HET
NIEUWE
TENNIS-
SEIZOEN
TE
„De schrik der veteranen"
Er leiden vele wegen naar Rome
SPORTHUIS
SUNNY CAMP
IEDEREEN VOELT ZICH
'T BESTE THUIS
OP EIGEN TERREIN.
leidse spaarbank s
IN HET
RACKETCENTER
VAN
HOLIDAY INN START
HOLIDAY INN
LEIDEN,
Dealer: DONNAY
De Kempenaerstraat 1D
2314 GE Öegstgeest
Tel. 071-155872
Voor aanleg en Onderhoud Tennisbanen.
Levering, Inrichting
en Onderhoudsmaterialen.
Nieuw: Tennis Oefenwand voor
privégebruik 385.-.
Reparatie en Vernieuwing Hekwerk.
Verbouwingsmaterialen, alsmede
plavuizen. Tegels enz. voor Kantines.
Hoofdstraat 130, Leiderdorp
Tel. 071-895420/411269
TENNIS-
COLLECTIE
1984
Ook dit jaar vindt u bij
ons een fantastische
collectie tenniskleding
en rackets!
24 UUR SERVICEDIENST
VOOR HET BESPANNEN
EN REPAREREN VAN UW
TENNISRACKETS!!
de van der GEEST
KOORDEINDE 4b
"port ROElOf ARENDSWIEK
WYVJ
Leiden
Tennissen is mogelijk
van 1 april t/m 15 septem
ber op de 4 „all weather"
buitenbanen.
van 26 april t/m 13 septem
ber op de 3 „mondo in-
doorflex" binnenbanen.
gedurende een heel jaar op
de binnen- en buitenbanen.
Inlichtingen over
abonnementen, losse verhuur,
tennislessen bij
Ron Reeder,
Haagse Schouwweg 10,
tel. 071-769310, tst. 454.
Wij sturen u graag onze
tennisfolder.
CcidócSomarit
1311111
JAN DE GROOT:
KATWIJK AAN ZEE Op de
tennisbaan staat hij bekend
als de schrik, der veteranen.
Een killer in menig opzicht.
Een sporter in optima forma
ook. Jan de Groot was ooit
een verdienstelijk
waterpoloër, honkballer,
hardloper en last but not
least voetballer. Tijdens zijn
studie in Amsterdam
ontstond een passie voor het
edele tennisspel. Een sport
die hij voor die tijd als een
typische bezigheid voor
vrouwen had gezien. „Maar
het was moeilijker dan ik
dacht. En omdat ik nogal
eerzuchtig ben, wilde ik goed
worden. Ik speelde drie, vier
maanden tegen iedereen die
maar wilde en het gevolg
was dat ik het m'n eerste
toernooi direct won. Niet
omdat ik zo goed kon
tennissen, maar veeleer
omdat ik over een behoorlijk
loopvermogen en spelinzicht
beschikte". Nadien ging De
Groot zich verder in de
tennissport bekwamen. In
zijn tweede jaar prijkte zijn
naam al op de B-lijst en later
volgde menige titel. Ook nu
nog, op 57-jarige leeftijd,
slaat hij een gedegen
balletje.
Er zullen er slechts weinigen
zijn die zich Jan de Groot
nog herinneren als
middenvoor van Haarlem.
Toch heeft hij tot zijn 29e bij
die club gevoetbald.
Aanvankelijk als amateur, na
de invoering van het
profsysteem, nog heel even
als semiprofessional. Dat hij
een punt achter die
„betaalde" voetballoopbaan
zette, had een financiële
oorzaak. „Bij Haarlem
verdiende ik 7 gulden 50 per
training, met het geven van
tennislessen vijf gulden per
uur. Niet verwonderlijk dus
dat ik voor het laatste koos.
Dertien uur per dag stond ik
op de baan". Wel speelde
De Groot vervolgens nog tot
zijn 39ste in het eerste van
vierdeklasser Bloemendaal.
Pas na die tijd, is hij zich
echt op het tennissen gaan
toeleggen, met als gevolg
dat hij op ruim 40-jarige
leeftijd diverse B-toernooien
won en in '67 de eerste
kampioen van het District
Leiden werd.
Via diverse omwegen
belandde hij later,
vijfenveertig inmiddels, als
tennisser bij de Katwijkse
Tennis Vereniging. Om de
club prestatief een beetje op
te krikken. De Groot zette
daar zijn schouders onder,
maar op een gegeven
moment kwam de vereniging
zonder op de details in te
gaan op zijn achterste te
liggen en naar aanleiding
daarvan richtte Jan de Groot
zelf Zee en Duin op. Hij was
ook pachter geworden van
de huidige banen, die ooit
waren aangelegd als ijsbaan.
Overigens niet zijn eerste
tennisaccommodatie. „Ik
heb zo rond 1950 een
tennishal gehad. Zo'n beetje
de eerste in heel Nederland.
Bij een bollenboer in
Sassenheim. Die man had
's winters geen handel en
dan kwam ik om het beton
met rooie verf te bewerken
en een net op te hangen.
Wat ik me er vooral nog van
herinner, is dat het er altijd
heel koud was. Maar wel
altijd druk hoor. Tom Okker
heeft daar nog wel eens een
balletje geslagen. Toen al
dacht ik: „dat wordt een hele
goeie".
Hoewel Jan de Groot over
zijn gezondheid zeker niet
mag klagen, wordt hij
tegenwoordig „wel wat
voorzichtiger". „Ik krijg
angst voor blessures, ga
tegenwoordig ook wat
voorzichtiger naar ballen toe.
Vroeger deed ik veel aan
JAN SIEMERINK EN COEN VAN SANTEN
PAGINA 13
VRIIDAG
3Q.MAART 1984
ALPHEN AAN DEN RIJN
Op het eerste gezicht lijken
Jan Siemerink en Coen van
Santen nogal wat
overeenkomsten te hebben.
Beiden zijn jong, gelden als
talenten, krijgen fasetraining
en zien de profstatus als
hoogste doel. Toch zijn er
nog al wat onderlinge
verschillen. Het grootste
onderscheid: Siemerink
wordt al vanaf zijn eerste
schreden op de tennisbaan
bijgestaan en begeleid, Van
Santen is eigenlijk goeddeels
op eigen kracht aan de
oppervlakte gekomen.
Beiden hebben het idee dat
ze er op hun manier wel
zullen komen. Er leiden
immers vele wegen naar
Rome.
Coen van Santen is vijftien
jaar jong. Op achtjarige
leeftijd sloeg hij voor het
eerst tegen een tennisbal. Bij
gebrek aan tennisbanen in
zijn woonplaats Stompwijk
gebeurde dat op het pleintje
van de plaatselijk school.
Samen met zijn vader. Maar
ook dat ging vervelen en dus
sloot Van Santen zich aan bij
de Zoeterwoudse
tennisvereniging, waar zijn
talenten al spoedig aan het
licht kwamen. Van Santen
werd echter al te oud
bevonden voor
districtstraining en dus
moest hij het maar min of
meer zelf uitzoeken. Sinds
vorige winter heeft John
Noakes zich (in Zoetermeer)
over hem ontfermd, hetgeen
het afgelopen seizoen
resulteerde in zeven
gewonnen D-toernooien,
overwinningen in zowel het
Haagsche als het Leidse
Courant circuit en
fasetraining (3) in het district
Den Haag onder leiding van
Marian Laudin.
LEIDEN Jacqueline van
Wijk vertrekt midden
augustus naar Florida om
daar de komende winter
studerend èn tënnissend
door te brengen. Na
eerdere contacten met
colleges in Utah en Illinois,
koos de Voorschotense
voor het Indian River
Community College,
omdat het klimaat me daar
zeer aanspreekt en ik ook
denk dat daar een redelijk
gemoedelijk sfeertje
heerst". Het schooljaar zal
voor Jacqueline tot 5 mei
duren, vervolgens dient
verplicht nog een
tennistoernooi te worden
afgewerkt ,,en daarna zien
we wel weer verder".
Ook Jos Koemans speelt
met de gedachte komende
winter naar „the States" af
te reizen. Clubgenoot
Mich iel Zegveld
bivakkeerde ai een jaar op
een college in
Mississipi. „Het
moet echter
allemaal niet te
veel complicaties
gaan opleveren",
meldt de jeugdige
Voorschotenaar.
te schillen met Siemerink.
Een eerdere overwinning van
de Rijnsburger lag daaraan
ten grondslag. „Ik speelde
toen in Koudekerk echt als
een krant", herinnert Coen
van Santen zich, „vandaar
dat ik in Alphen wat goed te
maken had. Het werd geloof
6^3, 6-4 voor mij". „Ja, dat
kan wel, maar in Koudekerk
was het veel dikker", claimt
Siemerink haastig. De kans
op een hernieuwd duel is niet
zo groot. Beiden zullen
weliswaar op C en B niveau
actief zijn, maar het feit dat
Van Santen zich vooral op
het Haagse gebied zal
richten sluit een nieuwe
confrontatie op korte termijn -
vrijwel uit.
Jan de Groot: „Verliezen van jongere
spelers vind ik niet zo erg, van
ouderen wel..."
Coen van Santen (links) en
Jan Siemerink is wat jonger
dan Van Santen. Twee jaar
om precies te zijn. In '79
begon hij bij Rijnkanters, de
club in zijn woonplaats
Rijnsburg. Siemerink trainde
daar onder Leen Parlevliet
en Herman van der Capellen
en gebruikt huidige trainer
Jack Manuputty naar eigen
zeggen nog wel eens „als
sparringpartner". Siemerink
geniet eveneens fasetraining
(3), en speelt competitie voor
het eerste team van de
Rijnsburgse club. Zijn
belangrijkste overwinning dit
jaar boekte hij op het
Jarinotoernooi, door in de
finale de gedoodverfde
winnaar Richard Krajicek
met 6-3, 6-3 te verslaan.
Jan Siemerink (rechts) hopen
De methoden waarmee het
tweetal „hoger op" wil
komen, zijn duidelijk
verschillend. Het aantal
trainingsuren bijvoorbeeld.
Waar Stompwijker Van
Santen het op jongere
leeftijd verloren terrein in
ijltempo lijkt te willen
goedmaken door zo'n
dertien en een half uur op de
baan te staan, scoort
Siemerink net de helft van
dat aantal. Bovendien
verschilt de manier waarop
beiden hun oefenuren vullen.
Een onderscheid dat voor
een deel terug te voeren valt
op het feit dat Van Santen
zijn districtstrainingen in Den
Haag volgt en Siemerink in
Leiden. „Ik denk dat het
hardlopen en zo, maar nu
ben ik bang om te verslijten
en hou ik het meer bij
gezond eten en op tijd rust
nemen. En daarbij heb ik nu
ook meer plezier in het
tennissen. Als ik verlies van
jongere spelers vind ik dat
helemaal niet erg. Van
oudenen wel, al komt dat
weinig voor. Het tennis bij de
veteranen in het Leidse
district is te zwak. Je hebt
Roodenburg en Van Paridon,
maar dan houdt het wel op.
Ik ben mee gaan doen om
het gebeuren wat te
stimuleren. Er komen
gelukkig wel steeds meer
mensen bij", constateert de
man die acht (3 binnen en 5
buiten) nationale titels op
zijn naam heeft staan, de
Europese titel bij de
veteranen in '78 miste omdat
hij zijn hotel slechts tot
vrijdag in plaats van tot de
dag van de finale had
geboekt en in eigen land pas
na lang aandringen op een
wat lager niveau actief
mocht worden. „Ik was al
over de vijftig toen ik vroeg
om op de C-lijst geplaatst te
worden en ze me toch nog
drie jaren achtereen
weigerden, omdat ze vonden
dat ik gewoon in B moest
blijven..."
ooit als tennisprof aan het werk te kunnen.
gunstiger is om in het
Haagse district te trainen,
zeker als je ouder wordt. Bij
Marian Laudin krijg je een
harde aanpak. Je leert je
huid zo duur mogelijk te
verkopen. Hij wringt je echt
uit, met sprintjes en zo",
zegt Van Santen, terwijl
Siemerink, schamper de
bovenlip optrekt: „Het is
maar wat je lekker vindt.
Voor mij hoeft dat afknijpen
niet zo. Bij Klein gaat het
gelukkig allemaal wat
rustiger, veel drills, veel
aanvallend tennis. Trouwens,
zoveel trainen als Coen doet
lijkt me ook niet leuk". En al
traint Siemerink dan wat
minder, onlangs speelde hij
zijn eerste interland, een
dubbel in de strijd om de
Tulip Cup. „Dat deed me wel
wat. Je wacht toch iets
langer met het uittrekken
van dat rood-wit-blauwe
trainingspak omdat daar
Nederland opstaat".
Siemerink en Van Santen
zijn elkaar tot nu toe
tweemaal tegen gekomen op
de baan. De tussenstand na
die twee ontmoetingen: 1-1.
De laatste maal dat beiden
de degens kruisten was in
Alphen. Van Santen had
tijdens dat daar gehouden
C-toernooi nog een appeltje