Michael en Tineke Jahshan hebben hun draai in Het Jagertje gevonden De Zuid-Kijf brug: herinnering aan een roerige buurt overBrugge|) A 4 EIDEN/REGIO CcicUcSotvumt WOENSDAG 4 JANUARI 1984 PAGINA 5 ^■De nering gaat, de ne- ^Bring komt: in de drukke ^■Eeidse Haarlemmerstraat ^■bruist het van de activi- ^neiten. Met de regelmaat van de klok verdwijnen er bedrijfjes, maar even talrijk komen er nieuwe bij. Dat heet „econo misch wel en wee". Sinds een paar weken kan de hongerige passant op de hoek van de St. Ursulas- teeg een soort groen groen knollenknollen- land vinden, waar de ja ger jagersman achter twee haasjes, heel par mant, aanzit. Dat is ten minste het eerste opval- lende aan de grote ruit van het nieuwe petit-res- taurant Het Jagertje. Het hele jachttafereel staat daar suggestief afge beeld. Het interieur moet tor nog verder „aangekleed" ra- worden; met een geweer, rt- bijvoorbeeld, en met an- tiquiteiten in de jacht- ej. sfeer. „Maar dan moeten be- we eerst nog wat centjes en verdienen", zegt Leidse en Tineke van Tongeren, ln- die in '80 trouwde met Michael (zeg maar Mai- kel) en sindsdien „van achteren" Jahshan heet. De jagersman is duidelijk Mi- 'ee chael, die met z'n grote zwar- }ef te snor op een onmiskenbaar {Je middenoostelijk gezicht mo- ■n, del voor Het Jagertje heeft >m gestaan. En hij heeft er één li' geschoten ook, maar dat was 'et dan Tineke, dus. Michael ar Jahshan (in '76 naar Neder- 'n- land gekomen) voelt er, na enig afwegen, niets voor, te vertellen, dat hij 28 jaar gele den in Nazareth geboren is; „zeg maar Leiden. Dat is het en beste". Tineke verduidelijkt: .5, ..We willen niet, dat hij over ij- één kam geschoren wordt fa- met andere landgenoten. Als »/v andere Israëliërs in het hore- ir- cawezen gekke dingen doen, wil dat niet zeggen dat Mi chael dat ook doet. Dit we reldje is zo klein". Zo een voudig is dat. Of eigenlijk he lemaal niet eenvoudig, want de mensen willen waarachtig wel weten waar de curieuze naam Jahshan vandaan IN DE HAARLEMMERSTRAA T, WAAR MEN GAA T EN KOMT Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch óf schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10'. komt; het is een typisch niet- Leidse naam. Ook van Naza reth dus; net zoals Michaels wereld- en hemelberoemde stadgenoot van 2000 jaar te rug. Alvorens, voorzien van de nodige vergunningen en certificaten, de Hollandse spijzen- en drankenwereld binnen te stappen, was de jonge Jahshan in zijn vader land werkzaam als technicus. Tot hij het hoorde donderen op de vlakte van Golan. Maar we hebben het nu over eten en drinken, nietwaar? Een beetje petiter Overigens wordt Tineke als de hoofdpersoon naar voren geschoven; in feite zou zij dus het Jagertje zijn in het groe ne knollenland langs de Haarlemmerstraat. Jaren te rug was daar het befaamde café van ene mevrouw Link- de Groen, daarna kwam er een lampenzaak in die, na opheffing, tijden lang heeft leeggestaan. Michael en Tine ke verbouwden de lokaliteit zelf en deden daar een maandje of vier over. Met een prima resultaat. Tineke vertelt verder, terwijl ergens een legse kip haar plicht doet en een paar eieren produ ceert die door Michael tot een uitsmijter verwerkt wor den om er een gast mee te kunnen plezieren. Tineke en Michael Jahshan in ,,'t Jagertje". „Voordien werkten we in De Promenade, aan het einde van de Haarlemmerstraat. Dat was ook een petit-restau- rant. Daar zit nu meneer Bouma, die z'n Zilveren Pluim over onze ruggen heen kreeg. Dat mag u gerust we ten. Wij hebben hem gehol pen om die zaak een beetje te laten draaien, maar hij is ons daar nooit erkentelijk voor geweest". Ik krijg nu sterk de indruk van een gehono reerde Friese doorloper „De Promenade was overi gens van mijn vader; daar niet van. Wij hebben er een jaar of twee gewerkt. Het was gewoon te groot voor ons, te arbeidsintensief. Nu zitten we hier, het is er intie mer en we willen er-tezijner- tijd best een tweede zaakje bij hebben. We gaan nu op de zelfde voet door. Veel van onze oude klanten hebben we al terug; we houden ons eigen genre. Je kunt hier warm eten, de maaltijden worden op de oude bereid, precies zoals ik 't thuis doe. De goeie Hollandse pot tegen een redelijke prijs; we zijn zelfs goedkoop. Maar goed, de loop zit er al goed in en iedereen roept erover. Dus. Van de zomer gaan we ook 's zondags open. De hele week; met een terrasje bui ten. We kijken niet op een uurtje extra, dat scheelt ook hè?" Nee, Michael en Tineke let ten niet op de klok. Alleen 's ochtënds, als ze om 9 uur open gaan.„Maar als er 's avonds om 8 uur nog eters zijn gaan we rustig door. Tot de laatste gast vertrokken is", zegt Michael, bij een kalm, probleemloos muziekje van de verdekt opgestelde bandrecorder. Er wordt om een tosti geroepen; snorre- mans, alias het Jagertje, kan weer aan de slag, in de omge keerde richting van het ha zenpad. Hier wordt de hon ger aangewakkerd met ver schillende lustmakers: volle dige vergunning, met sterke drank in de toekomst. En dan het dempen van de trek hè. Michael omzeilt een kin derwagen, knipoogt naar de inhoud, en bedient gerouti neerd de moeder met een kom „heerlijke verse erwten soep": „zullen we niet heb ben zeker; toe nou!" Twee bruine haasjes Er valt trouwens «veel en veel meer te consumeren in Het Jagertje. De spijskaart spreekt, regel voor regel, boekdeeltjes. Onder de, roy aal belegde, broodjes bevin den zich exquise specialitei ten: „Het Jagertje", op eigen wijze samengesteld, de Ha- wai-burger, een broodje kip- kerry, het gehakt-pikant en saté-op-de-plank, geserveerd op een houten plank, derhal ve. Dan is er de symfonie der uitsmijters, het divertimento van de beproefde omeletten en de frisse salades. De ei gentijdse plate service-maal tijden. Wat niet allemaal. En alles uit „moeders" eigen keuken, achterin. Om te blussen zijn er de „ijzen", waaronder een coupe.., jawel: Het Jagertje. Twee bruine haasjes schieten, opgeschrikt, over de groene helling op de grote voorruit, hun denk beeldige redding tegemoet. Ik krijg sterk de indruk, dat ze het halen. De gebaarde ja ger, in de andere hoek, loopt er met zijn ziel en geweer on der de arm bij. Michael en Tineke zullen er met Pasen wel wat eieren tegenaan moeten gooien. Niettemin heeft Het Jagertje vere nigd in een pittig tweetal er zijn jachtterrein ruim schoots gevonden. Theo (Dirk) van Ben ten: 30 jaar domestiek van Don Bosco Vandaag is Theo van Benten (die in april a.s. 64 wordt) dertig jaar werkzaam als hulp in de huishoudelijke dienst bij de paters Salesia- nen in Rijswijk. Dit te weten zal voornamelijk de Zoeter- woudenaars onder onze le zers deugd doen. Immers, Theo van Benten die in de grote familie- en kennissen kring om een onnaspeurlijke reden Dirk genoemd wordt is geboortig van Zoeter- woude, waar hij ook getogen is. We hebben maar geen foto van de jubilaris laten maken, „want", zo zei zijn „supe rieur", pater H.M.Hofstede SDB, overste van dé kloos tergemeenschap Don Bosco aan het Julia-laantje in Rijs wijk, „Theo zou beslist schrikken als hij zichzelf in de krant zag staan. Dat mo gen we hem niet aandoen, vindt u ook niet?" „Dirk" is nu dertig jaar zo'n beetje een echte „Salesiaan" en wordt door de twaalf le den der Rijswijkse klooster gemeenschap van de congre gatie Salesianen van Don Bosco op handen gedragen. Heel wat voorkomende klus jes zijn door hem daar in dat klooster (vroeger een inter naat) al opgeknapt. De paters en broeders van Don Bosco, die in enkele jeugdcentra werkzaam zijn, hebben Theo van Benten leren kennen als een opgewekte man. Pater Hofstede: „Hij doet nog steeds trouw zijn dienst en is een goede huisgenoot van ons allen. Theo gaat nog graag naar Zoeterwoude; je kunt hem daar regelmatig vinden, in de weekeinden en op vrije dagen. Zijn liefste wens is dan ook, eens zijn levensa vond in Zoeterwoude te kun nen slijten, maar het schijnt een hele toer te wezen om in aanmerking te komen voor een plaatsje in Huize Em- maus". Enfin, voorlopig is „Dirk" daar nog niet aan toe. We wensen hem en de zijnen vandaag in elk geval profici at met zijn jubileum als „do mestiek" van Don Bosco. Bruggen, we maken er allemaal ge bruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aan dacht is er nooit aan de Leidse bruggen besteed. Toch zijn er een hoop interessante vragen te stellen. Waarom bijvoorbeeld heet de Bos- telbrug Bostelbrug? Wanneer en door wie is deze brug gebouwd? De stilte rond de Leidse bruggen is met de presentatie van het Brug- genboek al gedeeltelijk 'verstoord'. In april 1984 gaat in het Gemeente archief aan de Boisotkade de ten toonstelling „De Leidse bruggen" van start. Als inleiding op de expositie ver schijnt in deze krant een serie arti kelen over Leidse bruggen. Het zijn geen technische verhandelingen, maar historische verhalen waarin een Leidse brug als leidraad dient. De gegevens zijn verzameld door een werkgroep van historisch geïn teresseerden, die veel van de ge schiedenis van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samensteller is de begeleider van de werkgroep, de heer P.J.M. de -Baar van het Ge meentearchief. Kees van Herpen te kent voor de eindredactie. De re- produkties zijn van fotograaf Wim van Noort P. Marijt en 23 andere be- Iwoners van de Kijfgracht 'zonden op 1 juli 1912 een verzoek aan de gemeen teraad om de naam van hun gracht te wijzigen. De schrijver van het ver zoekschrift zal wel niet veel meer dan een paar jaar lagere school gehad hebben en alleen al van- Jwege het taaltje is het lleuk met name de bijge voegde Memorie van Toe lichting te lezen. „Wij on dergetekenden zijn van meening dat de naam (Kijfgracht) meer maal- len aanlijding geeft tot minder aangename ge- waarwordingen. Om dat dezen naam, aan Onbe kende doet denken aan een gracht waar men plagt ruzie of anderzins te maken althans hun doet denken aan een minder waardige buurt, van daar dat wij U Ed. Achtb. in overweging geven de naam van de gracht te ho"-doen veranderen in Ha- ;l vengracht of anderzins ^naar U Ed. Achtb. goed je tdunken." idJ^ e gemeentesecretaris zond Ut rekest eerst eens naar de ^gemeentearchivaris, omdat ,rhet een oude, al bestaande jj naam betrof. Deze berichtte een dag later dat het in het al gemeen ongewenst was om straatnamen, die burgerrecht verkregen hebben, te veran deren als er niet aanleiding is tot verwarring met (bijna) ge lijknamige straten. Hij wees ook op het bestaan van diver se plaatsnamen buiten Leiden waarin ook „Kijf" voorkomt (bijvoorbeeld Kijfhoek bij Zwijndrecht) en gaf in over weging indien besloten mocht worden de naam te verande ren niet de voorgestelde naam te kiezen, „aangezien de sa menstelling van Haven en Gracht niet sierlijk is". Een paar dagen later infor meerde de secretaris naar de naamsoorsprong van de Kijf- hoek(straat), thans de Hoef- straat, maar de archivaris was niet in staat voor beide namen een goede verklaring te ge ven: „en het vermoeden is dus gerechtvaardigd, dat de buurt alleen aldus genoemd is we gens de minder rustige bevol king op een bepaald oogen- blik". Op 14 augustus 1912 ad viseerden B. W. aan de raad, aangezien niet uitge maakt was „dat die naam in 't bijzonder op een kijvende be volking zou wijzen", niet op het verzoek in te gaan. De raad maakte er geen woord (laat staan gekijf) aan vuil. Maar zouden er dan nooit kij vende wijven (en mannen na tuurlijk ook, al waren die toen overgeëmancipeerd) op de Kijfgracht gewoond heb ben? Denkelijk toch wel. Al eeuwenlang is het een zorg voor het stadsbestuur om ver vuilende of hinderlijke bedrij ven naar de rand van de be bouwing of er zelfs buiten te verplaatsen. Zo ontstond kort voor 1600 een ongeorgani seerd buurtje buiten de toen malige stadsmuren aan de zuidzijde van de Oude Rijn. Stinkende lijmziederijen, brandgevaarlijke pottebakke- rijen en wel speciaal scheep- makerijen vonden hier een plaats. Nadat andere plannen geen doorgang hadden gevon den, besloot het stadsbestuur hier een ordentelijke stadsuit breiding te maken. Daartoe werden alle percelen, meest tuinderijen, aangekocht en herverkaveld, waarbij enkele sloten tot nieuwe grachten vergraven werden en nieuwe singels (de Oostsingel en Zuidsingel) tot stand kwamen. Het graven van de Kijfgracht werd op 25 oktober 1598 aan besteed maar toen niet ge gund. Het moest een gracht van 24 voet (7,45 meter) breed worden met aan weerszijden een straat van 12 voet. Op 24 maart 1601 werd het graven opnieuw aanbesteed en toen gegund aan Pieter Sandersz. voor 2 gulden, 2 stuivers en 8 penningen per roede lengte (dat is ongeveer 56 cent per strekkende me ter). Aan de Kijfgracht, slechts zeer kort Jan Dircxsz. sloot genoemd, en de Minne broersgracht verrees een aan tal huisjes, meest bewoond door werknemers van de daar gevestigde bedrijven. Van het peil van deze werknemers, waarvan velen uit de Zuidelij ke Nederlanden afkomstig waren, moeten we geen over dreven verwachtingen heb ben er zullen echt wel eens harde woorden zijn gevallen en de spraakmakende goege meente wist wel snel fraaie namen te verzinnen. Laten we maar aannemen dat er thans op de Kijfgracht geen onvertogen woord meer valt te beluisteren. De Kijfgracht werd van de Zuidsingel afgesloten door een soort wal waarin geen brug maar slechts een soort duiker lag. Overigens stelden die wal en Zuidsingel niets voor; bij een beleg van de stad zou op de hele wijk dan ook de taktiek van de verschroei de aarde worden toegepast. Toen de wijk tussen Zuidsin gel en Herengracht in 1659 bij de stad werd getrokken, werd ter verdediging van deze buurt een bolwerk voor de Oostsingel gelegd. Tevens werd toen de Zuidsingel ver breed. Op 25 november 1658 werd, terwijl de verbreding van de Zuidsingel al in uit voering was, besloten de dui ker naar de Kijfgracht met een maar te vervangen door een normale brug. Het is ech ter twijfelachtig of dit besluit wel is uitgevoerd; prioriteit had de bouw van de brug niet. Karig Wanneer de Zuid-Kijfbrug is gebouwd, kan dan ook (nog) niet worden aangegeven. Ook uit later eeuwen zijn slechts sporadisch en dan nog karige berichten overgeleverd. Met een bericht zoals uit 1917 dat het bovendek van de brug werd hersteld, schiet men dan ook maar weinig op. Zo op het gezicht te oordelen zal de ste nen boog van de brug in de vorige eeuw door ijzeren leg gers zijn vervangen. Deze licht gebogen leggers werden in 1945 vervangen door rech te, zoals op de foto duidelijk Gezicht vanaf de Zuidsingelbrug over de Zuidsingel naar de Wijnbrug in het westen, met rechts de Zuid-Kijfbrug en links de Mecklenburgerbrug. Foto eind 19e eeuw. blijkt. In het kader van de re habilitatie van de Havenwijk- Zuid werd ook deze brug aan gepakt. Het werd, geheel in de stijl van de andere bruggen in deze buurt, een betonnen brug, maar toch weer met licht gebogen dek. Deze nieuw brug is vorig jaar ge reedgekomen. Was het nu nodig om ook de bruggen over deze gracht met een Kijf- of „scheld"naam op te schepen? waar de bewoners al zo tegen de naam van de gracht waren? Het mag vreemd klinken, maar „de overheid" vergeet zeer snel. Toen in 1916 de namen Zuid- Kijfbrug en Noord-Kijfbrug door de gemeenteraad werden vastgesteld, zal wel geen van de Edel Achtbare Heeren (voor dames was de raad toen nog verboden gebied) zich het geval van vier jaar geleden (de „protestbrief van P. Ma- rijt) hebben herinnerd. Is het dan niet een taak van de ambtenaren om zich dat wèl te herinneren en andere, leu kere namen voor te stellen? Eigenlijk wel, maar helaas vergeten ook ambtenaren snel. Ook archivarissen, want dat zijn ook maar mensen, al be heren ze dan een overstelpen de hoeveelheid gegevens uit vroeger tijden. Misschien is dat juist een van de oorzaken veel archivarissen hebben onvoorstelbare goede geheu gens voor allerlei zaken uit de middeleeuwen en weten bij voorbeeld feilloos uit het blote hoofd wie er tussen 1600 en 1700 in een bepaald pand in de Haarlemmerstraat woon den, maar om te kunnen zeg gen wie er nu woont hebben ze ook de gewone telefoon boeken en gidsen nodig. Met gemeentearchivaris Over- voorde (1901-1930) was het niet anders Naamgeving Het geven van namen aan bruggen was nooit officieel geregeld. Toen dit op 27 no vember 1913 aan de orde kwam in de gemeenteraad naar aanleiding van de naam geving aan het Paterstraatje, kapte burgemeester De Gijse- laar de wat uit de hand lopen de discussie af met de dood doener „Wij (dat is B. W.) hebben ons reeds bereid ver klaard deze zaak te overden ken". Voor zaken van enige ouderdom heeft de gemeente zijn meedenkers en dus werd het probleem afgeschoven naar de gemeentearchivaris. Dhr. Overvoorde vroeg op 22 januari 1914 om een goede kaart en na ontvangst daar van via Gemeentewerken diende hij op 25 februari zijn rapport in. Daarin mopperde hij een beetje over de numme ring die gemeentewerken had aangebracht en „welke te on systematisch was om hier te volgen". Hij stelde zelf een nieuwe nummering voor en de systematiek daarvan is nog duidelijk herkenbaar in de huidige nummering. In totaal kwam hij tot 137 bruggen, waarvan 79 al een naani had den. Deze namen vond Over voorde in een beperkt aantal historische bronnen. Dat de gemeenteraad op 24 april en 8 mei 1879 al namen had gege ven aan bruggen over de sin gels en toen ook de naam Doezabrug vaststelde, was hem blijkbaar niet bekend en ook later verwees niemand naar dat besluit. Na de indiening van het rap port bleef de zaak slepen. Eerst op 26 april 1916 kwa men B. W. hier weer op te rug en werd de gemeentear chivaris gevraagd, in overleg met de directeur van Ge meentewerken, een voorstel te doen voor namen aan nog onbenoemde bruggen. Het rapport van 12 augustus telde 53 voorstellen, waaronder ook Noord- en Zuid-Kijfbrug. Op 21 december 1916 sprak de Gemeenteraad zeer uitvoerig over deze zaak en met name over de Kippenbrug, Pater- brug en Koepoortsbrug/Doe zabrug werd gediscussieerd en over de laatste zelfs gestemd (het werd toen Koepoorts brug). Maar toen hadden ook alle 135 bruggen hun naam. Daarvan is in de loop der ja ren slechts de schrijfwijze en nummering aangepast. Thans adviseert de commissie voor de straatnamen aan het colle ge van B. W.. Het college stelt de namen vast. Dat de gemeentearchivaris lid van die commissie is, spreekt van zelf. Men hoeft zich echter niet ongerust te maken: zijn pleiten voor historische na men ontaardt nooit in gekijf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 5