„Zitten blijven, dat moet je afschaffen. Zonder meer" Het gym heeft nog lang niet afgedaan REMEDIE VOOR PROBLEMEN LAGER BEROEPSONDERWIJS: T^r ZATERDAG 14 JANUARI 1984 gaat dat k zijn 's be\ het Het lager beroepsonderwijs worstelt met problemen die langzamerhand de pet van de gemiddelde leraar ver te boven gaan. dezel ber< 'eel dan Geweld in de klas, schoolverzuim en het voortijdig verlaten van de school (nu al bijna dertig procent van de leerlingen) nemen verontrustende vormen aan. De motivatie van de leerlingen is vaak ver te zoeken. 'Jeugdwerkloosheid, het jjgrote aantal echtscheidingen en beroerde 'haal huisvestingssituaties zijn enkele voor de hand liggende oorzaken. Maar de school reageert nog re posit steeds met de ducat traditionele repercussie: slechte cijfers en zitten blijven. Verergert daarmee de situatie alleen maar. Tenminste, dat meent Bob van der 6 Meer. Hij nam chai geurende een Jaar eïf 9 zittenblijvers onder zijn hoede, die toch over waren gegaan. Trekt nu ie l^de conclusie: „Doubleren moet je afschaffen. Zonder meer". Bob van der Meer nam elf zitten- blijvers, die toch door mochten naar de derde klas, onder zijn hoede. lingen, wordt in sommige scholen weinig aandacht besteed. Bob: „Met het zelfbeeld van leerlingen is het op het lager beroepsonderwijs al niet zo best gesteld. Doordat in ons huidige onderwijssysteem zo'n dui delijke ordening is aangebracht staat het lager beroepsonderwijs onder aan de ladder. Daardoor is helaas het idee gaan leven dat je een beetje dom bent als je op zon 'schooltype zit. Als je dan ook nog slechte resultaten behaalt of blijft zitten, krijgt zo'n leerling het idee dat hij wel erg dom moet zijn. Het resultaat: hij gaat zich tegen de school en alles wat daarmee samen hangt verzetten. Dat zou ik zelf overigens ook doen". Zittenblijven moet daarom in het LHNO, maar misschien wel voor het hele lager beroepsonderwijs, af geschaft worden, zo meent Van der Meer. Een opmerkelijke stelling, die evenwel niet alleen ontspruit aan de hoopgevende resultaten van de proefgroep 3-A. Nee, het laten doubleren van een leerling is in het algemeen een te drastische (straf maatregel, zo meent Van der Meer. De leraar: „Vooral als je in aanmer king neemt dat de slechte resulta ten vaak tijdelijke oorzaken heb ben. Oorzaken die niet per se met de aangeboden leerstof samenhan gen. Zittenblijven betekent boven dien enorm veel voor een leerling. Hij heeft het gevoel gefaald te heb ben. Reageert daar vaak op met overdreven stoer gedrag in de klas, waarin hij nu de oudste is. Dat is dan voor de zittenblijver de enige manier om zijn zelfrespect weer wat op te vijzelen. Er ontstaat een soort anti-school-cultuur die de sfeer in een hele klas kan verpes ten". school ruimte te vinden voor een stuk klassieke vorming, die niet ge lijk gesteld wordt aan de kennis van Latijn en Grieks. De Amster damse hoogleraar onderwijskunde Jaap Vos denkt aan een leergebied geestelijk leven, waardoor iedereen kennis kan nemen van de verschil lende culturen, dus ook de klassie ke. „Een doekje voor het bloeden", zegt rector Nauta van het 75 jaar jonge Christelijk Gymnasium Sorghvliet. Hij wijst op het onder wijs in de klassieken dat sommige havo-leerlingen op scholengemeen schappen volgen. En dan: „In de eerste en tweede klas van het gym nasium zijn de leerlingen bereid tot stampwerk met rijtjes als „rosa, ro- sae, rosae...", iets dat ze in de vier de klas (straks de tweede fase van het voortgezet onderwijs) niet meer opbrengen. Kinderen doen op hun twaalfde jaar nog wat ze krijgen aangeboden. Ze voldoen aan de op dracht desnoods alle woestijnen van de wereld in hun hoofd te prenten. Een paar jaar later komen ze met de vraag naar het nut er van. Dan zou het aantal leerlingen met een klassieke opleiding sterk teruglopen". „In de praktijk zou het erop neer komen dat potentiële gymnasium leerlingen in eerste fase van een middenschool een achterstand op lopen. In de hogere klassen is er gëen gelegenheid die in te lopen, omdat dan keuzevakken als na tuurkunde, scheikunde en moderne talen alle aandacht opeisen. Dan nog met de klassieken aankomen is bij voorbaat een mislukt experi ment. De leerlingen zouden er nog alleen aan kunnen ruiken". ONDERDRUK De klassieken staan al sinds de in voering van de mammoetwet onder druk, zeker op de scholengemeen schappen, met uitzondering dan weer van die waar een sterk gym nasiale traditie is blijven leven. La tijn en Grieks hebben moeten inle veren voor maatschappijweten schappen. Daar komt bij dat op het ongedeeld vwo de leerling in de vierde klas de keuze heeft uit bij voorbeeld 2 uur biologie tegenover Om dat zelfrespect draait eigenlijk alles. Zonder zelfrespect is het moeilijk goed te functioneren in een groep, meent de klassebegelei der. Zonder zelfvertrouwen wordt het een hele hijs leerstof in je op te nemen. Het is natuurlijk in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de ouders om hier wat aan te doen, maar de school hoeft ook niet met lege handen te blijven staan. Om dit te illustreren heeft Van der Meer een goed voorbeeld van hoe het niet moet. „Op een scholengemeenschap in Amsterdam zijn twee ingangen. Eén via het fietsenhok en de hoofdingang. De directrice vindt echter dat het zo'n troep wordt in de aula: al die vieze voeten die niet geveegd worden. De kinderen moe ten voortaan maar door de zij-in gang". Verontwaardigd: „Het lijkt misschien wat kinderachtig, maar voor de kinderen is het dooie ernst. Ze zien de leraren het hele jaar de hoofdingang gebruiken terwijl zij zelf als een dief de school binnen moeten sluipen. Dan krijg je toch het idee minderwaardig te zijn?". En het zou zo makkelijk anders kunnen, zo meent hij. „De school kan regels met de leerlingen be spreken, in plaats van ze te dicte ren. Het is natuurlijk niet nieuw, maar je kunt leerlingen mee laten beslissen, bijvoorbeeld over het les plan, de indeling van de uren. Je kunt ze zelf dingen laten organise ren. Door buitenschoolse activitei ten kun je proberen een goede sfeer in de groepen te creëren. Veel scholen zijn daar al erg actief in, maar het werkelijke belang van dit soort dingen, namelijk het creëren van zelfrespect en een goed werk klimaat, wordt nogal eens onder schat". 5 uur Latijn, en die extra uren schrikken af. Een combinatie met Grieks met evenveel uur als La tijn lijkt in zo'n situatie nog al leen voor de zeer pienteren wegge legd. De waarde van de klassieke talen is danook een punt van voortdurende onenigheid. Volgens de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) is het klassieke taalonderwijs te veel een eiland geworden. Terwijl de moderne talen zich hebben aange past aan de moderne behoeften zijn Latijn en Grieks vakken gebleven voor uitsluitend vertalen. En wat blijft hangen van wat in zes jaar ploeteren aan kennis is eigen ge maakt en voor hoelang? De verdedigers van het gymnasium hebben hun huiswerk echter ge maakt. Zoals K.L. Poll enkele jaren geleden in de NRC schreef: het re sultaat van al die inspanning is dat de leerlingen geen Latijn of Grieks spreken, verstaan of schrijven, het op zijn best met de grootste moeite lezen. Maar „die ervaring kweekt een levenslang wantrouwen tegen taal en een levenslang respect voor taal. Twee sentimenten die samen de gouden opbrengst vormen van de gymnasiale opleiding....In zover re heeft het Nederlands gymnasi um iets unieks". GEEN NUT Rector Nauta: „Het gaat niet zozeer om het praktisch nut van het in het Latijn kunnen lezen van een moei lijk schrijver als Tacitus, die trou wens alleen nog in het schoolon derzoek, maar al zes jaar niet meer in het centraal schriftelijk aan bod komt. Ik heb prettige herinnerin gen overgehouden aan dat door worstelen van de teksten in de klas. Het had geen nut, maar het was prettig. Het nut van de klassie ken is dat je er ook buiten kunt". Het nut heeft toch ook wel zijn praktische kanten. Vaak blijkt het pas na het behalen van het diplo ma; kinderen van twaalf jaar die voor de keuze staan hebben daar nog weinig zicht op. De frappante taalgevoeligheid als gevolg van de studie Latijn en Grieks wordt vaak geprezen. Dat uit zich in goed be grip voor taal in het algemeen en heeft ook resultaten bij andere vakken. Op de universiteiten heb MIDDENSCHOOL Maar terug naar het zittenblijven. Een groot bezwaar van het afschaf fen van het doubleren lijkt, dat het de leerlingen de zin ontneemt om te werken voor goede cijfers. Im mers: je gaat toch over naar het volgende leerjaar, goede cijfers of niet. Van der Meer: „Inderdaad: zonder meer bevorderen is niet zo goed voor de motivatie van de leer lingen. Ook is het niet leuk voor de leraren die dan dergelijke leerlin gen onder hun hoede krijgen, om dat ze een kennisachterstand moe ten inhalen. Dit probleem zou zijn opgelost wanneer in Nederland een middenschool wordt ingevoerd. Ie dereen studeert op zo'n school op zijn eigen niveau, zonder duidelijk achtergesteld te worden. Aan het eind van de opleiding wordt na tuurlijk wel bekeken wat je waard bent. Maar volgens mij moet het, ook zonder dat een dergelijke in grijpende vernieuwing plaatsvindt, mogelijk zijn dat het systeem door broken wordt waarbij de leerlingen aan het eind van elk schooljaar het risico lopen te doubleren" Veranderingen in het schoolsys teem zijn in elk geval hard nodig, meent Van der Meer. Hij resu meert: „Er zijn eigenlijk twee mo gelijkheden. Of je sluit je ogen en je doet niets aan de problemen waar leerlingen vandaag de dag mee kampen. Dan beland je in een situ atie zoals die nu in sommige steden in de VS al heerst. Daar heb je een soort speciale ME-eenheid, die in grijpt als de situatie in de klas on houdbaar is geworden. Het andere alternatief is, dat je de leerlingen de aandacht schenkt waar ze recht op hebben". PAUL KOOPMAN ben de hoogleraren graag gymnasi asten, weet rector Nauta, ook als het gaat om B-studies. ONTPLOOIING Terug naar de dreiging die uitgaat van een volledig geïntegreerd voortgezet onderwijs. De midden school geeft verrassende resultaten, want ieder die erbij betrokken is werkt met enorme inzet. Maar wat als dit schooltype straks verplicht wordt en allerlei van de huidige extra faciliteiten komen te verval len? De middenschoolgedachte functio neert volgens de heer Nauta vooral op het grensgebied van lager be roepsonderwijs en mavo. Gymnasi asten zijn te zeer gericht op theore tisch onderwijs om daarmee uit de voeten te kunnen. Zij vervelen zich en zullen om niet uit de toon te vallen op het gemiddeld niveau van de klas mikken. En de leraren vrezen nooit gelijktijdig les te kun nen geven aan leerlingen waarvan het niveau uiteenloopt van lbo tot gym Ouders van gymnasiasten zijn bang dat een middenschool de jonge leerling te weinig ontplooiingskan sen geeft. Er kleven uiteraard be zwaren aan het overbelasten van leerlingen, maar onderbelasten is eveneens een kwalijke zaak. Of om K.L. Poll nog eens te citeren, die aansluit bij de woorden van Marcus Bakker: het zou treurig zijn wan neer het gymnasium moest ver dwijnen op het moment dat er poli tieke overeenstemming bestaat over het recht op emancipatie voor allerlei bevolkingsgroepen. „Het verschaft die kinderen taalkennis en zelfvertrouwen, twee ingrediën ten die onmisbaar zijn voor iedere emancipatie". Misschien toch een vorm van eli tair onderwijs of snobisme van de kant van de ouders? Nee, zegt rec tor Nauta. „Er bestaat een grote be- hoèfte aan kennis van andere cul turen, ook van de klassieke, want daarin liggen de wortels van onze cultuur. Snobisme kunnen we ons niet permitteren. Het is juist essen tieel dat je je leerlingen laat ver trekken met een pakket vakken waarmee ze iets kunnen doen" PAUL TOBY Foto's: MILAN KONVALINKA 1MSTERDAM Op een "cHNO-school in Amsterdam- ml uid blijkt aan het eind van t al et tweede leerjaar dat acht- stbajen leerlingen het niet ge- ">ar' raid hebben: ze blijven zit- n. Een enorm probleem, zo eent de schoolleiding. Wat doen? Goed beschouwd zijn drie mogelijkheden. De •httien leerlingen kunnen llei ?rdeeld worden over de nin| ieuw te vormen tweede klas- tiv2in. Maar daaraan kleeft het k g ezwaar dat zittenblijvers in nje klas vaak aanleiding geven tt problemen. tweede mogelijkheid is de acht- i leerlingen allemaal in één 'eede klas te plaatsen, maar het -jgeven aan deze verzameling ^Gjecht gemotiveerde leerlingen zou •el erg moeilijk worden. De derde ogelijkheid tenslotte, is de acht- n over te laten gaan naar de luw te vormen derde klassen, aar dat zouden de overige leerlin- ei\|met wel goede resultaten) en wnmige leraren beslist onrecht- aardig vinden. De LHNO-school oos daarom voor een gedurfde re- wert iedie: de vierde oplossing. ob van der Meer, leraar lichame- jke opvoeding, werd belast met et „3-A-project", een benaming ie wat doet denken aan de gehei- ie operaties van de verzetsbewe- ing tijdens de Tweede Wereldoor- >g. „3-A" staat voor de nieuwe las die speciaal voor de zittenblij- ers werd gevormd. Jawel, een erde klas, maar dan wel een klas hder speciale begeleiding. Met de leun van een klassebegeleider, zo jeronderstelde de schoolleiding, zouden de meeste leerlingen er toch in kunnen slagen naar de vierde klas over te gaan. SUCCES „Het experiment is succesvol verlo pen", zegt Bob van der Meer nu, kort na de publikatie van de resul taten van het experiment. Van de achttien leerlingen bleven er bij het begin van het schooljaar met een zes thuis en één verhuisde kort voor de herfstvakantie. Maar van de elf overgebleven „zittenblijvers" konden er uiteindelijk acht door stromen naar het vierde leerjaar. Bob: „Dat is een slaagpercentage van drieënzeventig procent van in feite gedoubleerde leerlingen. Er werden ook betere punten behaald. De gemiddelde vooruitgang van de gehele klas bedroeg per vak 2,3 punt, het aantal voldoenden nam toe met achtenveertig procent. Bo vendien liep het aantal verzuimde lesuren sterk terugEn dan voegt hij er op spijtige toon aan toe: „Maar zelf ben ik er aan onderdoor gegaan. Ik zou nooit meer leerlin gen op een dergelijke intensieve manier kunnen begeleiden". HARDE LEERSCHOOL Het jaar dat Van der Meer als bege leider van-de „probleemklas" zo succesvol heeft afgerond was een leerzame maar tegelijk een harde leerschool, zo heeft hij ervaren. De intensieve en frequente gesprek ken met leerlingen en ouders en de hele papieren rompslomp erom heen vergden veel inzet en tijd. Maar daar stond tegenover dat de begeleider een goed inzicht kreeg in de belevingswereld en woonsitu atie van de leerlingen. Een inzicht dat maar weinig leraren gegund is. Gaandeweg werd de klassebegelei der duidelijk waarom leerlingen slechte resultaten behalen, lessen verzuimen, nog slechtere resultaten behalen, in verzet komen tegen de „school", teruggezet worden en tenslotte soms de school voortijdig verlaten. Van der Meer geeft een markant voorbeeld: „Een van de leerlingen kwam vaak te laat en gaf daarvoor onduidelijke redenen op. Toen ik haar ouders bezocht bleek dat haar jongere broertje in woede-aanvallen geregeld de wek ker kapot had gegooid en er geen geld was voor een nieuwe. Ik heb toen dat meisje elke morgen om kwart voor zeven uit haar bed ge beld. Ze kwam weer op tijd en de cijfers gingen er op vooruit". Een eenvoudige oplossing voor een eenvoudig probleem. Maar de klas seleraar werd ook in ingewikkel der problemen gekend. Een greep: De (gescheiden) moeder van een van de leerlingen kwam te over lijden. Gedurende het schooljaar deden zich twee grote ruzies tussen de leerlingen voor. Een leerlinge werd door haar va der rond Pasen van school ge haald omdat zij door de klas be dreigd was. Een vader belandde wegens doodslag in de gevangenis. De broer van een leerlinge deed een geslaagde poging tot zelfdo ding. Bob: „Je raakt persoonlijk vrij sterk betrokken bij het privéleven van sommige leerlingen. Ze komen ook naar je toe met vragen zoals: ik heb nu een vast vriendje, maar is het niet te vroeg om nu al met hem naar bed te gaan? En als we het toch proberen, waar kan ik de pil dan halen? Ook de ouders belden vaak in het weekeinde of in de avonduren op om niet-schoolse problemen te bespreken. Met dat vertrouwen was ik erg blij, begrijp me niet verkeerd, maar het vergt wel veel van je". EXCUUS Leerlingenbegeleiding is een punt dat al geruime tijd in het onderwijs ter discussie staat. Hoever kan die begeleiding gaan? Hoeveel aan dacht kan de school schenken aan de persoonlijke problemen van de leerlingen en in hoeverre kunnen die een geldig excuus vormen voor slechte leerresultaten of verzuim? En verder: mag een leraar zich mengen in problemen die thuis spelen? Van der Meer meent dat in elk ge val op een aantal scholen leerlin genbegeleiding een nog vrijwel braakliggend terrein is. Hij zegt: „Het besef is nog niet voldoende doorgedrongen dat je er als school eerst voor moet zorgen dat een leerling zich goed voelt, goed moet kunnen functioneren, voordat je kennis kunt overdragen. Dat laat ste, de kennisoverdracht, blijft mijns inziens overigens wel het hoofddoel van de school. Maar het persoonlijk welbevinden van de leerling is toch een voorwaarde waaraan eerst voldaan moet wor den. Anders gezegd: als je proble men hebt, ben je niet geïnteres seerd in wat een leraar voor de klas staat te vertellen". Juist aan dat „welbevinden" van de leerling, de problemen die een leerling bijvoorbeeld met zijn klas genoten kan hebben en aan de ne gatieve zelfwaardering van de leer A1 jarenlang dreigt de definitieve aanval,op een van onze oudste schooltypen, het gymnasium. Al even lang slaat het klassieke bastion die aanvallen af met welsprekende argumenten. In de eerste fase van het voortgezet onder wijs zal de plaats van Latijn en Grieks worden ingeno men door „strijken en koken", zo smalen de verdedigers van Livius en Homeros. Zij wijzen op de aandacht die het iul gym geeft aan het blijvende in de cultuur tegenover de aandacht voor het nu van andere schooltypen. Zij weten zich gesteund door de toenemende belangstelling die er is voor de 39 zelfstandige gymnasia die ons land nog kent. Voor drs. F. Nauta, rector van het Christelijk Gymnasium Sorghvliet in Den Haag, is een ding overduidelijk: het gymnasium heeft nog lang niet afgedaan. DEN HAAG In het afgelopen najaar zijn de Vrienden van het Gymnasium weer in actie geko men. De middenschool in zijn nieuwste vorm dreigt hun troe telkind weg te spoelen in een golf van democratisering die voor ie dere leerling hetzelfde beoogt: ontplooiing, maatschappelijk in zicht en weerbaarheid. Zijn voor die doeleinden kennis van klas sieke vervoegingen en zinsbouw en van Homerische versvoeten wel een vereiste? En kan die kennis niet worden verworven in de bovenschool, wanneer leerlin gen met voldoende onderschei dingsvermogen hun schoolkeuze hebben gemaakt? De voorvechters van het gymnasi um citeren daarentegen met genoe gen het voormalig CPN-kamerlid Marcus Bakker. Deze heeft ooit ge zegd: waarom moeten arbeiders kinderen naar de middenschool nu ze eindelijk de kans hebben naar het gym te gaan en dit in de prak tijk ook doen? Zet nu liever gym nasia in de volksbuurten. De standpunten liggen ver uit el kaar, te ver waarschijnlijk om tot een vergelijk te komen. Er worden pogingen gedaan om in de midden Het zelfstandige gymnasium, zo als het 75-jarige Sorghvliet, ge niet toenemende belangstelling, nzet: Rector Nauta van het Haag- Je gymnasium Sorghvliet:Sno bisme kunnen we ons niet permit- eren..."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 13