male De roker als junk, en andere verhalen scr I in „Laat ik u zeggen dat ik het me straPm< kan permitteren li in minste drie maaiprti' de week vlees te fed, eten". pe we mogen u niet als een hav ne-junk, het nicotine-onthoudings- syndroom houdt hem in negen van de tien gevallen moeiteloos gevan gen. Daar heeft de firma Leo het vol gende op gevonden. Sinds kort kan de nicotine-junk de felbegeerde ni cotine in de vorm van 2 milligram nicotine bevattende stukjes kauw gom op recept van de dokter krij gen. Telkens als hij trek krijgt in een sigaret moet hij een Nicorette (want zo heet die kauwgom) in zijn mond stoppen. Het wangslijmvlies neemt de nicotine op en zo komt de ex-roker alsnog aan zijn nicotine- trekken. Wat methadon is voor de heroïnegebruikc is Nicorette voor de roker. Helpt het? Volgens de fir ma werkt het buitengewoon. Vori ge maand stopte ze in alle medische tijdschriften een folder waarin acht pagina's lang de lof over het „ge neesmiddel" Nicorette wordt be zongen. Op pagina 5 wordt de me dicus practicus (zo noemt de huis-, tuin- en keukendokter zich graag) in enkele grafiekjes voorgetekend hoe goed Nicorette helpt. In het ene grafiekje rookt 38 procent van de Nicorettekauwers na een jaar nog steeds niet, in het andere gra fiekje is dat zelfs 47 procent. Daar bij steken de andere gebruikelijke methoden maar schamel af. Die konden hooguit 21 procent van de zondaars van hun slechte gewoonte afbrengen. Net zo pover Helaas past de firma Leo een in de farmaceutische reclame niet onge bruikelijke truc toe. Ze vermeldt in haar folder alleen die resultaten die de firma goed van pas komen. De hele Nicorette-business staat of valt bij het bestaan van het nicotine- onthoudingssyndroom. Bestaat zo'n syndroom niet dan is het kau wen van nicotinekauwgom zinloos. En inderdaad. In diverse onderzoe ken, die de firma Leo per ongeluk vergat te vermelden, bleek weinig van dat syndroom. Britse longartsen bijvoorbeeld lie ten op 1.550 berouwvolle rokers verschillende anti-rookbehandelin- gen los. Na een jaar konden ze geen enkel verschil zien tussen de ver schillende behandelingen. De nico- tinekauwgomgroep scoorde net zo pover als willekeurig welke andere groep: een schamele tien procent. Er was ook een groep die nep-nico- tinekauwgom gebruikte en die deed het nauwelijks slechter. Zo zijn er meer onderzoeken te melden die weinig heel laten van het nicotine-onthoudingssyndroom en dus van de kauwgommethode. Dr. L. Offerhaus, zo'n beetje de huisapotheker van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, somde ze onlangs in een artikeltje allemaal op. Waarom die nicotine kauwgom op recept moet, ontgaat hem. Per slot van rekening kun je balen nicotine zonder recept zo bij de sigarenwinkelier afhalen. Zijn conclusie: „Waarom mensen roken is ook nu nog steeds een mysterie dat niet met kauwgom valt op te lossen". Gezondheidsvloeitjes Nu iets anders. Toen ik laatst siga retten kocht tot mijn schande hoor ik ook bij het rokerslegioen viel mijn oog op een eigenaardig pakje sigarettenvloei. „Dr. Duva special riz" stond er op gedrukt op de binnenkant was de volgen^ tekst te lezen: „Onder wetenschi pelijk toezicht vervaardigd uit z ver plantaardige grondstoffel Daaronder in koeieletters: „Bei geen methylcelluloses" en daarc der weer: „Pour votre Santé", v< uw gezondheid dus. „Ja", zei de garenhandelaar vergenoegd, „i vloeitjes lopen lekker de laaC tijd". Wat daarvan te denken? Die Duval schijnt vergeten te zijn ook tabak bestaat uit „zuiver plai n aardige grondstoffen", dus wat hij dan te zeuren over zijn zuiv plantaardige vloei? En dan die en1Cn methylcelluloses. Die stof klii mij redelijk onschuldig in de or Op dit -moment houdt u cellulo 1st in de hand, want de krant is ng maakt van dat spul. Met die metl arl zal het wel loslopen, redeneerde Voor alle zekerheid belde ik Stichting Consument en Veilighèj] (tel. 020736414, als u vrag hebt over giftige stoffen dan kun rustig bellen). Om hun lange haal kort te maken: hun antwi was: „Flauwekul". >S en, ZATERDAG 31 DECEMBER 19811 Dat roken slecht is, daar zal ik deze keer niet over zeuren. In Neder land wil het Voorlichtingsbureau voor de Tabaksindustrie dat nog wel eens ontkennen, in Engeland pakt de rookindustrie dat anders aan. Onlangs plaatsten ze een ad vertentie in de Observer met de mededeling dat het roken 12.300.000 pond per dag aan belas tinggeld oplevert. Nou dan, dat ge klaag van de dokters moest maar eens afgelopen zijn. Maar goed. Roken is slecht en hoe kom je ervan af? Je kunt de vraag ook anders stellen: waarom roken rokers? Omdat ze het niet laten kunnen. Waarom dat zo is weet men niet. Er bestaan slecht te ken zeker tien theorieën om ta baksverslaving te verklaren. Op dit moment maakt de Zweedse farma ceutische firma Leo goede sier met de theorie van het nicotine-onthou dingssyndroom. Dat komt op het volgende neer. Als je rookt, raakt je lichaam binnen de kortste keren gewend aan een dagelijkse dosis ni cotine. Stop je met roken, dan be gint het lichaam onmiddellijk te jengelen om meer. De nieuwbak ken ex-roker voelt zich prompt niet lekker en erger nog, hij terro riseert zijn omgeving meestal met buitengewoon narrig gedrag. Kort om, 'n roker is een ordinaire nicoti- BRUSSEL „U kunt Luns twintig minuten alleen krijgen", zegt NAVO-voorlichter Dick Istah. „Geen minuut langer, want de pers van heel Europa staat in rotten van drie voor de deur". Onder protest aan we akkoord met dit soort nipoogjournalistiek. Op de mor gen van dit „interview verbeiden we ons in een kantine van het met man en macht beveiligde NAVO- hoofdkwartier te Brussel. Dan ver schijnt de secretaris-generaal in beeld. Hij koerst met een dienblad koffie voor z'n buik naar een tafel tje met twee dames, een heel fraaie en een minder fraaie. We moeten toezien hoe de bejaarde heer Jo seph Luns, de hoeder van de alli antie zoals hij zichzelf graag aan duidt, er hoffelijk koutend een half uur voor neemt. „Ja, mijnheer Luns zien we wel va ker in de kantine. Hij haalt zelf koffie en bedient ook anderen met melk en suiker. Een heel charman te man", getuigt de Belgische me vrouw van de persdienst onderweg naar de studio waar we haar „grote baas" zullen ontmoeten. „Ik heb zijn voorganger mijnheer Brosio ook nog meegemaakt. Ook een heel stijlvolle man, maar die kwam nooit zijn kamer af, zeker niet in de kantine". Na een vriendelijke, zijnerzijds wat nonchalante, afwezige begroeting reageert de in diplomatenzwart ge klede Luns op een vraagje in kanti nerichting: „Ik ben nog altijd niet ongevoelig voor vrouwelijk schoon. Bovendien lijkt het me wel goed dat de mensen die hier ook werken me tenminste van gezicht kennen". Hij neemt er op een bank achtero ver leunend z'n gemak van en spoort ons aan met de opmerking: „Ga uw gang, uw tijd is beperkt". Voor de hand liggende vraag: Als u terugkijkt op die dertien jaar als se cretaris-generaal, welke zaken of gebeurtenissen stemmen u dan tot voldoening en welke tot droefenis? Alsof hij een knop indrukt rolt het antwoord vanachter uit z'n keel: „Mijn grootste satisfactie is dat de eenheid en de cohesie van de alli antie bewaard zijn gebleven, en dat met name de Amerikaanse vastbe radenheid ten aanzien van de ver dediging van Europa dezelfde is ge bleven". Ook zegt hij voldaan te zijn dat de nieuwe Euroraketten toch worden opgesteld. „Ondanks de geweldige agitatie van de linkse pers en een deel van de publieke opinie. Zon der die opstelling zou de geloof waardigheid van de afschrikking verminderd zijn en was er mis schien een crisis ontstaan tussen Amerika en zijn bondgenoten". En wat stemt u droevig? „Het zal u niet ontgaan zijn dat onze jeugd en een gedeelte van de publieke opinie de indruk geven niet meer te beseffen wat het At lantisch bondgenootschap inhoudt. Men wekt de indruk alsof de NAVO een oorlogsbevorderende organisatie is en men geeft blijk van anti-Amerikaanse tendensen, boewei daar geen grond voor is. Dat stemt mij tot bezorgdheid voor de langere termijn". Hij heft een klaagzang aan over een aantal NAVO-landen die „te weinig middelen" beschikbaar stel len voor de conventionele bewape ning. Tot die onwillige bondgeno ten rekent hij desgevraagd ook Ne derland. En zegt dan: „Nederland heeft nooit uitgeblonken in een groot enthousiasme en waardering voor de strijdkrachten". Moeten we dat als kritiek opvat ten? Met een ironische glimlach: „Nee, zeker niet. Ik heb zelfs een soort waardering voor die houding. Je moet voor bewapening nooit meer uitgeven dan helaas strikt nodig is". Kunt u een persoonlijk succes aan wijzen dat u in die dertien jaar ge boekt hebt? Zonder aarzeling: „Ik denk dat ik er iets aan heb bijgedragen om de eenheid en cohesie van de alliantie te bewaren. Misschien schuilt er enige waarheid in de bewering dat ik de NAVO-doctrine nogal krach tig heb uitgedragen". Geeft u eens een voorbeeld? Na enig nadenken: „Ik zal u een voorbeeld noemen. Ik heb de Ame rikaanse president (Carter) ervan weerhouden de produktie van het neutronenwapen aan de toestem ming van de NAVO te onderwer pen. Zijn voornemen ging naar mijn opvatting te ver. Hij kon vol gens de regels volstaan met het vragen van de mening der bondge noten. Dat is toen ook gebeurd". Hij legt uit, dat voor toestemming unanimiteit binnen de NAVO no dig was geweest, voor raadpleging niet. En knoopt eraan vast, dat een klein land binnen de NAVO de zelfde rechten heeft als een groot land, juist vanwege dat beginsel van algemene stemmen. „De allian tie staat dan ook absoluut niet on der de hegemonie van de Verenig de Staten zoals wel wordt be weerd". Om te voorkomen, dat het vraagge sprek in „statements" vervalt gaan we op de meer persoonlijke toer. Waarom blijft u met uw vrouw na uw pensionering in België wonen? „Ik woon al twaalf en een half jaar in België. Ik heb er zoveel goeie vrienden en het leefmilieu trekt me nogal aan. Bovendien heb ik een Belgische moeder gehad en heb daardoor enige affiniteit met dit land. Verder zijn de Belgen minder tot „prinzipienreiterei" geneigd dan sommige buren en zijn ze ook meer xenofiel, meer op vreemdelingen gesteld". Nederland kwam niet in aanmer king, omdat de verhouding met de Nederlanders nog altijd verstoord is? „Zoals u weet is het een feit, dat bepaalde politieke stromingen en de linkse pers in Nederlandmij niet al te vriendelijk bejegenen. Dat is niet uitnodigend. Men weet veel onwaarheid over mij te vertel len. U hebt-in Vrij Nederland kun nen lezen dat ik negenhonderd duizend gulden belastingvrij per jaar opstrijk. Daar klopt geen lor van. Het is heel wat minder dan een derde als het u interesseert". U kunt straks wel rondkomen van uw pensioen? „Ophouden met roken", zei de schrijver Mark Twain, „is het gemakke lijkste wat er is; ik kan het weten, want ik heb het al duizend keer ge daan". Duizend keer, jawel, maar volhouden ging Twain minder gemak kelijk af. De reden ligt voor de hand. Roken is verslavend, verslavender dan alcohol en misschien zelfs verslavender dan heroïne. Wie geregeld drinkt kan in de meeste gevallen zonder enige moeite een week stop pen, maar een beetje roker kan geen dag zonder sigaret. I- Paalman Als minister van buitenlandse za ken oogstte hij lof om zijn humor, gold hij als een nationale grap penmaker die in dat grote buiten land van ons heel serieus geno men werd. Later, als secretaris generaal van de NAVO, is hij veelvuldig uitgemaakt voor oor logshitser, verweet men hem zijn „Laat ik u zeggen dat ik het lUfj straks kan permitteren ten min$ne( drie maal in de week vlees for, oton" I" Hij zegt weinig bewondering kunnen opbrengen voor hal»- waarheden die hem in de mond gr— legd zijn. fee „Ik zou ooit beweerd hebben van alle dierengeluiden het Nede lands het meest op een taal lij? Dat was een Engels citaat, dat r inderdaad heb aangehaald, maarioe heb eraan toegevoegd dat ik hete. niet mee eens was. Die toevoegif\or was weggelaten in de publikatie. zijn vragen over gesteld in het Nj?. derlandse en Belgische pariemei*" Ik heb minister Van der Stoel |w® band met mijn uitspraken gegeve? Men ziet, men kan niet voorzicht v genoeg zijn". U hebt ook al toegegeven, da$F} kinds wordt. aKf es i Op spottende toon: „Ja, ik was ój? d' verbaasd om dat in de Nederland'PP' pers te lezen. Ik had na een vergE® sing in een vergadering opgemerl „Ik word blijkbaar ga-ga". In l#j derland schreef men toen: Lir geeft eindelijk toe dat ie kinds*?.3 Ik heb zelf de indruk dat ik me" taal nog dezelfde ben als twinff, jaar geleden. Maar het amusantef, dat iemand die kinds is dat zelf nf meer kan beoordelen. Kijk, J0" soort kritiek heb ik in België altl gemist". rn pita De kranten hebben zijn nachtnjjt nooit verstoord, voegt hij er ai^ei toe. „De volgende dag verpakt rnts j de haring weer in de kritiek". Iln c zijn populariteit in Nederland r% p is gestegen verklaart hij uit vijaft si schap tegenover de NAVO. OLm heeft hij zijn critici toegevoefLjg] „Vindt u het niet merkwaardig Cgei degene die u zo reactionair noeneei negentien jaar lang minister v^m buitenlandse zaken is geweest j wj acht kabinetten, waarvan drie njde de Partij van de Arbeid? En dat^ac die negentien jaar nooit een moïejj van afkeuring is ingediend? h zegt men: „Ja, u bent daarna refoor tionair geworden". De waarheid L ik ben niet veranderd, maar l partijen zijn veranderd. Die zijn radicaliseerd". he Ernstig kijkend: „Ik ben geen hKh vik en ik ben geen duif. Ik zou niver zelf een realist willen noemen. Ng h tuurlijk heb ik ook m'n emotipen Maar je moet je in dit werk n0ie door emoties laten leiden. M^eze moet niet de emotionele kaart sjT len, men moet zich geen onderdiMl voelen van het probleem. H machtspolitieke spel moet nuchlH gespeeld worden. Maar houdt u van overtuigd, dat niemand H doordrongen is van de noodzakep^ ke ontspanning als de secretarisge neraal van de NAVO". Hij wijst op het klokje van gehcx' zaamheid en weert de protest over onvoldoende tijd grijnzend „U bent een stuk jonger dan ik.J moet u maar troosten met de t dachte dat u voor andere dingen?' het leven meer tijd zult hebben d ik. Menselijkerwijs gesproken, kunt natuurlijk voortijdig over i drempel struikelen en uw nek bi ken. Het ga u goed". HOMME KRtf humorloosheid en namen velen hem niet serieus meer. We hebben het over mr. Joseph Luns, die na dertien jaar afscheid neemt van de NAVO en ruimte maakt voor zijn opvolger, de Brit Lord Carrington. Een knipooginterview met de „hoeder van de alliantie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 16