K: iva La Deutekom: „Ik wandel nog op de top" 1283 ZATERDAG 24 DECEMBER 1983 PAGINA 5 nmige critici zijn nog geneigd haar als gende huisvrouw af te doen. Toch geldt ristina Deutekom „all over the world" een operadiva. Twintig jaar staat de 52- ge ex-winkeljuffrouw nu op de wereld- dia. Ze wil nog jaren blijven zingen, on- nks haar angsten. Bijgestaan door haar n, een ex-bokskampioen, die zijn eigen pbaan aan haar opgeofferd' heeft. La Utekom in gesprek met verslaggever mme Krol: „Ik kan geen dag zonder P" ERSTMIS Een duet met Adriaan van Limpt in de tv- show van Marco Bakker. |i| zal een oorverdovend lawaai >est zijn. iweg een deuntje voor zich uit en. dat doet Christina Deute- niet meer ..Nee. dat kan niet. ?loof dat niemand het kan hoor n het vak zit. We hadden een het theater waar ik nu jSpaan gekomen ben, in Winni- en dan wordt er natuurlijk >y Birthday gezongen. Maar aat dan wel echt op de zang- Allemaal in de stand zetten, je wel. Adem d'r onder". Met Jan Derksen duetten op de plaat. Te veel emoties doen La Traviata ontbreken dat was het". Quasi streng kij- j: „Dat woord lawaai neem ik u kwalijk". Ze lacht als een uit- jlige schoolmeid op mijn schul- j grimas. jzitten in een roezemoezig res- jant in Buitenveldert. La Deute- I, befaamd operazangers, praat Ier sterallures, want Christina ft zich nog altijd Stientje Engel, I meisje uit de Amsterdamse irndammerstraat, dat vanuit de ijeswinkel in de operaklas van conservatorium belandde. „Ik .Is lalleen die klas gedaan. Verder mei dus ook geen theorie", zegt ze Een optreden Eigen televisieshow op Tweede Kerstdag (jj enige bravoure. Volgens som- zjï critici is het laatste nog altijd ;a haar onafscheidelijke man en jampioen amateur-boksen, |t ze thuis gelaten. „Nou ja, l _j>, op de flat van mijn dochter ntIa. Daar zijn we altijd als we in [and zijn. Zelf wonen we in bpje. Lekker warm, goed voor Ristina is dit keer in gezelschap r jPieter Alferink, haar manager. -) I nee zeg, ik ben als de dood om Pms alleen heen te gaan. Ik moet and bij me hebben" Haar Lak is onmiskenbaar Mokums, met een heel verzorgde dic- *ejar zullen we het over hebben? rt.u, dat ligt voor de hand, haar ir)n natuurlijk. Dat magnifieke in- >n jment van drie en een half oc- roj dat 's werelds beroemdste ope- eepizen, inclusief de „Met" in York, moeiteloos heeft ge- nt^moet ervan houden giechelt het goud omhangen La Deute- in haar beige haute-couture- terwijl ze in de thee roert, ,,'t en zelden voorkomende stem. gcjen toch wel dank zij die stem ^■•de top gekomen, 't Is de kwali- iCj jprvan". Aarzelt, denk na. Zegt ?erj"*k weet "iet, ik vind het toch "bemoeilijk over je eigen stem te vesn". Tegen Pieter Alferink: kj] jij 't kunnen omschrijven?" jfink; „Ik denk dat het timbre bijzonder is. En met bijzonder 'iel ik zeldzaam voorkomend. ^Jan met haar techniek een hele- n 'realiseren dat een ander niet 'H jtig procent van haar leven be- uit zingen en alles wat daar ejEen zit. „Als ik een dag niet te repeteren of op te treden wil ik nog wel 'ns aan het ko- slaan. Of handwerken, lezen". ;gt van fijne avonturenromans >uden. „Ook van misdaadver- i. En van een gewone roman, i .pud niet van die semi-intellec- dingen hoor. Die zijn me te woorden. Er moet een goed aal in zitten. Maarten 't Hart ik heel mooi. En Olaf de Lan Verontschuldigend lachend: y" niet veel bijzonders, J niet veel bijzonders? e, dat lijkt me zo. Ik denk dót el intellectuelere dingen zijn. houd ik niet zo van". dat dan per se? end: „Nee, niet van mij". u het gevoel dat u niet voor ordt aangezien? even van haar stuk. Weegt de ,den. „Voor vol aanzien, nou, k het omdraaien. Snobisten ir- kj n mij een beetje. Ik houd niet Hun snorkende gedrag. Je kunt tuurlijk overal ontmoeten, hè" dt dat gezelschap liever? verveel me bij die mensen. is het ergste wat er is, ver- es |g. Je hebt maar een beperkt p uren op deze wereld en die je zo aangenaam mogelijk 'es bezoeken doet ze niet graag, in in Amerika moet ze wel, ,|t haar werkgever dat op prijs ^ie geeft parties waar zij het jelpunt is. „Dus daar gaan we teiaaar toe. Maar ik blijf niet lan- jlan ik wil. Soms ontmoet je jge mensen en dan kan het wel ïtlopen. Maar als je er geen re- gesprek mee kunt voeren gaan we vroeg weg", ïanager voegt eraan toe, dat tot behoud van hun stem ook niet graag op een rokerige par ty vertoeven. „Ja, je stem is een kasplantje", verduidelijkt Christina. „Een bron van zorg. Niet overdreven hoor. Ik gebruik geen alcohol als ik dicht bij een voorstel ling sta. Ik eet geen knoflook. Niet in de eerste plaats uit beleefdheid tegenover een collega, maar omdat ik vind dat het mijn keel uitdroogt. Misschien helemaal niet waar, want er zijn andere collega's tegen wie je kunt leunen. Tegen de knof- Opnieuw die proestende schater. „Dat was toevallig een collega in Winnipeg. In dit geval eentje die het dichtst bij me stond, de mezzo sopraan. Nee, ik zeg er niets van". Serieus kijkend: „Nee, ik geloof dat ik daar te verlegen voor ben. Ik zou bang zijn zo iemand te beledi gen". 't Valt me moeilijk in uw verlegen heid te geloven. U lijkt me een vrouw met wie je beter kunt eten dan vechten. Verwonderd: „Toch is het niet zo. Dat heb ik al van kind af aan. Ik heb altijd iemand nodig om de moeilijke dingen voor me op te knappen. Hier, u ziet het zelf. Nu Jaap niet mee kan zit Pieter hier. Heus, ik sleur altijd iemand met me mee. Ik moet hulp hebben". Moeilijk voor te stellen als ik u zie als de furie Abigail in Verdi's Na- bucco. „Ja, dat is een heel gemeen wijf". Dat speelt u erg goed. „Ja, deep inside moet ik wel een sloerie zijn, hè" Haar uitbundige lach komt in golven uit het mid denrif. Ze bekent ook in het gewo ne leven furieus te kunnen zijn. „Ik kan ontzettend driftig zijn. Als kind had ik dat al. Nu heb ik nog wel buien dat ik als een razende met mijn hoofd tegen de muur kan bonken. Vlak voor een première bijvoorbeeld. Dan moet Jaap niet veel tegen me zeggen. Maar dat heeft natuurlijk niks met verlegen heid te maken". Ze noemt opera het meest vol maakte dat er is. „Omdat je zingen kunt. Je hebt muziek, tekst en je kunt acteren. Nee, ik had vroeger absoluut niet het idee dat ik zo'n stem had die ontwikkeld zou kun nen worden. Da's betrekkelijk laat ontdekt. Ik had al een dochter voordat ik echt in de muziek te recht kwam. Meestal is het anders- Vindt „La Deut" dat ze in Neder land op waarde geschat wordt? „Ach ik geloof dat ze hier niet be seffen wat ik in het buitenland be teken. Ze hebben me hier lang de zingende huisvrouw genoemd. Ik heb bijvoorbeeld de openingsnight gehad van de Metropolitan in New York. Dat is de muzikale society- gebeurtenis van het jaar. Alleen weggelegd voor heel groten. Ik ge loof niet dat het tot hier doorge drongen is. Ik heb in '67 al mijn de buut gemaakt in de Met, met de Koningin van de Nacht. Op zich zelf was dat al het vermelden waard. Hier schreef een door vele mensen gewaardeerde criticus dat ie er zijn twijfels over had dat ik daar ooit gezongen had. Nee, wie dat was zeg ik niet. Ik laat die me neer in zijn waarde. Maar ik heb er een toonband van. Hij kan 'm ko men beluisteren". Christina Deutekom: „Ik ben heel erg verlegen Meneer Alferink vindt het tijd worden ook iets positiefs over het vaderland op te merken. Christina is bezig met haar eigen televisie show waarmee de KRO op Tweede Kerstdag het volk hoopt te verma ken. Enthousiast erop inhakend zegt ze: „Ik ontvang gasten, met praatjes ertussendoor. Ik wil geen uitgeschreven teksten. Maar aange zien ik zo'n verschrikkelijke bab belaar ben moet ik een beetje inge toomd worden. Vandaar dat ik wat mensen om me heen heb die me coachen. Ik wil het graag doen, maar niet zo stijf, hè. Ik ontvang Rien-Jan de Waal, de pianist. Ver der Gerrie van der Klei. En Alber to Copido, een Italiaanse tenor, een\ collega van me. 'n Heel mooie stem. Ziet er goed uit. Aardige man ook. Ik ga met hem Un Ballo in A Ma- schera zingen". Ze wil met de show ook de opera in Nederland wat meer onder de mensen brengen. „Opera is heel erg het stiefkind. In Nederland is het nog zo, dat de mensen opera zanger niet als een beroep zien. Ze hebben geen idee hoe zwaar het is. In Duitsland weten ze het meer te waarderen. Hebben ze ook een veel rijkere operatraditie. En in Ameri ka en Italië ben je natuurlijk de diva, hè. Dat geldt ook voor de he ren. Hier is het eigenlijk in de ogen van mensen een bijbaan, terwijl het een zenuwslopend beroep is. Het lijkt wel of de mensen zich scha men voor de emoties die een opera oproept. Ze houden er wel van, In grote ernst bekent ze met de emoties van bepaalde operarollen ook geen weg te weten „Ik ben bijvoorbeeld niet in staat om een Butterfly te zingen. Ik vind die emoties heel erg diepgaand, ja. Ik jank me ook dood als ik die ope ra zie Oh, daar schaam ik me helemaal niet voor. Ik huil ook ronduit voor de televisie, waarom niet. Ik huil ook bij een boek. Ik leg mijn boek wel eens weg. Dan moet ik heel even huilen. En eh ik vind het prettig. Ik geloof niet dat ik gefrustreerd ben". La Traviata, kunt u die aan? Daar zou ook een duet uit La Tra viata op komen. En dat heb ik ge repeteerd, maar het ging niet. Ja, dat was in die scène waarin die va der zegt dat Violetta afstand moet doen van zijn zoon. Dat vind ik zo tragisch, hè. Daar kan ik absoluut niet tegen. Hoewel het op zich toch een heel normale situatie is. Violet ta is toch een courtisane". Ze hoopt „die zwakte" nog eens te overwinnen. „Ja, want ik heb het ook een tijd met Norma gehad. En ook een hele tijd met Lucia. Maar door het repeteren en het doen heb ik daar afstand van genomen. Moet ook, hè, om er niet te veel in be trokken te raken. Want dat levert dan zangtechnische moeilijkheden op. Je moet de emoties toch altijd in de hand houden". Bent u wel eens alleen? „Ja hoor. Tenminste, wel altijd sa men met Jaap. We gaan niet veel uit. Nu komt het dan toevallig zo uit, dat hij in Spanje toezicht moet houden op de bouw van een pergo la bij ons huis, zodat ik nu alleen naar Pittsburgh moet. En daar zie ik wel heel erg tegenop. Ik kan ei genlijk geen dag zonder hem. De telefoon is natuurlijk een uitkomst. Ik zal er elke dag aan hangen". Hoe zenuwslopend is uw vak? „Nou, ik heb maagslijmvliesontste- king. Dat is stress, hè. Ik mag door zingen, maar de dokter houdt me in de gaten. Ja, 't is ontzettend zwaar. Ik heb nu bijvoorbeeld een voorstelling achter de rug met een collega, bij wie ik maar moest wachten of hij op het juiste mo ment inzette. Wat ie ook wel deed, maar de juiste woorden had-ie niet. En dat zijn zenuwslopende dingen. Er gebeurt gewoon heel wat in je lichaam als je niet hoort wat er moet zijn. Vergeet niet, zingen is nooit routine. Elke voorstelling is anders. De spanning is enorm. Zit je stem vanavond wel goed? Je zit altijd met enorme angsten. Ik droom er vaak van. Dat ik op moet en de ingang naar het toneel niet kan vinden. Word ik drijfnat wak- (Foto: Milan Konvalinka). Haar man Jaap komt ter sprake. Jaap regelt alles, wijdt zich geheel aan de carrière van zijn vrouw. Was het niet moeilijk voor hem om zijn eigen loopbaan op te geven. Hij was toch bokskampioen? „Nee, hij was fotograaf, technisch fotograaf. Dat boksen was zijn lief hebberij. Hij was wel amteurkam- pioen van Nederland halfzwaarge- wicht. Maar ik geloof niet dat Jaap het juiste type is voor een profes sionele bokscarrière. Dan moet je door kunnen slaan als iemand aan geslagen is. En dat is niet zijn ka rakter. Hij is meer een technisch bokser. Hij won veel door techni sche knock-out". Ze vertelt zelf gek op boksen te zijn. „Ja, om naar te kijken hoor. Ik weet niet waarom. Maar ik zie alle wedstrijden. En in Amerika, omdat ze zoveel provincies hebben en zoveel boksers, is er haast elke zaterdag en zondag boksen op tv, En daar kijken we ook altijd naar Maar ik houd ook van kegelen Da's absoluut niet bloeddorstig, hè. En ijshockey. Houd ik ook van. Ik denk omdat 't zo hard is. Verkla ren? Nee hoor, ik ben geen psycho loge". Met ernstig beschouwende blik: „Ik voel me ertoe aangetrok ken. Schaken bijvoorbeeld zegt mt niks. Biljarten weer wel". Van da mesvoetbal houdt ze niet: „onvrou welijk". Damesfietsen vindt ze wél Even later: „Ik wil graag als dame behandeld worden. Niet als diva, maar als dame. Ik vind 't heel fijn als ze de deur voor me opendoen. Ik ben niet zo geëmanoipeerd. Ik vind wel dat er vrouwendingen zijn en mannendingen. Ik heb nog nooit van mijn leven een lamp schoongemaakt. Dat is een man- nenkarwei". Waaruit ik beslist niet mag afleiden dat haar Jaap een doetje is. „Dan kent u hem niet". Haar manager vertelt er minzaam tussendoor, dat ze volgend voorjaar veelvuldig in Nederland te zien zal zijn. Christina gaat I Puritani zin gen. Met haar brengt de Neder landse Opera het maximum-aantal voorstellingen ooit gebracht: zeven tien stuks „En dat is alleen maar omdat mevrouw Deutekom zingt". Een dodelijke blik is mijn deel. Dan speels lachend: „Nee hoor, ik heb werk genoeg. Ik zit tot '87 vol, over de hele wereld. Ik wandel nog op de top hoor". Dus voorlopig geen afscheid? „Ik denk het niet. Ik ga natuurlijk niet tot aan mijn dood door. En ik wil ook absoluut geen afscheid ne men zoals Ze noemt de naam van een beroemd zangeres, maar vraagt me die alsjeblieft niet te pu bliceren. „Ons wereldje is zo klein". Ze zegt niet tegen het on vermijdelijke afscheid op te zien. „Ik zal me echt niet vervelen. Ik kan bijvoorbeeld les gaan geven. Ik zou graag een paar huisdieren wil len hebben. Een hond en een kat. En ook een beetje doen aan planten en zo, hè. Maar zover is het nog niet, want ik geniet van het leven dat ik nu leid". Wat is er zo aantrekkelijk aan? „Ik geniet ervan mensen te ont moeten. Zelfs al zijn het onaange name mensen. En ik houd van lek ker eten. Vind ik zalig. En ik heb ook interesse gekregen in mooie dingen. Ik heb absoluut geen ver stand van schilderijen en beeld houwwerken, maar naar mijn ge voel heb ik wel smaak. Ik ben van plan me daar meer in te gaan ver diepen". Is dit een vak waar je op dit niveau rijk van wordt? „Ja, misschien wel", aarzelt ze. „Als ik het langer had gedaan. Maar ik ben niet lang genoeg in het vak om rijk te zijn. Ik heb 't goed, maar miljonair ben ik niet. Trou wens, dat is de afdeling van mijn man. Je moet natuurlijk wel wat hebben voor later. En daar zijn we wel mee bezig". U kunt zo langzamerhand toch wel aan gage vragen wat u wilt? „Was dat maar waar. Ik zit niet te klagen hoor. maar een miljoenen zaak is het natuurlijk niet, hè. Ik ben geen Sinatra. En ook geen Cal ls dat uw grote voorbeeld? Lachend: „Ja als operazangeres wel, niet als mens. Tenminste ik hoop niet zo aan mijn eind te ko men. Zelfmoord. Afschuwelijk. Voor mij is Callas het toppunt van muziek-maken, niet zozeer zang- technisch als wel wat de interpreta tie van de rollen betreft. Als actrice dus. Een klasse apart. Ik streef er naar, maar ik weet ook dat ik zover nooit zal komen". Als Pieter Alferink haar in de zwa re bontjas „hijst", roept ze met ge speelde schrik: „Hé, ik ben zonder hoed en tas van huis gegaan. Dat kan toch niet voor een dame". Zonder haar Jaap is ze nergens, geen dag. HOMME KROL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5