„Ik hoop dat de ideeën waarin ik geloof het zullen winnen" alans van vierjaar Polen POOLSE VICE-PREMIER RAKOWSKI: ZATERDAG 17 MAART 1984 WARSCHAU Het is stil geworden in en rond Polen. Er zijn geen stakingen meer, de rol van Solidariteit lijkt uitgespeeld, het Poolse volk schijnt te berusten. Onder de oppervlakte zijn de tegenstellingen echter gebleven en achter de schermen wordt nog gediscussieerd, onderhandeld, gestreden, tussen kerk en staat, binnen de partij. De tijd voor een balans lijkt te zijn aangebroken. Wat is er sinds het pausbezoek in 1979 gebeurd in Polen en waarom? Hoe moet het verder gaan en wat zijn de vooruitzichten? Mieczyslaw Rakowski (57) is sinds 11 februari 1981 vice-premier in het kabinet-Jaruzelski en is speciaal belast met vakbondsproblemen, opvoeding en cultuur. Hij geldt als een vertrouweling van de generaal. Rakowski heeft van het begin af aan de onderhandelingen met Solidariteit gevoerd. Vorige zomer begaf hij zich in het hol van de leeuw om de arbeiders van de Leninwerf in Gdansk tekst en uitleg van zijn beleid te geven. Hij werd er uitgejouwd. De vice-premier, die al 25 jaar grote politieke invloed heeft, behoort tot de progressieve vleugel van de partij. Sinds hij vice-premier is, lijkt hij tussen de stoelen terechtgekomen. Zijn vroegere strijdmakkers vinden dat hij zijn belofte niet is nagekomen; de conservatieven menen dat hij veel te ver gaat. Met name veel vertegenwoordigers van de wetenschap en tal van kunstenaars hebben zich van hem gedistantieerd. Tot de laatste groep behoorde ook zijn echtgenote, een beroemde concertpianiste, die na het uitroepen van de oorlogstoestand als een van de eersten protesteerde en vervolgens tijdens een toernee door de Bondsrepubliek besloot in het Westen te blijven. Ook de twee zoons van Mieczyslaw Rakowski wonen in het Westen- In een zeer openhartig gesprek dat verslaggever Leo van Vlijmen vorige week in Warschau met hem had, geeft Rakowski zijn visie op de toestand in Polen. „Vanzelf sprekend heeft de druk van de voortdurende beschuldigingen van Solidariteit ook mijn emoties gekleurd iet pausbezoek in 1979 kwamen veer tien miljoen Polen op de i; vorig jaar waren het er nog of twee miljoen meer. Hoeveel i sen zouden de regering en de ij nu kunnen mobiliseren? i\. zou er van afhangen waar- >r je de mensen op de been wilt ?en. Maar het is vanzelfspre- i- °P het ogenblik erg moeilijk een massa voor welk parool ook enthousiast te krijgen. Ik k echter dat uw vraag doelt op Invloed die wij momenteel heb- r rdaad, en ik grijp dan even te- naar 25 augustus van het vorig toen u op de Leninwerf in -psk was. U werd daar uitgeflo- '"Was dat een veroordeling door ■beidersklasse? jeloof dat we niet moeten ge- liseren. Ik probeer een eerlijke fse te geven van de houding Ie arbeiders jegens de partij en is de machthebbers innemen, budere generatie heeft altijd al M andere positie tegenover de •|j ingenomen dan de jongere iratie arbeiders. De ouderen den min of meer aan onze zij- >k al konden ze dat niet tot ukking brengen omdat de al- fne tendens van totale kritiek 1 partij en op de machthebbers sterk was. Want behalve ge- 'ftvaardigde kritiek was er sinds in Polen ook een golf van re- ichte maatschappelijke dema- Toch was er in veel bedrij- een goede samenwerking tus- a Solidariteit en de partij-organi- Daar werd niet gestaakt, er waren ook centra als War- j, Gdansk, Szczecin, Wroclaw, aa Huta, waar de arbeiders durend staakten en tegen alles ie machthebbers ondernamen in protesteren". luties vinden nu eenmaal niet dorpen of provinciestadjes 11 s, maar juist in de grote steden de arbeiders wonen. erdaad, inderdaad. Maar wat aarmee zeggen wilde is, dat generalisering in een zo dra- che tijd eenzijdig is. Ik geloof iet toen al niet meer de feiten n die de verhouding van de dersklasse tot de partij bepaal- doch een hele reeks van my- legenden, standpunten en J >ordelen. Neemt u bijvoor- het verschijnsel staking toen- d. Er waren stakingen die lou- n alleen werden uitgeroepen li it er in naburige fabrieken ook gestaakt. Men wilde niet ach- ijven. Maar ik geloof dat een tieve beoordeling van wat er ,is gebeurd, pas veel later gege- '«kan worden. Eerst moesten de J ies en de hartstochten weer tot '9ren komen". delijke veroordeling uit? 1 uurlijk niet. Ik ben ook een i en ik had toen ook bepaalde s ies. We werden door Solidari- a Tvan beschuldigd dat wij van af aan deze vakbond wilden maken. Ik weet dat dit niet is omdat ik juist de onderhan- Jgen heb gevoerd. Maar van- prekend heeft de druk van voortdurende beschuldigingen "mijn emoties gekleurd". „Natuurlijk moest ik rekening hou den met externe omstandigheden. Naarmate de politieke en economi sche situatie in Polen slechter werd kon ik een groeiende verontrusting in de socialistische landen waarne men. En ik heb daar altijd begrip voor gehad. Uiteraard heb ik zo ge handeld als ik meende dat het voor mijn land noodzakelijk en nuttig was. De externe factoren vormden om zo te zeggen'een achtergrond". Kunnen we nog even terugkeren tot de verhouding tussen arbeiders klasse en partij? Was er sprake van vervreemding? „We waren gedeeltelijk van elkaar vervreemd, maar gedeeltelijk ook niet. Want wat gebeurde er verder? Al een paar maanden na het uit roepen van de oorlogstoestand bleek volgens een onderzoek 69 procent van de bevolking over tuigd van de noodzaak ervan". Partijverlaters Tegenover deze statistiek staat ook een zeer reëel getal: sinds 1981 heb ben 700.000 mensen de partij verla ten. „Die statistiek is natuurlijk niet mijn enige bron, maar ik heb zelf ervaren dat ik een maand na het •uitroepen van de oorlogstoestand, wanneer ik door Warschau liep, slechts versteende gezichten tegen kwam. Een jaar later groette men mij weer op straat; niet iedereen, maar toch. Er bestaat onder journa listen uit het Westen eeft schema: de maatschappij is tegen de partij". „Nu wat betreft de mensen die de partij hebben verlaten. Eén groep is uit de partij gegaan omdat ze om wille van hun carrière lid waren geworden en nu niet meer zeker waren van hun positie. Er gingen de wildste geruchten, onder meer dat Solidariteit de steun van Mos kou genoot". Sinds 1980 ben ik acht maal korte re of langere tijd in Polen geweest, maar dét gerucht heb ik nooit ge hoord. „Er heerste onder die eerste groep werkelijk angst. Zij wisten niet wie uiteindelijk de macht zou grijpen". Men krijgt nu toch echter de in druk dat de carrièristen juist in de partij gebleven zijn. „Dat is een andere kwestie; ik sprak over een eerste groep. En wat betreft de ideeën die toen leef den: een adviseur van het episco paat is in die tijd zelfs bij me ge weest om te bepleiten Lech Walesa naar Moskou te sturen. Maar terug naar de partijverlaters. Er is een tweede groep die in 1981 uit poli- tiek-morele overwegingen uitgetre den is. Zij voelden zich bedrukt door de feiten die toen aan het licht kwamen. En zij waren teleurge steld door het feit, dat zij blijkbaar een groot deel van hun leven aan de verkeerde kant hadden gestaan. In deze groep bevonden zich zeer veel. uitstekende mensen. En dan is er na het uitroepen van de oorlogs toestand nog een derde groep ge weest, die de partij de rug neeft toegekeerd. Ook die reactie kan men als een sociaal-edele geste be schouwen, hoewel er bij waren die zich alleen maar onzeker voelden. Ik geloof dat we de banale waar heid voor ogen moeten houden, en dat het werkelijk zeer gecompli ceerde tijden waren, niet alleen voor de partij, maar voor alle men sen, voor ieder individu. Het waren tijden waarin zich persoonlijke dra ma's voltrokken en waar de gren zen dwars door families en gezin nen liepen. U weet, dat dit ook bij mij het geval is geweest. Ik geloof dan ook niet dat je die gebeurtenis sen in een schema kunt plaatsen. Het was een zeer gecompliceerde periode en ik denk dat niemand zich beledigd hoeft te voelen wan neer ik zeg, dat we al die gebeurte nissen in de context van de ge schiedenis van ons volk moeten zien. En nu is de situatie heel an ders dan in 1982. Op sommige pun ten wordt onze politiek zeer ge steund. Op andere punten is de in stemming minimaal". Kunt u voorbeelden noemen? „Met betrekking tot de materiële situatie, de prijsbeweging, enzo voort, krijgen we maar weinig bij val. Maar met betrekking tot de po litiek die wij gevoerd hebben om onze Poolse staat in stand te hou den weet ik zeker dat de instem ming nu veel groter is dan in de cember 1981 het geval was. En ook onze houding tegenover de kerk en ons agrarisch beleid worden door een grote meerderheid gesteund". Verloren vertrouwen En op geestelijk-ideologisch gebied? „Het lijdt geen twijfel, dat het te rugwinnen van het vertrouwen met betrekking tot alles wat met de bovenbouw te maken heeft van het standpunt van de partij uit het be langrijkst is. Op dit gebied waren de verliezen het grootst. Dat is ook vanzelfsprekend, want het ging niet slechts om een economische crisis, doch ook om een politieke crisis'. En het is ook buiten kijf dat de kerk sinds 1981 haar positie zeer versterkt heeft. Wanneer de één wint, moet een ander verliezen. En ik moet daar nog aan toevoegen dat wij ook veel terrein verloren heb ben in de wereld van de cultuur en van de wetenschap. Onze ideologi sche invloed is momenteel belang rijk geringer dan vroeger". „Op die gebieden, ja. Maar ik denk niet wanneer het over het maat schappelijk systeem gaat. Er zullen er niet veel zijn die naar een terug keer naar het kapitalisme verlan gen, al om de eenvoudige reden dat de werkgelegenheid bij ons in de grondwet is gegarandeerd en om dat het er niet toe doet of je goed of slecht werkt: je krijgt je loon toch uitbetaald". Maar het is wel een uiterst laag loon. De werklozen in bijvoorbeeld Nederland hebben het beduidend beter dan de arbeiders hier in Po len. „Dat is een andere kwestie. Er heeft zich in Polen een soort nieu we filosofie ontwikkeld: je hoeft je niet zo in te spannen, want de staat moet zich toch om mij bekomme ren. In het kapitalistische systeem geldt nog steeds het concurrentie- begrip. Wat wij nu proberen is met onze economische hervormingen de mehsen tot het besef brengen dat de beloning van de kwaliteit van het werk afhankelijk is. Dat is in het socialisme een nieuw ver schijnsel. Ik heb eens in een ge sprek met Solidariteit gezegd: de tijd zal nog eens aanbreken dat jul lie vanwege de economische her vormingen zullen staken. Zij heb ben indertijd beweerd, dat wij die hervormingen tegenhielden en zoals zo vaak in Polen gebeurt het mythische geloof gepredikt dat men hier slechts die economische hervormingen behoefde in te voe ren en dan zou het al gauw een pa radijs worden. En nu ontstaan er in sommige bedrijven al conflicten omdat we die hervormingen heb ben ingevoerd. Dat is de dialectiek van de geschiedenis". Geen greep op jeugd Enkele weken geleden is op een zitting van het Centrale Comité beaamd dat de partij geen greep heeft op de jeugd. Denkt u niet dat bij open grenzen een groot deel van de jeugd naar het Westen zou gaan? Men heeft kennelijk toch meer be langstelling voor het kapitalisme, zoals men alleen belangstelling heeft voor de dollar en niet voor de Poolse zloty. „Zelfs indien er bijvoorbeeld twee honderdduizend jonge mensen naar het Westen zouden gaan, is dat dan een bewijs dat ze het kapitalisme wensen?" Nee, maar het lijkt wel een aanwij zing dat zij het systeem hier niet zo bewonderen. „Ik denk dat de economische moti vatie hier het belangrijkste is. De levensomstandigheden in Polen zijn immers moeilijk. En een deel van onze jeugd gelooft, dat in het Westen voor iedereen de deur wijd openstaat en dat je daar snel rijk kunt worden. Dat zijn voor een deel mythen, maar mythen zijn vaak sterker dan de werkelijkheid. Meer dan honderdduizend Polen zijn na het uitroepen van de oor logstoestand in het Westen geble ven. En velen van hen leven daar momenteel onder jammerlijke om standigheden; zij zouden graag naar Polen terugkeren". Kunnen ze terugkeren? „Wat ons betreft wel. Ze zullen dan alleen vijf jaar lang geen paspoort krijgen omdat ze de pasbepalingen overtreden hebben. Maar waarom komen ze niet terug? Omdat ze zich schamen dat ze niets hebben be reikt. En natuurlijk speelt bij een deel van hen ook de angst een rol, omdat ze de toestand niet kennen. Er doen verhalen de ronde dat ze na terugkeer in Polen onmiddellijk worden doorgestuurd naar Siberië of dat ze dagenlang in ijskoud wa ter moeten staan. Een andere vraag die velen zich stellen is of ze weer aansluiting zullen kunnen vinden hier in Polen. Wij weten dat zich zeer veel drama's afspelen. Maar het zijn toch onze medemensen. We zullen waarschijnlijk veel tijd nodig hebben, maar we zouden graag be reiken, dat die mensen niet meer in de straten van Hamburg of elders behoeven rond te zwerven. Dat is ook een deel van het drama van het Poolse volk". Menigeen zal wellicht toch ook niet willen terugkeren vanwege de chronische schaarste in Polen. Hoe is deze sqhaarste van die afmeting „De enige oorzaak is de totale cri sis. Er is een enorme inflatie en zo dra er iets op de markt komt wordt het gekocht. Maar er zijn niet ge noeg waren". Dat is nu juist de vraag. Hoe komt dat? Er wordt toch niet zó erg ge luierd in de produktiebedrijven? „Dat klopt en op enkele uitzonde ringen na, waar we afhankelijk zijn van geïmporteerde grondstoffen, is de produktie de afgelopen twee jaar zelfs zeer gestegen. Maar we moeten dan even terug in de ge schiedenis. Gierek had enorme am bities en die werden helaas ge steund door een meerderheid van het Poolse volk. Maar helaas, de hogere levensstandaard van toen was geen gevolg van een betere ar- beidsproduktiviteit, maar werd slechts mogelijk door hoge kredie ten op te nemen. We leefden boven onze stand. Dat is ook een van de redenen van de teleurstelling in het socialisme. En dat maakt het ons zo moeilijk het vertrouwen te rug te winnen. Het is nogal een verschil van welk paard je afvalt, van een hoogpotige Arabier of van een klein veulen. Dat is het wezen van het Poolse drama. De opwaart se beweging van de economie in de jaren zeventig was slechts schijn. En ook in het Westen waren er po litici die toen zagen dat er iets niet klopte. In 1977 vroeg de toenmalige bondskanselier Schmidt me al: wat is er bij jullie aan de hand? Ik heb toen geantwoord: kent u het woord aanmatiging? Hij zei toen: dat ken ik maar al te goed". Invloed van de kerk U hebt over de groeiende invloed van de kerk gesproken. Was dat een gevolg van het eerste bezoek van de paus? „Nee, dat was slechts secundair. De hoofdoorzaak is Solidariteit, want dat was een beweging die christelij ke, katholieke doeleinden nastreef de. En daardoor is het de kerk ge lukt zo sterk door te dringen in het maatschappelijk leven als nu het geval is". Primaat Glemp lijkt compromissen met de regering en de partij na te streven. Zou daardoor de invloed van de hiërarchie op de gelovigen vooral de voormalige leden van Solidariteit weer kunnen afne men? „Ik denk dat dit ook een generali sering is. Ik wil me natuurlijk geen oordeel over het Poolse katholicis me aanmatigen, dat overigens zeer gedifferentieerd is. Velen zien het vooral als een politiek katholicis me. De afgelopen twee jaar gaan zelfs atheïsten naar de kerk. Ik ge loof dat de primaat wat zijn poli tiek betreft slechts bij een deel van de katholieken op kritiek stuit, en wel bij degenen die de kerk niet zozeer als steun dan wel als loco motief beschouwen. In de illegale pers is de kritiek op de primaat het scherpst. De radicale vleugel van Solidariteit móet de primaat wel kritiseren. En wat doet die primaat in feite? Hij deelt niet het stand punt van de partij of de regering, maar hij heeft gevoel voor de reali teit. Ik zou zeggen, dat hij in het spoor van zijn grote voorganger, kardinaal Wyszynski, loopt. Overi gens, het geval van de overgeplaat ste kapelaan Nowak en de daarop volgende protesten bewijzen na tuurlijk, dat de bron van anarchis tisch gedrag nog steeds bestaat, er is alleen maar een deksel op de put gelegd. En ik vermoed, dat de bis schoppen nog vaak over dit voor val zullen nadenken. Tegen de kerk protesteren? Tegen ons, dat is wat anders". Partijprogram Op de landelijke partijconferentie komt het nieuwe partijprogram ter sprake. Om de titel te citeren Waarvoor strijdt de partij eigenlijk? „Dat partijprogram is een samen vatting van de ideeën waarover we al twee jaar discussiëren. Inmiddels is de situatie echter gewijzigd. Want het terrein waarop beslist wordt over de politieke toekomst van Polen is de economie. Ook de belangstelling van de overgrote meerderheid van de bevolking is geconcentreerd op de economische problemen. Dat is een van de rede nen waarom het illegale Solidari teit steeds minder steun krijgt. Een andere reden is, dat het volk moe geworden is. De politieke gebeurte nissen sinds 1981 met hun ups en downs hebben de mensen afgemat. Een volk kan niet jarenlang op een politieke schommel zitten. En de tweede oorzaak van deze ver moeidheid wordt gevormd door de gecompliceerde levensomstandig heden. Ik geloof daarom dat dit partijprogram niet meer de rol kan vervullen die het twee jaar geleden gespeeld heeft. Doch het zelfbe wustzijn van de partij heeft nu een maal behoefte aan een documenta tie van doelstellingen en program mapunten". Indien ik nog een laatste thema mag aansnijden: de betrekkingen van Polen met het buitenland. Om te 'beginnen met het socialistische buitenland. Generaal Jaruzelski heeft twee weken geleden zozeer de nadruk gelegd op de welwil lendheid van de nieuwe Sovjetrus- sische leider tegenover Polen, dat ieders oren zich gingen spitsen. „Daar zijn oren ook voor bedoeld. Onze betrekkingen met de socialis tische landen zijn op het ogenblik zeer goed. We hebben geen enkele aanleiding om de goede wil, het be grip en de bereidheid tot samen werking op elk gebied te betwijfe len. Ik wil dat benadrukken omdat daarover voortdurend gespeculeerd wordt. De uitlating van generaal Jaruzelski was dan ook vooral be doeld voor hen die menen dat de ■betrekkingen na het overlijden van Andropov slechter zullen worden. Wij denken absoluut niet in deze categorieën. We weten natuurlijk we hebben het daar al over ge had dat er in 1981 verontrusting is ontstaan in de ons omringende landen. Dat geldt ook voor de man van de straat die zei: Wat! Die roe pen om democratie en willen niet werken! En wij moeten ze te eten geven! In die periode zijn bij me nigeen ressentimenten naar boven gekomen. Dat is heel natuurlijk. Maar men mag niet vergeten dat de Sovjet-Unie ons in 1981 en ook daarna geholpen heeft. Ik weet, dat veel Polen dat niet willen geloven. Maar de arbeiders in de textielfa brieken van Lodz zien waar de ka toen die zij verwerken vandaan komt". Straf van 't Westen En de verhouding met het Westen? „Men heeft ons met sancties ge straft. Ik zou niet kunnen zeggen met welk recht, maar dat behoort gedeeltelijk ook al weer tot het ver leden. Er zijn al duidelijke scheu ren in het cordon. Men kan Polen niet jarenlang uit de Europese ge meenschap, die ik in de brede zin van het woord bedoel, uitsluiten. Natuurlijk hebben de restricties ons het leven zeer moeilijk gemaakt. Want in feite werden wij nu ge straft voor het feit, dat we de twee duizend nieuwe bedrijven die we in de jaren zeventig hebben ge sticht, met behulp van de technolo gie uit het Westen hebben opge bouwd. We hebben daaruit lering getrokken voor de toekomst Het is geen toeval, dat wij ons nu meer op de samenwerking met de socialisti sche landen oriënteren, ook al staat hun technologie niet altijd op het zelfde niveau als die van het Wes ten. Doch we zijn snelle leerlingen en we willen een tien in geschiede nis halen. Wanneer we gestraft worden omdat we in het Westen gekocht hebben, dan gaan we in het Oosten kopen". In het Oosten is echter niet zoveel te koop. „Dat weet ik. Maar we kunnen nog nauwer samenwerken. Er is daar veel reserve. De Sovjet-Unie is tweeënzeventig maal groter dan Polen. Daar ligt een geweldige markt voor ons. En ik denk, dat wat het Westen betreft, de muren vroeg of laat weer geslecht zullen worden. In de geschiedenis is het Westen altijd weer hier present ge weest. Dit land is toch te groot en te strategisch gelegen om het met een hoed te kunnen bedekken, ook al gaat het om een cowboy-hoed". Polen als een rijk van het midden? „Men kan Polen noch van de wes telijke, noch van de oostelijke cul tuur afsnijden, evènmin als van de noordelijke of van de zuidelijke be schaving. Het is toch het centrale punt in Europa. Het heeft alle tra dities samengesmolten en ver werkt. Wanneer het om de ideolo gie gaat, dan is het duidelijk dat de onze samenhangt met de ideologie die in 1917 in Rusland de overwin ning heeft behaald. In politiek op zicht zijn we lid van het Warschau- pakt. En waar het om onze econo mie gaat, behoren we tot de Come con. Maar er is nog een andere overweging. Sinds 1945 is de oost grens van Polen een rustige grens. Dat is volgens mij een geweldig historisch winstpunt. En ik ben er van overtuigd, dat dit feit door de historici als een belangrijke histori sche gebeurtenis geaccepteerd zal worden. Het probleem is, dat poli tieke systemen aan verschillende veranderingen onderhevig zijn. Ik weet niet hoe Polen er over tien, twintig, vijftig jaar uit zal zien. Ik hoop dat de ideeën waarin ik ge loof het zullen winnen. Maar bo venal gaat de overtuiging, dat de natie, het volk, onze belangen ge waarborgd zijn. En ik ben van me ning dat deze generatie communis ten die belangen verdedigt. Weet u, in de geschiedenis van Polen zijn er niet veel generaties geweest die in staat waren een v redesperiode van veertig jaar tot stand te bren gen. Dat is waar het op aankomt". LEO VAN VLIJMEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 19