Jongens met een goeie mentaliteit komen er, crisis of geen crisis" moet leren omgaan met medezeggenschap voor vernieuwing van onderwijs Grotere klas funest 31 06 ge /OORSCHOTEN School- jesturen zullen er aan moeten ivennen. Per 1 februari kun- tuut len de bestuurders niet lan- ieei Jer om de leerkrachten en ou- raa?iers en oudere leerlingen (heen. Op die datum krijgt de ór je fret op de medezeggenschap een definitieve vorm. Met de lyet hoopt men meer duide lijkheid te scheppen over wie ^jjVat te zeggen heeft. Per ^3chool is dan precies beschre ven op welke punten men in- itemmingsrecht heeft en op velke punten men recht heeft Tl advies. loewel hij nog geen uitspraken wil toen over de toekomstige rol van Ie medezeggenschapsraad staat foor het hoofd van de lagere school ïoorderhof in Voorschoten, H. ieckers, vast dat de inbreng van iuders en leerkrachten op het jchoolgebeuren danig uitgebreid i'ordt. „Ouders die meer willen lan wat organisatorische taken trijgen de kans zich met de inhoud jan het onderwijs te bemoeien, [oor de leerkrachten betekent de hvoering van de raad dat zij in- praak krijgen over hun eigen ar- ■j ieidssituatie". MODELREGLEMENT In het hele land bogen voorlopige medezeggenschapsraden zich de af gelopen maanden over een door het „bevoegd gezag" opgesteld mo delreglement. Van het openbaar onderwijs is dat de gemeente en van het bijzonder onderwijs (katho liek, protestants-christelijk en neu traal) het schoolbestuur. Na wijzi gingsvoorstellen kan elke school tot een afwijkend reglement komen. Daarna kan de medezeggenschaps raad worden gekozen. De grootte van de school bepaalt de grootte van de raad, met daarin een gelijk aantal ouders en leerkrachten. In het voortgezet onderwijs zijn ook plaatsen voor oudere leerlingen be schikbaar. Binnen het katholiek onderwijs zijn vertegenwoordigers van bestu ren, bonden en ouders van meet af aan betrokken geweest bij het op stellen van het modelreglement. Het gevolg is dat 90 procent van de schoolbesturen het opgestelde mo delreglement overnam en ter be oordeling doorspeelde naar de voorlopige medezeggenschapsra den. In Leiden waar de Stichting Ka tholiek Onderwijs Leiden (SKOL) met 30 scholen bijna alle katholieke scholen onder zich heeft, werden, volgens secretaris W. Sanders slechts op ondergeschikte punten enige wijzigingen aangebracht. De Haagse Sint Willibrordus Vereni ging, met ongeveer 45 scholen on der zich, week volgens woordvoer der H. van Blijswijk sterk af van het opgestelde modelreglement. Daar wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid een gemeenschap pelijke medezeggenschapsraad in te stellen. In deze raad, die bevoegd heden van de afzonderlijke raden overneemt, zitten vertegenwoordi gers van alle scholen. ONDERZOEKEN Dat de medezeggenschapsraden niet hoger zullen reiken dan een gereglementeerde adviescommissie, zoals onderzoeken in Amsterdam en Groningen vorig jaar uitwezen, wordt door H. van Rhijn werkzaam bij de Katholieke Onderwijs Vak organisatie (KOV) zonder meer te gengesproken. „Ten onrechte is de indruk gewekt dat de onderzoeken representatief zijn voor de landelij ke situatie. Zeker in het katholiek onderwijs wordt de zeggenschap van ouders en leerkrachten over het reilen en zeilen van de school aanzienlijk uitgebreid". Van Rhijn: „De scholen hebben de vrijheid de wet zoveel mogelijk zelf in te vullen. De zeggenschap in het katholiek onderwijs volgens het op gestelde modelreglement, gaat veel verder dan in het protestants-chris telijk en openbaar onderwijs. Met name het aantal zaken waarbij het bestuur de instemming van de me dezeggenschapsraad nodig heeft is in het katholiek onderwijs veel groter. Het openbaar onderwijs mag dan op papier democratisch lij ken, uit het modelreglement blijkt het tegendeel: de macht van de me dezeggenschapsraad is daar veel meer beperkt tot het geven van ad viezen". DEMOCRATISCH Volgens het hoofd van de Voor- schotense lagere school, Beckers, komt de grotere inbreng van ou ders en leerkrachten in elk geval het democratisch gehalte van de school ten goede. „In tegenstelling tot schoolbesturen die zich meestal zelf aanvullen, kan iedereen voor de medezeggen schapsraad gekozen worden. De oudercommissie fungeert daarbij als achterban voor de vertegen woordigers in de raad. De enige voorwaarde om lid te worden van de raad van een katholieke school is dat men de identiteit van de school respecteert. Behalve het feit dat het democra tisch gehalte op de school zal toene men, schept de wet op de medezeg genschapsraad in elk geval ook veel duidelijkheid. „Met name zelfstandig opererende schoolbesturen zullen moeten wen nen aan de nieuwe situatie. Ouders en leerkrachten zijn niet meer overgeleverd aan de willekeur van het bestuur. Het overleg dat in de meeste gevallen al goed verloopt wordt nu in de wet vastgelegd. Zo zal in het vervolg alle voor de school relevante informatie aan de medezeggenschapsraad doorge speeld moeten worden. De raad wordt verder minstens twee maal per jaar in de gelegenheid gesteld de algemene gang van zaken in de school met het bestuur te bespre ken", aldus het schoolhoofd, die als bestuurslid van de KOV nauw be trokken was bij het opstellen van het modelreglement. GESCHILLENCOMMISSIE De veranderingen beperken zich echter niet tot de nieuwe overleg structuur. Bij besluiten van wezen lijk belang voor de school is in het vervolg de instemming van de me dezeggenschapsraad onontbeerlijk. Beckers: „Er is een lijst opgesteld met alle voorkomende zaken op een school. Het reglement bepaalt of de medezeggenschapsraad over deze zaken het instemmings- of ad De heer H. Beckers voor de lagere school Noorderhof in Voorschoten. viesrecht heeft. Daarnaast kan de raad gevraagd of ongevraagd over tal van zaken de school betreffend advies uitbrengen". „Als het gaat om wezenlijke zaken, bijvoorbeeld bij fusies en experi menten op school, heeft het bestuur de instemming van de raad nodig om het besluit door te zetten. Als instemming uitblijft en het school bestuur toch door wil zetten dan wordt de affaire ter beoordeling voorgelegd aan een geschillencom missie, die vervolgens een binden de uitspraak doet". FONS VAN RIJN DEN HAAG „Het gaat na tuurlijk niet om die twee leer ingen erbij, ons grote be waar is dat de maatregel in- lruist tegen de opzet van de kieuwe basisschool die vol- jend jaar van start gaat. Ver- iieuwing van het onderwijs vordt daarmee tegenge werkt". Volgens het bestuurs- id bij de Katholieke Onder wijs Vakorganisatie (KOV), Joke Roovers, ervaren ouders pas aan den lijve wat de evolgen zijn van het besluit 'au minister Deetman van on- lerwijs de klassedeler voor iet kleuter- en basisonderwijs >er 1 augustus vorig jaar te 'erhogen van dertig naar weeendertig. arenlang werd het streven in het :tel<ager- ert kleuteronderwijs naar k,IJ leinere klassen door de overheid •eloond met een schaalverlaging. loewel een ideale groeps- of klas egrootte niet valt te bepalen ston- en de voordelen van een kleinere das voor iedereen vast en over de losten werd nauwelijks gesproken, n '74 werd in de beleidsnota .Groepsgrootte in het onderwijs" ran de toenmalige minister van on- erwijs J. van Kemenade nog een irl [emiddelde groepsgrootte van 24 a 5 leerlingen in het kleuter- en la rger onderwijs in het vooruitzicht jesteld. Tot '79 werd het plan rede- ijk gerealiseerd, dat jaar daalde de dassedeler nog naar 30. Daarmee Was het keerpunt bereikt en gingen de kosten wel degelijk een rol spe len. De vraag in hoeverre een grotere 'klas ten koste gaat van de leerling -*stond= eind '82 door de aangekon- ken van scholen, maar zou er ook ruimte komen voor vernieuwend onderwijs. Op het kind gericht on derwijs, recht doen aan de verschil len die in een klas voorkomen. Re kening houden met de etnische af komst, aanleg en leertempo, ont wikkelingsstoornissen en gedrags afwijkingen. In de oude situatie waren leerkrachten al vaak ge dwongen kinderen met leermoei lijkheden door te verwijzen naar het lom-onderwijs. Met de verhoog de .klassedeler zal dit aantal alleen maar toenemen", aldus Struik. Door de maatregel verdwenen de boventallige leerkrachten niet di rect van de scholen. Zij zijn wel verplicht om als er een vacature ontstaat die baan te aanvaarden en in te vallen voor zieke collega's, voor zover zij daarvoor niet van schoolbestuur hoeven te wisselen. Pas als zij voor 1 augustus '85 ner gens in kunnen vallen, volgt ont slag. Roovers: „Natuurlijk telt voor ons ook dat er op den duur weer leer krachten op straat komen te staan. Ons bezwaar geldt verder vooral ook de onrust die zo'n maatregel op de scholen veroorzaakt. De over heid laat na voorwaarden te schep pen om een beleid te voeren. De in druk bestaat wel eens dat men daar op het ministerie geen weet heeft van de gevolgen op de scholen. De taken die verricht moeten worden blijven gelijk, maar het aantal leer krachten wordt steeds kleiner. KLEINE SCHOLEN „Vooral op kleine scholen zijn de gevolgen soms niet te overzien. Het aantal leerlingen bepaalt het aantal leerkrachten. Met, de nieuwe klas sedeler mag pas bij de 33e leerling, 65e leerling en zo verder, een nieu we leerkracht aangesteld worden. In de praktijk gebeurt het vaak dat net geen zes klassen gevormd kun nen worden. De kinderen van die school moeten dan over vijf klassen verdeeld worden. De gevolgen zijn grote klassen, soms wel tot 40 leer lingen, en het samenvoegen van twee leeftijdsgroepen in één lokaal. Het zal duidelijk zijn dat er van in dividueel gericht onderwijs dan weinig meer terecht komt", aldus Roovers. „Ook het inzetten van boventallige leerkrachten is riskant. Bij ziekte van collega's moet hij of zij klaar staan om in te vallen. Wanneer dat gebeurt rrioet die klas weer door de andere leerkrachten opgevangen worden. De indruk ontstaat dan dat het onderwijsteam maar moet zien hoe men zich redt", aldus de KOV- bestuurster. BESPARINGEN Terwijl het effect van een verla ging of verhoging van een klasse deler moeilijk is vast stellen, is er wel zekerheid over de te bereiken besparingen Met de verhoging van de klassedeler naar 32, het peil van '76, bespaart het ministerie niet al leen op de leerkrachten. Afhanke lijk van de feitelijke situatie, wordt verder ook bezuinigd op benodigde ruimte en administratief apparaat. Al met al leverde de maatregel in '83 al 90 miljoen op. terwijl het jaarlijkse budget 190 miljoen om laag gaat. De vraag blijft of de verhoging van de klassedeler een eenmalige maat regel was. Voor de bonden is in elk geval de grens bereikt. De enige ze kerheid hierover is voorlopig de toezegging van minister Deetman dat van verdere vergroting van de klassen in deze kabinetsperiode geen sprake moer zal zijn. FONS VAN RIJN TECHNISCHE SCHOOL HEEFT HET NIET MAKKELIJK, MAAR: ILFT „Iedereen schopt jen je aan, je werkt je de ikkels en je kunt het nooit doen". Aan het woord is Jerman Pruisken, adjunct-di- "XfTfcteur van de katholieke ichnische school Sasbout 'osmeer in Delft. Technische fholen hebben het niet mak- zitten in het verdom- oekje. „Orders" (meer vor- hing op school) van de over- nd bej^jd worden uitgevoerd, or- rs die de leerlingen en de iders vaak niet zo zien zit- tn: over het schrijnend ge ingen jrek aan praktijkuren en „de Magogische toer". En over crisis en de werkloosheid, [aar jongens met een goeie ientaliteit komen er, crisis of n crisis". (ern van Pruiskens verhaal: de Verheid legt regels op, als gevolg an die regels wordt er te weinig taktijkles op de lts gegeven en de drijven die technische mensen idig hebben, klagen dat de jon- ins niet goed zijn, bij wijze van preken nog geen hamer kunnen ïsthouden. Daar komt nog bij, dat „de jongens" de Sasbout Vosmeer heeft overi gens ook een aantal meisjes juist de praktijk zo leuk blijken te vin den en „de pedagogische toer" he lemaal niet zo zien zitten. Pruisken: „De doe-vakken zijn ontzèttend be langrijk". „Als de jongens een paar dagen bij een bedrijf geweest zijn, zeggen ze: „Ik heb hier nu meer geleerd dan in een maand bij jullie op school". Het aantal praktijkuren bij de tech nische scholen, dat in 1953 nog 34 bedroeg, is nu teruggebracht naar 18. En dat zegt wat". Herman Pruisken leidt rond; de „knullen" op de Sasbout-Vosmeer- school zijn druk bezig, in grijze overalls. Lassen, hameren, monte ren, metselen, elektro-techniek. In een lokaal bevindt zich zelfs een aantal oude auto's, proefkonijnen voor de jonge aspirant-automon teurs. De adjunct van de Sasbout Vos meer over zijn beleid: „De jongens hebben wel een strakke hand no dig, ze willen duidelijkheid. Te laat komen, daar staat straf op, en een spijbelaar ga ik zelf opzoeken. De mensen kunnen wel zeggen: „Jullie zijn antiek", maar daar trek ik me niks van aan. Ik geloof erin". MENTALITEIT Volgens Pruisken moeten de kin deren ook zelfstandiger worden. „Ze moeten meer ruggegraat krij gen en meer incasseringsvermo gen". Hij gelooft, dat zijn aanpak daarbij helpt. „En jongens met een. goede mentaliteit komen er, crisis of geen crisis", klinkt het beslist. Pruisken is gelukkig met de leer lingen- en stageplaatsen, die nu een beetje „in" raken. De jongens kun nen dan in de bedrijven ervaring opdoen, vakkennis, want dat leer je nog niet op school. Hij vindt dan ook dat de contacten met het be drijfsleven vóór de school van es sentieel belang zijn. En hij doet daar veel aan. Heeft goede contacten met het bedrijfsle ven. Zorgt ervoor dat z'n leerlingen bij een bedrijf in de omgeving stage kunnen lopen, het vak kunnen gaan leren. Want de lts zelf, daar leer je nog geen vak, dat is veel meer een'algemene opleiding. Dat is ook de (persoonlijke) mening van F.M. van Haaren van de Rijks- nijverheidsdienst. Hij vindt even eens, dat de technische scholen te ver doorgeschoten zijn: richting vorming. Het onderwijs aan de lts sluit veel te weinig aan op het be digde bezuinigingen weer in de be langstelling. Leerkrachten staak ten. „niet om de verlaging van het salaris, maar om de kwaliteit van het onderwijs". De verhoging van de klassedeler was een van de maatregelen. Een grotere klas en daarmee minder aandacht voor het individuele kind zou ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs. Aan de andere kant viel te beluis- Joke Roovers: „Dat grote klassen teren dat één of twee leerlingen meer niets verandert aan de resul taten. De positieve verwachtingen van kleine klassen zouden nooit zijn aangetoond. Een terugkeer naar de klassikale aanpak werd niet op voorhand afgewezen. Het onderwijs van vroeger, met de na druk op rekenen, schrijven en le zen werd in sommige gevallen zelfs geïdealiseerd. vroeger geen problemen opleverden Roovers, zelf ruim twintig jaar werkzaam geweest in het lager on derwijs gaan deze uitspraken te ver. „Het hedendaagse onderwijs is niet te vergelijken met dat van vroeger. De kinderen groeien op in een heel andere tijd. Dat grote klassen vroeger geen problemen opleverden is overigens een fabel. Dat wordt alleen gezegd door men sen die er ondanks het toenmalige is een fabel". onderwijs toch kwamen. Er was geen tijd voor kinderen die meer aandacht nodig hadden. Op oudera vonden worden juist door die men sen vaak rake dingen gezegd". Haar collega Fred Struik is het daar roerend mee eens. „Bij de nieuwe basisschool die per 1 augus tus '85 wordt ingevoerd zou het niet aleen gaan om het samenplak- ZATERDAG 14 JANUARI 1984 drijfsleven. Bovendien zijn er te weinig (goede) leerkrachten in het technisch onderwijs, zo is zijn oor deel. Het minimum-jeugdloon is er naar de mening van Pruisken en Van Haaren de oorzaak van, dat vooral de kleine en middelgrote bedrijven jongens niet zo snel in dienst ne men, „terwijl ze de mensen wel no dig hebben". Ex-minister Henk Vredeling van de commissie-Wag- ner (die het industriebeleid van ons land onder de loep neemt) reist overigens stad en land af om voor leerlingenplaatsen te pleiten. Pruisken, die af en toe ogenschijn lijk optimistische met pessimisti sche buien afwisselt, ageert tegen het Kabinet, dat het technisch on derwijs niet ontziet. Als gevolg daarvan zullen de opleidingen voor lassers bijvoorbeeld, die toch al vrij prijzig zijn, helemaal vreselijk duur worden. „En waar haal je straks dan je lassers vandaan?" Van Haaren vult aan: „Die grijze koppies gaan straks toch verdwij nen. En wat moet je dan?". Hij vindt overigens, dat er ook te wei nig lasonderwijs wordt gegeven. „En vaak zijn de scholen bezig met verouderde lastechnieken, terwijl de bedrijven allang nieuwe aan het toepassen zijn". Pruisken vindt dat de vooruitzich ten voor lts'ers veel te somber voorgesteld worden. „Altijd maar die negatieve geluiden over werk lozen". Hij neemt het, bijna harts tochtelijk, voor z'n knullen op: „Die jongens zijn van goede wil en écht geïnteresseerd, hebben écht zin om de eindstreep te halen. Je moet je als school wel ontzettend inzetten, knokken, stimuleren. De jongens vragen veel van je, maar je krijgt alles terug". APATISCH Veel meer aandacht moet volgens Pruisken aan de jeugdwerkloosheid gegeven worden. „Na een jaar wordt zo'n knul apatisch, en daar kan-ie niks aan doen. En de nega tieve berichten over de werkloos heid werken natuurlijk nou niet di rect stimulerend op de jongens1'. Pruisken tenslotte: „We laten ons niet het hoofd op hol brengen door het ministerie, dat er steeds meer pedagogiek in wil brengen". MARTIN VOORN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15