EEN JAAR PREMIER RUUD LUBBERS \s i na TIJPELS: IEN UYL: DE GAAY FORTMAN SR. EN HAAG Drs. Rudolphus anciscus Maria Lubbers (44) is ruim ee 'ewijden altijd al had willen rden: minister-president. Zijn lUrdoop heeft hij inmiddels ach- te ji de rug. Bijna twee maanden ?koz| vakbonden. Het lijdt geen twij- dat Lubbers en de zijnen als naar uit de strijd zijn gekomen, ambtenaren en de uitke ek" jgstrekkers hebben de bruto- insverlaging van drie procent likt. i-uu ar w Goecidse begrippen ongekend felle, BpSiflict betekend voor het imago k 'ti Lubbers persoonlijk? Als pre- 'l,njer is hij immers de verpersoon- U!King van het kabinetsbeleid. Zou luael nog steeds de meest bewonder- man van Nederland zijn? Over wie ke en andere zaken hebben we yf-Jt drie mensen gesproken, die erieim van nabij meemaken: drs. Ed ^"e1pels, drs. Joop den Uyl en prof. nderi F. („Gaius") De Gaay Fortman. 'esc,ji keus is op dit drietal gevallen, anneidat zij de premier elk vanuit "„ijl andere invalshoek beoordelen. Mjpels is een warme sympathisant de premier, Den Uyl heeft als roorlk hem te bestrijden en De Gaay "ojrtman is een partijgenoot, maar wel één, die gewend is de din-' bij de naam te noemen. Door e driedimensionale belichting is elijk een vrij duidelijk politiek tret ontstaan van de man, die or velen nog altijd een raadsel is. *U Jij doet het Uitstekend" De jeugdige VVD-leider Ed Nijpels was vorig jaar een van de eersten, die hoorden, dat niet Van Agt maar Lubbers de premier zou worden van het in de steigers staande CDA-VVD-kabinet. „Ik was ruim een dag yan tevoren op de hoogte gesteld. De rest van de VVD-fractie en -ook een man als Hans Wiegel wisten nog van niets. Voor hen kwam het als een volslagen verras- op die gedenkwaardige dag in de herfst van 1982 geschokt en ver bijsterd. Wat moest dat worden met die Lubbers, die bekend stond om zijn sympathie voor de PvdA? Nu, ruim een jaar later, zijn die vrees achtige gevoelens in VVD-kring flink ineengeschrompeld. Nijpels: „Lubbers is een uitstekende pre mier. Tot op heden heeft hij het schip in het midden weten te hou den. Elke keer als zich problemen voordoen tussen CDA en VVD, weet hij er tussendoor te laveren. Als het nodig is stelt hij zich onaf hankelijk op, zowel ten opzichte van het CDA als van ons. Verder bewonder ik de werklust van Lub bers. Die spreekt mij buitengewoon aan, want ook ik houd van opschie ten als er zaken moeten worden ge daan. Tenslotte is mij gebleken, dat Lubbers zich heel snel inwerkt in allerlei problemen. Het is heel ple zierig een gesprekspartner te heb ben, die weet waarover hij het heeft." In een interview heeft Lubbers on- ,,Ik ben daar gaarne toe bereid. Tot dusver hebben wij alleen zakelijk contact gehad. Als hij dat wil ver breden tot andere terreinen, vind ik dat een verheugende medede ling, vooral zo tegen het einde van het jaar. Dat is een beetje een flau- wekul-opmerking, maar op zich is het wel zo, dat tot dusver de lei dende politici in Den Haag elkaar ook persoonlijk goed kenden. Bij Lubbers en mij is dat niet het ge val, omdat we van verschillende generaties zijn". Loopt u bij een betere persoonlijke verhouding niet het gevaar dat u niet zo gemakkelijk meer het VVD-standpunt kunt vertolken? „Ja, dat is de oude vraag: moet je vrienden maken in de politiek? Na tuurlijk gaat het er in de eerste plaats om dat er dingen gebeuren, die volgens je eigen partij in het be lang van het land zijn. Ik geef toe, het kan lastig worden als je heel nauwe contacten hebt. Dat leidt er-' toe, dat je soms het zakelijke wat minder zwaar laat wegen. Maar er zijn geen vaste regels voor. Ik denk, dat als je vier jaar lang sa menwerkt met iemand, er best vriendschapsbanden mogen ont staan". „Die uitspraak van Lubbers zal trouwens ook wel te maken hebben met de gedachte in het CDA, dat ik onpeilbaar ben. Dat komt waar schijnlijk, doordat ik vrij zakelijk onze standpunten verdedig en tege lijkertijd vriendelijk blijf. Ik Word nooit onvriendelijk of onbeleefd". Over onpeilbaar gesproken. Lub-, bers heeft eens gezegd, dat het u in vier jaar niet zou gelukken zijn diepste zieleroerselen te peilen. „Dat was toen hij nog fractievoor zitter van het CDA was. Inmiddels heb ik hem wel aardig leren ken nen, hoör. Ik weet wat ik aan hem heb. De fractievoorzitter Lubbers en de premier Lubbers zijn vol strekt verschillende mensen. Hij gaat niet te veel de partijpolitieke toer op. Ik hoop, dat-ie dat vol houdt. Hij is immers de leider van een coalitiekabinet". Zijn er ook dingen, die u niet zo goed vindt van Lubbers? „Niet zozeer in relatie tot mij. Maar hij heeft wel een paar keer Koos Rietkerk (minister van binnen landse zaken) voor de voeten gelo pen. Voor mij als fractievoorzitter moge het plezierig zijn, dat de mi nister-president van alles op de hoogte is, maar voor de andere der tien ministers kan dat behoorlijk vervelend zijn. Ik denk wel, dat Lubbers zich veel minder met van alles en nog wat bemoeit dan Den Uyl tijdens zijn premierschap deed. Maar hij weet wel van alle zaken af. Als er ergens iets verkeerd gaat, dan is hij onmiddellijk bereid tien compromissen op tafel te leggen, wat af en toe overigens heel nuttig Lubbers heeft zich over u weieens minder vleiend uitgelaten. Hij noemde u een risicofactor voor het kabinet. „Daar slaap ik geen nacht minder om, hoor. Dat berg ik vriendelijk op en leef rustig verder. Nee, ik voel dat niet als een waarschuwing. Hij hééft natuurlijk ook niets te waarschuwen. We zitten niet in een zodanige verhouding, dat de premier de fractievoorzitter van de VVD vermanend kan toespreken. Hij is politiek leider van zijn club en ik ben dat van de onze. Ik zou eerder hém moeten waarschuwen, omdat hij vóór alles leiding moet geven aan de coalitie". Bent u het ermee eens, dat Lubbers nu naar rechts overhelt, terwijl vroeger het omgekeerde het geval „In de politiek krijgt iedereen zijn verleden nagedragen. Ik maak het zelfde mee. Ik was zogenaamd een linkse VVD'er en nu zegt men: daar merk je ook weinig meer van. Ik denk, dat het alleen maar aan toont, dat het plakken van etiket ten heel moeilijk is. Bovendien, voorzover het etiket wel klopt, spreekt het vanzelf, dat Lubbers zich in zijn huidige positie minder vrijblijvend kan opstellen dan als fractievoorzitter van het CDA". /Jk vraag me af of ^ij het graf van et CDA niet graaft" Joop den Uyl heeft Ruud Lubbers vanaf zijn eerste stappen in de lan delijke politiek meegemaakt. Lub bers was minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Het kost de nu 64-jarige PvdA-leider geen enkele moeite zich de entree van de toen 34-jarige Rotterdam mer in Den Haag voor de geest te halen. „Hij was toen een progres sief KVP'er, van wie werd veron dersteld dat hij relaties met de PPR had. In het toenmalige kabinet bleek hij ook veel antennes te heb ben voor progressieve ontwikkelin gen in de samenleving". Maar volgens Den Uyl begon Lub bers ook in die periode al een zeke re onduidelijkheid te verspreiden. „Hij heeft onmiskenbaar een ont wikkeling doorgemaakt. Na het verdwijnen van het kabinet-Den Uyl is hij zich meer op rechtse uit gangspunten gaan oriënteren. Daarmee wil ik niet zeggen, dat hij nu rechts is. Maar als premier heeft hij wel duidelijk gebroken met zijn verleden. Het opvolgen van de heer Van Agt moge geen wijziging gebracht hebben in zijn ideologie, maar wel in zijn praktische politie ke keuze. Hij was het per slot, die de formatiepoging van Van Keme- nade heeft getorpedeerd. Daarmee lag de keuze van het CDA voor de VVD vast". „Meestal maakt Lubbers de stellige indruk, dat hij achter die keuze staat, maar soms betwijfel ik dat. Bij de opstelling van de begroting voor 1984 was er sprake van een groot conflict tussen CDA en VVD. Je kon proeven, dat het ging om een inkomensachteruitgang voor iedereen of voor bepaalde groepen. Lubbers maakte zich toen duidelijk sterk voor het eerste, maar het heeft niet zo mogen zijn". „Ik constateer, dat we Lubbers eni ge malen met verbetenheid bezig hebben gezien, die discriminatie te verdedigen. Dat vind ik nogal eens meer voorkomen in zijn optreden. Hij wordt fanatieker en verbetener naarmate het beleid minder strookt met zijn opvattingen uit het verle den". „Dat vind ik ook de zwakste kant van zijn optreden als premier. Hij roept tegenstellingen op. Ik acht hem in hoge mate aansprakelijk voor de polarisatie in ons land ge durende de afgelopen twee maan den. De vertrouwensrelatie met de vakbeweging, die er altijd geweest was, ook onder het eerste kabinet- Van Agt, is nu doorgesneden. Deels ook als gevolg van onhandigheden. Zie het optreden van de heer Lub bers op de televisie aan de voora vond van het beslissende overleg van minister Rietkerk met de amb tenarenbonden. Dat verried ook weer zijn gespannenheid. Hij wilde bij voorbaat propaganda maken voor de marge, die het kabinet zich toegemeten had". En dat alles is de schuld van Lub bers? „Jazeker. Hij bepaalt de toonzetting van het kabinet en de manier, waarop de maatschappelijke orga nisaties tegemoet worden getreden. Hij moet ervoor zorgen, dat het be leid, hoe het er ook uitziet, behoor lijk wordt doorgesproken met die organisaties. Hij moet de regerings fracties de vrijheid laten zichzelf te profileren, ook al kan dat maar in beperkte mate. Ik denk dus, dat het in hoge mate voor rekening van de heer Lubbers komt, dat het kabinet en de regeringspartijen niet goed in de markt liggen, zoals uit de opi niepeilingen blijkt". Dat klinkt allemaal nogal negatief. Is er dan niets meer over van uw waardering voor Lubbers? „Ik heb nog steeds veel bewonde ring voor zijn grote inventiviteit, zijn beweeglijkheid en zijn harde werken. Dat zijn allemaal zaken, die ook moeten worden genoteerd. Ik heb er geen enkele moeite mee ook dat aan te geven. De heer Lub bers is stellig een kundig en vin dingrijk man. Maar als het gaat om het politieke beeld, dat hij oproept, dan vraag ik me af of hij niet bezig is, onbedoeld en ongewild, het graf te graven van het CDA". U verwijt Lubbers dat hij geen re kening houdt met de vakbonden. Maar toen u zelf premier was, kwa men de ondernemers in opstand. ,,U doelt op die brief van de presi dent-directeuren van de negen grootste ondernemingen. Inderdaad is er toen een grote spanning ge weest tussen het kabinet waarin ik minister-president was en belang rijke stromingen in de onderne merswereld. Maar ik wijs er wel op, dat er ook terdege tal van maat regelen zijn genomen om onge wenste polarisatie te voorkomen. Denk aan de bezuinigingsoperatie van Duisenberg (minister van fi nanciën) in 1975. Denk aan het in tensieve overleg met de werkge vers. Een zo gepolariseerde verhou ding als er nu is, was er toen niet". Kortom: u vindt Lubbers een slech te premier? „Dat zult u mij niet horen zeggen. Hij heeft ook heel sterke momen ten gekend. Ik herinner aan zijn optreden bij Jaap van Meekren, in het programma „Vragenvuur". Dat deed hij op een alleszins bewonde renswaardige manier. Hij weet veel af van tal van problemen. Ook heeft hij zich in sterke mate tot woordvoerder gemaakt van het ka binet. Dat kan en dat mag. Maar zijn grondfout is, dat hij op vele burgers de indruk maakt, dat hij zichzelf vaak moet overtuigen van de noodzaak van dit beleid". „Ik mag hem zeer" Ook prof. De Gaay Fortman sr. (72) kent Lubbers vanaf het eer ste uur. Hij was minister van Binnenlandse Zaken in het ka binet-Den Uyl. „Gaius" vindt niet, dat Lubbers in de afgelo pen tien jaar is veranderd. „Nee, het karakter van een mens ver andert zelden ingrijpend. Hij is dezelfde zeer begaafde, zeer in telligente man gebleven ik gebruik hier met opzet de woordjes „zeer" met een heel scherpe kijk op de ontwikkeling der dingen. Hij is ook nog steeds een zeer goede collega en ook een zeer loyale man ten opzichte van de mensen, die met hem sa menwerken. Je kunt grote me ningsverschillen met Lubbers hebben, maar hij blijft fair in de discussie. Hij draagt je ook geen dingen na. Maar dat is natuur lijk allemaal mijn ervaring met hem. Ik mag hem zeer en ik denk trouwens, dat hij mij ook best een aardige man vindt. En dat beïnvloedt natuurlijk beider oordeel". In het CDA zegt men nogal eens dat Lubbers in zijn genialiteit eindeloos doordraaft. „Ja, dat is het oude verhaal. Zo als men ook van Den Uyl zegt, dat hij voor elke oplossing twee problemen bedenkt. Dat heb je met mensen van een grote intel lectuele begaafdheid. Die heb ben de neiging de lacunes en de minder aantrekkelijke kanten van hun redenering te zien. En die laten ze ook aan anderen Is dat dan ook de oorzaak van zijn ondoorgrondelijkheid, zijn „wolligheid", waar hij zich soms zelfs op beroemde? „Voor mij is hij helemaal niet zo „wollig"! Ik vind hem juist een tamelijk voorspelbare man met vaste gewoonten. Tijdens het kabinet-Den Uyl kwam hij nog al eens op bezoek aan het eind van de dag. Sommige mensen hebben dan de neiging te blij ven hangen. Lubbers nooit. Eén glaasje. Twintig minuten praten en dan weg. Dat lijkt ongezellig, maar ik vond het prima, want in die twintig minuten dóé je ook wat". Zou die „wolligheid" er dan mee te maken hebben dat hij als fractieleider moest samenwer ken met een premier, die hem niet zo lag? „Ja, dat was natuurlijk een vre selijk grote moeilijkheid. Van Agt voer naar zijn mening een verkeerde koers. En toch moest hij hem in het openbaar blijven steunen. Ja, dan krijg je gauw de reputatie van een draaitol. Of beter gezegd: de man met ver schillende tongen, een tong naar de premier, een tong naar de fractie, een tong in de kamer en een tong weer ergens anders'. Jan Nico Scholten zegt het CDA uitgegaan te zijn, omdat de par tij nu geleid wordt door iemand, die geen grenzen kent. Lubbers zou altijd bereid zijn een com promis op een compromis te sluiten. „Nee, dat is niet mijn ervaring. In het kabinet-Den Uyl hebben nogal wat mensen conflicten met hem gehad, omdat hij wel degelijk grenzen stelde. Het zit 'm meer hierin, denk ik, dat Scholten vindt, dat het CDA een linkse partij moet zijn. Dat heeft Lubbers nooit gevonden". Maar neem nou die duikboten voor Taiwan. Als fractieleider zei Lubbers: dat is eens maar nooit weer. En nu bekijkt hij of het nog een keer kan. „Maar dat is toch meer een kwestie van zijn omgeving. Hij zit in een coalitie met een ande re partij. Dat legt ontzettende beperkingen op. Ik denk, dat Lubbers hoopt dat de gang der dingen zal duidelijk maken, dat je met Taiwan niks kunt uitha len. Hij heeft donders goed in de gaten, dat het absoluut niet kan. Aan een staat, die je niet erkend hebt en die niet in de VN zit, kun je geen oorlogstuig leveren. Maar ik denk ook, dat Van den Broek (minister van buitenland se zaken) er niks van moet heb ben. Lubbers zal wel denken: laat hij de voorttrekkersrol maar spelen". Hoe doet hij het volgens u als premier? „Uitstekend. Maar zoals ieder mens heeft ook hij zijn gebre ken. Wat mij een beetje tegen valt is, dat hij niet meer geneigd is op symptomen üit de samen leving te reageren. Het is gek, dat iemand, die in het kabinet- Den Uyl heel duidelijk aan de kant stond van degenen die op het maatschappelijke facet van het beleid letten, nu de andere kant op gaat. Ik denk, dat zijn imago de laatste maanden bij grote groepen in de samenleving behoorlijk beschadigd is". „Maar ook dat verklaar ik in hoge mate uit zijn omgeving. De minister-president is, in tegen stelling tot wat men denkt, niet de baas van het kabinet. Hij moet rekening houden met'de andere ministers. Ik denk overi gens wel dat hij er erg mee zit, dat de overheidsuitgaven teveel zijn uitgedijd. Hij realiseert zich, dat daar onder het kabinet-van Agt te weinig tegen gedaan is". „Zolang als ik hem ken is hij van mening, dat de ambtenaren teveel verdienen. Ik kan daar van mee praten. In het kabinet- Den Uyl heb ik het stevig met hem aan de stok gehad over de ambtenaren. Bij élk voorstel, dat in de ministerraad kwam zei hij: ik begrijp niet, dat we de ambte naren niet eens eindelijk gelijk gaan schakelen met het bedrijfs leven". „Deels had hij wel gelijk, maar er komt natuurlijk eens een eind aan. Door al die kortingen hebben de ambtenaren nu een achterstand van zo'n gemiddeld vijftien procent. Dat is niet ge ring. En om dan zomaar te zeg gen: er moet nog meer van de ambtenarensalarissen af... Waarom 'moet dat? Omdat hun rechtspositie zo goed is? In de welzijnssector en in het onder wijs worden ze bij bossen ontsla gen!" „Het optreden van Lubbers zelf tijdens het conflict heeft me bui tengewoon verbaasd. Ik doel op het feit, dat hij in het openbaar een concessie deed (niet 3,5 maar 3 procent minder salaris) die eigenlijk de minister van binnenlandse zaken had moeten doen. Daardoor zette hij Riet kerk tegenover de bonden voor aap. Het kabinetsbeleid als ge heel was erop gericht het uit te zingen, zoals mrs. Thatcher in Engeland. Maar ze vergeten dat mrs. Thatcher een overweldi gende meerderheid heeft in het parlement. Kijk, als je met een meerderheid van vier zetels zul ke beroerde dingen moet doen, dan moet je streven naar een zo groot mogelijk draagvlak. Het kabinet zal toch terug moeten naar een vorm van overleg met de FNV". RIK IN 'T HOUT ZATERDAG 17 DECEMBER 1983

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 19