Kolonel Valk
krijgt voordeel
van de twijfel
Oudste menselijk
spoor in ons land
ligt bij Maastricht
„Verbond communisten
is onaanvaardbaar"
Koppeling huur aan
inkomensontwikkeling
van de hand gewezen
BINNENLAND/ BUITENLAND
fietdae Commit
DONDERDAG 1 MAART 1984 PAGINA 10
Tandarts verdacht
van oplichting
HAARLEM De Haarlemse
recherche heeft gisteren een
45-jarige Haarlemse tandarts
aangehouden. De man wordt
ervan verdacht het zieken
fonds Spaarneland voor meer
dan 500.000 gulden te hebben
opgelicht door het indienen
van onjuiste declaraties. De
fraude kwam aan het licht
door een controle bij zeventig
patiënten, die door de tandarts
zijn behandeld. Het zieken
fonds deed aangifte daarvan..
De administratie van de tand
arts is in beslag genomen. De
man, die de fraude ontkent, is
in verzekering gesteld, aldus
de politie.
CFO: snel duidelijkheid
over begroting
NIJKERK De Christelijke Federatie
van Overheidspersoneel (CFO) wil van
minister Rietkerk van Binnenlandse Za
ken voor medio dit jaar weten wat de be
windsman in petto heeft voor het over
heidspersoneel en de trendvolgers. Voor
zitter Ton de Jong zei op de algemene
vergadering van zijn organisatie vanmid
dag in Nijkerk ervan uit te gaan, dat de
minister zich aan de toezegging houdt om
met de centrales van overheidspersoneel
de komende maanden te praten over de
uitgangspunten voor de op te stellen rijks
begroting voor 1985, althans waar het gaat
over de positie van ambtenaren en trend
volgers. De Jong zei bij de stelling te blij
ven dat het kabinet zich geen herhaling
van eind 1983 kan permitteren.
Overvaller geldauto
vlucht per fiets
AMSTERDAM Een nog onbeken
de man heeft vanmorgen een geld
auto overvallen voor een filiaal van
de ABN-bank op het Leidseplein in
Amsterdam. Volgens een woord
voerder van de Amsterdamse politie
is de man er met een geldcassette
van door gegaan. Voor zijn vlucht
maakte hij gebruik van een fiets. De
geldcassette werd onder dreiging
van een pistool afgegeven. In de
buurt van het filiaal werd kort daar
na een luchtdrukpistool gevonden.
Volgens een getuige viel de man van
zijn fiets en verloor daarbij het pi
stool. Hoeveel geld de overvaller
heeft buit gemaakt is nog niet be
kend.
Jokerdag
Plaats een dame met bui
tenmodel stropdas en een
bekende Nederlander met
een busseltje vrijkaartjes
in een streekbus en voiló:
een nieuwe promotie-actie
voor het streekvervoer is
geboren. Gisteren ging het
openbaar vervoer tot deze
tactiek over, in het kader
van de Nationale Jokerdag
(29 februari). Bij de Joker
dag werden enkele tiental
len bekende Nederlanders
de bussen ingestuurd. Op
de foto nemen twee dames
dankbaar een dagje vrij
reizen in ontvangst van
Willy Alberti.
Gedetineerden
spannen kort geding
aan tegen minister
ARNHEM De vereniging van gedeti
neerden in het huis van bewaring De
Koepel in Arnhem heeft een kort geding
aangespannen tegen de minister van jus
titie met als eis de opheffing van bezui
nigingsmaatregelen, die de bewegings
vrijheid van gevangenen verder beper
ken. Door bezuinigingen in het gevange
niswezen moet De Koepel, waarin onge
veer 130 gedetineerden gehuisvest zijn,
volgens directeur D. Saaltink zeven be
waarders en twee hoofdbewaarders „inle
veren". Als gevolg van die inkrimping
zullen de gedetineerden in de weekein
den veel langer in hun cel moeten blij
ven dan nu het geval is. Het kort geding
dient op 8 maart.
VERBIJSTEREND RAPPORT VAN COMMISSIE-PRONK
DEN HAAG Kolonel
Hans Valk, voormalig
Hoofd van de Neder
landse militaire missie in
Suriname, heeft het
voordeel van de twijfel
gekregen. Aan de com
missie-Pronk, die Valks
handel en wandel heeft
onderzocht, „is niet ge
bleken" dat hij heeft
meegewerkt aan de
voorbereiding of de uit
voering van de machtso
vername door Desi Bou-
terse. De ministers De
Ruiter (Defensie) en Van
den Broek (Buitenlandse
Zaken) hebben dit oor
deel overgenomen. Wel
menen commissie en be
windslieden dat Valk
„op verscheidene punten
tekort is geschoten". Mi
nister De Ruiter heeft
daarover zijn „ernstige
afkeuring" uitgesproken,
zo laat hij in een brief
aan de Tweede Kamer
weten. Hij voegt eraan
toe dat kolonel Valk
„wegens zijn leeftijd (55)
op korte termijn de mili
taire dienst zal verlaten".
Wie het rapport van de com
missie kent, heeft moeite met
deze gang van zaken. Inder
daad, Valk heeft zeer waar
schijnlijk niet zelf meegedaan
met de coup der sergeants.
Maar hij heeft wèl zijn uiter
ste best gedaan een staats
greep uit te lokken en hij
wist in februari 1980 dat er
iets dergelijks zou gebeuren.
Dat blijkt uit vrijwel alles
wat mr. B. Pronk, president
van de Bredase rechtbank,
vice-admiraal b.d. L. Brou
wer, oud-lid van de Raad van
State, en oud-ambassadeur
jhr.mr. J.A. de Ranitz boven
water heben gebracht. De
drie commissieleden consta
teren echter droogjes dat de
kolonel pertinent ontkent en
dat de verklaringen die het
tegendeel bewijzen dus óf
niet waar zijn óf dat ze op
misverstanden berusten.
Impasse
Voor een goed begrip van
wat er zich voor, tijdens en
na de coup van 25 februari
1980 heeft afgespeeld, moet
men enige kennis hebben
over de toenmalige toestand
in de Surinaamse Krijgs
macht (SKM). Jonge officie
ren en onderofficieren, meest
opgeleid in Nederland, raken
al vrij snel in conflict met be
velhebber Elstak en batal
jonscommandant Essed, die
als autoritair, incompetent en
lui worden beschouwd. Maar
de ontevredenen zijn het on
derling ook niet eens en de
toestand wordt steeds meer
gespannen.
Vanaf januari 1979 gaan de
onderofficieren over tot
openlijke protestacties. Van
een sit-downstaking komt
het tot een „bezetting" van
de Memre Boekoekazerne.
Daaruit worden zij verdre
ven door de militaire en ge
wone politie, waarna zij hun
intrek nemen in een gebouw,
dat zij omdopen in Fort Bom-
ika. Die naam komt van
Bond Militair Kader, zoals
hun door de regering verbo
den vakbond heet. Op 20 fe
bruari 1980 staan drie be
stuursleden van de Bomika
(Sital, Abrahams en Neede)
terecht voor de Krijgsraad,
op beschuldiging van het
aanzetten tot militair oproer.
De uitspraak is bepaald op 26
februari. In de vroege och
tenduren van 25 februari be
gint een commandogroep van
zestien onderofficieren en
soldaten een rebellie, die uit
groeit tot een staatsgreep en
waarbij een aantal doden
valt.
Jonge luitenants
Kolonel Valk en de meeste
overige leden van de Miltaire
Missie staan vanaf het eerste
uur aan de kant van de onte
vredenen in de SKM. Vele
malen laat Valk merken, ook
in het openbaar, dat hij hun
mening over Elstak en Essed
deelt. Een belangrijke rol
daarbij speelt kennelijk dat
de Surinaamse bevelhebber
zich niets aan zijn Neder
landse adviseur gelegen laat
liggen. Al in 1976 uit Valk
zijn ongenoegen over Elstak
tegenover kapitein Van Exel,
commandant van de miltaire
politie van de SKM.
In augustus 1979 begint Valk
in de koffiekamer van de ka
zerne een gesprek met twee
jonge luitenants, Staphorst en
Bottse. De laatste is net uit
Nederland teruggekeerd.
„Kolonel Valk heeft toen ge
zegd, dat luitenant Bottse de
man was waarop allen had
den gewacht. Hij zou volgens
kolonel Valk leiding moeten
geven aan een actie van jon
ge officieren, die tot doel had
de leiding van de Surinaamse
krijgsmacht over te nemen",
verklaart Staphorst tegen
over de commissie-Pronk.
Een andere luitenant, wiens
naam niet wordt vermeld, is
aanwezig bij een gesprek in
november 1979 van Valk met
enkele officieren. „Tijdens
dit gesprek heeft kolonel
Valk gezegd dat als de offi
cieren niet zouden ingrijpen,
de zaak zou escaleren. Kolo
nel Valk wees luitenant Bott
se aan als degene, die leiding
zou moeten geven". De (ano
nieme) officier maakt uit de
woorden van Valk, hoewel
deze het niet met zoveel
woorden zegt, op „dat deze
het plegen van een coup voor
ogen staat".
Weer twee andere officieren
zijn in februari 1980 bij Valk
thuis op bezoek geweest. „Er
is toen zonder het woord
staatsgreep daadwerkelijk te
gebruiken over dit onder
werp gesproken". Aan het
eind van het gesprek zegt de
Nederlandse kolonel „dat in
dien zij het niet zouden doen,
de onderofficieren het wel
zouden doen". Volgens deze
officieren werden er vervol
gens afspraken gemaakt voor
een staatsgreep in maart, wat
naderhand te laat bleek.
Luitenant Roy Bottse heeft
zelf niet met de commissie-
Pronk willen spreken. Hij
zag daarvan af, toen hem
niet werd toegestaan een
bandrecorder of een getuige
mee te brengen. Hij had
daarop aangedrongen, omdat
er in het verleden nooit iets
met verklaringen van hem
was gedaan. Desondanks
Ëing de commissie niet op
ottses voorwaarden in, uit
angst dat daardoor een „te
grote inbreuk zou worden ge
maakt op het besloten karak
ter van de hoorzittingen".
Wat Bottse betreft volstaat
het rapport dan ook met een
verklaring van deze luite
nant tegenover de Land
macht Inlichtingendienst op
28 oktober 1980 en met de
tekst van een door hem gege
ven tv-interview op 30 juli
1983. Volgens Bottse heeft
Valk gezegd dat de toestand
in het land moest veranderen
en dat hij hem in contact zou
brengen met „iemand die
hierover duidelijke plannen
had". Die iemand bleek
Naarendorp te zijn van de
Volkspartij. Er volgden in
derdaad vergaderingen over
een staatsgreep, maar er
kwam niets van, „omdat de
meningen in deze groep nog
al verdeeld waren", aldus de
commissie.
Op 11 maart 1980 schrijft
Valk de volgende notitie aan
zijn ambassadeur, Vegelin
van Claerbergen: „Luitenant
Bottse zat aanvankelijk ook
bij de samenzweerders en
stond aan de kant van de on
derofficieren. Ik hoop dat
Bottse in Nederland niet te
veel uit de school klapt'. N.B.
Ik heb Bottse meermalen ge
zegd dat als zij niets deden
dat dan ongetwijfeld de on
derofficieren in actie zouden
komen, tot schande van het
officierscorps".
Valk ontkent dat hij de offi
cieren heeft willen aanzetten
tot een staatsgreep. Hij zou
hen alleen hebben willen be
wegen tot „petities schrijven
of demonstreren". De com
missie-Pronk komt „op basis
van het voorliggende feiten
materiaal" niet tot de conclu
sie dat Valk de officieren
heeft geadviseerd op geweld
dadige wijze de legerleiding
over te nemen.
Onderofficieren
Over de contacten van Valk
met de onderofficieren, die
uiteindelijk wel in actie kwa
men, is veel minder bekend.
De kolonel bevestigt dat van
af september 1979 sommigen
van hen bij hem thuis kwa
men. Maar wat daar bespro
ken is, heeft de commissie
slechts van één kant verno
men. De toenmalige serge
ant-majoor Bouterse, de hui
dige dictator, en de sergeants
Abrahams en Mijnals, heb
ben niet gereageerd op
herhaalde verzoeken om
informatie. Maar kolonel
Valk en zijn echtgenote zijn
„uitvoerig en open" ingegaan
op vragen omtrent deze be
zoeken, zodat de commissie
toch „een redelijk betrouw
baar beeld" van een en ander
meent te hebben gekregen.
De betreffende gesprekken
zouden „niet hoogdravend en
weinig diepgaand" zijn ge
weest. Er worden wel boude
uitspraken gedaan dood
schieten of gijzelen van kolo
nel Elstak maar volgens
Valk wordt dat niet in ernst
gezegd. Maar anderzijds
schrijft de kolonel hét wel
aan zijn eigen „matigende in
vloed" toe dat er toen of later
niet vele doden zijn gevallen.
Op 19 oktober komt Valk op
verzoek van de Bomika-ser-
geants met een rapport over
een manier om de SKM om
te zetten in een „beter bruik
baar en betaalbaar leger".
Sergeant Abrahams, die het
stuk in ontvangst neemt,
krijgt het verzoek niet ken
baar te maken wie het gech-
reven heeft.
Op 9 februari 1980, twee we
ken voor de staatsgreep,
komt kolonel Valk, die net
terug is van een vakantie in
Zuid-Afrika, naar zijn zeggen
toevallig met de auto langs
Fort Bomika. Hij stopt en al
snel verzamelen zich vele-
militairen om hem heen.
Valk houdt een toespraak,
die door de journalist Slag-
veer op de band wordt opge
nomen. De kolonel zegt on
dermeer dat de onderofficie
ren als „oud vuil" zijn behan
deld en dat „ze (krachtterm),
burgerpolitie" op hen hebben
afgestuurd. „Moet je dan
(krachtterm) ten eeuwigen
dage blijven zeggen: wat de
commandant zegt, is welge
daan, dan krijg je toch SS-
toestanden". Ook zegt hij,
Kolonel Valk die van de commissie-Pronk het voor
deel van de twijfel krijgt voor zijn rol in de geschiede
nis van de Surinaamse staatsgreep.
hier maar dat je commandant
bent als je een wit pak hebt
en een Mercedes onder je
kont, een vlot wijf en een
mooi huis, maar zo is het
niet". En hij doet een oproep:
„Jongens, als jullie nu terug
gaan, ben je de lui. Gaan ze
hier meteen lullen over com
munisme. Weet je wat het is,
je wordt niet eens ontvan
gen".
Naar zijn eigen zeggen is
Valk daarna niet meer terug
geweest bij Fort Bomika.
Maar volgens de al eerder ge
noemde Van Exel, toen com
mandant van de militaire po
litie (MP), heeft een observa
tiepost van de MP de kolonel
nog twee keer bij het „fort"
zien arriveren. Anderen ver
klaren hetzelfde, onder wie
Kasantoerono, minister van
landbouw in het' kabinet-Ar-
ron. De commissie acht al
deze verklaringen echter
„niet toereikend ten opzichte
van de stellige ontkenning
door kolonel Valk".
Advies
Op 25 februari volgt dan de
staatsgreep. Drie dagen daar
na brengt Valk, daartoe uit
genodigd door de opstande
lingen, een bezoek aan de in
middels gevormde Nationale
Militaire Raad. Daarvan
schrijft hij later een verslag,
dat de commissie als bijlage
bij haar rapport heeft gedaan.
De kolonel adviseert de NMR
„de vm MP (voormalige mi
nister-president) Arron of in
dien nog voortvluchtig vm
Vice-Premier O. van Gende-
ren op te dragen om bij presi
dent Ferrier het ontslag aan
te bieden van de Regering-
Arron en vervolgens Pres F
te verzoeken een (evt ingef
luisterde) kabinetsinforma
teur aan te wijzen". Valk be
sluit zijn verslag als volgt:
„Ik adviseerde de heren ten
slotte voorlopig zelf de macht
te handhaven en daarbij
de uiterste zelfbeheersing te
betrachten".
Mr. drs. A.R. Haakmat, die
twee jaar later nog juist op
tijd (vóór de moorden van
december 1982) naar Neder
land kan vluchten, wordt één
van de ministers in het in
maart 1980 gevormde kabi-
net-Chin A Sen. Haakmat
verklaart tegenover de com
missie dat sergeant-majoor
Bouterse vanaf begin 1980
met plannen voor een coup
heeft rondgelopen. Op 21 of
22 februari zou hij advies
hebben gezocht bij kolonel
Valk.. Deze zou gezegd heb
ben dat Bouterse militair was
„en moest weten wat hem te
doen stond". Volgens Haak
mat zou Bouterse' zeker van
zijn plannen hebben afge
zien, als Valk hem dat had
ontraden. Tegenover de com
missie ontkent kolonel Valk
niet dat hij de betreffende
woorden heeft gebruikt,
maar heeft hij „daarmee ze
ker niet de bedoeling gehad
betrokkene of anderen tot
een staatsgreep aan te zet
ten".
Belang
Waarom de commissie-Pronk
er vrijwel steeds de voorkeur
aan geeft Valk op zijn woord
te geloven, ook al wijst veel
op het tegendeel, wordt zoals
gezegd niet duidelijk. Maar
wel laat de commissie zien
dat de Nederlandse regering
het toen zowel als nu in haar
belang achtte dat een even
tuele betrokkenheid van
Valk bij de coup beter ver
borgen kon blijven.
Op 18 respectievelijk 19
maart 1980 voeren minister
Scholten (Defensie) en twee
topambtenaren van Buiten
landse Zaken in Den Haag
gesprekken met Valk. De ko
lonel noemt de staatsgreep
een „gelukkige omstandig
heid" en „een militair-tech
nisch knappe prestatie". Hij
erkent dat hij tevoren op de
hoogte is geweest van wat de
commissie noemt „een aantal
hoogst bedenkelijke zaken".
Toch besluit de regering dat
Valk, al is het nog voor
slechts korte tijd, terug mag
naar Paramaribo. „De Missie
geniet veel gezag en vertrou
wen bij de nieuwe machtheb
bers en er mag geen gat val
len waarvan anderen (Cuba?)
zouden kunnen profiteren",
staat er in een advies van
topambtenaren van BuZa aan
hun minister Van der
Klaauw.
In januari 1983 praat minis
ter Van den Broek (Buiten
landse Zaken) over de zaak-
Valk in de wekelijkse staf
vergadering van zijn departe
ment. De PvdA'ers Van
Thijn en Van den Berg heb
ben vragen gesteld naar aan
leiding van artikelen in Vrij
Nederland. De commissie-
Pronk vertelt wat in die ver
gadering onder meer is ge
zegd: „Indien na enig onder
zoek zou blijken dat de Mis
sie op een of andere wijze
aan de staatsgreep zou heb
ben meegewerkt, zou dit
kunnen leiden tot een zekere
legitimering of in ieder geval
een versterking van de posi
tie van legerleider Bouterse
c.s. Dit werd in het licht van
de Nederlandse relaties met
Suriname onwelkom geacht".
RIK IN 'T HOUT
RUITENHEER
AMSTERDAM Het „verbond van communisten in Neder
land" dat orthodoxe CPN-leden het afgelopen weekeinde heb
ben opgericht, is onaanvaardbaar en het lidmaatschap ervan is
„onverenigbaar" met het lidmaatschap van de CPN. Aldus een
gisteravond uitgegeven verklaring van het partijbestuur van de
CPN. Het partijbestuur sluit zich hiermee aan bij het dagelijks
bestuur, dat afgelopen zaterdag al even afwijzend reageerde op
de oprichting van net verbond. Het partijbestuuyr weet zich ge
steund door het officiële Russische persbureau Tass, dat liet we
ten dat ook „Moskou" het verbond afwijst.
GRATIS ELKE WOENSDAG DE
BIJLAGE BIJ UW KRANT MET
INFORMATIE OVER VRIJE TUD,
FILMS, MUZIEK, THEATER,
RECREATIE, TOERISME, ETEN,
EXPOSITIES EN EEN
COMPLETE AGENDA OP DE
ACHTERPAGINA
DEN HAAG Met verschillende dateringsmethoden
hebben archeologen uit Leiden aangetoond dat recente
vondsten in opgravingen in de Belvédère-groeve bij
Maastricht ruim 200.000 jaar oud zijn en daarmee de
oudste sporen van menselijke activiteit in de Nederlan
den. Behalve delen van werktuigen omvatten de vond
sten door het Instituut voor Prehistorie in Leiden ook
fossielen van dieren die duidelijk aantonen dat ons
land in de laatste kwart miljoen jaar sterke klimaat
schommelingen heeft gekend. Er zijn sporen van moe
rasschildpadden en een kies van een nijlpaard die wij
zen op warmere perioden, maar ook van mammoet,
wolharige neushoorn, rendier en lemming die aange
ven dat ons land ook veel koudere perioden gekend
heeft.
De opgravingen zijn nog in volle gang. De groeve Belvédère ten
noordwesten van Maastricht heeft de plaats van een jagerskam
pement onthuld, waar vrij diep onder de grond tijdens een
latere ijstijd bedekt met ongeveer tien meter löss vuurstenen,
botresten, fragmenten houtskool en stukjes kleurstof (hematiet,
afkomstig uit de omgeving van Namen) zijn gevonden. De vuur
stenen zijn door mensenhanden bewerkt, getuige ook het grote
aantal splinters dat is aangetroffen. Het jagerskamp lag op de
moerassige oever van de Maas en diende vermoedelijk als plaats
voor bewerking van dode dieren voor een elders gelegen basis
kamp. De dieren werden vermoedelijk in het maerassig gebied
klem gedreven.
Ook op de Utrechtse heuvelrug bij Rhenen zijn de afgelopen ja
ren veel prehistorische vondsten gedaan, vermoedelijk afkom
stig uit de oude steentijd, tussen ongeveer 200.000 en 150.000 jaar
geleden. Het gaat hier om duizenden vuistbijlen, schaven en
schijfvormige werktuigen.
Al deze onderzoekingen hebben echter aangetoond hoe moeilijk
het is een juiste indeling te maken van de ijstijden en warme
perioden die elkaar in het Pleistoceen hebben afgewisseld. Het
Pleistoceen (vanaf ongeveer 2'A miljoen jaar geleden) vormt sa
men met het Holoceen (de laatste 10.000 jaar van de geschiedenis
van de aarde) het z.g. Kwartair.
Verschillende dateringsmethoden, zoals het meten van radioac
tieve elementen en hun vervalprodukten, het onderzoek van
stuifmeel (pollen) en een scheikundige methoden, geven ver
schillende uitkometen. Vandaar dat gisteren op een studiedag in
het Haagse Museum voor het Onderwijs georganiseerd door
de dienst Wetenschapsvoorlichting van de Academie voor We
tenschappen een pleidooi werd gedaan voor de in ons land
nog niet toegepaste thermoluminescentie-methode, die berust op
het opmeten van lichtstraling van kristallen wanneer deze wor
den verwarmd. De methode wordt elders in Europa veelvuldig
toegepast en biedt redelijk zekere uitkomsten.
Dierlijke resten uit een koudere periode die in Maas
tricht gevonden zijn: een stuk van de schedel met de
aanhechtingspunten van het gewei en delen van de kaak
van een jong edelhert. Daarnaast werden op dezelfde
plaats fossielen gevonden van" bijvoorbeeld hamsters en
fluithazen die wijzen op steppe-achtige omstandigheden
en resten van dieren uit veel warmere perioden.
DEN HAAG Staatssecretaris Brokx van Volkshuis
vesting voelt niets voor het VVD-voorstel de trendma
tige huurverhoging volgend jaar te koppelen aan de
netto inkomensontwikkeling.
Het CDA is eveneens tegen, zo bleek gisteren tijdens het voort
gezette Tweede Kamer-debat over de huurverhoging, omdat uit
voering van de VVD-motie waarschijnlijk tot gevolg zal hebbèn
dat volgend jaar nauwelijks of geen huurverhoging mag worden
doorgevoerd. Daardoor zal het budget voor nieuwbouw, stads
vernieuwing en huursubsidie fors worden afgeroomd.
Staatssecretaris Brokx is evenmin bereid een overgangsregeling
te treffen voor huurders die na 1 juli plotseling in inkomen ach
teruitgaan en die door de verlaging van de huurgrens van 750
naar 650 gulden geen aanspraak meer kunnen maken op huur
subsidie. Als zij hun woning vóór 1 juli aanstaande betrokken
hebben, moeten ze alsnog in aanmerking kunnen komen voor
subsidie, aldus de VVD-motie. „Die mensen jnoeten maar gaan
verhuizen", zo stelde Brokx gisteren. De beide regeringsfracties
bleven op meerdere punten tegenover elkaar staan. CDA-
woordvoerder Wolters noemde de motie van VVD'er De Beer
(waarin de koppeling huur-inkomensontwikkeling wordt be
pleit) „een gevaarlijk stelsel van inkomenshuren".
Oneens waren beide fracties het ook over de wenselijkheid van
een doorstromingsheffing, een huurbelasting voor mensen die
met een hoog inkomen een te lage huur betalen. Een dergelijke
heffing (de VVD vindt het een vorm van belasting) wordt al
jaren bepleit door Brokx en ook zijn partij het CDA voelt er veel
voor. De liberalen verzetten zich ook binnen het kabinet
met alle kracht tegen een dergelijke maatregel.