lechts 55 uitverkorenen vieren Kerst op Herm
V!
B
laA
B
ZATERDAG 24 DECEMBER 1983 PAGINA 3
jot de kleine, exlusieve groep
an stervelingen, die zich op
|t ondermaanse de onge
toonde koning mogen noe-
[en van een eigen eiland, be-
port sinds de late herfst van
549 ook majoor Peter Wood,
i dat jaar zag deze zeer En-
gis uitgemonsterde Nieuw-
[elander bij toeval kans een
jng gekoesterde droom te
grzilveren, die volgens zijn
jgen zorgvuldige nametingen
pee en een halve kilometer
[ng is en krap zeshonderd
eter breed.
n een bezoek aan zijn ouderlijk
jus in het Engelse gehucht Ox
[rn ontmoette hij tijdens een
[indeling met zijn vader een heer,
fe hem op slag intrigeerde. Wat er
[erigens zo bijzonder was aan
>ze heer, een zekere Jefferies,
1st hij op dat moment ook niet.
bar zijn vader meende zich te
[rinneren, dat het hier de bezitter
in een Kanaaleiland betrof. En
leen al dat feit maakte Wood ra
nd nieuwsgiering naar een nade-
j kennismaking.
?a was zo vriendelijk die ontmoe-
ïg te regelen", herinnert hij zich,
Sjn toen Jefferies een paar dagen
ter bij ons thuis kwam, haalde hij
üijk een stapel albums te voor
at Jiijn met foto's van het eiland
vanrrm- herkende het meteen,
thepnt hjdens onze vakanties op
jrk, dat ook tot de Kanaaleilan-
behoort, hebben we er een
ir keer omheen gezeild. Bij die
egenheid heb ik vaak tegen mijn
iuw gezegd: „Jenny, als we nog
is in zo'n paradijsje verzeild ra-
1, is ons kostje gekocht". Dat
telde ik precies zo aan Jefferies,
Jenny en mij daarop uitnodigde
een volgende vakantie op zijn
ind door te brengen. „Er is maar
bescheiden hotel op Herm", zei
er nog bij, „maar daar zult u
waarschijnlijk best thuis voe-
Als het eiland me mocht be
llen, kon ik het van hem kopen,
ant hij wilde er graag van af",
fn paar maanden later bracht
ood met zijn vrouw en vader een
iksembezoek aan Herm, waar ze
nazaten van Robinson Crusoe
De gelukkige
bezitters van
Herm, majoor
Peter Wood en
zijn vrouw
Jenny, in de
beste kamer
van hun
kabouter
paleis.
Majoor Wood al 35 jaar trotse bezitter van Kanaaleiland
Jgenlang verrukt ronddwaalden
>or een verpletterende leegte.
r Het was liefde op het eerste ge-
ontdekte hij al gauw, „en
>dsqat gold ook voor Jenny en pa. We
op dat moment twee kinde-
difen, onze zoon Simon en dochter
erb. Maar over dat bezwaar stapten
losjes fluitend heen. „Kun je
<tt je kinderen wel aandoen",
oeg pa nog, want per slot van re-
pij ning stond een verhuizing naar
vr n geïsoleerde plek in zee bijna
lijk aan een verbanning naar
bejyenne. Op dat krakkemikkige
na was er namelijk niets op
nt, [rm. dat op enig leven wees. De
deizen. die we op onze zwerftoch-
M<i ontdekten, waren al hoog en
-arbed tot ruïnes vervallen. En voor
oppirest werd het eiland met straffe
jk lfcd geregeerd door zand, bomen,
->1 -
mbijeuwen en wind".
eePV -
Jenny en mij vormde dit
uwelijks een punt van discussie.
J hadden immers onze dromen,
,rin we het ene kasteel na het
ere bouwden. Een schuurtje dat
1 moment in elkaar kon vallen,
i de school voor onze kinderen
iden. En in een piepklein kapel-
uit de elfde eeuw, dat voor de
vestjft door het plaatselijke oerwoud
opgeslokt, kon ik 's zondags
°°Vgaan gebed. Dat leek me
'aatï interessante uitbreiding van
"4 takenpakket van een eilandbe-
vaI£r. Ik zag het ook al helemaal
Mr me: Jenny en de kinderen de-
'g.uk geknield in de kerkbanken.
"ieJJik in m'n zondagse pak aan het
jester met gedragen stem verzoe-
cent4d psalm 68 in te zetten".
'at ons betrof was de koop dus in
00fje al gesloten. Want wat hadden
11 nj nou helemaal te verliezen in
pa%eland? Alleen ons huis in
msct-kshire en een stuk land, waar
Ivat jaren op geboerd had, nadat
stai|n'n baan als verkoper van land-
laktjwmachines eraan had gegeven.
was alles. Maar terug in Enge
rd kregen we van Jefferies te ho-
dat er inmiddels meer kapers
kust waren en dat er snel
wTipen moesten worden doorge-
it Na die onheilstijding ben ik
bezkrejscj naar vader, die aandach-
naar zijn jammerende
en daarna zei: „In dit verband
nstIr maar één vraag, die belangrijk
®nhebben Jenny en jij het gevoel.
?de:,i
nd gelukkig zullen zijn?"
oord, „daar hoef ik echt niet
zlJfeer over na te denken". „Nou,
1 zit je hier dan nog verder te
ie"jjmelen. Als ik dertig jaar jonger
'°S J, stond ik allang bij Jefferies op
als Stoep", riep pa kortaf"
v1zaak leek daarmee beklonken.
?br op dat moment ontpopten de
esVptenaren van Guernsey zich als
"erbeterlijke dwarsliggers, die
galeven van de adspirant-heerser
Herm danig wisten te vergal-
Herm, een muggepoep op volle
z] dat eeuwenlang het jachtge-
js geweest van de gouverneurs
in8j het mini-eilandenrijk en daar-
achtereenvolgens als privé-
ilplaats heeft gediend voor
is Blusher von Wahlstadt, graaf
tKenzie en lord Perry, topman
De zorg voor de 97 roodbonte koeien heeft Majoor Wood al overgedragen aan zijn schoonzoon Adrian.
van de Engelse Ford-fabrieken,
moest volgens hun strikte richtlij
nen in rap tempo uitgroeien tot een
recreatie-oord voor dagjesmensen,
die op de bekoorlijkheden van
Guernsey en Sark zijn uitgekeken
en dringend toe zijn aan verande
ring van toeristische spijs. Met die
opdracht was Jefferies daarvoor
ook al naar Herm gevaren, maar
hij had er helaas bitter weinig van
gebakken en was niet verder geko
men dan het White House Hotel,
dat zich moederziel alleen aan de
rotsen vastklampt.
Majoor Wood, die tijdens de Twee
de Wereldoorlog als officier in
Hongarije voor hetere vuren had
gestaan, accepteerde niettemin
glimlachend dit juk van loodzware
voorwaarden en huurde van de
overheid van Guernsey het eiland
Herm voor een symbolisch bedrag
van duizend Engelse ponden per
jaar. „In deze tijd zou je het leasen
noemen", verduidelijkt hij. „Het
contract is het weer verlengd tot
het jaar 2029. Dan liggen Jenny en
ik al hoog en breed op het kerkhof
van Herm en is mijn zoon Simon
vijfenzeventig. Ik zou dus zeggen:
wie dan leeft, wie dan zorgt".
luchtplaats
Voorlopig heeft hij er in die 35 jaar
vast voor gezorgd, dat Herm lang
zaam maar zeker een vluchtplaats
is geworden voor mensen, die drin
gend toe zijn aan rust en op zoek
zijn naar een brok natuurschoon,
waar de oorspronkelijke bedoelin
gen van de Schepper nog steeds
duidelijk zichtbaar zijn. Ondanks
het feit, dat er dit jaar 80.000
jesmensen door de stampende pie
remachochels Trident 1 en 2 wer
den overgezet van St.-Peters Por
op Guernsey naar het Madurodam
haventje van Herm en 13.000 va
kantiegangers in het verrukkelijke
White House Hotel en in het hand
jevol bungalows hebben gelogeerd,
maakt het eiland zelfs op topdagen
in juli en augustus de indruk, dat
het een vergeten scherf van Euro
pa is, waarvoor alleen de meeuwen
belangstelling hebben. De stranden
zijn groot genoeg om de dagelijkse
invasie van potverterende toeristen
nagenoeg tussen de duinpannen te
laten verdampen en alleen in het
voorgekrompen winkelcentrum bij
de aanlegsteiger wordt men van
tijd tot tijd de geur van hevig inge
vet mensenvlees gewaar.
Daar vindt men tussen de nutteloze
souvenirs, made in Taiwan en
Hongkong, ook moeiteloos de reek
sen postzegels, die de majoor gedu
rende bijna 20 jaar in Londen heeft
laten drukken ten behoeve van
verzamelaars en voor zijn eigen
postdienst, die hij er in 1950 listig
bij de gouverneur van Guernsey
heeft doorgedrukt. Helaas droogde
die onbekommerd spuitende bron
van bijverdiensten in 1969 abrupt
op, toen Herm op last van koningin
Elizabeth II als verzorgingsgebied
werd toegewezen aan de officiële
Britse posterijen en Wood gesom
meerd werd zijn PTT-pet aan de
wilgen te hangen. Sindsdien wor
den in de winkel van Sinkel op
Herm druk zaken gedaan met res
tant-partijen, die tot nog toe op mi
raculeuze wijze nauwelijks zijn ge
slonken.
urcht
Vanuit zijn witte burcht op de top
van de enige heuvel van Herm,
controleert de nu 67-jarige majoor
deze zichtzending van de hemel,
waar op benepen schaal getoond
wordt, hoe de aarde er nog steeds
uit had kunnen zien, als Eva maar
niet in die appel had gebeten. Voor
dat doel heeft hij voor een der ra
men in zijn salon een verrekijker
van buitensporig formaat geïnstal
leerd, waarmee hij tot aan de gren
zen van zijn rijk kan kijken. Rechts
gaat een flard van de Sahara onge
merkt over in het eigele schelpen-
strand en aan de andere kant boren
golven zich diep in zwevende klif-
wanden, die zich ter hoogte van de
vloedlijn ongegeneerd blootgeven
als tandeloze monden. De eiken,
die op de rand van de afgrond
staan, lijken op uitgeteerde spook
verschijningen, die met verkrampt
geheven armen molenwiekend hun
ongelijke strijd tegen de stormwin
den voeren. Als eind november het
Kanaal opnieuw een centrifuge
wordt, waarin de zee schuimend
wordt opgeklopt, trekken jicht-
krampen door hun verweerde
stammen en buigen hun kruinen zo
diep, dat ze keer op keer de rotsen
>pookeiland
Op zulke dagen waart er ook een
heremiet rond, die eeuwen geleden
op Herm in de Heer is ontslapen en
sindsdien tevergeefs zijn dolende
ziel aan de Schepper probeert te
slijten. Wood heeft zijn karkas nog
niet waargenomen. Maar wat niet
is, kan nog komen, houdt hij stug
vol. Want een eigen eilandspook
laat hij zich voor geen prijs door de
neus boren.
Zijn dochter Penny heeft de vro
me, tot op het bot verteerde mon
nik trouwens wél gezien tijdens
een wandeling in 1970. „Er was net
een hevig onweer losgebarsten",
herinnert ze zich, „en in het licht
van een bliksemflits, die de noord
punt van het eiland in lichterlaaie
zette, zag ik hem gebogen in de
richting van de kapel lopen. Zijn
leeftijd schatte ik op ten minste 80
jaar. Daarom wist ik ook zo zeker,
dat het niet een van m'n broers
was. Als het Simon was geweest of
Benjamin, had-ie wel gereageerd,
want ik heb nog geroepen".
Van de zes kinderen, die Jenny en
Peter Wood hebben gekregen, is
Penny de enige, die van plan is tot
haar laatste ademtocht op Herm te
blijven. Ze heeft dan ook een spe
ciale band met het eiland, want ze
was het eerste kind dat ooit op
Herm geboren werd. Haar vader
had tevoren met een arts op
Guernsey afgesproken, dat hij op
Herm een vuur zou ontsteken, zo.-
dra de nieuwe telg zich aandiende.
Dat zou dan voor deze dokter het
sein zijn om van wal te steken.
Maar toen het zover was, op de
stormachtige avond van de vijfde
november 1950, vierde het Britse
Gemenebest net met vreugdevuren
en donderbussen de jaarlijkse Guy
Fawkes Day. Gelukkig zater er die
avond voor het eerst sinds jaren
geen hinderlijke doorzakkers op de
enige telefoonlijn tussen Guernsey
en Herm, die nu nog steeds de eni
ge navelstreng is, waarmee Wood
voeling houdt met de rest van de
wereld. Drijfnat en hevig zeeziek
dook de arts dan ook nog net op
tijd op bij het bed van Jenny om
het verlossende woord te spreken.
Drieëndertig jaar na dit historische
moment woont Penny met haar
man Adrian in een puntgaaf geres
taureerd herenhuis, naast het ka
bouterpaleis van haar ouders. Hun
twee kinderen worden, momenteel
met vijf andere inheemse peuters
door de ingehuurde schooljuffrouw
Chris Coppell voorbereid op het
volle leven aan gene zijde van de
verraderlijke zee. En de rest. De
rest is stilte.
Nog steeds deelt de majoor, ver
grijsd, maar nog fit van lijf en le
den, met milde hand de lakens uit
op het eiland van zijn dromen.
Maar het ligt in de bedoeling, dat
hij zijn heerschappij binnenkort zal
overdragen aan zijn schoonzoon en
zich met zijn vrouw daarna zal te
rugtrekken achter het hakhout op
de heuveltop. Ter lering jaagt Adri
an daarvoor nu reeds op de enige
tractor, die Herm rijk is, achter de
97 roodbonte koeien, de fokstier
Peter en de aangespoelde toeristen
aan. „Verwacht van mijn man geen
spectaculaire veranderingen",
waarschuwt Penny bij voorbaat,
„want Herm is daar niet mee ge
diend. Wat vader in die vijfender
tig jaar heeft opgebouwd, is ruim
voldoende voor de komende eeu-
>f eer krakers
Wat zeker niet zal veranderen is
het kerstfeest op Herm, dat onver
anderlijk hoog scoort in de jaarlijk
se enquête van de Daily Telegraph.
Deze Londense kwaliteitskrant pu
bliceert in december altijd de top
tien van Europese kerstvieringen.
En in die lijst van onverbiddelijke
sfeerkrakers bezet Herm nu al
weer geruime tijd de derde plaats.
Voor het kerstfeest kan men alleen
persoonlijk door de majoor en zijn
vrouw worden uitgenodigd. De 55
uitverkorenen, die van hen een in
vitatie krijgen aristocraten van
het type lord Bath, die een der rijk
ste mannen van Engeland is, genie
ten duidelijk hun voorkeur
spoeden zich op 24 december met
hun goede goed in de valiezen naar
Herm en nemen hun intrek in het
stemmig versierde White House
Hotel, waar ze rondom het haard
vuur met een roemer bisschopwijn
in de hand, vast een aanvaardbaar
voorschot nemen op de komende
gebeurtenissen. Zodra de scheme
ring is gevallen, begint het feest
met een rondgang langs de huizen,
waar de 40 vazallen van de Heer
van Herm wonen. Bij elk pand
wordt een passend, meerstemmig
lied aangeheven en gieten de deel
nemers onmiddellijk daarna de be
loning voor deze zanghulde in hun
keelgat. Aan het einde van deze
ruim twee uur durende pelgrims
tocht over het inktzwarte eiland, is
de liederenschat inmiddels verras
send uitgebreid en hebben de gas
ten elkaar buitensporig lief.
In die sfeer van innig welbehagen
schaart men zich tegen zevenen
rond het altaar in de kapel, waar
de majoor zijn gehoor de kortste
weg naar Bethlehem wijst. Omdat
hij zijn kerstkudde inmiddels van
haver tot gort kent, trekt hij voor
deze routebeschrijving nooit langer
dan twintig minuten uit. Vervol
gens haasten de gasten zich, bijge
licht door flakkerende toortsen,
naar het hotel, waar een noenmaal
reeds dampend klaar staat. Tijdens
dit samenzijn krijgt iedereen nog
baard men de blozende wangen
van hotelmanager Andrew Forbes
meent te herkennen. De grijsaard,
die zich gedurende zijn laatste ver
blijf op Herm heeft laten ontvallen,
dat een barnstenen pijp hem niet
onwelkom zou zijn, wordt dan op
zijn wenken bediend. En zo vergaat
het ook de andere disgenoten.
Prompt worden zij verrast met het
pakje van hun hart.
In de dagen die volgen rollen de
gasten steeds kortademiger van het
ene uitgebreide kerstdiner in het
andere. En als onverhoeds gedu
rende een luttele periode niet gege
ten wordt, treffen ze elkaar toch
weer op een open plek in het bos of
in een hotellounge voor een stijl
volle slemppartij.
oze wereld
Zo gaat dat door tot het einde van
de nieuwjaarsdag. Als de volgende
ochtend de Trident afmeert bij het
havenhoofd van Herm om de gas
ten weer terug te brengen naar de
boze wereld, neemt Wood licht ge
roerd van ieder persoonlijk af
scheid met de opdracht: „Tot vier
entwintig december. Bij leven en
welzijn".
En daar wordt met poeders en pil
len, dranken en straffe gezond
heidskuren gedurende de volgende
twaalf maanden opnieuw koorts
achtig aan gewerkt. Zolang de dood
dus niet toeslaat in dit hechte
groepje van bevoorrechte feestvier
ders heeft het geen enkele zin reik
halzend uit te kijken naar een brief
van de majoor, waarin hij u uitno
digt het kerstfeest te vieren op zijn
gebenedijde eiland.
LEO THURING
FOTOs: MILAN KONVALINKA