PEDRO VAN RAAMSDONK
,Dat
bedelen
is nu
afgelopen"
Medailles
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1984
Ongeacht wat er vanochtend in
Sarajevo gebeurt op de 10.000 me
ter schaatsen voor heren, voor
mij heeft één Nederlander tijdens
de Olympische Winterspelen al
lang en breed goud, zilver én
brons veroverd. En wel op de
volgende onderdelen: het „Onge
breideld uit de nek kletsen", het
Uitkramen van de meest baarlij
ke nonsens" en het „Bezigen van
de meest abominabele taaiformu
leringen Op het nummer Vrij
blijvendheid en ondeskundig
heid" sleepte hij dank zij een
vierde plaats een olympisch di
ploma in de wacht.
De naam van de veelvoudige me
daillewinnaar kan ik evenwel
niet uit mijn elektrische schrijf
machine krijgen, mijn vingers
weigeren om de een of andere
mysterieuze reden zijn uit zes let
ters bestaande voornaam en zijn
met brood in verband te brengen
achternaam op papier te zetten.
Maar om de lezer niet geheel in
het ongewisse te laten is hierbij
zijn conterfeitsel afgebeeld. U
moet daar maar eens goed naar
kijken, om zijn collega Hugo Wal
ker te citeren.
Het spreekt vanzelf dat onze
veelvoudige medaillewinnaar zelf
buitengewoon in zijn nopjes was
met zijn verrichtingen. Voor mij
heeft hij het schaatsen in Saraje
vo echter tot een bijna niet te
verteren gebeurtenis gemaakt.
Als ik alle haren, die ik in de af
gelopen veertien dagen uit mijn
hoofd heb getrokken bij het aan
horen van zijn commentaar, had
laten zitten was ik nu niet kaal
geweest. En dan had ik door alle
koude rillingen die over mijn
ruggegraat zijn getrokken nu niet
met een stevige hernia gezeten.
En zou ik tenslotte geen nieuwe
pantoffels hebben behoeven te
kopen, omdat mijn huidige aan
de voorkant volledig zijn versle
ten door het voortdurend samen-
knellen van mijn tenen.
Voor sommigen is het vergaren
van eremetaal in Sarajevo een
stimulans om ook de volgende
olympiade in Calgary mee te wil
len maken. In de hoop daar nog
meer plakken bijeen te sprokke
len. Zo ook ongetwijfeld onze
veelvoudige medaillewinnaar.
Welnu, ik ben bereid om in een
winkel voor sportprijzen bij mij
om de hoek een gros medailles te
bestellen, variërend van goud- tot
bronskleurig, en bij een drukker
Heinze Bakker
een straat verderop een order
voor een zestigtal fraai gestileer
de diploma's te plaatsen als daar
mee kan worden bewerkstelligd
dat het stemgeluid van onze veel
voudige medaillewinaar voortaan
niet meer in mijn huiskamer te
horen zal zijn. En dan wil ik ze
nog wel persoonlijk op zijn privé-
adres gaan afleveren ook.
Schaatsen is een stukje vader
landse folklore en daar spreekt
op zich tenminste nog iets vro
lijks uit. Het verslaan van schaat
sen daarentegen heeft onze veel
voudige medaillewinaar gemaakt
tot een brok treurigheid, dat zijn
weerga niet kent. Bij iedere Ne
derlander die in Sarajevo aan de
start kwam, en dat waren er nog
al wat, zei onze veelvoudige me
daillewinnaar er op te rekenen
dat er dén toch wel iets zou wor
den gepresteerd. Om vervolgens
als dat wéér niet was gebeurd te
verzuchten dat hij er maar liever
van afzag er commentaar op te
leveren. Daarmee zijn eigen rol
terugbrengend tot karikatuur
van een karikatuur. Maar wel ge
makkelijk natuurlijk. En het le
verde zonder noemenswaardige
tegenstand de in de aanhef van
deze kolom gememoreerde
hoofdprijzen op.
Sarajevo heeft, een onverhoopte
uitschieter vandaag op die 10.000
meter even buiten beschouwing
gelaten, sportief gezien vrijwel
louter droefheid opgeleverd. Dat
is niet erg, maar als je dan vader
landse schaatsers hoort verklaren
dat ze eigenlijk niet wisten wat ze
daar in het olympisch dorp te
zoeken hadden omdat ze veel lie
ver bij moeders pappot waren ge
bleven, roep ik hierbij op om bij
de volgende Winterspelen het
marathonschaatsen te introduce
ren. Want op die nóg wat folklo-
ristischer discipline kunnen we
misschien weer iets van ons laten
horen. We hebben tenslotte op
dat gebied een rijder van allure
in huis. Laat die in 's hemels
naam lekker marathons blijven
rijden en zich niet mengen in het
eeuwige gekrakeel van die
schaatscoaches. Want laten we
wel wezen, dat eindeloze gezever
van die mannen zal ook niet heb
ben nagelaten zijn invloed te
doen gelden.
Als straks in Calgary de olympi
sche schaatsmarathon op het pro
gramma prijkt en de oranjebriga
de present is, hoop ik dat onze
veelvoudige medaillewinnaar
geen commentaar levert. Als dat
onverhoopt toch gebeurt zet ik
alvast een zak eremetaal voor
hem klaar. Op de al genoemde
onderdelen.
BUYS
(et een glimlach komt het er uit. „De
llbert Cuyp", zegt Pedro van Raamsdonk,
is van alle markten thuis". De speelse
erwijzing geldt de kraampjes in de
msterdamse volksbuurt, die door de
ooplui van de straat worden geplukt en
i bestelwagens verdwijnen. Maar óók
aar het unieke karakter van de
elijknamige boksschool, die er
oortdurend in slaagt met vele
ampioenen in de diverse media op te
i i uiken. Onlangs weer toen Van
25.1 laamsdonk de pugilist, die reeds zeker
van de Olympische Spelen zelf als
ocalist met de carnavalsplaat „Hoe drink
bier met mijn bokshandschoenen aan"
het nieuws verscheen. Pedro van
d' aamsdonk, een sympathieke
erz" msterdammer, die zich dank zij een
127 antal sponsors nu eens ongestoord kan
oorbereiden op alles wat komen gaat.
Het bedelen, dat is afgelopen", zegt hij.
b3
11.
fgi Amsterdam De Albert Cuyp,
17.1 èr* van de Amsterdamse markten,
19.Li aimt net op. Het is donker, een
•b3 I therpe vislucht plaagt de omge-
24.' Hg en een miezerige regenbui
26.h eft het doorgaans zo levendige
28.K aatgebeuren iets mistroostigs. In
>.Dxf iffiehuis De Schaapskooi heeft
aantal stamgasten zich verza-
Ke3 fld aan de bar van een dame met
Y&fifewart opgestoken haar. Een
met een helblauwe pet voor-
™Jèt het gezelschap van een aantal
44.T lekdotes, waarbij hij zijn voor-
ur voor het vrouwelijk geslacht
et onder stoelen of banken steekt.
L| lis je dronken bent, gaat het
DeJft et", roept hij als de lange, van
kaarsrechte rug voorziene Van
laainsdonk binnenstapt. Luidruch-
ig wordt hij begroet, óók door de
iguur met dat petje, een naar
iter blijkt sigarenboer, die als
óige tabakshandelaar in Neder-
md boven zijn winkel een bordje
gjnj«t de tekst „verboden te roken"
>tere feft °P8ehanêen
en drankje slaat Van Raamsdonk
st soluut af. ,,'k Heb net een café
an een vriend geopend. En daar
n eb ik genoeg gedronken", weet hij
if en paar uur voordat hij zich op de
taan ^^hool voor een training zal
iflervoegen. „Ja, moet ie horen, ik
eb die zaak niet écht
oor. Want het was zo verschrikke-
druk in dat café. Ik heb op een
;even moment toen maar een
De
In'
7?ï
alen,
iks
geopend,
^P1"33^ gehouden van een mi-
je liut of vijf. En toen ben ik maar
?n j(iel hierheen gekomen",
ïortl '£enhjk is hij nog dezelfde Van
Kesti aamsdonk, die twee jaar geleden
egel Mtmdien het brons greep bij de
sfeldtitelstrijd. Spontaan, zonder
apsones en uiterlijk op een
Ir trmanentje na onveranderd.
n Toch", zegt hij zelf, „ben ik wel
Cirea eranderd. Maar dan als bokser. Ik
g tol en een stuk sterker geworden,
all( 'k vee^ meer kracht heb.
rden ^hen ik echt voor niemand meer
ukt
ïk-fl erelijst van Van Raamsdonk
lag indrukwekkend worden ge-
oemd. Hij bokste 117 partijen,
aarbij zijn startboekje als amateur
02 overwinningen, drie onbesliste
edstrijden en twaalf nederlagen
prmeldt. De laatste nederlaag da-
1 iert van ruim anderhalf jaar gele
en 27 partijen toen hij in
fkomP^nje tegen de Deen Mortensen
e de heruit ging. „Die had ik dus on-
egeb: «schat", biecht hij op. „Maar dat,
n ri zal nie dus niet meer gebeuren.
iets heb mijn lesje toen wel geleerd".
Wereldtitel
-aten me* ^an R3amsdonk, is
uw. i *ra' Praten over een belangrijk
stik waarln de Olympische Spelen
groe tor hem een hoogtepunt moeten
ikstoi?.rmen- ..Maar eerst", onderbreekt
m ij. „hoop ik om de wereldtitel te
te aksen. Als alles goed gaat op 13
n pró 'hl tegen de Cubaan Bernardo
;orn jj omas in Los Angeles. Ik krijg dan
n e, 6 gelegenheid in negen minuten
weldkampioen te worden, die
,tji >hs laat ik natuurlijk niet lopen".
'eIi t oogappel van de Albert Cu;
1» vijfde gek
van de Albert
vijfde geklasseerd op de wereld-
e mglijst der middengewichten, legt
«der uit: „Binnenkort krijg ik
plaÊ (eer zekerheid. Er is een jongen
Korea, Joon Sub Shin, die in
l»jpe tegen Comas bokst. Maar
in beide boksers zijn de formulie-
nog niet binnen. Ik fungeer als
n soort eerste reserve. Van Don
lil, de voorzittter van de wereld-
iksbond, heb ik gehoord dat ik
*1 goede kans maak. Ja, die Huil
is onderhand een goede kennis van
me geworden. Hij heeft tijdens de
oorlog nog in Nederland gezeten
met het Amerikaanse leger. Ik kom
'm wel eens tegen op een toernooi,
maak ik altijd een praatje met 'm.
Best een aardige vent, ik bel 'm
ook wel eens thuis op. Gewoon de
contacten een beetje warm houden
hè".
Gerustgesteld
Nog méér verheugt Van Raams
donk zich op de Olympische Spe
len, die voor hem een hoogtepunt
moeten vormen. „Het feit dat het
NOC me heeft gegarandeerd dat ik
naar Los Angeles kan, heeft me
enorm gerustgesteld. De Spelen zijn
het mooiste evenement dat er be
staat. Dóór moet ik in vorm zijn,
zodat ik een medaille kan pakken".
Van Raamsdonk is reeds enige tijd
bezig met de voorbereidingen op de
voor hem zo belangrijke gevechten.
„Ik train nu driemaal per week in
Breda. Op de KMA, onder leiding
van sergeant-majoor Van Dongen,
die ooit het militaire boksteam be
geleidde. Hij heeft veel verstand
van conditie-training. Dat onder
vind ik trouwens aan den lijve,
want ik heb de nodige last van
spierpijn. We gaan er altijd met alle
kampioenen Kwyasse, Elfallah,
Voorn, Hallie en Kensmill naar
toe. De accommodatie is daar na
melijk perfect. Er is een groot bos,
waar we lopen, en er bevindt zich
een krachthonk. Dat soort zaken
heb je hier in Amsterdam natuur
lijk ook, maar niet alles bij elkaar".
„In de Albert Cuyp", gaat Van
Raamsdonk verder, „doe ik verder
de technische training. Elke dag.
We sparren veel onderling. Ieder
een helpt elkaar op de Albert
Cuyp. We vormen een team en dat
is onze grote kracht. Want al die
kampioenen zijn echt geen toeval.
Ruud van der Linden heeft hier
een prima sfeertje geschapen".
Auto in bruikleen
Als de naam van trainer/voorzitter
Van der Linden valt, is direct de
man genoemd, die het organisatori
sche gedeelte rond de Albert Cuyp
verzorgt. Hij regelt de trainings
kampen, kleding én vooral
de sponsorzaken. Van Raamsdonk
zelf profiteert daar ook van. De
bokser, die deze week van Nissan
een nieuwe auto in bruikleen
kreeg: „Aanvankelijk zou ik in
dienst treden van een firma, waar
voor ik dan pr-werkzaamheden zou
gaan verrichten. Maar dat is niet
doorgegaan. Dank zij Perrier en
Isostar hoef ik me echter voorlopig
niet druk te maken. Zij en een
aantal andere sponsors zorgen
er voor dat ik nu elke maand een
toernooi in het buitenland kan bok
sen. Mijn sport kost me nu dus geen
geld en ik kan me goed gaan voor
bereiden. Dat is in het verleden
wel eens anders geweest".
Leven van uitkering
Van Raamsdonk, die moet rondko
men van een uitkering, stapt dus
onbekommerd door het leven. Is
hij eigenlijk tevreden met wat hij
toe nu toe heeft bereikt? „Ja.
Waarom niet? Zilver bij een EK.
Brons bij een WK. Nederlandse ti
tels. Wat moet ik nog meer? Dat
antwoord is makkelijk te geven. En
daar ga ik dus de komende maan
den keihard aan werken".
„Is dat mijn plaatje?", vraagt hij
plotseling aan de barjuffrouw, als
er enige carnavaleske tonen uit de
boxen dreunen. Een nieuwe hobby
werd geboren, want onlangs bracht
de Amsterdammer een single op de
markt. Enthousiast vertelt Van
Raamsdonk over het hoe en waar
om. „Een paar maanden geleden
zat ik ook hier, in de Schaapskooi,
te praten met een verslaggever van
Privé. Die vroeg of ik kon zingen.
Ik had tenslotte een jaartje geleden
al eens een imitatie van de An
drew-sisters gegeven samen met
Kensmill en Saro. Ja eh, of ik kon
zingen? Ik zei toen eigenlijk maar
gelijk ja. En vervolgens zijn er wat
contacten gelegd met een platen
maatschappij, waardoor ik onlangs
in de studio een plaat kon opne
men. Romeo Kensmill en Ramon
Voorn doen het achtergrond-ge
beuren".
Verwacht Van Raamsdonk deze
weken dan als een soort Barry
Hughes als camavalszinger door
het land te gaan trekken? „Zo'n
vaart zal het niet lopen", verwacht
hij. „Op Hilversum 3 wordt mijn
plaat nog niet zo erg veel gedraaid.
Maar hier in Amsterdam, bij de pi
raten, hoor je 'm elk uur. Ik weet
eigenlijk niet eens hoeveel exem
plaren er inmiddels zijn verkocht.
Ik wacht wel af. We moeten geloof
ik nog wel een keer naar de radio
voor het programma „Los Vast".
En voor de televisie, „Nederland-
Muziekland". Het geld dat het
eventueel opbrengt, gaat in mijn
trainingspot. Zodat ik daar weer
wat mee kan gaan doen".
Middenstand
Van Raamsdonk, gevraagd naar
zijn plannen voor de toekomst,
blijkt het op de korte termijn te
houden. „Boksen is nu belangrijk
voor me. En ik ben onderhand wel
bezig met een middenstandsdiplo
ma. Zoiets heb ik natuurlijk toch
nodig. Maar welke richting ik op
ga, weet ik nog niet. Ik dacht aan
vankelijk aan een café-bedrijf,
maar dat heb ik inmiddels van me
afgezet. Ik kan eigenlijk niet zo
goed tegen mensen, die de hele dag
dronken zijn".
En de verhalen, dat hij straks, na
een eventueel succes in Los Ange
les voor een profcarrière gaat kie
zen, zijn die eigenlijk uit de lucht
gegrepen? „Ik denk daar amper
aan. De mensen praten er wel con
stant over, maar het houdt mij niet
bezig".
Van Raamsdonk legt dan uit waar-
om. „Hier, in Nederland, kun je ei
genlijk geen prof worden zonder
Henk Rühling. En daar zit eigenlijk
gelijk het probleem. Want meneer
Rühling wil méér verdienen dan
de bokser. En daar ben ik het niet
mee eens. Hij heeft me wel eens ge
vraagd, maar dan kwamen er bela
chelijke aanbiedingen. Ik moet in
de ring gaan staan, niet hij. Dus
moet ik ook goed kunnen verdie
nen. In Nederland is dat eigenlijk
niet mogelijk. Dus óls ik prof word,
zal het toch Amerika worden. Daar
zijn honderden promotors en ma
nagers. Daar liggen wel kansen".
Amerika anders
Pedro van Raamsdonk verhaalt
graag over de Verenigde Staten,
waar hij in zijn 23-jarig bestaan
zo'n anderhalf jaar doorbracht. „In
Amerika rekent men heel anders.
Daar wordt in een bokser geïnves
teerd. Komt er een geldbedrag vrij
via zakenmensen, dan moet de
bokser het zien waar te maken.
Lukt dat niet, dan is dat jammer,
vooral voor de zakenmensen, die
hun geld kwijt zijn. Lukt het wel,
dan komt het geïnvesteerde bedrag
er makkelijk uit. En verdienen bei
de partijen goed".
In Nederland hebben we trouwens
nog één promotor. Aad Westerla-
ken, die een aantal Rotterdamse
boksers rondom zich verzamelde.
„Westerlaken?", vraagt Van
Raamsdonk zich af. „Die ken ik
amper. Ik wilde eens een keer in
Rotterdam gaan kijken naar Jan
Lefeber en Ger Sloof. Maar Wes
terlaken meldde me dat ik zelf een
kaartje moest kopen. Nou, ik ga
geen geeltje betalen voor een pik-
partij. Want wat boksen die jongens
nou? Een paar keer per jaar, voor
een fooitje. Ik heb ook gehoord dat
ze er spijt van hebben. Kijk, zo'n
Jan Lefeber was zeker een kandi
daat voor de Spelen geweest. Maar
nu, nu heeft hij voor zichzelf de
weg afgesneden'
Van Raamsdonk zal dit jaar nog
enige tijd in Amerika verblijven.
„Om te trainen. De mensen moeten
niet denken dat ik daar voor de lol
naartoe ga. Ik bezocht bijvoorbeeld
Disneyland pas toen ik er al ruim
een half jaar zat. Ik ga daar straks
de boksscholen af, om sparring-
partners te zoeken. Het leven is in
Amerika heel anders. Wel leuk,
maar eigenlijk zit ik liever in Ne
derland. Daarom denk ik ook am
per aan een prof-carrière. In Ne
derland kun je toch ook prima le
ven. Misschien als ik succes
heb komt er wel iemand naar
me toe, die wat voor me wil doen.
En dat ik dan wat voor die ander
doe, iets in de pr-sfeer bijvoor
beeld".
Het wordt tijd om op te stappen.
Van Raamsdonk moet naar het
trainingslokaal aan de overkant.
De man met de blauwe pet doet
nog even van zich spreken. „Heb je
wat te drinken gehad van die Van
Raamsdonk", informeert hij. Bij
een positief antwoord liikt hij ge
rustgesteld. „Word je toch eindelijk
een keer een beetje sociaal voe
lend", voegt hij er aan toe. Van
Raamsdonk opent de deur van de
Schaapskooi. „Wegwezen", zegt-ie
nog.
DENNIS MULKENS