loe
Jitstekende film over
menselijke relaties
Ti
Blijft Rameau altijd een „ongekend"genie?
"j
'e onderdrukte driften
an Tennessee Williams
nieuwe klassieke platen
'AGIN, ,M
CcidaeSou/ionl
VRIJDAG 13 APRIL 1984 PAGINA 11
\F TERECHTE OSCARS VOOR „TERMS OF ENDEARMENT"
Abbe
wat
hier
doel
van K
ick van
ekend
waal sc
man UI
doel w
af.
igenes.
Mink
de tref
unters
s gaver
te
voorspi
Hagen; jf Oscars van dinsdag-
op tot
uit
winm
1: Terms of endear-
(a.l.) met Shirley
laine en Debra Win-
Regie: James
oks.
n j.l. moeten de film
is of endearment" wel
ie-el eind op weg naar in-
van t onaal succes helpen,
at succes werd in eerste
tie nogal aan getwijfeld
Wiljierika, waar het enkele
duurde voor filmgigant
ount er aan wilde. Een
de redenen voor die
Kim: de film valt nauwe-
categorie onder te
opgelo1
junt
jk) t(
brengen
moeilijk
en zou daardoor
.verkoopbaar" zijn.
Want zo werkt dat helaas. Als
ik iemand vertel dat je geen
droge ogen houdt bij James
L.Brooks eersteling, denkt die
meteen: „O jee. een huilfilm".
Als ik hem daarna vertel dat
je ook nog kunt lachen en dat
de film in aanzet veel van een
zedenkomedie heeft, begrijpt
hij er niets meer van. Je moet
„Terms of endearment" zien
om dat samenspel van humor
en gevoeligheid, dat vertederd
raken om menselijke relaties
tussen een tekortschieten en
een herwonnen begrijpen in,
te kunnen waarderen. Want
juist daarin schuilt het unieke.
„Terms for endearment" te
rugbrengen tot een simpele
verhaallijn is fnuikend. Goed,
het is het verhaal van een
moeder en een dochter. Maar
voor de structuur van de film,
die in het totaal dertig jaren
overlapt, is zorgvuldig niet ge
kozen voor een lijn ergens
heen. Daardoor krijg je ner
gens het gevoel aan de hand
van filmmaker Brooks meege
sleept te worden naar een on
vermijdelijke tragiek of een
opgelegde visie. Het verhaal
heeft de structuur van toeval
ligheid, van momenten. Over
het verhaal praten is over ka
rakters praten. Over Shirley
MacLaine als de moeder, be
zitterig liefhebbend, haar
dochter verwijten makend
over de verkeerde keuzes in
haar leven. Over die dochter
(Debra Winger), impulsief en
gevoelsmatig, getrouwd met
een niet zo veelbelovende stu
dent die haar bedriegt, zodat
zij hem bedriegt. Over de
mannen in hun leven. Jack
Nicholson, écht perfect als de
wat patserige, drinkende ex-
astronaut die een verhouding
met MacLaine heeft maar zich
niet kan binden. Over Debra's
man (Jeff Daniels), professor
aan een universiteit, emotio
neel onbetrouwbaar en tra
gisch tussen zijn gezin en zijn
vriendin.
Ook wanneer aan het slot van
de film dochter Debra dodelijk
ziek wordt en sterft, zorgt
Brooks - die zijn rijke scenario
baseeide op een roman van
Larry McMurtry - er zeer pre
cies voor dat je als toeschou
wer niet in een bodemloze
poel van verdriet komt, door
juist een aantal banden in de
relaties van de karakters on
derling sterker te profileren.
Jack Nicholson en Shirley MacLaine: beprijsde relatie tussen een middelbare vrouw
en een patserige astronaut.
„Terms of endearment" is dan pijn die die kunnen veroorza-
ook verre van een „tranen- ken en de warmte die ze kun-
trekker". Het is film over nen uitstralen. Dat de acteurs
menselijke relaties, over de dat stuk voor stuk voortreffe
lijk vertolken had u al begre
pen uit die Oscars. Dringend
advies: gaan zien!
BERT JANSMA
■njkm- RTIENMAAL VERFILMD TONEEL IN HAAGS FILMHUIS
iorbra;
ronde
0 bleef
SSFILMHUIS: Films
werk van Tennessee
IJms. „Cat on a hot tin
(12 en 13/4), „The
menagerie" (13 en
„Boom" (15 en
„The roman spring
ii:|/1rs. Stone" (16 en
„Suddenly last sum-
OS en 19/4), „Blood
ist of the mobile hot-
(17 en 18/4),
r_!t bird of youth" (19
/4), „The night of the
V' (20 en 21/4), „The
tattoo" (21/4), „Pe-
if of adjustment" (21 en
I „The fugitive kind"
.a4. 23/4), „Summer and
e" (24/4), „This pro-
is condemned" (23
5/4).
daar
over,
en m
ie er
rtaak e
iter is
tuii ei
lik m;
Liz Taylor en Richard Burton in Joseph Losey's „Boom"
(1968).
aagsfilmhuis wijdt in sa-
'erking met de Amster-
Melkweg Cinema aan-
aan de betekenis van de
ikaanse toneelschrijver
agsmi^ssee Williams voor de
Vertoond worden een
ntal films gemaakt naar
rs weij toneelwerk. Het theater
ijkt Tennessee Williams
dels compleet vergeten,
toneelgroep Globe
hier nog een paar jaar
;n zijn „Tramlijn begeer-
Een laatste oprisping,
■der limerikaanse toneelschrij-
otuin je eigenlijk Thomas La-
heel /illiams heette, maar zijn
radi< e voornaam kreeg als
k J iring aan zijn voor
uit de zuidelijke staat
te bui essee, stierf in 1982. Zijn
werk dateerde uit het
van de zeventiger jaren,
en die mislukten en
aet w n zijn behandeling van
thema's achterhaald
Zijn beste werk ont-
tussen 1947 en 1960. In
tuit
da
zijn
Paul Newman en Liz Taylor i
een heet zinken dak" (1958).
stukken die keien van titels
hadden (Tramlijn begeerte,
Zoete vogel jeugd, Glazen
speelgoed, De getatoueerde
roos, Kat op een heet zinken
dak) zette hij sterk geman
keerde mensen neer. Vaak in
een hevig getekend, broeierig
milieu kon je hen zien worste
len met en kapotgaan aan ge
kapseisde dromen en door een
hypocriete maatschappij hevig
onderdrukte sexuele driften.
De beginselen van Ibsens
theater uitbouwend, via de
Freudiaanse beginselen ko
mend tot een geheel eigen
Amerikaans theater. Voortdu
rend balancerend tussen
kitsch en kunst, afhankelijk
van grote acteurs om de dub
belheid van de personages
waar te maken, en tenslotte
lange tijd met Arthur Miller
samen - na O'Neill - de be
langrijkste Amerikaanse, thea
terschrijver.
De jonge Williams begon in
n Richard Brooks' „Kat op Marlon Brando („de man met het slangevel") en Anna
Magnani In Sidney Lumets „The fugitive kind" (1960).
Hollywood als schrijver van
scenario's die niet verfilmd
werden. Een aardig detail als
je bedenkt dat Hollywood zich,
na het bewezen succes daar
van, later wel begerig op zijn
werk zou werpen. Hollywood
zou er in feite meer van profi
teren dan Williams, en dan
hebben we het even niet over
de financiële kanten. Want
Tennessee Williams bereidde
de weg voor complexere psy
chologische situaties en proble
men, voor meer dan levens
grote emoties, en een broeieri
ge poëzie waar de Amerikaan
se film nog niet zo aan toe
was. Bovendien gingen de ver
filmingen hand in hand met
de ontwikkelingen van een
aantal regie- en acteertalenten,
die de Hollywood cinema nog
heel lang zouden beheersen:
Elia Kazan, Richard Brooks en
Sidney Lumet aan de regie-
kant bijvoorbeeld en acteurs
als Marlon Brando, Paul New
man, Vivien Leigh.
Dat Williams achteraf hele
maal niet zo gelukkig was met
een aantal van die verfilmin
gen lag niet zozeer aan de ta
lenten van die acteurs, als aan
de Amerikaanse fatsoenscode.
Elia Kazan, niet de eerste de
beste, moest het einde van zijn
toneelversie van „Cat on a hot
tin roof" aanpassen. De ver
wijzing naar de latente homo-
sexualiteit van een van de
hoofdfiguren was te duidelijk.
De film wilde hij liever niet
regisseren. Richard Brooks
deed dat. Tennessee Williams
in een interview uit '73: „Ze
hebben alles eruit gehaald dat
direct was, alle sterke sociale
kritiek". Desondanks geldt de
film als een van de betere Wil-
liams'-verfilmLngen. Over
„Glazen speelgoed" was de
schrijver ook nauwelijks aan
spreekbaar: „De afschuwelijk
ste verminking van een stuk
die ik ooit heb gezien". Willi
ams hield evenmin van „The
night of the Iguana" (De nacht
van de leguaan), een film van
John Huston, die inderdaad -
bij herzien - een matige verfil
ming van een toneelstuk
blijkt. Met Richard Burton -
orerend alsof hij nog op de En
gelse planken stond - in de rol
van de dominee, uit zijn kerk
gezet om een sexueel avon
tuur, en Ava Gardner, bijna
amateuristisch als de weduwe
die een hotel in Mexico be
heert waar de leguaan uit de
titel aan banden ligt. Sterk
symbolische scènes en perso
nages, zoals een oude dichter
die af en toe flarden poëzie re
citeert en alsmaar aan zijn
laatste gedicht schaaft. De
sexuele drang van de herber
gierster wordt zelfs lachwek
kend vertaald via twee in keu
rige witte broeken gestoken
„beach boys" die alsmaar met
rumbaballen schudden.
Diamant vpn Liz
Van Joseph Losey's „Boom"
(door Williams in de verte ge
baseerd op zijn stuk „The
milktrain doesnt stop here
anymore" zitten we ook met
een symbolische, zelfs sur
reële situatie: Een oude dame
stervend in een riant huis op
een verlaten rotspunt krijt be
zoek van een dichter (Richard
Burton) die de faam van „en
gel des doods" heeft. Meer ui
terlijke vormen dan iets we
zenlijks, meer curieus dan
goed, ook al door het optreden
van Noël Coward als een soort
manlijke heks in smoking en
een close-up van de schitte
rende diamant die Taylor van
haar eerdere echtgenoot Mike
Todd kreeg. Williams zei er
niettemin van: „Een film die
eens erkend zal worden als
een belangrijk werk. Ondanks
dat Liz niet kan acteren". Dan
is Sidney Lumets „The fugiti
ve kind" anno nu een verade
ming. Het verhaal van een gi
taarspelende drop-out in een
jasje van slangevel, die zich tij
delijk wil conformeren in een
zuidelijk dorp, maar daar on
der meer via zijn relatie met
de vrouw (Anna Magnani) van
een verlamde winkelier zijn
noodlot tegemoet gaat.
Brando verpakt zijn wat on
duidelijke rol in mysterieuze
ongrijpbaarheid, gesteund door
de manierismes - nauwelijks
verstaanbaar lispelend en
wegdraaiend met z'n hoofd -
van de Actors Studio. Toch
blijft het bij vlagen razend-
knap; zijn eerste scène bij de
rechter is zelfs een perfect
voorbeeld van hoe je een mo
noloog goed kunt brengen.
Maar nog altijd grandioos is
Anna Magnani in een fantasti
sche rol als de naar een relatie
hunkerende vrouw, wier dro
men voor de tweede maal door
haar echtgenoot verwoest wor
den. Die oudere vrouw met
wallen onder haar ogen wordt
zó mooi dat je er verliefd op
zou raken. Bovendien is de
manier waarop Lumet het to
neel het toneel laat en anno
1960 een scala van filmische
middelen etaleert uitermate
indrukwekkend.
De Tennessee Williams-cyclus
past in wat het Haagsfilmhuis
en zijn directeur Ard Hesse-
link in de toekomst meer dan
vroeger willen: Series in de
Open Cinematheek rond be
langrijke figuren, films rond
thema's. Gekoppeld aan ande
re kunstuitingen. Aan litera
tuur, aan theater. Film- en
theaterliefhebbers kunnen bij
de Williams-films in elk geval
zij aan zij kruipen.
BERT JANSMA
derlandse Kunst-
Antiekbeurs Breda
r auspiciën van het
orlands Antiquairs
ootschap.
>n 23 april \an 14 tol 22 uur.
dan's, goede rijdau. zaterdag
Pasen en heide Paasdagen
Kol 18.00 uur.
:t Turfschip
.BIJLAGE BI) UW KRANT MET
0RMAT1EOVER FILMS,MUZIEK
WTER. RECREATIE.EXPOSITIES
EEN COMPLETE AGENDA
De wereld zal heus niet aan
vlijt ten onder gaan, maar
mogelijk wel aan onbegrepen
en onverwerkte informatie.
Als onze kennis van heden
en verleden op microfilms en
in computers systematisch is
opgeslagen, hangt het er, net
als vroeger, van af wat we
ermee doen. Gaan we bij
voorbeeld met de muziek van
Jean-Philippe Rameau niet
praktischer om dan we tot nu
toe deden, dan zal hij altijd
het „ongekende" genie blij
ven dat hij tijdens zijn leven
in zekere zin al was.
„Ongekend" ja, „onbekend"
niet, want men wist en weet
van zijn werken, maar men
geniet er niet van. Dit in
schrille tegenstelling tot het
werk van zijn grote Duitse
generatiegenoot Bach en dat
van zijn verengelste genera
tiegenoot Handel. Volgend
jaar zullen die twee interna
tionaal weer op grote schaal
worden herdacht, maar -
hoezeer ook terecht - voor
hen is dat nauwelijks meer
nodig. Ten aanzien van Ra
meau echter heeft de mens
heid in haar eigen belang een
achterstand in te halen.
Rameau was de nogal wilde
zoon van een arme maar kin
derrijke organist in Dijon.
Ziin vader bracht hem hard
handig en degelijk het muzi
kantenvak bij, terwijl op een
Jezuïetencollege aan zijn al
gemene ontwikkeling werd
gewerkt. Met de vitale knaap
was echter geen huis te hou
den en de vader stuurde de
18-jarige dan ook naar Mi
laan om daar de toen alleen
zaligmakende Italiaanse mu
ziek in het land van her
komst te bestuderen. Muziek
en land spraken de jongen
evenwel niet aan. Hij keerde
al gauw terug en vervulde al
lerlei organistenbaantjes in
de Franse provincie, en na
tuurlijk ook in Parijs. Daar
wierp hij zich, tegen ver
wachting, met maniakale ij
ver op de studie van de mu
ziektheorie, zich in leven
houdend met kerkmuziek,
lessen en vaudevilles op ker
missen. Hij was 23, toen zijn
eerste, van grote oorspronke
lijkheid getuigende, klave
cimbelstukken in druk ver
schenen.
Voortsappelend maakte hij
cantates en vier schitterende
motetten voor groot koor, soli
en orkest. Toen hij 39 was
publiceerde hij zijn harmo
nieleer, die een grote invloed
zou hebben op de gehele ont
wikkeling van de muziek. Hij
liet het niet bij dit ene ge
schrift; er volgden er nog
heel wat; bij elkaar een paar
duizend bladzijden in druk.
Dit bezorgde de tempera-
mentrijke man de misplaatste
reputatie van „geleerd musi
cus". Wie de voor zijn vor
melijke tijd hevige, vaak hef
tige, maar altijd intense ex
pressie van zijn muziek on
derging, wist wel beter.
De doorgaans niet zo fortuin
lijke Rameau genoot, toen hij
tegen de vijftig liep, enige
tijd de bescherming van een
schatrijke belastingpachter.
Met zijn gezin woonde de
componist in diens paleis en
daar ontmoette hij ook de ge
vreesde schrijver Voltaire,
die hem de tekst leverde
voor een bijbels drama,
Samson". De censuur ver
hinderde de opvoering ervan,
maar Rameau begon op deze
manier wel een late carrière
bij het muziektheater. Daar
voor leverde hij tussen 1733
en 1757 zo'n dertig werk-
tstukken, ten dele behorend
tot wat wij opera noemen,
ten dele te rekenen tot ballet,
revue, manifestatie. Helaas
werd hij daarbij uitgespeeld
tegen zijn voorganger Lully,
wiens werk hij alleen maar
vervolmaakte, al moet wor
den toegegeven dat Rameau
niet gelukkig was in de keu
ze van zijn tekstboeken.
Opera
De spirituele, zeer gevarieer
de muziek ten spijt, zijn de
opera's van Rameau voor de
huidige praktijk een pro
bleem. Monteringen in de
stijl van de 18e eeuw zijn ui
terst kostbaar; zang- en dans
technisch stellen ze hoge ei-'
sen; ze vergen veel histori
sche specialisatie. Dit ver
klaart waarom we met de
muziekdramatiek van Ra
meau zo slecht raad weten.
Toen in 1952 de Parijse opera
eindelijk weer eens zijn „Les
Indes galantes" op het reper
toire nam, was dat een over
weldigend succes en, al had
men er veel op af te dingen,
hetzelfde was het geval toen
Maderna in het Holland Fes
tival zijn „Platée" presen
teerde. Dat wist trouwens
een Engelsman in de 18e
eeuw al te vertellen: „ieder
een in Parijs scheldt op Ra
meau maar voor de voorstel
lingen van zijn opera's of bal
letten is nooit een plaats te
krijgen!", zei hij.
Wie thans van Rameau's ge
niale muziek wil genieten, is
voornamelijk aangewezen op
de grammofoonplaat, zeker
wat zijn muziektheater be
treft. Gelukkig is er de laat
ste jaren een en ander ver
schenen en is er een comple
te en zo veel mogelijk au
thentieke opname gekomen
van „Zoroastre", digitaal op
genomen en uitstekend uitge
voerd. Natuurlijk werd dit
werk vastgelegd in de tweede
door de componist zelf sterk
gewijzigde en verbeterde uit
gave, de enige trouwens die
volledig bewaard is gebleven
en die uit 1756 dateert
Inhoud
Bij de inhoud behoeven we
niet lang stil te staan. Het
zwakke libretto handelt over
het conflict tussen de half-
mythologische figuur van Za-
rathustro, die zeven-, acht
honderd jaar vóór Christus
het goede en verhevene ver
persoonlijkte tegenover
Abramane, de duivel in eigen
persoon. De muziek bij dit
>amson", boeit van het be
gin tot het eind door de
kleurrijke orkestpartij met
een karakteristiek gebruik
van de blazers, door de mag
nifieke symfonische dansen
met een telkens wisselende
uitdrukking en vooral ook
door de vocale nummers die
zich eveneens kenmerken
door een grote verscheiden
heid van expressie. Détailkri
tiek kan achterwege blijven,
want de zeggingskracht van
uitvoering en opname is zeer
overtuigend.
JOHN KASANDER
J.Ph. Rameau: Zoroastre.
Tragédie lyrique. Collegi
um Vocale Gent. La Petite
Bande. Algehele leiding:
Sigiswald Kuijken. Solis
ten: John Elwes, Greta de
Reyghere, Mieke van der
Sluis, Agnès Mellon, Gre
gory Reinhart, Jacques
Bona, Michel Verschave,
Francoise Fauché, Philippe
Cantor. Opname van de
Westdeutsche Rundfunk
Keulen. Deutsche Harmo-
nia Mundi. EMI - 1 C
1999813 (cassette met vier
platen).
TERROR
Wie vrijdag de dertiende met
zweethanden pleegt door te
komen, kan als alles voor hem
voorbij is om middernacht z'n
gram halen in Cineac, Buiten
hof. Daar is tot circa half acht
's morgens de tijd om naar de
ellende van anderen te kijken
in „The weekend of terror".
Twaalf griezelfilms in drie Ci
neac-bioscopen. waar je voor
25 de hele nacht zoet bent en
vier maal kan kiezen uit drie
films. Er is een aantal voor
Nederland nieuwe films bij.
O.m. „Xtro", een Engelse film
uit '82, die inmiddels al op vi
deo een hit schijnt te zijn. Ci
neac 2 is ingeruimd voor het
werk van de Canadees David
Cronenberg, die gespeciali
seerd is in een hevig soort hor
ror: Van de onsmakelijke be
smetting uit „Shivers" (1974)
tot en met de uit elkaar bar
stende hoofden van „Scan
ners" (1980). Ik kan me niet
voorstellen dat je er voor je lol
naar toe gaat. Maar u mag van
mij.
FASCISME
Op 17,18. 20 en 21 april draait
het Kijkhuis een zeer actuele
film, „De oplossingEen film
over opkomend fascisme". De
film werd gemaakt door San-
der Francken, de rocktheater-
groep Werk in Uitvoering en
de Anne Frank Stichting. Tij
dens de Nederlandse filmda
gen in Utrecht was er vorig
jaar nogal wat commotie rond
„De oplossing": De jury nomi
neerde de film voor twee Gou
den Kalveren, maar werd op
de vingers getikt omdat de
film niet voor normale bios-
cooproulatie bestemd was. Het
Kijkhuis laat rond de verto
ning ook de door de Anne
Frank Stichting gemaakte ten
toonstelling ..Nederland tole
rant" zien. Helaas een belang
rijke daad dezer dagen.
INGMAR
Cor Koppies van Cupido films
heeft deze week Ingmar Berg
mans ..Fanny en Alexander"
weer in bioscooproulatie ge
bracht. Terecht. Een prachtige
film. die doordat de Zweed
verklaarde niet meer te willen
filmen, bovendien iets van een
testament heeft gekregen.
Koppies kondigde die nieuwe
roulatie met 7 kopieën al eind
maart aan. Een vooruitziende
blik. want hij kon toen niet
weten dat "Fanny en Alexan
der" maar liefst met vier Os
cars onderscheiden zou wor
den; een unicum voor een
niet-Amerikaanse film. Berg
man zelf zei „waanzinnig blij"
te zijn met die Oscars. Hij is na
lange tijd weer bezig in Mün-
chen met de theaterrepetities
voor "Uit het leven van de re
genwormen" van zijn landge
noot Olov Enquist. Bergmans
echtgenote was er in Holly
wood overigens wel bij. Ze zou
het grote nieuws aan haar
man doorbellen, maar liet la
ter weten dat ze hem niet be
reiken kon omdat hij „de stek
ker van de telefoon eruit ge
trokken had".
PIA
Nu de al die prijzen voor het
mooiste en het beste volgens
Hollywood gehad hebben,
moeten we ook maar even
vermelden dat er „Razzie
Awards" bestaan voor het
slechtste van het slechtste. Pia
Zadora won er vorige week -
tijdens de vierde jaarlijkse uit
reiking - een recordaantal van
tien voor haar werk in de ver
filming van Harold Robbins
bestseller „Lonely Lady". Hol
lywood weet zelfs z'n miskleu
nen leuk te brengen.
BERT JANSMA