Kolonel Valk krijgt voordeel van de twijfel Oudste menselijk spoor in ons land ligt bij Maastricht „Verbond communisten is onaanvaardbaar" Koppeling huur aan inkomensontwikkeling van de hand gewezen BINNENLAND/ BUITENLAND fietdae Commit DONDERDAG 1 MAART 1984 PAGINA 10 Tandarts verdacht van oplichting HAARLEM De Haarlemse recherche heeft gisteren een 45-jarige Haarlemse tandarts aangehouden. De man wordt ervan verdacht het zieken fonds Spaarneland voor meer dan 500.000 gulden te hebben opgelicht door het indienen van onjuiste declaraties. De fraude kwam aan het licht door een controle bij zeventig patiënten, die door de tandarts zijn behandeld. Het zieken fonds deed aangifte daarvan.. De administratie van de tand arts is in beslag genomen. De man, die de fraude ontkent, is in verzekering gesteld, aldus de politie. CFO: snel duidelijkheid over begroting NIJKERK De Christelijke Federatie van Overheidspersoneel (CFO) wil van minister Rietkerk van Binnenlandse Za ken voor medio dit jaar weten wat de be windsman in petto heeft voor het over heidspersoneel en de trendvolgers. Voor zitter Ton de Jong zei op de algemene vergadering van zijn organisatie vanmid dag in Nijkerk ervan uit te gaan, dat de minister zich aan de toezegging houdt om met de centrales van overheidspersoneel de komende maanden te praten over de uitgangspunten voor de op te stellen rijks begroting voor 1985, althans waar het gaat over de positie van ambtenaren en trend volgers. De Jong zei bij de stelling te blij ven dat het kabinet zich geen herhaling van eind 1983 kan permitteren. Overvaller geldauto vlucht per fiets AMSTERDAM Een nog onbeken de man heeft vanmorgen een geld auto overvallen voor een filiaal van de ABN-bank op het Leidseplein in Amsterdam. Volgens een woord voerder van de Amsterdamse politie is de man er met een geldcassette van door gegaan. Voor zijn vlucht maakte hij gebruik van een fiets. De geldcassette werd onder dreiging van een pistool afgegeven. In de buurt van het filiaal werd kort daar na een luchtdrukpistool gevonden. Volgens een getuige viel de man van zijn fiets en verloor daarbij het pi stool. Hoeveel geld de overvaller heeft buit gemaakt is nog niet be kend. Jokerdag Plaats een dame met bui tenmodel stropdas en een bekende Nederlander met een busseltje vrijkaartjes in een streekbus en voiló: een nieuwe promotie-actie voor het streekvervoer is geboren. Gisteren ging het openbaar vervoer tot deze tactiek over, in het kader van de Nationale Jokerdag (29 februari). Bij de Joker dag werden enkele tiental len bekende Nederlanders de bussen ingestuurd. Op de foto nemen twee dames dankbaar een dagje vrij reizen in ontvangst van Willy Alberti. Gedetineerden spannen kort geding aan tegen minister ARNHEM De vereniging van gedeti neerden in het huis van bewaring De Koepel in Arnhem heeft een kort geding aangespannen tegen de minister van jus titie met als eis de opheffing van bezui nigingsmaatregelen, die de bewegings vrijheid van gevangenen verder beper ken. Door bezuinigingen in het gevange niswezen moet De Koepel, waarin onge veer 130 gedetineerden gehuisvest zijn, volgens directeur D. Saaltink zeven be waarders en twee hoofdbewaarders „inle veren". Als gevolg van die inkrimping zullen de gedetineerden in de weekein den veel langer in hun cel moeten blij ven dan nu het geval is. Het kort geding dient op 8 maart. VERBIJSTEREND RAPPORT VAN COMMISSIE-PRONK DEN HAAG Kolonel Hans Valk, voormalig Hoofd van de Neder landse militaire missie in Suriname, heeft het voordeel van de twijfel gekregen. Aan de com missie-Pronk, die Valks handel en wandel heeft onderzocht, „is niet ge bleken" dat hij heeft meegewerkt aan de voorbereiding of de uit voering van de machtso vername door Desi Bou- terse. De ministers De Ruiter (Defensie) en Van den Broek (Buitenlandse Zaken) hebben dit oor deel overgenomen. Wel menen commissie en be windslieden dat Valk „op verscheidene punten tekort is geschoten". Mi nister De Ruiter heeft daarover zijn „ernstige afkeuring" uitgesproken, zo laat hij in een brief aan de Tweede Kamer weten. Hij voegt eraan toe dat kolonel Valk „wegens zijn leeftijd (55) op korte termijn de mili taire dienst zal verlaten". Wie het rapport van de com missie kent, heeft moeite met deze gang van zaken. Inder daad, Valk heeft zeer waar schijnlijk niet zelf meegedaan met de coup der sergeants. Maar hij heeft wèl zijn uiter ste best gedaan een staats greep uit te lokken en hij wist in februari 1980 dat er iets dergelijks zou gebeuren. Dat blijkt uit vrijwel alles wat mr. B. Pronk, president van de Bredase rechtbank, vice-admiraal b.d. L. Brou wer, oud-lid van de Raad van State, en oud-ambassadeur jhr.mr. J.A. de Ranitz boven water heben gebracht. De drie commissieleden consta teren echter droogjes dat de kolonel pertinent ontkent en dat de verklaringen die het tegendeel bewijzen dus óf niet waar zijn óf dat ze op misverstanden berusten. Impasse Voor een goed begrip van wat er zich voor, tijdens en na de coup van 25 februari 1980 heeft afgespeeld, moet men enige kennis hebben over de toenmalige toestand in de Surinaamse Krijgs macht (SKM). Jonge officie ren en onderofficieren, meest opgeleid in Nederland, raken al vrij snel in conflict met be velhebber Elstak en batal jonscommandant Essed, die als autoritair, incompetent en lui worden beschouwd. Maar de ontevredenen zijn het on derling ook niet eens en de toestand wordt steeds meer gespannen. Vanaf januari 1979 gaan de onderofficieren over tot openlijke protestacties. Van een sit-downstaking komt het tot een „bezetting" van de Memre Boekoekazerne. Daaruit worden zij verdre ven door de militaire en ge wone politie, waarna zij hun intrek nemen in een gebouw, dat zij omdopen in Fort Bom- ika. Die naam komt van Bond Militair Kader, zoals hun door de regering verbo den vakbond heet. Op 20 fe bruari 1980 staan drie be stuursleden van de Bomika (Sital, Abrahams en Neede) terecht voor de Krijgsraad, op beschuldiging van het aanzetten tot militair oproer. De uitspraak is bepaald op 26 februari. In de vroege och tenduren van 25 februari be gint een commandogroep van zestien onderofficieren en soldaten een rebellie, die uit groeit tot een staatsgreep en waarbij een aantal doden valt. Jonge luitenants Kolonel Valk en de meeste overige leden van de Miltaire Missie staan vanaf het eerste uur aan de kant van de onte vredenen in de SKM. Vele malen laat Valk merken, ook in het openbaar, dat hij hun mening over Elstak en Essed deelt. Een belangrijke rol daarbij speelt kennelijk dat de Surinaamse bevelhebber zich niets aan zijn Neder landse adviseur gelegen laat liggen. Al in 1976 uit Valk zijn ongenoegen over Elstak tegenover kapitein Van Exel, commandant van de miltaire politie van de SKM. In augustus 1979 begint Valk in de koffiekamer van de ka zerne een gesprek met twee jonge luitenants, Staphorst en Bottse. De laatste is net uit Nederland teruggekeerd. „Kolonel Valk heeft toen ge zegd, dat luitenant Bottse de man was waarop allen had den gewacht. Hij zou volgens kolonel Valk leiding moeten geven aan een actie van jon ge officieren, die tot doel had de leiding van de Surinaamse krijgsmacht over te nemen", verklaart Staphorst tegen over de commissie-Pronk. Een andere luitenant, wiens naam niet wordt vermeld, is aanwezig bij een gesprek in november 1979 van Valk met enkele officieren. „Tijdens dit gesprek heeft kolonel Valk gezegd dat als de offi cieren niet zouden ingrijpen, de zaak zou escaleren. Kolo nel Valk wees luitenant Bott se aan als degene, die leiding zou moeten geven". De (ano nieme) officier maakt uit de woorden van Valk, hoewel deze het niet met zoveel woorden zegt, op „dat deze het plegen van een coup voor ogen staat". Weer twee andere officieren zijn in februari 1980 bij Valk thuis op bezoek geweest. „Er is toen zonder het woord staatsgreep daadwerkelijk te gebruiken over dit onder werp gesproken". Aan het eind van het gesprek zegt de Nederlandse kolonel „dat in dien zij het niet zouden doen, de onderofficieren het wel zouden doen". Volgens deze officieren werden er vervol gens afspraken gemaakt voor een staatsgreep in maart, wat naderhand te laat bleek. Luitenant Roy Bottse heeft zelf niet met de commissie- Pronk willen spreken. Hij zag daarvan af, toen hem niet werd toegestaan een bandrecorder of een getuige mee te brengen. Hij had daarop aangedrongen, omdat er in het verleden nooit iets met verklaringen van hem was gedaan. Desondanks Ëing de commissie niet op ottses voorwaarden in, uit angst dat daardoor een „te grote inbreuk zou worden ge maakt op het besloten karak ter van de hoorzittingen". Wat Bottse betreft volstaat het rapport dan ook met een verklaring van deze luite nant tegenover de Land macht Inlichtingendienst op 28 oktober 1980 en met de tekst van een door hem gege ven tv-interview op 30 juli 1983. Volgens Bottse heeft Valk gezegd dat de toestand in het land moest veranderen en dat hij hem in contact zou brengen met „iemand die hierover duidelijke plannen had". Die iemand bleek Naarendorp te zijn van de Volkspartij. Er volgden in derdaad vergaderingen over een staatsgreep, maar er kwam niets van, „omdat de meningen in deze groep nog al verdeeld waren", aldus de commissie. Op 11 maart 1980 schrijft Valk de volgende notitie aan zijn ambassadeur, Vegelin van Claerbergen: „Luitenant Bottse zat aanvankelijk ook bij de samenzweerders en stond aan de kant van de on derofficieren. Ik hoop dat Bottse in Nederland niet te veel uit de school klapt'. N.B. Ik heb Bottse meermalen ge zegd dat als zij niets deden dat dan ongetwijfeld de on derofficieren in actie zouden komen, tot schande van het officierscorps". Valk ontkent dat hij de offi cieren heeft willen aanzetten tot een staatsgreep. Hij zou hen alleen hebben willen be wegen tot „petities schrijven of demonstreren". De com missie-Pronk komt „op basis van het voorliggende feiten materiaal" niet tot de conclu sie dat Valk de officieren heeft geadviseerd op geweld dadige wijze de legerleiding over te nemen. Onderofficieren Over de contacten van Valk met de onderofficieren, die uiteindelijk wel in actie kwa men, is veel minder bekend. De kolonel bevestigt dat van af september 1979 sommigen van hen bij hem thuis kwa men. Maar wat daar bespro ken is, heeft de commissie slechts van één kant verno men. De toenmalige serge ant-majoor Bouterse, de hui dige dictator, en de sergeants Abrahams en Mijnals, heb ben niet gereageerd op herhaalde verzoeken om informatie. Maar kolonel Valk en zijn echtgenote zijn „uitvoerig en open" ingegaan op vragen omtrent deze be zoeken, zodat de commissie toch „een redelijk betrouw baar beeld" van een en ander meent te hebben gekregen. De betreffende gesprekken zouden „niet hoogdravend en weinig diepgaand" zijn ge weest. Er worden wel boude uitspraken gedaan dood schieten of gijzelen van kolo nel Elstak maar volgens Valk wordt dat niet in ernst gezegd. Maar anderzijds schrijft de kolonel hét wel aan zijn eigen „matigende in vloed" toe dat er toen of later niet vele doden zijn gevallen. Op 19 oktober komt Valk op verzoek van de Bomika-ser- geants met een rapport over een manier om de SKM om te zetten in een „beter bruik baar en betaalbaar leger". Sergeant Abrahams, die het stuk in ontvangst neemt, krijgt het verzoek niet ken baar te maken wie het gech- reven heeft. Op 9 februari 1980, twee we ken voor de staatsgreep, komt kolonel Valk, die net terug is van een vakantie in Zuid-Afrika, naar zijn zeggen toevallig met de auto langs Fort Bomika. Hij stopt en al snel verzamelen zich vele- militairen om hem heen. Valk houdt een toespraak, die door de journalist Slag- veer op de band wordt opge nomen. De kolonel zegt on dermeer dat de onderofficie ren als „oud vuil" zijn behan deld en dat „ze (krachtterm), burgerpolitie" op hen hebben afgestuurd. „Moet je dan (krachtterm) ten eeuwigen dage blijven zeggen: wat de commandant zegt, is welge daan, dan krijg je toch SS- toestanden". Ook zegt hij, Kolonel Valk die van de commissie-Pronk het voor deel van de twijfel krijgt voor zijn rol in de geschiede nis van de Surinaamse staatsgreep. hier maar dat je commandant bent als je een wit pak hebt en een Mercedes onder je kont, een vlot wijf en een mooi huis, maar zo is het niet". En hij doet een oproep: „Jongens, als jullie nu terug gaan, ben je de lui. Gaan ze hier meteen lullen over com munisme. Weet je wat het is, je wordt niet eens ontvan gen". Naar zijn eigen zeggen is Valk daarna niet meer terug geweest bij Fort Bomika. Maar volgens de al eerder ge noemde Van Exel, toen com mandant van de militaire po litie (MP), heeft een observa tiepost van de MP de kolonel nog twee keer bij het „fort" zien arriveren. Anderen ver klaren hetzelfde, onder wie Kasantoerono, minister van landbouw in het' kabinet-Ar- ron. De commissie acht al deze verklaringen echter „niet toereikend ten opzichte van de stellige ontkenning door kolonel Valk". Advies Op 25 februari volgt dan de staatsgreep. Drie dagen daar na brengt Valk, daartoe uit genodigd door de opstande lingen, een bezoek aan de in middels gevormde Nationale Militaire Raad. Daarvan schrijft hij later een verslag, dat de commissie als bijlage bij haar rapport heeft gedaan. De kolonel adviseert de NMR „de vm MP (voormalige mi nister-president) Arron of in dien nog voortvluchtig vm Vice-Premier O. van Gende- ren op te dragen om bij presi dent Ferrier het ontslag aan te bieden van de Regering- Arron en vervolgens Pres F te verzoeken een (evt ingef luisterde) kabinetsinforma teur aan te wijzen". Valk be sluit zijn verslag als volgt: „Ik adviseerde de heren ten slotte voorlopig zelf de macht te handhaven en daarbij de uiterste zelfbeheersing te betrachten". Mr. drs. A.R. Haakmat, die twee jaar later nog juist op tijd (vóór de moorden van december 1982) naar Neder land kan vluchten, wordt één van de ministers in het in maart 1980 gevormde kabi- net-Chin A Sen. Haakmat verklaart tegenover de com missie dat sergeant-majoor Bouterse vanaf begin 1980 met plannen voor een coup heeft rondgelopen. Op 21 of 22 februari zou hij advies hebben gezocht bij kolonel Valk.. Deze zou gezegd heb ben dat Bouterse militair was „en moest weten wat hem te doen stond". Volgens Haak mat zou Bouterse' zeker van zijn plannen hebben afge zien, als Valk hem dat had ontraden. Tegenover de com missie ontkent kolonel Valk niet dat hij de betreffende woorden heeft gebruikt, maar heeft hij „daarmee ze ker niet de bedoeling gehad betrokkene of anderen tot een staatsgreep aan te zet ten". Belang Waarom de commissie-Pronk er vrijwel steeds de voorkeur aan geeft Valk op zijn woord te geloven, ook al wijst veel op het tegendeel, wordt zoals gezegd niet duidelijk. Maar wel laat de commissie zien dat de Nederlandse regering het toen zowel als nu in haar belang achtte dat een even tuele betrokkenheid van Valk bij de coup beter ver borgen kon blijven. Op 18 respectievelijk 19 maart 1980 voeren minister Scholten (Defensie) en twee topambtenaren van Buiten landse Zaken in Den Haag gesprekken met Valk. De ko lonel noemt de staatsgreep een „gelukkige omstandig heid" en „een militair-tech nisch knappe prestatie". Hij erkent dat hij tevoren op de hoogte is geweest van wat de commissie noemt „een aantal hoogst bedenkelijke zaken". Toch besluit de regering dat Valk, al is het nog voor slechts korte tijd, terug mag naar Paramaribo. „De Missie geniet veel gezag en vertrou wen bij de nieuwe machtheb bers en er mag geen gat val len waarvan anderen (Cuba?) zouden kunnen profiteren", staat er in een advies van topambtenaren van BuZa aan hun minister Van der Klaauw. In januari 1983 praat minis ter Van den Broek (Buiten landse Zaken) over de zaak- Valk in de wekelijkse staf vergadering van zijn departe ment. De PvdA'ers Van Thijn en Van den Berg heb ben vragen gesteld naar aan leiding van artikelen in Vrij Nederland. De commissie- Pronk vertelt wat in die ver gadering onder meer is ge zegd: „Indien na enig onder zoek zou blijken dat de Mis sie op een of andere wijze aan de staatsgreep zou heb ben meegewerkt, zou dit kunnen leiden tot een zekere legitimering of in ieder geval een versterking van de posi tie van legerleider Bouterse c.s. Dit werd in het licht van de Nederlandse relaties met Suriname onwelkom geacht". RIK IN 'T HOUT RUITENHEER AMSTERDAM Het „verbond van communisten in Neder land" dat orthodoxe CPN-leden het afgelopen weekeinde heb ben opgericht, is onaanvaardbaar en het lidmaatschap ervan is „onverenigbaar" met het lidmaatschap van de CPN. Aldus een gisteravond uitgegeven verklaring van het partijbestuur van de CPN. Het partijbestuur sluit zich hiermee aan bij het dagelijks bestuur, dat afgelopen zaterdag al even afwijzend reageerde op de oprichting van net verbond. Het partijbestuuyr weet zich ge steund door het officiële Russische persbureau Tass, dat liet we ten dat ook „Moskou" het verbond afwijst. GRATIS ELKE WOENSDAG DE BIJLAGE BIJ UW KRANT MET INFORMATIE OVER VRIJE TUD, FILMS, MUZIEK, THEATER, RECREATIE, TOERISME, ETEN, EXPOSITIES EN EEN COMPLETE AGENDA OP DE ACHTERPAGINA DEN HAAG Met verschillende dateringsmethoden hebben archeologen uit Leiden aangetoond dat recente vondsten in opgravingen in de Belvédère-groeve bij Maastricht ruim 200.000 jaar oud zijn en daarmee de oudste sporen van menselijke activiteit in de Nederlan den. Behalve delen van werktuigen omvatten de vond sten door het Instituut voor Prehistorie in Leiden ook fossielen van dieren die duidelijk aantonen dat ons land in de laatste kwart miljoen jaar sterke klimaat schommelingen heeft gekend. Er zijn sporen van moe rasschildpadden en een kies van een nijlpaard die wij zen op warmere perioden, maar ook van mammoet, wolharige neushoorn, rendier en lemming die aange ven dat ons land ook veel koudere perioden gekend heeft. De opgravingen zijn nog in volle gang. De groeve Belvédère ten noordwesten van Maastricht heeft de plaats van een jagerskam pement onthuld, waar vrij diep onder de grond tijdens een latere ijstijd bedekt met ongeveer tien meter löss vuurstenen, botresten, fragmenten houtskool en stukjes kleurstof (hematiet, afkomstig uit de omgeving van Namen) zijn gevonden. De vuur stenen zijn door mensenhanden bewerkt, getuige ook het grote aantal splinters dat is aangetroffen. Het jagerskamp lag op de moerassige oever van de Maas en diende vermoedelijk als plaats voor bewerking van dode dieren voor een elders gelegen basis kamp. De dieren werden vermoedelijk in het maerassig gebied klem gedreven. Ook op de Utrechtse heuvelrug bij Rhenen zijn de afgelopen ja ren veel prehistorische vondsten gedaan, vermoedelijk afkom stig uit de oude steentijd, tussen ongeveer 200.000 en 150.000 jaar geleden. Het gaat hier om duizenden vuistbijlen, schaven en schijfvormige werktuigen. Al deze onderzoekingen hebben echter aangetoond hoe moeilijk het is een juiste indeling te maken van de ijstijden en warme perioden die elkaar in het Pleistoceen hebben afgewisseld. Het Pleistoceen (vanaf ongeveer 2'A miljoen jaar geleden) vormt sa men met het Holoceen (de laatste 10.000 jaar van de geschiedenis van de aarde) het z.g. Kwartair. Verschillende dateringsmethoden, zoals het meten van radioac tieve elementen en hun vervalprodukten, het onderzoek van stuifmeel (pollen) en een scheikundige methoden, geven ver schillende uitkometen. Vandaar dat gisteren op een studiedag in het Haagse Museum voor het Onderwijs georganiseerd door de dienst Wetenschapsvoorlichting van de Academie voor We tenschappen een pleidooi werd gedaan voor de in ons land nog niet toegepaste thermoluminescentie-methode, die berust op het opmeten van lichtstraling van kristallen wanneer deze wor den verwarmd. De methode wordt elders in Europa veelvuldig toegepast en biedt redelijk zekere uitkomsten. Dierlijke resten uit een koudere periode die in Maas tricht gevonden zijn: een stuk van de schedel met de aanhechtingspunten van het gewei en delen van de kaak van een jong edelhert. Daarnaast werden op dezelfde plaats fossielen gevonden van" bijvoorbeeld hamsters en fluithazen die wijzen op steppe-achtige omstandigheden en resten van dieren uit veel warmere perioden. DEN HAAG Staatssecretaris Brokx van Volkshuis vesting voelt niets voor het VVD-voorstel de trendma tige huurverhoging volgend jaar te koppelen aan de netto inkomensontwikkeling. Het CDA is eveneens tegen, zo bleek gisteren tijdens het voort gezette Tweede Kamer-debat over de huurverhoging, omdat uit voering van de VVD-motie waarschijnlijk tot gevolg zal hebbèn dat volgend jaar nauwelijks of geen huurverhoging mag worden doorgevoerd. Daardoor zal het budget voor nieuwbouw, stads vernieuwing en huursubsidie fors worden afgeroomd. Staatssecretaris Brokx is evenmin bereid een overgangsregeling te treffen voor huurders die na 1 juli plotseling in inkomen ach teruitgaan en die door de verlaging van de huurgrens van 750 naar 650 gulden geen aanspraak meer kunnen maken op huur subsidie. Als zij hun woning vóór 1 juli aanstaande betrokken hebben, moeten ze alsnog in aanmerking kunnen komen voor subsidie, aldus de VVD-motie. „Die mensen jnoeten maar gaan verhuizen", zo stelde Brokx gisteren. De beide regeringsfracties bleven op meerdere punten tegenover elkaar staan. CDA- woordvoerder Wolters noemde de motie van VVD'er De Beer (waarin de koppeling huur-inkomensontwikkeling wordt be pleit) „een gevaarlijk stelsel van inkomenshuren". Oneens waren beide fracties het ook over de wenselijkheid van een doorstromingsheffing, een huurbelasting voor mensen die met een hoog inkomen een te lage huur betalen. Een dergelijke heffing (de VVD vindt het een vorm van belasting) wordt al jaren bepleit door Brokx en ook zijn partij het CDA voelt er veel voor. De liberalen verzetten zich ook binnen het kabinet met alle kracht tegen een dergelijke maatregel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 10