„Leven in miniatueen fkostelijke verzameling van mitzonderli jke bavelaart jes 99 STOUTE HAAI SPRINGT DE ZAAL IN êhowdans met spierballen ZELDZAME EXPOSITIE IN HET LEIDSE MUSEUM DE LAKENHAL X. Terrence Hill en Bud Spencer weergaloos terug AqEIDEN/REGIO CckLcSomant VRIJDAG 16 DECEMBER 1983 PAGINA 5 -n% nadij anje qJ Op mijn onvwe^en door stad en httid kom ik 'graag mensen tegen. U kunt ntij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze .rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar Via '171 - 12 22 44 op toestel 10. ..Bavelaartjes": het werk van drie naam-makende Leide- naars, vader, zoon en klein zoon, ten tijde van de Bataaf se republiek en de begintijd van het koninkrijk der Ne derlanden. Het drietal Bave- laar had enkele dingen ge meen: ze bezaten een won derlijk talent voor het uiterst secure (na hen is het nooit meer geworden wat het was) en ze stierven kort na elkaar, tussen 1830 en 1833. Wat ze nalieten was curieus, zeld zaam subtiel en levensecht. Hun werk werd uitgedrukt in kleine diorama's, geplaatst in een houten kastje achter glas. Het was kunst, verwant met de „kijkdozen" met hun decors uit de laatste decennia der 18e eeuw; een tijdperk waarin men veel aandacht schonk aan „het detail". De voorstellingen, in hout en/of been gesneden, zijn uitbeel dingen van het dagelijks le ven: taferelen in en rond het huis, minder huiselijke beel den van bij de herberg of in de tapperij; de Bavelaars sne den schepen en landschap pen, stadsgezichten en Leidse stadspoorten (getrouwe ko pieën van gravures uit het midden der 18e eeuw). Hun ragfijn monnikenwerk, dat tot stand kwam met hetzelf de engelengeduld waaruit de middeleeuwse miniaturen ontstonden, toont allerlei be roepen, spelen, vaak kostelij ke situaties. Het „betere prie- gelwerk" met dieptewerking. „Op z'n buik Men zegt, dat de eerste Bave- laar. Cornelis de oude, op zijn buik lag te werken. Hij nam er z'n tijd voor, om wat ex tra's te verdienen in moeilij ke. arme tijden. Zo maakten hij, en ook junior, en klein EUROCINEMA IV: Jaws III 12 jaar met Oennis Quald en Bess Armstrong. Regie: Joe Alves. Niemand kan zeggen dat het derde vervolg op de mensenverslindende witte haai de beste van de serie is, wel dat Jaws drie" de meest geslaagde film is in het nieuwe 3D-systeem, mits je op de goede plaats in de zaal zit. Want als je een hele grote figuur voor je neus hebt zitten en je hoofd een beetje scheef opzij moet bewegen, ga je met je verplichte brilletje wel mooi de mist in. „Jaws 3" haakt in op de oude successen, met dien verstande dat het begin nogal vldk is en er behalve een in de zaal vlie gende afgebeten arm vrij wei nig opwindends te beleven valt. Een klein wit haaitje wordt liefdevol verpleegd in een dolfinarium, maar als de moederhaai het pretpark met al zijn shows van surfende bal letsterren binnendringt zijn de sensaties niet meer van de lucht. Veel verhaal zit er dit keer niet in. Het gaat om de specia le effecten, die tot het eind be waard worden. Dan moet het monster-moederdier vernie tigd worden, terwijl de vertier zoekende bezoekers tijdig uit het water worden verwijderd om onnodige calamiteiten te voorkomen. Bij gebrek aan een goed scenario en rolbezet ting is het verhaaltje vrij onin- terressant, maar de speciale ef fecten zijn mits u op de goe de plaats in de zaal zit wel boeiend. Met film heeft „Jaws III" ei genlijk weinig te maken. De haai vliegt letterlijk op je schoot en net merkwaardige is dat het 3D-effect zo goed werkt, dat soms de figuren op de voorgrond zich nog voor de ondertitels schijnen te bewe gen. Een vreemde ervaring. Net alsof je op een kermis je in een spookhuis bevindt en on- mogelijké zaken op je af ziet fkomen, die bijna voor het grij pen liggen. „Jaws III" moet je dan ook als goed kermis-vermaak zien, niet als film. MILO LUXOR en EUROCINEMA III: De vier vuisten slaan op hol (Alle leeftijden) met Bud Spencer en Terrence Hill. Re- flip E.B. Clucher. Bud Spencer zonder Ter rence Hill is net als Oliver Hardy zonder Stan Lau rel. Na een paar minder succesvolle solo-optredens als politie-inspecteur Flat- foot is hij nu weer vere nigd met zijn ontrouw ge worden partner Terrence Hill, die zijn geluk zocht in Hollywood, herenigd onder regie van de man, die destijds het „Vier vuis- ten"duo maakte, E.B. Clu cher. Geen western dit keer, maar het verhaal van twee berooi de zwervers, die in het he dendaagse Miami worden aangezien voor twee super- getrainde geheimagenten. Het moet gezegd worden dat Clucher uit deze situatie gezien het genre het maximum heeft weten te ha len. De vier vuisten slaan op hol" is gewoon een heel gekke film, te vergelijken met een persiflage op de oude James Bond-films met name de eersteling „Dr.No". Spencer, net uit de gevange nis ontslagen, wordt tegen zijn zin opgescheept met de ondernemende Terence Hill en voor het duo het weet wordt ze een millioen dollars in handen gespeeld om een zware klus in Miami te ver richten. Wat er precies moet gebeu ren is onduidelijk, maar als tegenstanders krijgen ze een aantal zeer vechtlustige Chi nezen, die ze op hun laconie ke wijze weten af te bluffen. Het is duidelijk dat kosten noch moeite zijn gespaard om het duo een waardige rentree bij het publiek te la ten maken. Met een goede dialoog en een stel ijzerster- ke grappen. Misschien niet ieders gevoel voor humor er zitten nog al wat gags in over urinoirs maar wèl gek en met een geweldige vaart gebracht. De affiniteit tot de Bond-films wordt duidelijk in de „spe ciale attributen" waarover de heren plotseling mogen be schikken, zoals toiletpapier dat onverbreekbaar is en een supersnelle auto met onge kende mogelijkheden. Een film om gewoon ouder wets ontspannen te kijken. En dat zegt tegenwoordig al heel wat. MILO Een Kerststal van Bavelaar; voor zover bekend Is deze voorstelling uniek. zoon Joannes (die slechts 28 jaar werd), de figuurtjes, meestal 10 tot 15 mm groot. Die werden afzonderlijk ge sneden en op de houten of benen bodem gelijmd in kast jes die doorgaans 12 x 18 cm. groot waren, bij een diepte van 5 cm. En dan te beden ken, dat ze niet terugschrok ken voor het „allerkleinste": een vogelkooitje van 4 bij 4 mm..., en daar zat nog een vogeltje in ook! Bijna pijnlij ke aandacht voor het detail: in kleding, hoedjes, haar dracht; de mannetjes (ont spannen kijkend, met de ar men op de rug, naar het kat knuppelen in de ton een cru volksvermaak van onze voorouders), de vrouwtjes, volijverig en soms in ver wachting; figuurtjes van hooguit een millimeter of 12 groot, met een mand op het hoofd en daarin nog visjes van 1 of 2 mm. De Bavelaars moeten verbe ten hebben liggen of zitten werken, voor een bete broods. Een „bavelaartje" werd verkocht aan verzame laars (je had er met een col lectie van meer dan 200 stuks) of aan „gewone" Lei- denaars, voor een bedrag tus sen de 5 en 10 gulden; 5 gul den betekende even na 1800 een weekloon. Via het loge ment Het Wapen van Am sterdam aan het Noordeinde, bij de Witte Poort, werden veel „bavelaartjes" uitge voerd. Daar kwamen nogal wat Engelse kooplieden, die de kijkkastjes mee naar Al bion namen. Op veilingen zouden ze, jaren later, meer dan 100 gulden opbrengen. De kijkkastjes, de „bavelaar tjes", getuigen van een onbe grijpelijke vaardigheid, een vakmanschap zonder weerga, van ongeëvenaarde verfij ning. Zo zijn de échte bave laartjes. Later zijn ze geïmi teerd, maar geen vervaardi ger van zo'n kastje (altijd nog wel een verrassend kijkspel) heeft het peil van weleer kunnen benaderen. Maar „bavelaar" is een soortnaam geworden voor kleine diora ma's achter glas, zoals je ook een (Leidse) meneer Kiek had, die kiekjes maakte, en een meneer Silhouette die contouren knipte, en ene Flick die de eerste flikjes fa briceerde. Vader Cornelis Bavelaar se nior (van Zuidvlaamse, calvi nistische afkomst; zijn voor zaten waren, zoals vele nieu we „Leidenaars", zich aan de Spaanse greep ontworstelen de refugees) werd in 1747 ge boren en was meester beeld houwer een begrip dat niet onze tegenwoordige voorstelling ervan dekt. Zijn dertig jaar jongere zoon Cor nelis Bavelaar junior was aanvankelijk timmermans knecht; hij volgde zijn vader op en noemde zich toen kunstwerker. De derde gene ratie kwam omstreeks 1820 aan bod: kleinzoon Joannes Franciscus (de 15 kinderen van de eerste Cornelis wer den alle katholiek gedoopt, vanwege hun roomse moe der, ofschoon pa altijd protes tants 'is gebleven) noemde zich van meet af aan kunst- werker, hetgeen hij slechts een jaar of tien, en minder succesvol, heeft kunnen waar maken alvorens uit dit leven te worden weggenomen, even na het eclipseren van zijn grootvader. Senior maakte de mooiste Een hele tijdlang is de oude Cornelis zonder roem geble ven. Nog tot voor kort wer den dankzij eerdere on zorgvuldige, slordige publi- katies alle vele honderden „bavelaartjes" toegeschreven aan zijn zoon Kees, althans Cor, junior. Maar de tentoon stelling in De Lakenhal heeft de oude gerevancheerd en doet hem de eer aan die dit uitzonderlijk fenomeen toe komt wat senior heeft ge schapen in zijn houten en be nen miniaturen zijn de mooi ste die ooit gemaakt zijn. En dat moest maar eens getoond worden ook! Ik kan verder schrijven wat ik wil: als u niet gaat kijken, helpt het geen fluit, geen zier. En daar zijn de bave laartjes en uzelf niet mee ge holpen. Want het is groots, wat daar in een niet al te grote Lakenhalse zaal aan „bavelaria" wordt prijsgege ven. Mevrouw Moerman, In- grid, en meneer Peskens (na komeling van een vroeg-19e- eeuwse veilingkoper die de hand kon leggen op heel wat schitterende kijkkastjes) had den gisteren nog de handen vol aan het schakeren en de termineren van de bosjes ba velaartjes. Soort bij soort, in één eenmalig genre. Zoiets is nog nimmer vertoond. Eigenlijk is dit wereldnieuws; er is niets vergelijkbaars. Na 12 februari '84 zullen, hoogst waarschijnlijk, nooit meer bavelaartjes in zulk een opeenhoping, overzichtelijk gerangschikt, den volke wor den getoond. Je weet niet wat je ziet: is het Breughel?, Van Mieris0, de massa-gra veur Delfos? Is het Jan Steen, in hout en been? En dan zo onberispelijk, zo pre cieus van snede. Van boven tot beneden. Er is ook een Kerststal bij; onvoorstelbaar in al z'n nederigheid, maar van een geweldige zeggings kracht. Ik heb het idee. dat het werk van de Bavelaars (kunt u zich voorstellen?: 's avonds snijden en werken in een tochtig huis. bij een slechte verlichting) altijd enorm onderschat is geweest Maar nu gaat deze expositie „Leven in miniatuur" in de Leidse Lakenhal voor een slaand effect, een herontdek king van een kunstuiting zorgen. Het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden, Oude Singel 28-32, is geopend van dinsdag tot en met zaterdag, van 10 tot 17 uur; op zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur; 25 december en Nieuwjaar gesloten. Detail van poppenkast: De vrouw van de speler gaat met de but rond en Jan Klaassen doet op zijn manier een duit in het zakje: „Als je de vrouw niet geeft schaal k'r oitl" je. De puur Amerikaanse suc- ces-story van het alsmaar pro berende eendje dat een zwaan van jewelste blijkt te worden. De film begint met Travolta moeizaam op weg naar een carrière: Overdag lesgevend op een van de vele dansscho len, 's avonds kellner spelend in eèn disco en tussendoor met zichzelf leurend langs allerlei impresario's en meedoend aan de vele audities. Tot hij een gaatje ziet voor een dansrol in de „chorus line" van een nieu we produktie. En daar krijgen zijn ambities alle kansen. Pri vé via de ster van de show, een koele rol van de Britse danseres (ze speelde op het to neel al een hoofdrol in de mu sical „Cats") Finola Hughes, die best af en toe een nachtje het bed met hem wil delen op haar voorwaarden. In de show zelf via een manlijke danser aan wie het allemaal niet lukt, zodat Travolta - keihard Ame rikaans - zichzélf pousseert en de hoofdrol krijgt. Stallone filmt de show met veel glitter, fysiek geweld bij na en een enorme „pep" in montage en muziek. Kortom, nkoDO II: „Staying alive" (a.l.) et John Travolta en Cynthia lodes. Regie: Sylvester allone. k Jlvester Stallone is de n ujllywood-kampioen van atie f vervolgen aan het wor- van (n. Na zijn drie eigen ticky's heeft hij het ver- jilg op John Badhams Saturday Night Fever" i> zich genomen, naar de npe Gees-hitsong uit die ■genm getiteld „Staying ali- ►en/if". Het is de terugkeer vernin John Travolta als Dny Manero, de New orkse jongen van Ita- ianse afkomst die nu de rijetijdsdisco van de za- er ,fdagavond verruild t voor een carrière als raar.roadway-danser. Travol- heeft van Sylvester illone diens persoonlij- spierballenkuur moe- Ifo volgen en ook de film Qs geheel toont de ijzeren list van Sylvester: een w-film met biceps. „Saturday Night Fever" is fcst de disco nog een aardig lit dfiaal beeld van kansloze jon- vanfen die in het disco-gebeu- tsinff een uitweg voor hun am- es vonden, „Staying alive" en puur Broadway-sprook- Detail van „Gezin aan tafel". spierballen. Het verhaaltje is in feite mager en een parafra se op de oeroude successtory, de showdansen zijn hoofdzaak. Die staan op een duizeling wekkende manier op film. Travolta mag dan geen danser zijn volgens kenners, hij be weegt, zweet, springt zeer lijf elijk door het beeld in een show waarvan je de kitscher igheid maar op de koop toe moet nemen. Zeer uiterlijk en Amerikaans lijf-aan-lijfwerk dat noopt tot meehijgen in je bioscoopstoel. BERT JANSMA (Ja een intensieve voor bereiding van meer dan en <%en jaar (van heinde en r ^jrerre moesten de speci- jnina uit openbare en fakiarticuliere verzamelin- ial. ïen in bruikleen worden op Aangetrokken) gaat het is Ban eindelijk gebeuren, voor het eerst zal de be- loeker van het Stedelijk Museum De Lakenhal, tan de Oude Singel in ^Leiden, een bijzonder De üitgebreide verzameling fsarJbavelaartjes" kunnen bewonderen. Niet de en kele tientallen die per manent in De Lakenhal je kijk hangen, nee, van ljjle wellicht meer dan /ïIpOO over de hele wereld ■iek verspreide exemplaren an I— waarvan er circa 350 Mjn Nederland geregis- !r' treerd staan hebben baaiPe inrichters van deze jjieeppzienbarende expositie, tirs. Ingrid W.L.Moer- fnan, conservator van het museum, en J.Th.A.Pes- kens, particulier verza melaar te Bussum, een paar honderd „bavelaar tjes" tot 12 februari '84 naar Leiden kunnen ha len. Vanmiddag werd de tentoon stelling officieel geopend door de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, dr. Dick Dolman, die uiteraard het eerste exemplaar van het door Moerman en Peskens samen gestelde boek „Leven in mi niatuur, Bavelaars kijkkas tjes" (uitgegeven bij Terra, Zutphen) aangeboden kreeg. Alleen dit smaakvol en „kleurrijk" vervaardigde boek is al een minutieus overzicht van een opmerke lijk „verfijnde" episode in onze vaderlandse, zeg maar Leidse, kunstgeschiedenis. Hierdoor werd de heren Ba velaar al ruimschoots recht gedaan. De boeiende exposi tie zelf, evenwel, is een con creet „bavelaar-monumentje" in natura geworden en, zeer beslist in de komende feest- weken, geschikt voor een welbesteed oponthoud bin nen De Lakenhal. Een scene uit „Staying alive".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5