finale
Bedroevende
briefwisselinj
tussen „rijk
Cl 1 dl lil
Kunstschatten
uit KOREA,
zeldzame expositie
in Londen
Nog zestig
vrijwilligers
vertalen voor
Foster Parents
„JE PLEEGZUSJES ZIEN
ER FANTASTISCH UIT"
prI ^rm
Hoofd van Boeddha in gegoten
ijzer. Einde van het verenigd
Silla-tijdperk of het begin van
de Koryo-dynastie (tiende
eeuw). Hoogte: 29,4 cm.
LONDEN Een Britse ken
nis van ons, die getrouwd is
met een Koreaan, vertelt dat
telkens als ze met haar man
„bij de Chinees" gaat eten, de
kelners haar echtgenoot
scheef aankijken omdat zij
hem voor een Japanner hou
den. Koreanen vinden een
dergelijke vergissing verre
van leuk; zelf lusten zij som
mige zonen van Nippon wel
rauw bij 't ontbijt. Die geur
van kwalijkheid waarin het
Japanse volk bij hen pleegt te
staan, heeft trouwens een
sterk wederzijds karakter: de
meeste Japanners ziin de Ko
reanen evenmin welgezind.
Hardnekkige vooroordelen hebben
bijna altijd een historische achter
grond. Voor westerlingen blijven,
wat Korea betreft, de aanleidingen
en oorzaken echter praktisch volle
dig in het duister. Wij weten im
mers bedroevend weinig over dat
land. Ach ja, het ligt ergens in Azië
en is bevolkt met mensen die op
het eerste gezicht sprekend gelij
ken op Chinezen en Japanners. In
de iaren vijftig was Korea het to
neel van een bitter gewapend con
flict waaraan deelgenomen werd
door Amerikanen en eenheden van
de Verenigde Naties; vandaar nog
steeds MASH op de tv.
Sedert die oorlog is dit afgelegen
land verdeeld in Noord- en Zuid-
Korea; het Noorden staat onder
communistische heerschappij, ter
wijl het Zuiden een corrupt kapita
listisch regime heeft. Veel verder
faat onze kennis over Korea niet.
>e Koreaanse geschiedenis, de
kunst en de cultuur zijn ons volsla-
Zo'n honderdduizend
Nederlanders hebben via
Foster Parents Plan een
pleegkind in een
ontwikkelingsland. Daar
betalen ze maandelijks 45
gulden voor. Als
„tegenprestatie" schrijft
dat kind elke twee
maanden een brief,
waarin het zijn „beste
pleegouder" over zijn
dagelijks leven en zijn
vorderingen vertelt en
laat vertellen. Opzet is
dat de pleegouders ook
geregeld terugschrijven.
Van dit laatste komt in
dë praktijk niet zo veel
terecht. En zo er al
geschreven wordt gaat de
briefwisseling veelal
mank aan zinnige
communicatie. Dat té de
bevinding van mensen
die wekelijks tientallen
van die brieven vertalen.
„Je ziet telkens weer dat
de pleegouders zich erg
slecht verplaatsen in de
bedroevende
omstandigheden van hun
pleegkinderen", zegt een
van die vertalers.
Bij het veel geplaagde
Foster Parents Plan in
Amsterdam ziet men dit
probleem ook. Men wil
de briefschrijverij
terugbrengen tot reëler
proporties.
„Lieve pleegouder. Met deze brief
zend ik mijn hartelijke groeten, in
de hoop dat u en uw gezin in goede
gezondheid verkeren. Ik ben ge
lukkig hier in mijn dorp, omdat het.
oogsten weer begint. Daar doen we
allemaal aan mee. Dit jaar heeft het
nog niet geregend en onze oogst is
bezig te verdorren. Ik dank u voor
uw hulp en bid om Gods zegen
over u allen. In mijn volgende brief
zal ik u meer dingen over mijn
land vertellen, uw pleegkind Juana
Marquez, Bolivia".
Een half jaar later.
„Beste Juana, het spijt me dat ik
niet eerder geschreven heb, maar
er is hier altijd wel wat. Je komt
vaak moe van je werk thuis en je
bent dan blij als je in een stoel kunt
zakken. We kijken dan veel televi
sie. Toevallig zag ik vanavond nog
Johan Cruijff spelen. Die zul je ook
wel kennen, he? Voor mij blijft Jo
han de beste voetballer ter wereld,
hoewel ik Pele indertijd ook magi
straal vond hoor. En die kwam
toch maar mooi bij jullie uit Zuid-
Amerika vandaan.
Je moet de groeten hebben van je
pleegmoeder Ingrid en van je
pleegzusjes Malon en Jolanda. Ze
zien er fantastisch uit, mooi bruin
gebrand. We zijn namelijk net te
rug van een weekje wintersport in
Oostenrijk. Het was heerljk joh in
de sneeuw. Jammer dat je zo ver
weg zit, dat zou ook iets voor jou
zijn. Jullie zullen wel een keer ge
noeg krijgen van almaar die zon.
Zeker als ik lees dat de oogst ook
nog verdroogt. Hier in Holland kla
gen de boeren dat er te veel regen
valt, zodat ze straks niet kunnen
zaaien. Maar dat valt in de praktijk
altijd mee hoor. De boeren klagen
hier altijd. Ik sluit nog een paar fo
to's in van onze vakantie. Die lange
latten die je ziet heten ski's. Daarop
kun je van de bergen afsuizen.
Heerlijk joh. Nou, veel liefs en de
groeten aan je ouders en broertjes.
Je pleegvader Adrie Plijzier".
AMSTERDAM Nogal wat wel
varende Nederlanders die voor 45
gulden in de maand meedoen aan
het Foster Parents Plan schrijven
hun armoedige, vaak ondervoede
pleegkind in De Derde Wereld
aandoenlijke en tegelijk tragische
brieven. Aandoenlijk om de verre
gaande onnozelheid die veelal uit
hun goed bedoelde epistels spreekt.
Tragisch, omdat het kind een ogen
schijnlijk paradijselijke wereld
krijgt voorgeschoteld waaraan het
zich kan vergapen. De hierboven
afgedrukte briefwisseling is daar
een pijnlijke illustratie van.
„Veel brieven van pleegouders grij
pen te hoog. Ze benadrukken de
kloof tussen twee werelden", zegt
Arie Stienis, een gepensioneerde
Shell-administrateur. Wekelijks
vertaalt hij gratis en voor niks en
kele tientallen brieven voor FPP,
van het Nederlands in het Engels
en omgekeerd. „Logisch dat de
mensen over hun eigen omstandig
heden schrijven. Afgezien van de
enkele goeie brieven die er ook bij
zitten, zie je telkens weer dat ze
zich erg slecht verplaatsen in de
bedroevende omstandigheden van
hun pleegkinderen. Er klinkt bij
voorbeeld veel trots door over wat
ze hier in het leven bereikt hebben:
een mooi huis, een grote auto of
een vakantie op de Canarische Ei
landen. En daar doen ze dan nog
rustig wat foto's bij van een en an
der".
Zijn vrouw, die het vertaalwerk
ook een tijd gedaan heeft, voegt
daaraan toe: „Ze kunnen alleen
maar praten over hun eigen mate
riële omstandigheden, wat zo'n
kind weinig zegt". Of het moet de
constatering zijn dat het er vergelij
kenderwijs beroerd aan toe is.
Standaardbriefjes
Niettemin ziet Arie Stienis, die zijn
vaardigheid met het Engels in
Zuid-Afrika verwierf, wel nut in
de briefschrijverij. „Je grijpt er
hoog mee, maar het zou doodzonde
zijn als ze er niet was. Ze schept
toch een band. De pleegouders krij
gen ook enig inzicht in de leefom
standigheden van die mensen daar.
Hoewel we ons daarvan ook niet te
veel moeten voortellen. Een goeie
beschrijving van hun dagelijks le
ven lees je nooit, 't Zijn vaak stan
daardbriefjes, meestal niet door de
kinderen zelf geschreven, maar
door een familielid of een maat
schappelijk werker. Uit die kinder
brieven spreekt altijd een opge
wekte toon. Nooit schrijven ze dat
ze honger hebben of dat ze 't slecht
hebben. Wel spreekt er veel dank
baarheid uit. En dat ze voor hun
pleegouders zullen bidden. Dat is
ontroerend. Maar dat die kinderen
bijvoorbeeld in de Sahel de hele
dag bezig zijn. met hout sprokkelen
en hun broodmagere koeien van
grasspriet naar grasspriet voeren
en voor de rest een beetje pap ko
ken, dat lees je niet".
Stienis zegt zich het recht voor te
behouden om wat hij noemt „ouwe-
hoerderij over niets' uit de brieven
van pleegouders te schrappen.
„Zonder natuurlijk het wezenlijke
aan te tasten. En ik voeg ook wel
'ns wat verklarends toe hoor".
Paardrijden en tennis
„Ik doe het vertalen nu een jaar of
acht en nog altijd met veel plezier",
zegt de 76-jarige mevrouw Knol.
„Ja, die brieven hebben veel zin,
vind ik. De pleegouders lezen dat
ze daarginds vorderingen maken.
Dat er een schoollokaal komt, of
een toilet, of een graanbank, dat
soort dingen. Dat lezen ze dan wel
iswaar uit de periodieke rapporten
die de maatschappelijk werkers
schrijven, maar uit de brieven van
de kinderen horen ze toch ook veel
over de persoonlijke vorderingen
van het kind, bijvoorbeeld op
school".
Mevrouw Knol heeft ervaren, dat
nogal wat pleegouders te veel over
de hoofden van de kinderen heen
schrijven. „Zo'n kind heeft natuur
lijk geen idee van een flat. En ver
halen over paardrijden en tennis
hebben ook niet zo veel zin. Maar
ik had laatst een boerin die een
heel begrijpelijke uitleg gaf over de
maïsoogst hier. Dat spreekt die
kinderen natuurlijk wel aan. Wel
zijn de brieven vaak te lang. Te
veel omhaal en te veel onbenullig
heden. Maar er zijn ook heel goede
brieven bij". Ze vindt wel dat de
kinderbrieven soms „vreselijk
lang" onderweg zijn. „Vorige
maand heb ik nog brieven van juli
gehad".
Bij Foster Parents in Amsterdam
geeft medewerkster Karin Tielman
toe, dat de briefwisseling inhoude
lijk vaak niet veel voorstelt. „Echt
communicatie is er vaak niet. 't Is
geen dialoog tussen pleegouders en
kind. De inhoud van de kinder
brieven is continu hetzelfde. Maar
ja, er gebeurt in die gemeenschap
pen ook betrekkelijk weinig. En de
pleegouders zelf schrijven ook wei
nig".
Toch is men geenszins van plan de
briefschrijverij af te schaffen.
„Wij denken nog steeds dat het de
moeite waard is. Men probeert echt
eikaars wereldje te begrijpen. Veer
tig tot vijftig procent heeft toch een
leuk contact. En in de ontwikke
lingslanden voelt men zich daar
door moreel gesteund. Je ziet dat
die mensen veel gemotiveerder be
zig zijn om hun situatie te verande
ren dan mensen die nooit post ont
vangen".
Schrijftrouw
Alhoewel verreweg de meeste
pleegouders een briefwisseling op
prijs zeggen te stellen, valt hun
schrijftrouw hard tegen. De kinde
ren of hun naaste omgeving schrij
ven volgens afspraak zes brieven
per jaar, elke twee maanden één.
Hun pleegouders komen gemiddeld
niet verder dan twee a drie brieven
per jaar, vertelt Karin Tielman.
„We ziin bezig er wat aan te doen.
We willen langzamerhand naar 'n
één-op-één-systeem. Dus de brief
schrijverij van de kinderen afstem
men op het aanbod van de pleeg
ouders. We zijn nu ook bezig om
de kinderbrieven wat meer door
tekeningen te laten vervangen".
De brieven zijn volgens Karin Tie!
man vaak lang onderweg, gemid
deld twee en een halve maant
Vertaalde brieven nog wat langei
Er zijn overigens minder vertaler
nodig dan vroeger. Steeds mee
mensen lezen en schrijven. Maa
communiceren in het Frans ei
Spaans laten ze liever nog aan an
deren over.
Enkele jaren terug had FPP no,
een legertje van zo'n 125 tolken ii
den lande, nu nog maar een zestij
die voornamelijk in Ede en Bred
geconcentreerd zijn. En dat aanti
is meer dan genoeg, zegt men b
FPP.
Karin Tielman heeft het antwootj
paraat. Het wordt haar in deze da
gen van kritische publiciteit ron
Foster Parents (denk aan Frii
Bom en Nieuwe Revu) meermalej
gevraagd. „Precies 4,8 procent val
de maandelijkse 45 gulden die dj
pleegouders geven. Inderdaad, iet
meer dan twee gulden. Wij vindel
dat verantwoord, gelet op het nil
van de briefwisseling. We hebbel
die kosten altijd al zoveel mogelii
gedrukt. Vandaar ook het bèroel
op vrijwillige vertalers. Als je da
werk zou moeten betalen waren w
veel en veel duurder uit".
HOMME KROt
ZATERDAG 3 MAART 198/"
Blauwwitte pot in porselein. Tsjoson-dynastle, negentiende
eeuw. Hoogte: 33 cm.
gen onbekend. Daar willen de Ko
reanen (uit het Zuiden) nu zelf wat
aan veranderen.
Drie Europese steden, met name
Londen, Hamburg en Keulen, wer
den door hen uitgekozen voor een
tentoonstelling, „Kunstschatten uit
Korea", die tot doel heeft meer in
ternationale belangstelling op te
wekken voor het rijke artistieke en
historische verleden van het Kore
aanse volk. Een belangrijk Lon-
dens dagblad, The Daily Telegraph,
en de grote Britse Midland Bank
zijn de sponsors. Het Nationale Mu
seum van Korea in Seoel organi
seerde alles.
Londen eerst
Chinese invloed op het Koreaanse
schiereiland al van het jaar 300
vóór Christus dateert, waren de
eerste inwoners van Korea de pure
nazaten van volksstammen, afkom
stig uit Noordoost-Siberië. Ondanks
alle vreemde inwerking behielden
de Koreanen door de eeuwen heen
hun duidelijk afgetekende eigen
kunst en cultuur.
Gouden oorringen. Oud-Silla, vijfde of zesde eeuw. Afkomstig
van Tsjangwon in de provincie Kyongsang-namdo.
precies honderd jaar diplomatieke
betrekkingen onderhoudt met Ko
rea. Tot 17 mei is de Koreaanse
tentoonstelling er ondergebracht in
de zogeheten New Wing Gallery
van het bekende British Museum.
Van 12 juni tot 16 september expo
seren de Koreanen hun kunstvoor
werpen in het Museum ftir Kunst
und Gewerbe in Hamburg. Later
verhuist deze ongewone tentoon
stelling naar het Museum für Ost-
asiatische Kunst in Keulen, waar
zij van 10 oktober tot 13 januari
1985 geopend blijft. De fraaie cata
logus van de reizende Koreaanse
expositie is samengesteld door dr.
Roger Goepper, directeur van het
Keulse museum, en dr. Roderick
Whitfield, die aan de universiteit
van Londen Oostaziatische kunst
doceert en tevens adjunct-conser
vator van de afdeling oosterse
antiek van het British Museum is.
De tentoonstelling bevat 264 kunst
werken, die representatief zijn voor
de lange periode die zij samen moe
ten overbruggen, namelijk 5000
jaar. De meeste voorwerpen wor
den voor het eerst in Europa geëx
poseerd. Het is trouwens al weer
enige tijd geleden, 1962, dat in Lon
den, Den Haag, Parijs, Frankfurt
en Wenen 152 Koreaanse kunst
stukken te bezichtigen waren. De
meeste van de huidige geëxposeer
de juwelen, beelden, vazen, potten,
kruiken, schalen en prenten ko
men uit Koreaanse nationale mu
sea; enkele zijn eigendom van uni
versitaire musea, andere horen toe
aan particuliere verzamelaars.
De meeste westerlingen geloven,
dat Korea in zijn lange geschiede
nis vrijwel nooit iets anders ge
weest is dan een soort pleisterplaats
tussen China en Japan, het land
waarin de Chinees-Japanse wissel
werking doorgang vond. Hoewel de
Zelfs het feit dat zij vanaf 372 via
China met de boeddhistische gods
dienst in aanraking kwamen, kon
daar niets aan veranderen. De Ko
reanen ontwikkelden toch hun ei
gen stiil en beïnvloedden op hun
beurt de groei en de bloei van de
kunst in Japan. De Japanse aarde
werktraditie werd door hen geïn
spireerd. De Koreanen zijn er ook
bijzonder trots op, dat zij en niet de
Duitser Johann Gutenberg het
drukken met losse metalen letters
uitgevonden hebben. Gutenberg
leefde in de vijftiende eeuw; onge
veer 200 jaar vóór zijn „uitvinding"
werden in Korea al met losse bron
zen letters grote godsdienstige boe
ken gedrukt, aldus professor Tsjon
Hye-Bong van de universiteit van
Soengky oenk wan
Op de Koreaanse tentoonstelling in
Londen is beeldschoon aardewerk
te zien, waaronder verrassend sier
lijke wijnkannen, daterend uit de
twaalfde eeuw. Qua vormgeving
zijn deze bleekgroene en vaalbrui-
ne kruiken en potten zo modern,
dat ze in de etalage van een heden
daagse porseleinwinkel wellicht
niet eens zouden opvallen.
De oude Koreanen maakten ook
prachtige gouden voorwerpen
waaronder drinkbekers, kronen en
juwelen. Veel van de tentoongestel
de kunstschatten werd nog maar
enkele jaren geleden ontdekt, on
der meer in de begraafplaats van
koning Moeryong (hij regeerde van
het jaar 501 tot 523) en diens gema
lin. Dit graf in Kongjoe dat eens de
hoofdstad van het koninkrijk
Paektsje (18 vóór Christus - 660)
was, zat vol kostbaarheden in goud,
die pas in 1971 in veiligheid ge
bracht konden worden. Op de Ko
reaanse tentoonstelling worden
meer dan veertig gouden kunst
voorwerpen geëxposeerd.
Gouden kroon
Sommige ervan ziin afkomstig uit
de „Gouden Stad Kyongjoe, die
van 57 vóór Christus tot in 935 de
hoofdstad van het koninkrijk Silla
was. Historici zeggen dat Kyongjoe
de ontwikkeling van de Koreaanse
beschaving sterk beïnvloed heeft.
Vlak bij de ingang van de expositie
speelt een delicate kroon van zui
ver goud, versierd met jade en klei
ne edelstenen voor blikvanger. Dit
ongewone kunstwerk dateert uit de
vijfde of zesde eeuw. Hij heeft een
fascinerende aantrekkingskracht.
De bezoekers van „Kunstschatten
uit Korea" krijgen helemaal het ge
voel dat zij een boeddhistische tem
pel betreden. Zelfs de bovenkant
van de kasten waarin de tentoon
gestelde voorwerpen geplaatst zijn,
gelijkt op de typische daken van
oosterse pagodes. Vanzelfsprekem
ontbreken op deze Koreaanse expo
sitie geen afbeeldingen van Boed
dha. Vooral deze die dateren uit
zesde en zevende eeuw van de Sll
la-dynastie zijn, technisch gesproP
ken, zeer merkwaardige produk
ten.
Volgens dr. Roderick Whitfield, dij
„Kunstschatten uit Korea" ondefl
zijn dagelijkse hoede heeft, word
de waarde van de geëxposerdj
kunstvoorwerpen en de prenten of
meer dan 23 miljoen pond geschal
„Vele Koreanen vinden hun natiot
nale kunstschatten al te kostbaar
om ze zo maar naar vreemde lanl
den te sturen", vertrouwde hij onfi
toe. „Als de drie Europese tentoon]|
stellingen voorbij zijn, zullen dei
dingen hun land waarschijnlijk
nooit meer verlaten".
Voor eventuele bezoekers aan Loitf
den is „Kunstschatten uit Korea!
in het British Musuem dus een buil
tenkans die zij niet licht meer zulk
len krijgen. Het toegangsgeld bej,
draagt een pond (kinderen onde'1
16, bejaarden, werklozen en sti|
denten betalen 50 pence). Het boel
van dr. Roger Goepper en dr. Roji
derick Whitfield dat bij de exposi)
tie hoort, kost op de tentoonstellin»
zelf en in de boekwinkel van ha
British Museum 5,95 pond; elderf
wordt er 8,95 pond voor gevraag»
Op weekdagen is het British Mui
seum in Bloomsbury Street geo)
pend van 10.00 tot 17.00 uuit
s zondags van 14.00 tot 18.00 uur.,
ROGER SIMONS
Zilveren theekop met onderstel en deksel. Paektsje-dynastle. I
het graf van koning Moenyong van Kongjoe. Hoogte theekot
5,6 cm; hoogte onderstel: 2,9 cm; hoogte deksel: 5,2 cm.