„Atletiek is veel meer dan rondjes draven...""
Alphons
Groenendijk is
harder geworden
CeidaeGomswt
„BATAVEN" JOOP KLEINE EN SJEF ROSDORFF BIJ AFSCHEID:
„Als bestuurslid moet
je alle problemen
net even voor zijn"
LEIDEN/SPORT
ZATERDAG 10 MAART 1984 PAGINA 1
LEIDEN De deze week
gehouden jaarvergadering
van de atletiek vereniging
Bataven-Leiden stond
vrijwel volledig in het te
ken van het afscheid van
Joop Kleine (voorzitter)
en Sjef Rosdorff (penning
meester en vice voorzit
ter). Na respectievelijk
dertien en twintig jaar be-
stuurswerk, houden bei
den het voor gezien. In de
ruim dertien jaar die zij
gezamelijk aan de belang
rijkste touwtjes trokken,
hebben de beide ex -ko
gelstoters heel wat stor
men moeten doormaken.
Heel vaak blijven daar al
leen de positieve herinne
ringen van over: de ope
ning van de kunststof-
baan, een fusie met de
(fusieclub) av Leiden, vele
Nederlandse kampioenen,
een bijzonder geslaagd 50-
jarig jubileum en noem
maar op. Die positieve
dingen hebben het voor
hen mogelijk gemaakt om
zo lang door te gaan. Ros
dorff: „Er zijn natuurlijk
wel eens momenten dat je
denkt waar ben ik in he
melsnaam mee bezig,
maar als er dan later een
telefoontje komt om te be
danken denk je toch weer:
ja Bataaf zijn is een gekte
en er niet meer uit te krij
gen."
Doordat ze Bataaf zijn zullen
ze nog regelmatig op de Leidse
Hout te zien zijn in diverse
functies (beiden zijn gewaar
deerde juryleden en Rosdorf is
zelfs nationaal B starter) waar
bij zij dan gelijktijdig „hun"
clubje in de gaten houden.
„Want het is natuurlijk wel
een stuk van je leven, vanaf
1948 tot aan 1984 lid te zijn
van een vereniging en in die
tijd ook nog eens 13 jaar voor
zitter," aldus Kleine. En na
tuurlijk geldt dat nog veel
meer voor Rosdorff, die zelfs
ruim 20 jaar in het bestuur ge
zeten heeft. „Ik heb Joop ei
genlijk voorzitter gemaakt,
door hem tijdens een reünie
warm te maken voor die vaca
ture," grijnst de jongere van
de twee.
Inzicht
Toen Rosdorf als 18-jarige
naar de Bataven kwam was
het al snel duidelijk dat hij wel
wat meer kon dan alleen ko
gelstoten en speerwerpen. De
toenmalige voorzitter Gussen-
hoven maakte hem na twee
maanden wedstrijdsecretaris
en via die positie werkte hij
zich op tot penningmeester en
vice voorzitter. Dat dit een pe
riode van liefst negentien jaar
beslaat is deels te wijten aan
de vereniging en deels te dan
ken aan het inzicht van Ros
dorff zelf. „Natuurlijk speelt
dat ook mee, bij het denken
aan een afscheid, dat het nu
maar eens tijd wordt dat een
ander het overneemt, maar ik
heb er nu gewoon geen tijd
meer voor." In al die jaren
heeft er niemand staan sprin
gen om een van de functies
over te nemen. De algemene
gedachte was „het gaat goed
dus waarom zouden we een
ander nemen Buiten de at
letiek heet dat de „never
change a winning team" ge
dachte, maar het houdt wel
het risiko in zich dat de vere
niging inslaapt. Of in veel er
gere gevallen aan een over
heersing door de desbetreffen
de mensen ten onder gaat. Ge
lukkig voor de Bataven is er
van geen van beide excessen
iets merkbaar geweest.
Ervaring
Ondanks de vele uren die ze
beiden per week en in sommi
ge periodes zelfs per dag bezig
waren met de Bataven hebben
ze daar nooit spijt van gehad.
Door het werk in de vereni
ging konden ze hun omgang
met mensen uitdiepen, wat in
hun werk weer van pas kon
komen. „Eigenlijk zou ieder
een die een beetje vooruit wil
in deze wereld in het bestuur
van een vereniging moeten
stappen. Op een vrij risikoloze
manier leer je om te gaan met
erg veel, vaak heel verschil
lende, mensen en in een vere
niging val je je nooit echt een
buil, iets wat je in het dagelijks
leven wel kan gebeuren," is de
stellige mening van de in Al
phen bij een uitgever werken
de Sjef Rosdorff. „Maar dan
moet je wel zorgen open te
staan voor alle nieuwe winden
die waaien, eigenlijk moet je
als bestuurslid, net als een ma
nager in een bedrijf, de pro
blemen precies één minuut
voor zijn." Zo wisten de neven
een aardig evenwicht te schep
pen tussen de in hun werk op
gedane ervaring en de in de
vereniging opgedane extra le
venservaring.
Evenwicht
Een evenwicht dat zij niet wis
ten te bereiken in de vereni
ging. Ook al omdat Bataven
van oudsher een lopersvereni
ging is, wordt het volgens hen
steeds moeilijker om bijvoor
beeld een kogelstoter of een
hoogspringer in de vereniging
te krigen, laat staan te houden.
Deels komt dat natuurlijk door
het „Nijboer en Druppers ef
fect", wat de aandacht van de
mensen, en dan vooral de
schooljeugd, te veel naar „atle
tiek is lopen" trekt. Ria Stal
man weerde zich in Helsinki
toch meer dan verdienstelijk,
met haar zesde plaats in de fi
nale bij het discuswerpen da
mes, maar van de martelgang
van Gerard Nijboer weet men
veel meer om eens een voor
beeld te geven. Datzelfde zien
we bij Bataven ook, van alle
binnenkomende nieuwelingen
is meer dan 90 bij voorbaat
een loper, terwijl atletiek toch
veel meer inhoudt. „Ik weet
van mijn eerste atletiekwed
strijd die ik bijwoonde, we wa
ren met school naar de Leidse
Hout, alleen nog dat de speren
zo enorm hoog door de lucht
gingen. Verder weet ik er
niets meer van, geen honderd
meter, geen 1500 meter, niets,"
bekent de nu ex-voorzitter.
„Ergens ligt daar een taak
voor de media, want doordat
zij aandacht kunnen schenken
aan werp- en springnummers
komen ook die takken van at
letiek een beetje uit het ver
domhoekje. Ik mis trouwens
toch de voorbeschouwingen in
vooral de kranten, de mensen
weten niet dat er wedstrijden
zijn, komen dus niet kijken en
kunnen dus niet bevangen ra
ken door de atletiekbacil, om
die gedrevenheid zo maar te
noemen."
Die gedrevenheid denken de
beide heren, en sinds woens
dag ook de algemen ledenver
gadering, gevonden te hebben
in Susan en Peter Groen in't
Woud, voor zover het de pen
ningen betreft. Voor de vaca
ture van voorzitter is helaas
nog niemand gevonden, on
danks naarstig zoekwerk van
zowel bestuur als enkele le
den. Om de vacture zo spoedig
mogelijk vervuld te zien is er
zelfs een commissie in het le
ven geroepen, die tot taak
heeft een nieuwe voorzitter te
vinden. Deels uit praktische
overwegingen, deels uit „Bata-
vengekte" is Joop Kleine
voorzitter van die commissie
geworden.
Veel mensen die zeker ge
schikt zijn als voorzitter op te
treden denken van zichzelf
dat ze daar een bepaalde ei
genschap voor missen, terwijl
ze zich enorm voor de club in
zetten en zo vaak meer en be
tere dingen doen. Uit die hoek
denken de Bataven ereleden
toch de juiste man of vrouw te
halen. Onder de aktieve leden
zijn nog teveel mensen bezig
met hun eigen loopbaan en
komt er te weinig kader naar
boven borrelen. Voor een van
de directeuren van de (meer
dan alleen) chemische bedrij
ven Kleine is dat niet erg ver
wonderlijk: „Tegenwoordig is
het heel normaal als je als 35,
40-jarige niet stopt met spor
ten, maar gewoon doorgaat.
Het is natuurlijk erg mooi wat
de veteranen doen, we zien
het van nabij in Willem Ra-
vensbergen, maar het gaat wel
ten koste van je verenigings-
struktuur. De mensen krijgen
steeds meer vrije tijd en steeds
minder zin om in een kader
functie te stappen. Maar toch,
vroeger knokte je om in een
competitieploeg te komen (met
als resultaat dat je op de fiets
naar Den Haag en Lisse
mocht, terwijl je verslagen
concurrent in principe thuis
kon blijven). Dat hij dat niet
deed komt door de clubgeest
die er heerste, maar dat is te
genwoordig toch heel anders.
Bataven heeft een lopersarse
naal waarop bijna alle vereni
gingen van Nederland jaloers
mogen zijn, maar we komen
niet verder dan de tweede
klasse in de landelijke kompe
titie, en dan nog met moeite,
omdat we alle loopwinst ver
liezen op de werp- en vooral
de springnummers. Mensen
schrijven ook erg makkelijk af
met redenen die vroeger niet
denkbaar waren en dan staan
er bij Bataven gewoon te wei
nig mensen om die plaatsen op
te vullen. Maar nogmaals, de
meeste mensen weten gewoon
te weinig dat atletiek meer is
dan rondjes draven".
GERT VELTHUIZEN
Joop Kleine met (aan) zijn rechterhand Sjef Rosdorf: „Vroeger knokten we voor de ploeg, maar dat hoeft tegenwoordig
schijnbaar niet meer."
Alphons Groenendijk kopt weg namens FC Den Haag in de
wedstrijd tegen West Ham United.
LEIDEN Het zijn spannen
de dagen voor Alphons Groe
nendijk. Hoewel hij zelf zegt
zich er niet al te druk over te
maken, houdt de onzekerheid
hem toch bezig. Over twee
weken, zo weet hij, maakt FC
Den Haag zes namen bekend
van de spelers die hun ontslag
aangezegd krijgen. „Op zich
zegt dat nog niets hoor, want
zelfs als je nu je ontslag krijgt,
bestaat de kans dat je volgend
jaar nog gewoon in Den Haag
speelt. Maar voor minder
geld, hè. Dat is de truc. Ik
denk dat ze mij wel gewoon
willen houden hoor. Ik heb
dit jaar toch goed gepresteerd.
Tot nu toe al zo'n twintig
wedstrijden bij het eerste ge
zeten. Dat is toch goed voor
iemand van negentien jaar",
verdedigt hij zich thuis in een
flat aan het Leidse Jacques
Urlusplantsoen. Daar bovenin
die ten onrechte in een straat
met zo'n mooie naam neerge-
plante betonkolos, met uitkijk
op de voetbalvelden aan de
Boshuizerkade, verhaalt hij
over zijn nog zo prille loop
baan en de onzekerheid die
daar aan knaagt.
Een loopbaan die aan de„
overkant" van zijn spreekge
stoelte begon. Via LFC kwam
hij als 11-jarige bij UVS te
recht en daar eenmaal in het
eerste spelend, kwam er al
vlot belangstelling van prof
clubs. „Drie eigenlijk. Feije-
noord, Ajax en FC Den Haag.
Het kiezen was niet zo moei
lijk. Ik Rotterdam boden ze
me slechts een amateurcon-
tractje en in Amsterdam kon
ik het al snel vergeten omdat
ik tijdens de proefwedstrijd
die ik toen speelde, onder toe
ziend oog van Aad de Mos in
eigen doel schoot". Het werd
dus FC Den Haag. Ook al om
dat die club bereid was meer
uit te trekken voor het rossige
talent Groenendijk. „Een
jeugdcontract waaraan ik 600
gulden per maand overhield.
En dat was voor mij, die al
leen maar zakgeld gewend
was natuurlijk een heel be
drag. Samen met Gerard Dé-
sar, mijn toenmalige trainer
bij UVS, heb ik besloten dat
contract te aanvaarden. Ach
teraf was het alleen jammer
dat ik geen clausule in die
overeenkomst heb laten opne
men waarin vastgelegd dat ik
bij goede prestaties meer zou
gaan verdienen. Daar had ik
helemaal niet aan gedacht.
Zowel het bestuur van FC
Den Haag als ik zelf rekende
er op dat ik in het C-team zou
gaan spelen. Maar Cor van
der Hart zette mij van meet af
aan in het eerste. Dat vond ik
wel klasse van die man hoor.
Van der Hart had gewoon
maling aan gevestigde namen.
Hij keek niet naar leeftijden,
maar stelde gewoon de beste
elf op. Gevolg was wel dat ik
voor erg weinig geld onafge
broken in het eerste speelde.
Nou ja, tot de winterstop dan.
Daarna werd het wat minder
en speelde ik steeds in het
tweede".
„Daarom moest ik dit jaar
weer opnieuw beginnen. Met
dat verschil dat ik nu stapsge
wijs meer zou kunnen verdie
nen. Na 6 wedstrijden in het
eerste een verhoging, na 12 en
na 24". Alphons Groenendijk
is inmiddels al zo'n twintig
wedstrijden met het eerste
elftal op stap geweest. Lang
niet altijd als basisspeler, va
ker als reserve eigenlijk, maar
ook dat telt mee. Na die twin
tigste keer, eind januari, stap
te trainer Rob Baan op hem af
met de mededeling dat hij nu
maar weer in het tweede
moest gaan spelen. „Niet om
dat ik niet voldeed, maar om
dat er een regel is die zegt dat
je na 22 wedstrijden in het
eerste te hebben gespeeld,
niet meer voor het tweede
mag uitkomen. En dat team
kan dit jaar kampioen wor
den, dus daar zouden ze me
nog wel eens hard nodig kun
nen hebben. Even heb ik het
idee gehad dat het om geld te
doen was. Dat Den Haag wil
de voorkomen, dat ze me de
overeengekomen verhoging
na 24 wedstrijden moesten
uitbetalen. Maar inmiddels
heeft Baan me duidelijk ge
maakt dat het daar niet om
gaat. Tegen Telstar raakte
René van Delft al na vijf mi
nuten geblesseerd en toen zet
te Baan mij toch ook zomaar
in. Nee, ze zijn gewoon even
zuinig op me".
Harder
Blijft de onzekerheid voor ko
mend seizoen, al zegt Groe
nendijk zich daar niet zoveel
zorgen over te maken. „Ik
hoop echt dat ik in Den Haag
kan blijven. Ik vind het leuk
om in het Zuiderpark te spe
len, ook al komen er dan niet
zoveel mensen kijken. Trou
wens, ik ben nog jong en bo
vendien niet zo duur. Om vol
gend jaar weer bij UVS of een
andere amateurclub te spelen,
zie ik absoluut niet zitten. Ik
heb me goed ontwikkeld, al
zeg ik het zelf. Ben veel har
der geworden, heb mijn ver
dedigende kwaliteiten opge
schroefd al denk ik dat dat
een beetje ten koste van mijn
beslissende pass is gegaan.
Maar daar maal ik niet zo erg
om. Vroeger bij UVS had ik
er echt de schurft over in als
een van m'n passes niet aan
kwam. Tegenwoordig baal ik
als ik een duel verlies. Wat
dat aangaat ben ik echt ver
anderd hoor. Bij UVS was ik
zo'n speler die na iemand per
ongeluk een knal te hebben
gegeven vijf minuten bij 'm
bleef staan om te kijken of
het wel goed met hem ging.
Vandaag de dag vliegen zelfs
op de training de vonken er
van af. Iedere donderdag spe
len we onderling een oefen
wedstrijdje. En dan is het he
lemaal erg. Laatst moest ik
zelfs vluchten voor Chris Tre-
ling, die rooie kwam na een
inderdaad niet onaardige
overtreding woedend achter
me aan
MAARTEN NOOTER
Twee - één...
t
ene Oranje aanval na de an-
dere te zien. Maar na de pau-
ze was er niet meer te filmen. 11
Nou, volgens ons hebben ze in e
die tweede helft gewoon met
die ene camera achter het
doel van Schrijvers gezeten
en vervolgens, na spoedover- r'
leg met „Zeist", besloten die
beelden maar niet uit te zen-
den.
Waar Evert, Kees en al die I
andere Zeisterbossers bij die] I
beslissing echter geen reke-< I
ning mee hielden, was die ca-
me ra van FC Lisse zelf. Een
op het dak van het fraaie
complex geposteerde camera J
die, aan het slechte Lissese j
licht gewend, ook in de twee
de helft rustig doorsnorde... j
Een suggestie onzerzijds: stuur j
dat „amateurfilmpje" gezellig i
op naar Hilversum. Adresseer j
dat aan VARA tv, Pisa. En t
verzoek de heren Vermeegen J
en Spaan de heer Gijs er toe
te bewegen het uitzenden van c
dat filmpje als zesde eis van
Gijs de ether in te slingeren.
Mart zorgt vervolgens, on-
danks alle tegenwerking van j
Evert, gewoon voor de rest. c
K(l)apstuk J
Kees: „Stel je voor dat we
echt met het sterkste team i j
zouden zijn gekomen...J
Leiden - Nederland 2-1.
Het zal de trouwe en dus ge
waardeerde lezers en lieve le-
essen van deze rubriek
niet verbazen dat Wij op deze
plaats nog even uitgebreid te
rugblikken op die historische
gebeurtenis in „Lis". Want,
laten we wel zijn: dit was na
tuurlijk wel uniek, en dan in
de zin van eenmalig. Zo'n uit-
j zal nooit meer in de Ne
derlandse geschiedenisboeken
terugkeren.
Neen, niet omdat we het
Leids elftal niet in staat zou
den achten die stunt te herha
len, maar gewoon omdat het
Nederlands team zich niet
meer in het „Leidse" zal wa
gen. Rijvers zei het eigenlijk
al, tijdens de persconferentie
op die gedenkwaardige, vol
gens Studio Sport steeds don
ker wordende woensdag
avond: „Of we nog een keer
tegen Leiden spelen? Ach, er
zijn nog zo veel andere afde
lingen waar we nog niet zijn
geweest".
Inderdaad: een andere manier
om te zeggen dat Zeeland 9-0
winst van Oranje) misschien
nog wel in aanmerking komt,
maar dat Jan Persoon en
Freek Filippo cs. het in ne
gentig minuten voetbal heel
goed hebben verbruid...
Twee - één (2)
Diezelfde Freek Filippo,
coach van de Leidse ploeg en
vader van AZ-speler Fred
(maar dit terzijde), kon er
daar in Lisse maar niet ove£
uit. Vanzelfsprekend: zijn se
lectie had een puike partij
voetbal afgeleverd en hij had
vooraf ook durven stellen dat
hij met deze jongens niet af
zou gaan. Maar winnen, nee,
die gedachte was vooraf be
slist niet in zijn hoofd geko
men. En zat er na afloop ei
genlijk ook nog niet in. Be
grijp jij dat nou", zo vertelde
hij een ieder die dat weten
wilde: „Al die dure profs, op
gerold, opgevreten, ja zelfs ge
dold door een stelletje ama
teurs. Schandalig toch". Om
vervolgens daar aan toe te
voegen: „Een elftal van de
kleinste afdeling van de
KNVB dat er in slaagt het
Nederlands team op deze ma-
r te kloppen. Nee, ik geloof
het nog steeds niet. Dit kan
niet waar zijn
Het was dan ook niet hele
maal waar, kunnen we bij
deze vermelden. Na contact
met de eveneens glunderende
afdelingsadministrateur Cor
van Steyn (dé man die er in
de eerste plaats door alert rea
geren voor zorgde dat deze
De Lissese camera...
historische gebeurtenis kon
plaatsvinden) kunnen we u
mededelen dat er binnen
KNVB-verband wel degelijk
kleinere afdelingen te vinden
Arnhem, Gouda en Nijmegen
bijvoorbeeld.
Waarmee de eerstvolgende
„provinciale tegenstanders
van Oranje dan bij deze direct
zijn genoemd.
Twee - één (3)
Zoals te doen gebruikelijk na
grote wedstrijden, zijn Wij
van Hutspo(r)t na de Leidse
overwinning op het Neder
lands elftal eens nagegaan
wat andere kranten over het
gebeuren schreven. Zonder
uitzondering werd de 2-1
winst van Leiden als een
schande voor het Nederlands
elftal betiteld. Het meest cyni
sche verhaal troffen Wij aan
in de Haagsche Courant. On
der de kop „Oranje houdt
schade beperkt", schreef Rob
Ven te: „Tegen wie kan dit
Nederlands elftal eigenlijk
nog wel met succes een oefen
partijtje aangaan?". Wellicht
tegen het personeelselftal van
Verkade of zo? Nu mocht de
Rijvers-brigade nog blij zijn
dat de Leidse spelers gisteren
de hele dag hadden gewerkt,
alvorens zij naar het terrein
van de FC Lisse konden trek
ken. Want stel dat zij zich
net als die dure profs van
Oranje ook een hele dag in
alle rust op het duel hadden
kunnen voorbereiden....".
Twee - één (4)
Ook zo genoten van die fan
tastische reportage die Studio
Sport van de wedstrijd in Lis
se maakte? Diepte-interview
met Rijvers, wandelende spe
lers aan de Noordwijkse bou
levard, het optrekken van een
extra afrastering rond het
veld. Allemaal even fraai. Dat
was nog eens genieten. Hele
maal prachtig werd het toen
dan eindelijk beelden van de
wedstrijd werden vertoond en
Evert ten Napel ons met veel
gevoel voor drama meldde
dat het^donkerder en donker
der werd. Die Evert. Alsof hij
zijn kinderen 's avonds voor
het slapen gaan een verhaaltje
voorlas. Het werd donkerder
en donkerder. Alsqf dat niet
een heel gewoon natuurver
schijnsel is, dat Zich, jawel
Evert, ook in Lisse openbaart.
Nee, zei Evert, in Lisse wordt
het zo donker dat je niets
meer kunt zien. Althans, niet
door een NOS-camera. De
eerste helft ging het kennelijk
nog wel, want we kregen de