„Wat heb ik aan een besluit, dat pro-N AVO lijkt maar 't niet is?" PREMIER LUBBERS WIL GEEN „RARE DINGEN" DOEN ZATERDAG 17 MAART 1984 „We mogen ons er niet gemakzuchtig afmaken". En wat betekent dit alles voor juni, wanneer Nederland de knoop wil doorhakken? „Kijken of je iets kunt doen wat zo veel mogelijk recht doet aan onze twee uitgangspunten. Die zijn: niet wijken voor Sovjet-druk en toch je niet overleveren aan een bewape ningsmechanisme. Daar komt iets bij. In het Franse dagblad Le Mon de heb ik gezegd dat je de zaak niet geïsoleerd moet bekijken. Je moet kijken naar het geheel van de nu cleaire taken voor Nederland. Wat ga je met die andere zes taken doen? Verminderen of doorzetten? En ook vind ik dat je de besluitvor ming in juni niet geïsoleerd in de tijd kunt zien. Het gaat niet om „go" of „not go". Als ik een bena dering zou kunnen vinden, die enerzijds een optimale beïnvloe ding van het onderhandelingspro ces zou zijn en die anderzijds past in de Nederlandse conceptie van de eigen atoomtaken, dan zou ik er zijn. Het is dus meer dan de kno pen van je jas tellen: doe ik het of niet?". Volle pond Maar wat betekent dit nu concreet? „Voorzover ik het al zou weten, zou het niet goed zijn voor mij dat nu te zeggen. Ik ben in druk over leg met de meest betrokken colle ga's over de mogelijkheden, de ti ming en het kader". Maar vindt u dat de belangrijkste overweging voor het Kabinet moet zijn of de Nederlandse houding ook internationaal iets bewerkstelligt? „Natuurlijk. Dat is voor mij een zeer belangrijk criterium. Ik vind dat we het als Nederland op moe ten kunnen brengen dat criterium het volle pond te geven. Om elk misverstand te vermijden: juist dat vraagt om een politiek zuivere be nadering. We mogen ons er niet ge makzuchtig afmaken, zo van: doe het maar wel of gewoon niet, dan ben je van het gedonder af". „Dat is namelijk ook niet zo. Ne derland en de NAVO zijn heel veel jaren met elkaar opgetrokken en moeten nog heel veel jaren met el kaar optrekken. Ik heb beslissin gen te nemen over defensiebudget ten in een tijd van bezuinigingen. We hebben een pittig meerjaren- program liggen. Ik zit in belangrij ke discussies over noodzakelijke maar ook onderbouwde en verde digbare vermindering van atoom wapens voor de korte afstand. Als Kabinet moeten we die verschil lende dingen in de gaten houden. De bevolking hier is ook in ver gelijking met andere landen nog sterk pro-NAVO. Dat moet ik zo houden. Ik moet niet naar een be sluit, waardoor er een breuk zou kunnen ontstaan tussen Nederland en de NAVO. Wat schiet ik ermee op als ik een beslissing neem, die pro NAVO lijkt, maar waarvan straks blijkt in de geschiedenis boekjes déér ging het fout, daar brak er iets in de Nederlandse poli tiek en de samenleving". „Kortom: Nederland heeft een ei gen stukje identiteit en eigen op vattingen. Die moeten zich verder kunnen ontwikkelen. We hebben voldoende interne tegenstellingen om extreme besluiten te kunnen vermijden, om geen rare dingen te gaan doen. Het zou niet goed zijn als deze minister-president morgen voor de televisie ging zitten en zou zeggen: „Ik heb nog eens goed na gedacht. We hakken de knoop door. We plaatsen 48 raketten en we gaan over tot de orde van de dag". Dat kan allerlei effecten op roepen, waardoor zo n zogenaamd pro-NAVO-besluit feitelijk wel eens anders zou kunnen uitwerken. Tegelijk weet ik dat de Nederland se bevolking in grote meerderheid vraagt oorlog te voorkomen en dat te doen in en met de NAVO. Dat heeft ons immers nu al vele tiental len jaren vrede gegeven". 572 Loslaten? In het CDA wordt wel geopperd dat Nederland zich in beginsel be~ reid zou moeten verklaren kruisra ketten te plaatsen, als de NAVO in ruil daarvoor het heilige getal van 572 raketten loslaat. Het idee is dat daardoor de onderhandelingen weer op gang zouden komen. Spreekt u dat aan? „Ik doe nu een slot op mijn mond. Dit soort ideeën, die betrekking hebben op de NAVO, moeten eerst aanvaard worden door de meest betrokkenen. Pas dan kun je er iets mee doen. Daarom kan ik er zo moeilijk over spreken. Maar laat ik er in algemene zin dit van zeggen: één van de invalshoeken is inder daad bij heel veel mensen, met name in het CDA, de indringende en diepstekende behoefte om een verband aan te brengen tussen wat we in Nederland doen en het uitoe fenen van een positieve invloed op de onderhandelingen. Als ik naar de Kamer zou kunnen gaan met het verhaal: er is een doorbraak in de onderhandelingen op handen en wij kunnen dat bevorderen door ons te verplichten eventueel te plaatsen, dan ben ik ervan over tuigd dat heel veel CDA-mensen zouden zeggen: Hè, hè, nou is het dan toch de moeite waard geweest En nu moeten we dat ook steunen en nu moeten we dat ook doen". Zijn de gesprekken van u en uw collega's met de NAVO-partners daarop gericht? Stelt u het Neder landse voorbehoud in dienst van het weèr op gang brengen van de onderhandelingen „Ik geloof dat ik daar „ja" op kan zeggen. Om de volgende redenen: 1) het is de sleutelformule uit het regeerakkoord en 2) alhoewel we daar in technische zin nooit een be sluit over genomen hebben, weet het Kabinet dat ik er als voorzitter zo mee bezig ben. En ik weet uit talrijke gesprekken dat Van den Broek (minister van buitenlandse zaken) het daar van harte mee eens is. Hij is de operationele minister op dit gebied en ik heb er alle ver trouwen in dat hij zijn uiterste best doet". Dat zou dus volgens u de beste op lossing zijn? „Zo'n oplossing zou in elk geval een interne logica hebben. En hij zou voortvloeien uit het regeerak koord. Dat zou dus allemaal prima zijn. Ik zeg steeds „zou", omdat ik u in het begin uiteen heb gezet, dat het allemaal zo gemakkelijk niet gaat". Maar dat is wel de lijn waarlangs u denkt? „Ja, als het zo zou kunnen, dan Maar of het zo lukt is punt twee. Maar inderdaad, als het zo zou kunnen, zou het natuurlijk verre weg het beste zijn". RIK IN 'T HOUT Foto's: MILAN KOVALINKA weer. Daarnaast waren er de ziekte en het overlijden van Andropov en nu dus zijn opvolging. Heeft de nieuwe man tijd nodig om zich in te werken of zal hij juist de behoef te hebben onmiddellijk iets te doen? Welnu, als ik zo tuur door de mist tussen hier en het Kremlin, dan heb ik de indruk dat de toe stand wat de Russen betreft nog precies zo is als in december: ze zullen wel weer tot onderhandelin gen bereid zijn, maar het gaat wel even duren". „Nu Washington. Ook daar bespeur ik een zekere wil om weer te on- .derhandelen. Maar de Amerikanen hebben evengoed tijd nodig. Omdat zij niet de indruk willen wekken dat zij zelf iets fout hebben gedaan. Daarmee zouden zij de „deman- deur" worden, de vragende partij. De Amerikanen willen dat net zo min als de Russen; voorts is er het feit dat zij dit jaar presidentsver kiezingen hebben. „Alles afwegen de ben ik geneigd te zeggen: er zal wel weer onderhandeld worden, maar het gebeurt niet op korte ter mijn. Ik bedoel: niet dit jaar of de eerste helft van dit jaar. Maar hele maal zeker ben ik ook daar natuur lijk niet van". Wat bedoelt u met het kader, waar binnen de onderhandelingen her vat zouden kunnen worden? „Ik vind het voor de hand liggen dat er enig verband gebracht zal worden tussen de INF-raketten en de grote strategische raketten, waarover de START-besprekingen werden gevoerd. Ook al omdat er op die manier een reden gecon strueerd kan worden, waarom er wel weer gepraat gaat worden. Voorts is het heel belangrijk of er aan beide kanten een nieuw realis me ontstaat. Wil men erkennen dat bepaalde dingen niet te bereiken zijn en dat dus het op één-na-beste nagestreefd moet worden?". „Al met al zijn de tegenstellingen overigens vrij beheerst. Er is zeker geen „all out" conflictsituatie. Was hington en het Kremlin onderhou den op vitale punten contacten, om te voorkomen dat er ernstige din gen gebeuren in de wereld. Ik voel geen sfeer van twee treinen die te gen elkaar in rijden. Daarom kan ik hier ook rustig en enigszins ont spannen over praten. In het ge heim gedragen de Verenigde Sta ten en de Sovjet-Unie zich anders dan in het openbaar. Dan uiten ze zich beide sterk als vijanden. Dat hebben ze kennelijk allebei nodig in hun omstandigheden, tegenover hun eigen samenleving". Europa Doen de Europese NAVO-partners iets om de onderhandelingen weer op gang te brengen? „Jazeker. Stap voor stap zijn we daarmee bezig. Europa beklem toont de wenselijkheid het dubbel- besluit van 1979 als een dubbel be sluit te blijven zien. Dus niet toege ven aan de gedachte: de onderhan delingen zijn afgebroken, dus er worden 572 raketten geplaatst, punt uit. In de praktijk betekent dat: doorgaan met plaatsen, maar tegelijk proberen de onderhande lingen te reactiveren. Dat bespeur ik in Londen, Bonn en andere Eu ropese hoofdsteden. Maar ze zeggen er wel bij: het moet op een realisti sche manier gebeuren en dan heb ben we het weer over „timing" en kader. Europa heeft daarbij wel een andere invalshoek dan Ameri ka. Wij zijn meer geïnteresseerd in INF dan in START. Dus is het lo „Nederland is nog sterk voor de NAVO. Dat wil ik zo houden". gisch dat Europa zegt: pas nou op dat de onderhandelingen over INF te veel op de achtergrond raken". „Europa doet ook iets in het alge mene kader. Wij proberen de vol- .gende gedachte in te filteren: men sen, er komt toch een moment, waarop we weer met elkaar zaken moeten doen. Dat gebeurt in de richting van zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie. Een man als Kohl heeft die uitstraling naar Moskou heel sterk. Hij maakt dui delijk dat hij weliswaar niet van zijn lijn afwijkt, maar dat hij wel zaken wil doen. Dat ligt soms wat delicaat in de NAVO, omdat de Amerikanen zo'n houding gauw uitleggen als weekhartigheid tegen over de Sovjets, die volgens hen toch niets oplevert". Wat kan Nederland doen? „Allereerst zijn wij traditioneel „outward looking". Het is heel be langrijk als we dat kunnen voort zetten, zowel voor de Europese Ge meenschap als voor de NAVO. Ik doel op onze wijze van politiek be drijven en expertise inbrengen in de analyse. Want hoe moet je dat nu doen: het uit elkaar halen van „Dichtung und Wahrheit" en van daaruit te kijken wat je politiek kunt bereiken. Doordat Nederland niet typisch een machtsland is, moeten wij het veel meer hebben van de analyse en de beïnvloeding, van creativiteit en ideeën. Een aar dig voorbeeld daarvan is ons werk in de High Level Group van de NAVO. We zijn erin geslaagd een fundamentele discussie op gang te brengen over de korte-afstandswa- pens, over het verhogen van de atoomdrempel". „Wat de INF betreft is dat helaas veel moeilijker. Allereerst is het zo dat die wapens in de loop der tijden toetssteen zijn geworden, zowel voor de NAVO als de Sovjet-Unie, voor „firmness", zeg maar: vastbe radenheid. Er staan twee ideologi sche systemen tegenover elkaar, die elkaar bij voortduring uittesten. Regeringen in de Sovjet-Unie en in de Verenigde Staten vragen zich af hoe zij de zaken kunnen beïnvloe den, hoe zij de machtsverhoudin gen fundamenteel ten gunste van zichzelf kunnen beïnvloeden, wel overigens met vermijding van oor log. Bij de INF is die psychologi sche factor heel sterk geworden. Het is geen kwestie meer van al leen politici, onderhandelingen en diplomaten. Het is een kwestie van de bevolkingen geworden. En dat bij verschillende maatschappelijke systemen: hier democratie, ginds communisme. Dat bracht Mitter rand tot zijn uitspraak: ginds staan de raketten, hier zijn de demon straties. Dat is natuurlijk niet het hele verhaal, want er zijn ook ra ketten in West-Europa. Maar toch!" „Het bijzondere van de Sovjets daarbij is dat zij het recht claimen INF-wapens te richten op West- Europa en tegelijk zeggen dat het onzin is als West-Europa hetzelfde op hen zou doen. Dat omkleden ze met duizend verhalen. Maar het gaat I natuurlijk om de vraag of West-Europa de voortuin van het Sovjet-imperium is of dat het'een blok van landen is dat zegt: je kan het me deen. Dat is één kant van het verhaal en dat betekent raket ten plaatsen". „De tweede kant is dat een aantal mensen, ook politici, zegt: dat kan het antwoord niet zijn. Want laten we eens aannemen dat we die 572 raketten in West-Europa neerzet ten. Dan hébben we toch beide, de Sovjet-Unie en wij, schade geleden, doordat we er weer een serie wa pens bij hebben. De volgende draai dus aan het wiel van de atoombe wapening. Kunnen we dus niet iets intelligentere doen?, is dan hun vraag. Achilleshiel Weet iets intelligenters? „Daar begint nu juist de moeilijk heid. Dat maakt deze zaak voor Nederland tot een achilleshiel. Want een intelligentere oplossing vergt een houding, die enerzijds kracht geeft aan de onderhandelin gen (daarom hebben wij dus ook de voorbereidingen voor plaatsing ge troffen) en die anderzijds de onder handelingen niet tot een formaliteit degradeert. Zo iets van: als het lukt is het mooi en als het mislukt, is het ook niet zo erg. Voor ons als Kabinet betekende dat tot dusver: niets doen en niets nalaten dat het onderhandelingsproces kan scha den". 161 iar verluidt gebeurde dat, toen lid j vreesde dat tien van zijn eigen actieleden zouden stemmen voor n motie van wantrouwen van de positie. Het Kabinet redde het :n. doordat de tien dissidenten nslotte verstandiger achtten kwj oplossing te aanvaarden, die if 7 in Agt uit de hoge hoed had geto- rd: Nederland accepteerde de odzaak van het dubbelbesluit, lar maakte een voorbehoud waar t de plaatsing van kruisraketten eigen land betrof, lim vier jaar later zit Ruud Lub- "wi rs weer tot over zijn oren in de Okettenproblematiek, maar nu als "d' ;mier. Want nog altijd is het )A zeer ernstig verdeeld, waar- ïijnlijk nog meer dan in die don- re decembermaand van '79. Alle ;rediënten voor een kabinetscri- zijn weer aanwezig. Maar in te- istelling tot 1979 lijkt Lubbers nu niet warm of koud van te irden. De volle tijd dat wij met in zijn werkkamer in het to- itje van het departement van al- lene zaken over de kruisraket- praten, is hij volledig ontspan en schiet hij zelfs soms in de |lrjlh. Als de schijn niet bedriegt, is minister-president er ondanks s aardig zeker van dat hij zijn ibinet en de Tweede Kamer iks een aanvaardbare oplossing aanbieden, yfrar hoe moet die er uitzien? Ge in de reputatie van internatio- invloedrijk politicus, die Lub- heeft verworven, zou het kun- jn zijn dat hij de oplossing van rakettendilemma over de grens :kt. We benaderen de zaak dus tar eens vanuit die invalshoek. ;t andere woorden: is de interna- [nale situatie inderdaad zo som- als men over het algemeen ikt? Of is er wellicht toch een is dat de Amerikanen en de weer met elkaar over de iddellange-afstandsraketten (in NAVO-jargon INF geheten) in praten, met alle voordelen dien ook voor Nederland? rfanneer? Bbbers: „Wij in het Westen ok ikzelf gaan er inderdaad uit dat er weer onderhandelin- zullen komen. De vraag is ech- wel: op welk moment en in fik kader? Over het moment is eilijk iets te zeggen. Internatio- al is men het daar ook niet over is. Het is in elk geval zo dat wij [december, toen de Sovjets weg gen uit „Genève", tegen elkaar den: het gaat nu wel enige tijd ten eer de zaak weer op gang int. Want de Sovjets braken het fuurlijk niet voor niets af. Dan st het uiteraard tijd eer ze kun- |n zeggen: akkoord, daar gaan we •EN HAAG Dat Ruud iijubbers zich ontpopt heeft als goed premier, wordt door Jrijwel niemand ontkend. riMaar wel zijn er mensen, ook zijn eigen CDA, die betwij felen of hij, zoals zijn voorgan ger Dries van Agt, volledig bestendig is. Zij herinne- eEJ eraan dat Lubbers als A-fractieleider „nogal pa- iliekerig" reageerde, wanneer °Jch werkelijk grote proble men aandienden. Zo zou hij in -ecember 1979, tijdens het fi- &le-nachtelijke-fractieberaad -4ier het zogeheten NAVO- I&ibbelbesluit, zelfs even zijn wi ngestort". Als ik zo'n benadering zou kunnen vinden, dan zou ik er zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15