten". Daarom is Juliana met instemming, zelfs op ver zoek van koningin Beatrix, een rol blijven spelen in het dikke draaiboek van allerlei koninklijke functies en verplichtingen, met dat erevoorzitter- schap van de Nationale Commissie Jaar van de Gehandicapten als hoogtepunt. Staatszaken zijn voortaan taboe. In haar eigen woorden: „Daar mag ik niets meer mee te maken hebben; ik lees mijn krantje zoals ieder ander". Maar representa tie mag en is zelfs welkom nu prins Claus door zijn ziekte goeddeels uit het „koninklijk circuit" is weggevallen. „Mijn oudste dochter deed vaak din gen voor mij, evenals mijn dochter Margriet en de hele familie dat deden. En nu help ik mijn doch ter door dingen van haar over te nemen. Maar niet al te veel, want dan word ik te moe". Voor de opsomming van alle activiteiten van prin ses Juliana sinds 1980 heeft de schrijfster vervol gens drie pagina's nodig. „Nog is zij jong van geest; nóg is haar belangstelling voor de gebeurte nissen in de wereld in het algemeen en voor die in Nederland in het bijzonder onverflauwd: nóg is de hand die zij haar medemensen toesteekt, stevig van greep. En koningin Beatrix is sinds haar eigen moederschap milder jegens haar moeder gewor den. Ze heeft haar al te grote reserve overboord gezet. Gevoelens van ongeduld hebben plaats ge maakt voor tederheid". Dezelfde ontwikkeling die zich eerder bij Juliana jegens Wilhelmina had voorgedaan. Ook daar heersten vaak ernstige meningsverschillen en we derzijdse kritiek. Echter: „Roerend vind ik het verhaal over het vest dat Wilhelmina voor haar dochter breide. Haar handen waren toen niet te vast meer, haar ogen waren al minder en het brei- stuk paste op geen stukken na. Met engelengeduld haalde Juliana het uit, breide het opnieuw en droeg het telkens als ze naar Apeldoorn ging". Oogstrelend In 1959 kreeg de portretfotograaf Max Koot het verzoek om in paleis Soestdijk enkele proefopna- men van koningin Juliana en prins Bernhard te komen maken. Er werd gezocht naar een waardi ge opvolger van hoffotograaf Meyboom die sinds 1946 bij de koninklijke familie kind aan huis was geweest, maar die het geleidelijk wat kalmer aan wilde gaan doen. Koots foto's vielen in de smaak. Voortaan reed hij enkele malen per jaar naar Baarn. Van dichtbij maakte hij mee hoe de prin sessen volwassen werden, hun eigen weg zochten, verliefd werden, trouwden en kinderen kregen. Een weerslag daarvan staat bijeen in „Familie-al bum van de Oranjes, 20 jaar hoffotografie door Max Koot". Ook hiervoor schreef Ans Herenius- Kamstra de tekst, maar ditmaal is die totaal on dergeschikt aan het oogstrelende werk van de fo tograaf: 243 foto's, voornamelijk zwart-wit, zo mooi echter dat men de kleur geen ogenblik mist. Sterker, het schitterende portret van prins Bern hard met pijp en anjer zou bij kleur wellicht aan kracht hebben ingeboet. Helemaal geldt dat voor de serie die Koot van prins Claus schoot toen die vlak voor zijn huwelijk in de Westerkerk in het paleis op de Dam nog snel een laatste zenuwachtig sigaretje rookte. De bijschriften leveren aanvullende informatie. „Koningin Juliana", zo staat er, „heeft het steeds vervelend gevonden dat poseren voor portretten. Begrijpelijk, de meeste foto's doen haar geen recht. Wie haar persoonlijk leert kennen, is ver rast door de humor die uit haar gezicht spreekt". En even verderdop: „Zowel voor pers- als voor portretfotografen geldt prins Bernhard als het ide ale model. Hij kan op verzoek glimlachen, ernstig dan wel nadenkend kijken en elke gewenste pose aannemen zonder dat het geposeerd lijkt". Bij een foto van de 22-jarige Irene: „Zij was de elegantste van de zusters, had veel gevoel voor mode en wie haar slechts oppervlakkig kende, kon niet bevroe den hoezeer ze werd beziggehouden door religieu ze kwesties". Bij Beatrix: „Ze kreeg in 1958 op haar reis naar de West de bijnaam Prinses Glim lach en inderdaad bestaan er slechts weinig foto's waarop ze een ernstig gezicht toont, maar tijdens mijn eerste fotosessie lukte het me een niet-glim- lachende prinses te fotograferen". Kloppen doet er ondertussen iets niet in het boek. De eerste regels vermelden al dat prins Bernhard in zijn werkka mer een asbak heeft staan met in het Frans de tekst: „Vier dochters en een moeder vijf dui vels voor de vader". De foto's echter zijn allemaal regelrecht in de zevende hemel gemaakt. Er wordt in het paleis wat afgeglunderd, zo lijkt het. Dit is niet hartverwarmend meer. Dit is centrale hartverwarming. Waar de biografieën over Juliana serieuze pogingen doen het sprookje met wat meer werkelijkheidszin te omkleden, daar blazen de foto's van Koot de ballonnetjes weer op. Zouden al die kleinkinderen van prinses Juliana nou echt nooit eens gewoon een rotbui hebben? Dan aarden ze dus niet naar hun oma. PIET SNOEREN Op deze pagina werden besproken: „Juliana 75", Nationaal Foto-album, Mies Bouwman, uitgeverij Fibula-van Dishoeck, 14,90; „Juliana, 75 vragen over prinses Juliana", Fred. J. Lammers, uitgeverij Perspectief, 12,50; „Juliana 75 jaar, een leven tussen twee werelden", Fred. J. Lammers., uitgeverij Hol- landia, 49,90; „Juliana 75 jaar, omzien in be wondering", Ans Herenius-Kamstra, uitgeverij Zomer en Keuning, 24,90; „Familie-album van de Oranjes", Max Koot en Ans Herenius- Kamstra, uitgeverij Elsevier, 16,90. Bij de foto's (van boven naar onder) Illustraties uit „Juliana 75", Na tionaal Foto-album, Mies Bouwman. 's-Gravendeel, 1978. „Ons bedrijf heeft destijds een met allerlei broodsoorten opgemaakte broodmand aangeboden die door de 8- jarige Gerlé Terdu, verkleed als bakker, werd overhandigd". M. Ter- du, Klaaswaal. Oudewater, 1952. „Ik moest zeggen: Majesteit, mogen wij U na mens het gemeentebestuur deze bloemen aanbieden als bewijs van erkentelijkheid dat U ons kleine stadje bezoekt. En toen zei zij: Je hebt het mooi gedaan hoor. En ze lachte, dat weet ik nog wel". T. Rietveld-Hoogenboom, Oudewater. Vinkeveen, 1962. „Er kwam een heel oranjeboven-menu op tafel, want het was een huishoudschool en dat wilden ze wel weten: ko ninginnesoep, worteltjes, sinaasappels, dat soort dingen: heel ge zellig allemaal. Daarna kreeg de Koningin een door de zusters zelf gemaakt kanten kleed, echt nonnikenwerk". K. Dronkert, Den Haag. Middelburg, 1960. „Prinses Juliana, in Middelburg ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw van de Provinciale Griffie voor Zeeland". P. C. Smolders, Middelburg. Den Haag, 1965. „Op de expositie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het ziekenhuis Bronovo bezocht H.M. ook de kraamka mer. Onze oudste dochter was verpleegster en werd aangezocht daarbij aanwezig te zijn (op foto zonder bril)". W. P. Riede, Leider dorp. Menselijk gezicht Wat is voor prinses Juliana het grootste cadeau van haar leven geweest? „Dat ik in 1980 werd uit genodigd om het erevoorzitterschap op me te ne men van de Nationale Commissie Jaar van de Ge handicapten", heeft ze bij herhaling op die vraag geantwoord. Ze wilde immers na haar troonsaf stand „niet niks gaan doen; daarvoor ben ik nog veel te jong". Ze wilde „nog ergens zinvol mee be zig kunnen zijn, ergens mogen helpen op gebieden die me bijzonder interesseren". Dit aspect van Ju liana's levensavond krijgt veel nadruk in het gro te foto-album met een levensbeschrijving dat is samengesteld door Ans Herenius-Kamstra. Ook hier luidt de titel „Juliana, de prinses, de konin gin, andermaal de prinses, heeft meer dan welke soeverein ook aan het koningschap een menselijk gezicht gegeven". Lees- en kijkboeken over 75-jarige prinses Juliana angst gezeten dat het een jongen zou worden; ik dacht: met drie zussen erboven kan ik niets aan die opvoeding doen". Zeldzame illustraties Eveneens van Fred J. Lammers, maar kloeker en waardiger van opzet, is „Juliana 75 jaar, een leven tussen twee werelden". Deze levensschets graaft weliswaar niet zo diep als het standaardwerk „Juliana, vorstin naast de rode loper" uit 1980 van dra. M. Schenk en Magdaleen van Herk, maar gaat die kant uit. Soms, met name in de behande ling van de affaire Greet Hofmans, ontstaat zelfs de indruk dat Lammers bij Schenk gespiekt zou kunnen hebben. Een verschil ten gunste van dit nieuwe boek vormt het zeldzame illustratie-mate riaal, compleet met brieven en krabbeltjes in de kinderhand van Juliana. Interessant is ook de manier waarop Lammers zijn biografie afrondt. Het karakterbeeld dat hij tekent, ontstijgt aan het marsepeinen niveau van de damesbladenlectuur. Citaat: „Een goedzak is Juliana nooit geweest. Degenen die denken dat ze nu een vriendelijke oude dame is, zitten er volko men naast. Juliana kan heel bits zijn en heeft dui delijk last van stemmingen. Ze komt er minder snel toe dan haar moeder van drift met haar voe ten op de grond te gaan stampen, hoewel haar dat ook niet vreemd is, maar verbergen doet ze het niet als haar humeur naar een nulpunt is ge daald". Velen kennen de mens Juliana slechts ten dele, concludeert Lammers. Daaraan heeft ze zelf mee gewerkt. Over bepaalde onderwerpen praat ze niet of nauwelijks met buitenstaanders. Over reli gie bijvoorbeeld. Of over het persoonlijke verdriet dat haar in ruime mate ten deel is gevallen. „We ontlopen het leed geen van allen", heeft ze daar over slechts willen zeggen. „Het lijkt ondraaglijk en wordt toch gedragen. Het kan fier gedragen worden. Het kan ons wezen laten groeien als niets anders. Het is meestal de snelste verbinding naar het doel van het leven, wat we anders langs lange kronkelpaden zouden moeten benaderen. Ieder mens staat in wezen heel alleen tegenover zijn lot en dus tegenover zijn leed en moet er in z'n eentje mee klaar komen. En hoe hij het klaart, dat is voor de eeuwigheid en staat alleen vermeld waar geen sterveling het te zien krijgt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 13