I
BBB vertelt zijn
story over het
angstaanjagende
geschil met BBH
1?
Decentralisatie rijkstaken loopt vast
foidócSotviant
„DYNASTY-TOESTANDEN"AANDE PAPEWEG, WASSENAAR
UNIVERSITEITSRAAD
TEGEN TERUGDRAAIEN
VAN DEMOCRATIE
^DEN/REGIO
DINSDAG 7 FEBRUARI 1984 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij 'telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in.deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar.via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
?r
%$ncaku
7 vrij
Feu zil serie „verboden wa-
lingei werd gisteren wat
's gepresenteerd: nun-
I, beter bekend als
itokjes. Dit zijn stokjes
nderling zijn verbon-
met een ketting. Ze
>n worden gebruikt
Artdnand te wur8en- maar
rah3n ook als slagwapen
doen. Van oorsprong
een Japans gebruiks-
.5erp. een dorsvlegeltje.
£reveevmdingrijk als de Ja"
jJrs op dit gebied zijn, is
tauwV werfijnd" tot een
nlicht gevaarlijk handwa-
'zitter van de nuncha-
»n jongen uit De Zilk,
]steren tegen kanton-
r Morshuis dat hij
ist dat het een verbo-
apen is. Hij had de
itokjes zelf gemaakt en
uis aan de muur ge
in. Een rechercheur
ja bezoek kwam, zag
ggjjÉK nam de stokjes mee.
j^Hiteresseer me voor de
^P"^se vechtsport, daar-
leb ik ook posters aan
jur hangen", verklaar-
j de aanwezigheid van
EÉ|||apen. Mr. Dek. de of-
HL'"* van justitie, begreep
^Hjfraarom iemand wurg-
|Hs aan de muur hangt,
iemand een schilderij
en dat ophangt, zo
dat ook voor die stok-
hielp Morshuis de ver
eiste een straf van 140
|n. „Het hebben van dit
wapens leidt vaak tot
ft npbruik ervan," zei hij.
"ltes<Pn6en was het totaal
'zing ós met maar hij
oujy£ weinig steun bij Mors-
isse "Als je je interesseert
lalf flde Japanse vechtsport,
SO. feet je hoe je die wurg-
Boiefs moet gebruiken". Hij
t varfkie de boete op 70 gul-
van
It en i
'orenjjg
sen verzinnen de meest
mde dingen om een
irdeling te vermijden,
meisje dat op het Vijf
Jein in Leiden was be
u/s omdat ze daar op het
jangersgebied fietste,
p zich op het Verdrag
Rome. Dat beroep had
gens niets te maken
het fietsen, maar met
lïd die er tussen de
"s^lreding en de rechts-
^^'zat. De bekeuring was
ar"a oktober 1982 uitge-
eestciven, gisteren was de
P35 Volgens het
cje is deze periode te
en moest ze daarom
^,°e4ns het Verdrag van
71 e worden vrijgespro-
insoi gen gewichtig argu-
waarvan Kanton-
Icr Morshuis echter
schrok. Ook sprak hij
neisje niet vrij en bege-
^-|Qe hij haar onder het
LAcifeken van zijn weige
rde excuses niet naar
^pur- Nee, niets van dit
L XJMorshuis ging gewoon
met de behandeling
de zaak.
jemerom fietste het meisje
vastr1 Vijf Meiplein, was de
hen de hand liggende
„Mijn ketting was
zelf#11 ijn fiets gelopen. Ik
sen pem erop gelegd en ik
en een stuhje om te tes-
fstan!f de ketting goed bleef
Ji. Toen werd ik aange-
len door een agent in
ia "%r"t verklaarde het
^rëelje. „Maar dat is geen
'ra^ eer". v°nd officier van
1 T«je mr Dek vertelt
meeion wat er is gebeurd",
beslhuis lachte fijntjes, ter-
sch iiDek verder ging. „U
raagpt zich op het Verdrag
maRome, maar er is in de
de tussen de bekeuring
gisteM van alles gebeurd. Er
syrf>ijvoorbeeld een schik-
erin<jaangeboden". Het ver-
i pr; van de fietsketting
/ersc!ook 8een genade in de
aze rivan ^ek' "*k weet ook
scf?oe je een ketting op je
.legt. Als je dat hebt ge-
dan til ie het achter
op en kijk je of de ket-
blijft liggen. Je hoeft
Zk
orde
ïdt vfHei
t JcaafGiri
:e fietsen", aldus de of-
'lad het meisje de grote
dat Dek een regelma-
•'66) pz°eker is van het win-
e corntrum °P het Vijf Mei-
wekf "*k vind het ontzet-
dere vervelend als mensen
terw, ketsen. Zeker als ik
;r nd*355611 drank sjouw,"
'ren'neer(^e ^ek. terwijl hij
gereteen mimespeler uit-
^nlijfde hoe een officier van
ieenl?e met twee zware tas-
i wl°P het Vijf Meiplein
;n r Hij eiste een boete
Corf® gulden. De kanton-
^er keek het meisje
an gelijk aan en zei: „Het
DatF zo'n ramP hoor. Be-
diger a*s er een officier van
sn wi'e met drank loopt te
d^en- Net Verdrag van
ievere 6aat n'et °P omdat er
geroP tussenliggende perio-
te tansacties en dergelijke
ser i*n plaatsgevonden. Ik
reed?et bij 20 gulden laten".
r d, KEES VAN HERPEN
stap
LEIDEN De Leidse univer
siteitsraad is het niet eens met
het terugdraaien van de vrij
heid van de democratisch ge
kozen organen zoals de minis
ters van Onderwijs en Land
bouw voorstellen in de zogehe
ten Wet op het wetenschappe
lijk onderwijs 1984. Voorts
vreest de raad voor de positie
van de studenten en vrouwen
in bestuursorganen en spreekt
uit dat deze verbeterd moet
worden. Gisteravond sprak de
raad over deze wet, mede aan
de hand van het onlangs uitge
brachte advies van de Acade
mische Raad aan de Tweede
Kamer over deze kwestie.
Wat betreft het veilig stellen
van de democratie vindt de
rpad het nodig om zowel de fa
culteitsbesturen als het college
van bestuur van de universi
teit door de desbetreffende ra
den te laten kiezen en niet
door de minister van Onder
wijs, zoals in de wet is voor
zien. Tevens wil men alle le
den van het college zelf kiezen
en niet een gedeelte door de
Kroon laten benoemen. Daar
bij wil de raad het nu bestaan
de aantal van vijf collegeleden
handhaven en niet teruggaan
naar drie, zoals de minister
voorstelt. Tevens dient het
maximaal aantal zittingster
mijnen van het college in die
wet te worden geregeld.
Voorts wil de raad af van de
bepaling dat het wetenschap
pelijk personeel in de facul
teitsraden de meerderheidspo
sitie moet hebben. Na een lan
ge discussie over de positie
van de buiten-universitaire le
den, de zogeheten „bullen", in
de universiteitsraad werd be
sloten hen wel te blijven toela
ten en wel „als vertegenwoor
diging van de maatschappij,
waartoe behoefte bestaat". De
tegenstanders van dit stand
punt betoogden bij monde van
de heer Buikstra dat gekozen
universitaire leden „evengoed
de maatschappij kunnen verte
genwoordigen". Hij wees erop
dat de bullen niet gekozen zijn
door een achterban, maar be
noemd door de Kroon. Daar
om vond hij deze groepering
misstaan in de raad, die wel
democratisch wordt gekozen.
Tot slot ziet de raad niets in
het voorstel van de minister
om aparte onderzoeksinstitu
ten aan universiteiten en ho
gescholen mogelijk te maken.
De raad is bang dat deze de
aandacht zullen afleiden van
het onderwijs.
LEIDEN/DEN HAAG
Het gaat de verkeerde
kant op met de over
dracht van taken door de
rijksoverheid aan provin
cies en gemeenten. On
danks alle plannen daar
toe van de rijksoverheid,
is er alleen vooruitgang
met de decentralisatie ge
boekt bij de stadsvernieu
wing, volkshuisvesting en
natuurbehoud. Op andere
terreinen is de discussie
over decentralisatie vast
gelopen, is er van centra
lisatie van beleid naar de
rijksoverheid sprake, zijn
de plannen onzeker of is
het beleid verkeerd uitge
pakt voor de provincies en
gemeenten.
Dit zegt de Raad voor het Bin
nenlands Bestuur in een ad
vies aan de regering en de
Tweede kamer over het de
centralisatiebeleid. Als terrei
nen waar de discussie over de
centralisatie van beleid is vast
gelopen noemt de Raad: on
derwijs, arbeidsvoorziening en
kunst. Als terreinen waar de
overheid juist beleid naar zich
heeft toegetrokken signaleert
de Raad: volwassenenonder
wijs, sociale zekerheid, ener
gievoorziening en streekver
voer. Onzekerheid over be
leidsvoornemens zijn er bij het
welzijn, gezondheidszorg en
monumentenzorg. Decentrali-
s«rtie heeft helemaal verkeerd
uitgepakt bij de bouwregelge
ving, ruimtelijke ordening en
milieu.
SCP
Het Sociaal Cultureel Planbu
reau heeft in een gisteren ge
publiceerde studie gesteld dat
de rijksoverheid moet door
gaan met het overdragen van
taken op het welzijnsterrein
naar de gemeenten en provin
cies. Experimenten die daar
mee al gaande zijn moeten
voortgezet worden. Wel moe
ten gemeenten en provincies
inzicht krijgen in de voor hen
te verwachten beleidsruimte,
moeten regels voor de finan
ciering van het welzijnsbeleid
beter op elkaar worden afge
stemd en moet de positie van
de provincies beter geregeld
worden. Hoe dit gebeurt, is
minder van belang. Dit hoeft
niet persé via de Kaderwet
specifiek welzijn, aldus het
SCP.
Sinds 1978 heeft de rijksover
heid taken op het welzijnster
rein in de vorm van expri-
menten overgedragen aan ge
meenten en provincies. Vol
gens het SCP is door de expe
rimenten in de gemeenten een
eigen sociale en culturele sec
tor tot stand gekomen, hebben
de gemeenten meer zelfbe
wustzijn gekregen, is de amb
telijke organisatie van het be
leid beter geworden, wordt
meer informatie gegeven en is
de relatie tussen gemeenten en
particulier initiatief op wel-
zijnsgebied beter geworden.
zou best haar pruik van d'r
hoofd willen trekken..."
En maar klagen
Barbecuen doen ze ook, op
„Santhorst". Die braadgeuren
dringen eveneens door tot
het verkeerde neusgat van de
boze mevrouw Hendriks:
„Wel ja: zeventig meter bij
haar vandaan, en toch maar
klagen. Moet ik gaan sluiten?
Ik zal een hinderwetvergun
ning aanvragen. Dat moet ik
binnen een paar weken doen,
anders zal ik de manege
moeten opheffen. Maar Kees
sluit niet zo gauw".
Er komt nu iemand in de
keuken een cadeautje bren
gen, voor Van Santen, het
„lijdend voorwerp". Het is
een orchidee in een komme
tje; als een goudvis op schaars
water. Het is alles buiten pro
porties. „Wat heeft mevrouw
Hendriks te klagen?", vraagt
Kees van Santen zich in ge-
moede af: „Haar brandnetels
waaien naar ons over, en dat
is in strijd met de brandne
tel- en stekelwet. Nu die hin
derwetvergunning nog aan
vragen. Rotwerk. Maar ik zit
eraan vast. Op verschillende
punten heeft ze me te pak
ken". In '76 stormde het ge
weldig. Duizenden bomen
waaiden om. Kees maakte
daarvan een deugd, ging de
gedupeerden langs en verza
melde al dat omgewaaide
hout. Daarvan bouwde hij
zijn manege-circus, want van
dik hout zaagt men planken.
Er is geen paardlievende ge
bruiker van de binnen-ma-
nage die eraan denkt dat
Kees het ooit zal opgeven.
„Juriste? Een mooie juriste.
Ze mag nog niet eens pleiten
voor d'r eigen", stuift Kees
op. Een goede buur is nog
steeds beter dan een verre
vriend.
Van Santen, die dus Abra
ham inmiddels heeft gezien
en op een rustiger doel afste
vent (onderwijl overal hout
vergarend, „want ik heb een
grote allesbrander"), is het
allemaal een beetje zat. Daar
kan BBH, listiglijk, voordeel
uit halen. Als juriste, die
waarschijnlijk, heel mis
schien, haar toekomstig
proefschrift zal wijden aan
onrechtmatig burengerucht,
met stekelige stellingen die
wellicht geen steek houden.
Gezellige buurlui, zo onder
elkaar. GBL. Van Santen
gooit er, als BBB, lustig en
bruisend, een schepje boven
op: „Bij haar, die gestudeerde
druiloor, waaide een boom
'om. Die ligt er nu nog. In het
water van de wetering. Het is
als met de pot die de ketel
verwijt dat ie zwart ziet. Me
vrouw dacht een jaar of wat
terug bij aanpalend, rustig
landvolk terecht te komen.
Ze hoopte op ouwe mensen
die altijd maar binnen zaten
te kniezen. Ze kon het al niet
uitstaan als we 's zomers bui
ten zaten. En dan achter je
rug om naar de politie gaan.
Dat neem ik haar het meest
kwalijk. Helemaal geen over
leg vooraf. Met boerenpum
mels praat ze niet". Er mengt
zich nu een Van Santen
dochter in het plot. Over eni
ge tijd zal ze haar sta-caravan
op het terrein van pa kwijt
zijn. Dat is bepaald door de
plaatselijke overheid, op in
stigatie van mevrouw Mar
griet (er staat nóg een cara
van die de laan uit moet): „Ik
„Kijk, moet je 'ns kijken,
nou sta ik met m'n lin
kerbeen op eigen grond
en met m'n rechter op
het eigendom van prin
ses Juliana. En om je
heen zie je een koninklij
ke bende, want ik ben
nu eenmaal een gruwe
lijke sloddervos, in te
genstelling tot mijn
vrouw Greet die, met
Tennisbaan exit
Belendend is er een „leuke
garage, waarin de jongens
kunnen rommelen met een
ouwe auto. Knutselen. Zet
die kar maar op de brug.
Voor niets, ook nog. Dat vin
den ze prachtig". Maar me
vrouw Hendriks, BBH met
permissie, vindt er niks aan.
De tennisbaan, die het lang
ste leven (vier maanden) al
weer heeft gehad, was een
luxe voor eigen gebruik, voor
familie en een paar vrienden;
„voor het plezier van de
klanten ook". Mevrouw Hen
driks schijnt een keer in d'r
eentje aan het demonstreren
te zijn gegaan. „Toen liep ze,
in haar bush bush, met een
emmertje overgevlogen bal
len op te vissen: „Zo...", zei
ze, „Zo, nou zijn het er der
tig". En het waren er maar
drie", vertelt Van Santen, in
zijn apologie. „En dan zei ze
ook nog: „Welaan, die boe-
renpummeltjes kunnen nog
lachen. Verder kunnen ze
niets..."
haar gruwelijk nette
tuin, daar nogal eens te
gen in opstand komt".
Manegehouder Kees van
Santen (50) geeft in slob
berbroek, de benen in
modderlaarzen gestoken,
en de geruite pet op, een
door het kadaster gere
gisseerde, excursie over
zijn domein langs de Pa-
peweg, gemeente Wasse
naar. Als je over de ge
parkeerde sloopauto's
(„en die andere wagens
zijn van vrienden en
kennissen") heenkijkt,
zie je de kale loofkrui-
nen en de dennen, de
„evergreens", van het
bosrijke „De Horsten",
vorstelijk landgoed
waarover de prinses geen
moment wakker zal lig
gen. Wie volgens haar
zeggen wel wakker
ligt, getormenteerd door
de bedrijfvoering van
Kees, is mevrouw mees
ter Margriet H.A.W.
Hendriks, met wie u de
vorige week in deze ko
lommen heeft kunnen
kennismaken.
Nog even resumeren: me
vrouw Margriet Hendriks
(„Haar operettenaam is Vale-
ry, Fellerie; want ze schijnt
vroeger in de operette gezon
gen te hebben", zegt de infor
matie van de Van Santens) is
doorgaans overdag directrice
van de stedelijke muziek
school in Den Haag. Zij kocht
drie jaar geleden 't Paapje",
een royale voormalige boer
derij, maar nu is het een wit
te. enigszins verpauperde vil
la voor een dame alleen die
het maar met acht kamers
moet zien te rooien. 't
Paapje", toegankelijk via een
slopenswaardig houten tuin
hek, is omgeven door een
woestenij in redelijke staat
van verval. Er is geen door
komen aan. Het perceel is
door een bijna droge sloot af
gescheiden van Kees van
Santens opstallen.
Zure vlaai
Ik noemde, vorige week, Van
Santen „Boze Buurman Boor
devol", omdat hij mevrouw
Margriet (die, als originele
Limburgse, hem destijds voor
enkele goede -diensten, zoals
het opruimen van hakhout,
beloondfe met „een zure
vlaai") het leven net zo zuur
maakt met luister- en kijko-
verlast. Maar als je Van San
ten die ook boer is, met z'n
vijftig koeien „voor de mest"
zo hoort, mag je almaar
studerende juriste Margriet
netzogoed Boze Buurvrouw
Hendriks noemen. BBB en
BBH, huurlieden van de
prinses en van elkaar. Met
een tomeloos genoegen, el
kanders lasten niet te willen
dragen.
Geheel overbodig vertelt
Kees: „Het is niet zo schoon
bij mij, maar zo'n pestzooi als
bij haar, o nee". Als kleing-
rondbezitters, gaan zowel
BBB als BBH gebukt onder
de fiscale lasten. BBB: „Mijn
bedrijf, „Santhorst" heet het,
staat op grond van de prinses
en dat kost me aan pachtgeld
8500 gulden per jaar. Nou,
het huis van Hendriks zou, in
prima staat, een half miljoen
waard zijn. Onder een rieten
dak van 30 mille. Ik kon het
van de vorige eigenares, de
oude mevrouw Polak, kopen
voor 250.000 gulden. Dat kon
ik niet bespringen en ik zei
tegen de makelaar: laat maar
zakken die hap. Maar me
vrouw Hendriks kocht de
zaak, helemaal uitgewoond,
voor 390.000. Dat zal ze niet
kunnen verkroppen en daar
om jaagt ze mij tegen zich in
het harnas en op kosten. En
stukje bij beetje schijnt ze ter
rein te winnen. Ook al dank
zij de rentmeester van De
Horsten, de beheerder van de
koninklijke landgoederen, na
de brief op poten die Hen
driks naar Soestdijk heeft ge
stuurd. Ze wilde de prinses
zelfs een gerechtelijk geding
aandoen. Nu moet ik mijn
tennisbaan opdoeken, omdat
ze er „last" van heeft. Ja, er
komt weieens een balletje in
haar jungle terecht, maar het
is natuurlijk onzin om daar
over te vallen".
Hondsbrutaal
Kees van Santen wordt ge
steund door zijn vrouw
Greet, die het verse bakje
koffie vergezeld doet gaan
van enkele soorten cake. Ze
beaamt het een en ander.
Kees: „Ik heb mijn manege
en boerenbedrijf hier sinds
1961 (Greet: „Sinds '63,
Kees"), okee, okee, vanaf '63.
Maar we hebben altijd rustig
op de Papeweg gezeten.
Nooit geen gedonder, geen
gezanik met geen enkele
buur. Hier vlak naast woont
professor Sierk Schroder, de
beeldende artiest, maar ik
heb nog nooit een klacht van
hem gehoord. En nou komt
me daar een vrouw uit Lim
burg de boel op stelten zet
ten. Ik zou bomen hebben ge
rooid, volgens mevrouw
Hendriks. Waanzin. Sinds
110 jaar is het hier weiland
en er stond geen enkele
boom. Hondsbrutaal is ze, een
rakker die 's nachts om 2 uur
met haar toeter te keer gaat,
en dan zegt ze: „Ha, de boer
tjes zijn ook weer wakker!" O
ja, ze vertelde in de krant dat
ze vanwege mijn overlast
verscheidene keren op haar
kantoor in Den Haag gesla
pen heeft. Niks van waar;
wel nee. Het zijn praatjes om
meelij te wekken, en maar
proberen en publiceren. Een
mooi bekkie heeft ze niet, zo
gezegd, maar wel een rad
tongetje". In de geest zie ik
nu BBH van woede verstij
ven, achter haar kostelijke en
kostbare, van inlegwerk
voorziene bruine vleugel.
Waarop ze nauwelijks aan
spelen toekomt, omdat Fauré,
Ravel en Beethoven op dit
vlak door Kees die best
met z'n laarzen door BBH's
porceleinkast zou willen lo
pen overstemd worden.
Maar zou ik binnenskamers
bij de juridisch ontplooide di
rectrice door het raam een
blik naar buiten werpen, ja,
dan zou ik, inderdaad, kun
nen genieten van een „ta
bleau de la Troep". Noem het
een bende.
De verdorde oprijlaan naar 'I Paapje"; er ia nauwelijks een doorkomen aan.
„Zo. Zou ik haar overstem
men? Ga nou gauw lopen
man. Zal ik je 'ns wat vertel
len?; in '67 heb ik hier voor 't
laatst gebouwd; een paar
schuren die nu nodig opge
knapt zouden moeten wor
den. De manege is notabene
kleiner geworden. Tussen '75
en '80 stonden hier 150 paar
den en ponies, particuliere
dieren en pensionpaarden.
Het is allemaal minder ge
worden: 45 staan er vandaag.
Vroeger was er elk weekein
de een wedstrijd, nu nog
maar één keer in de maand.
Heb ik een disco? Ja, een
kantine met muziek. Zie je
een jukebox staan? Nee, na
tuurlijk niet. De herrie van
de jongelui is nauwelijks te
horen. Mogen ze misschien
een prijsje vieren, na afloop?"