Jongensdroom van cabaretier Youp van 't Hek lijkt uit te komen jr NATIËN JAAR SAPPELEN ZATERDAG 3 DECEMBE1 NDE 1st- e Ketia i, ho lië t nden Brit ?irt 1 itoon petië put I hal ii gu aden ër d rken 1, da de I BUSSUM Na ruim tien jaar sappelen in achterafzaaltjes voor een handjevol mensen, ziet het er naar uit, dat caba retier Youp van 't Hek het nu gaat maken. Met programma's als „Romantiek met mayonai se" over „alles waar Neder landers dol op zijn, zoals frica- dellen, echtscheiding, discri minatie, tuinbroeken en be jaarden" en „Zat ik maar thuis met een goed boek" over nieuwe truttigheid en tegen de vervlakking begint Youp van 't Hek met zijn Cabaret Nar sterker in de belangstel ling te geraken. Als meneer Van Dam, een overspannen reactionaire handelaar in ted dybeertjes in „Zonder twijfel" trok hij in bredere kring de aandacht. De beproefde for mule van sketchje-liedje-con- férence werd na de pauze voor het eerst ingewisseld voor een langere, bijna toneel matige act. Een vorm, waar Youp van 't Hek zich volledig in kan vinden. „Zonder twij fel", dat ook op de televisie is uitgezonden, werd door de Stichting Conamus met de Zil veren Harp onderscheiden. „Man vermist" belooft zijn grote doorbraak te worden. Vooral door het fascinerende nummer „Lenen- lenen-betalen-betalen" tijdens de „Alles-is-anders-show" van Aad van den Heuvel uitgezonden is zijn populariteit in een stroomver snelling geraakt. De door Youp van 't Hek uitgebeelde Johan van Breu- kelen, kredietbewaarder op de af deling betalen van de NMB, is de centrale figuur. Hij jaagt achter wanbetalers aan, totdat hij op een gegeven moment aan zijn werk en aan zichzelf begint te twijfelen. Dit. cabaretprogramma houdt een aan klacht in tegen de consumptiemaat schappij. Youp van 't Hek heeft echter nog meer pijlen op zijn boog. Kortgele den is zijn elpee „De eerste officiële Nederlandse echtscheidingselpee" uitgebracht. De liedjes en korte conférences hebben betrekking op vastgelopen liefdesrelaties. Bij to neelgroep Centrum tenslotte gaat op 7 december de door hem ge schreven eenacter „Gebroken glas" als lunchvoorstelling in première, met Onno Molenkamp in de hoofd rol. Youp van 't Hek speelt er zelf ook in mee. Ouderwetse clown In 1974, toen Cabaret Nar nog maar twee jaar jong was, werkte de toen 19-jange Youp van 't Hek overdag op een reclamebureau in Bussum en 's avonds zette hij zich geheel in voor het cabaret. Zijn uitgangspunt uit die tijd is hij trouw gebleven: „Ik houd niet van dat bikkelharde, rauwe cabaret, dat schoppen wil omwille van de pijn. Ik wil een ou derwetse clown zijn, die de mensen iets probeert over te brengen met een lach". Al op dertienjarige leeftijd begon hij met het schrijven van teksten en het spelen met de taal, het aan elkaar breien van spitse en grappi ge invallen tot een goed pakkende tekst, is nog steeds zijn lust en zijn leven. Het succes is Youp van 't Hek ech ter nooit zomaar komen aanwaaien. Hij heeft er lang en hard voor moe ten knokken. Maar hij lijdt er niet zichtbaar onder: „Ik heb heel wat kilometers afgelegd, wel driehon derdduizend, om grappen te verko pen. Maar ik heb dat nooit zo be seft. Het hele toneel- en cabaretge- beuren is een jongensdroom. Nu lijkt het er een beetje op, dat die droom heel langzaam uitkomt. Ik wist op mijn twaalfde al dat ik het [jodium op wilde". „Het ging elk jaar wat beter. Ik heb nooit voor mezelf een limiet ge steld, tot wanneer ik door moet gaan. Ik kan niet anders", bekent hij met enige zelfspot. „Ik heb nooit veel geld verdiend met dit cabaret. Ilc stel ook geen hoge, materiële ei sen. We hebben een heel leuk huis je in Buren gehuurd. Mijn vriendin kon kiezen: óf in Amsterdam in de ww óf daar aan het werk. Verder heb ik nog een kamer in Amster dam omdat ik daar veel ben en daar kan repeteren". Geen concessies „Ik heb er geen trek in allerlei concessies in mijn programma's te- doen om bezit te verwerven of dat op peil te houden. Andere cabare tiers, Paul van Vliet, Seth Gaaike- ma, zijn op de amuserende toer ge gaan. Ze trekken een groot publiek, ik vind het prima. Alleen vind ik. het geen cabaret meer, ze zijn amu- seurs. Iedereen moet doen waar hij zin in heeft. Ik ben een liberaal wat dat betreft. Maar ik wil met mijn cabaret blijven vechten, blij ven aanwijzen. Ik weet, dat als ik de kant van Jos Brink op ga, ik sneller rijk zal worden. Maar ik zou er dood-ongelukkig door worden". „Mijn engagement ligt heel dicht bij het dagelijks gebeuren van de man in de straat. De strekking van mijn programma is: vechten voor je geluk. En als je niet meer gelukkig bent, doe dan wat anders en laat je niet leiden door gemakzucht en al lerlei bezwaren om je bij de situatie neer te leggen. Vecht voor je ge luk". „Ik verwacht niet van mensen, na dat ze mijn programma gezien heb ben, dat ze hun leven daadwerke lijk zullen gaan veranderen. Ik geef de dingen aan, die men her kent en onderkent. Ik wil het pu bliek onderdompelen in een prach tige theateravond. Maar ik hoop, dat ze er thuis over zullen naden ken of er over doorpraten. Al wei ger ik om een of andere boodschap expliciet uit te dragen". „Mijn intentie in net theater is de laatste jaren nogal gewijzigd. Vroe ger, toen ik twintig was, zei ik dat ik een ouderwetse clown wilde zijn. Nu ben ik negenentwintig en ben ik zelf veranderd. Ik wil met mijn cabaret erg veel kwijt. Elke grap moet een inhoud hebben. Alleen, het moet wel als grap gebracht worden". Puur cabaret Het clown-zijn is nog altijd terug te vinden. De nar, die schopt. „Nu ben ik van huis uit niet iemand die zo graag tegen allerlei zaken wil schoppen. Het is meer een beetje zout in de wonde wrijven om haar sneller te laten helen. Cabaret is schuin tegen de dingen aankijken. Wat een goede columnist in een krant doet, vind ik puur cabaret. Zo'n type als Cor van der Laak in het programma van Koot en Bie is ook puur cabaret. Nadat zo'n figuur op het toneel is neergezet, herken nen een heleboel mensen in hem iemand uit hun naaste omgeving. Dat is pas goed cabaret: dat je dui delijk laat zien, waar het om gaat". „Ik verkondig geen grote waarhe den. Ik heb een hekel aan mensen, die alles zo pertinent zeker weten. In „Man vermist" zit een enorme twijfel. Die meneer Van Breukelen vraagt zich op een gegeven mo ment ook af: wat doe ik als krediet bewaarder elke dag? Die twijfel geef ik die man. Maar ik roep niet: als je elke dag naar kantoor gaat, ben je een grote nul. Dat zou ge makkelijk zijn, zo vanaf het podi um door iemand, die vindt dat hij zelf een heel leuke, afwisselende baan heeft". „Ik ben geen goeroe, die voor elk probleem een antwoord heeft. Ik zeg wel, dat er voldoende alterna tieven zijn en iedereen vult die naar eigen behoefte in. Ik wrijf het zout in de wond maar het verband je eromheen leggen of het schoon maken van de wond doe je zelf. Ik ben niet de therapeut, die zegt: vol gens mij moet je zo en zo doen. Je moet je leven zelf inrichten en je niet door mij laten leiden. Je moet in alles kritisch zijn en niemand vertrouwen, ook mij niet, heb ik al eens in een interview gezegd". In zijn programma's neemt Youp van 't Hek geregeld stelling tegen allerlei uitingen van kleinburger lijkheid. „Dat is mijn grote angst, dat het mezelf nog eens zal overko men. Het is mijn angst, dat jë op een gegeven moment ingesneeuwd zit in je hypotheek, ie werk. Ter wijl je wel anders wilt, kun je niet weg. Door die werkloosheid is het veel erger geworden. Wat heel triest is". Youp komt uit een gegoed, katho liek milieu. Zijn vader bekleedt een directeursfunctie. Hij is de op één na jongste uit een gezin van acht kinderen. Een van zijn broers is een bekend hockeyer. „Thuis heb ik het altijd heel leuk gehad. Ik heb heel fraaie jeugdherinnerin gen". Spottend: „Ik ben niet de ar tiest, dié dank zij een moeilijke jeugd in zijn vak groot is gewor den". Discriminatie „Als ik in mijn programma over die vreselijke jeugd van Van Breu kelen vertel, is dat een verzonnen verhaal. Mijn ouders, die het gezien hadden, moesten er hartelijk om la chen. Kleinburgerlijkheid, dat is nog tot daaraan toe, maar zaken als rassendiscriminatie, het opkomend fascisme, zijn burgerlijk. Ik ben niet zo'n verschrikkelijke doem denker, maar we staan voor heel essentiële momenten in onze sa menleving". „In mijn toneeltekst zit een liedje dat als volgt luidt: De televisie toont de werkelijkheid, Maar de borrelfles ging nog vrolijk rond, Tot je buurman zijn baan kwijt was. Ook toen hield je nog je mond, Maar het spook rammelt nu aan ieders tuinhek, En je hoort 's nachts al kloppen op de muur. Je hebt een baan, maar hoelang nog? Is die nog van lange duur. Dichterbij, dichterbij, het komt alsmaar dichterbij. De afstand is nog maar een millimeter, Dichterbij, dichterbij. Het komt veel te dichtbij En je weet, Het wordt nooit meer een meter. Het begon met een grap over een Turk, Die moest lachen om de Surinamersmop, Maar kijk alleen maar naar Almere: De horde rukt weer op. Staan ze binnenkort weer echt zo te groeten. Ik moet er niet aan denken, hier die hand". (Hij trekt zijn hand, die de nazigroet brengt, terug). „Komt er een Kristallnacht en gaan alle pizzeria's in de brand? Dichterbij, dichterbij, het komt alsmaar dichterbij". „Al heb ik een vrij sombere kijk op de mensen, ik ben toch ook een le vensgenieter. Een groot gedeelte van ons geld gaat altijd op aan lek ker eten. En ik houd van leuke reisjes maken. Ik ben afgelopen zo mer op heel eenvoudige wijze hele maal alleen door Frankrijk getrok ken en kom dan terug met ideeën voor een elpee en een toneelstuk". „Ondanks het schrijven van die teksten en het veelvuldig optreden in de meest afgelegen oorden heb ik gelukkig nog veel tijd voor mij zelf. Al heb een heel rare tijdsinde ling. Ik hoef niet per se twee avon den in de week thuis te zijn. Het is toch al een eenzaam vak. Ik rijd dikwijls alleen naar de plaats, waar ik moet optreden. Met de cassette recorder aan. Dan heb je een hele boel tijd om het een of ander te re lativeren". „Het succes is nu aan het komen, maar doordat ik zo lang bezig ben geweest, laat ik me er niet dol door maken. Ik ben heel nuchter opge voed: doe maar gewoon. Na het op treden bij Aad van den Heuvel kwamen stromen verzoeken om in terviews. Jou kan ik vriiDleiten. want je hebt me al eerder geïnter viewd, maar ik heb me afgevraagd: waar zijn die kritische journalisten? Waarom zitten ze niet veel meer in de kleine zaaltjes om aandienend talent op de been te helpen? Waar om komen ze pas, als je een klaar blijkelijk fascinerend nummer op tv bent geweest?" Gigantische avond „De zalen zijn sindsdien ook voller. De accommodaties, waar ik speel, zijn beter geworden. Je hoeft niet meer via het toilet het toneel op. Het publiek komt speciaal voor jou en niet zoals vroeger in een achter- afzaaltje of buurthuis in eerste in stantie voor het bier, met jou op de koop toe. Maar ik ben elke keer op de Bühne geklommen met de ge dachte: ook al zitten er maar tien, die tien zullen een gigantische avond hebben". „Het blijft hard knokken. Er moet volgend jaar weer iets nieuws ko men. Een soloprogramma. De werktitel is: „Verlopen en verla ten". Het gaat over een man, die van goede komaf is, maar die zo'n beetje uit de vuilnisbak zijn kostje bij elkaar moet zoeken. In het ver haal kan ik veel kwijt". „Ik ben geen jongen met inge bouwde problemen, maar ik denk nog steeds: het leven is niks. In mijn nabije omgeving in Amster dam ging eens iemand plotseling dood. De lijkwagen kwam om de overledene op te halen die van tweehoog naar beneden gedragen moest worden. Een auto stopte keu rig achter de lijkwagen, een twee de, een derde en een vierde ook, maar de vijfde kon niet meer zien wat er aan de hand was. De be stuurder van die auto drukte kei hard op de claxon. En plotseling zat de hele file ongeduldig te toeteren van: opschieten! Er is een Amster dammer dood gegaan en zo ging hij naar het lijkenhuis Toen dacht ik: zo is het dus. Iedereen moet verder. De een is bang, dat hij zijn afspraak misloopt, de ander wil snel thuis zijn. Iedereen moet ver der". „Als je dat goed beseft, is het leven dus niks. Ik twijfel heel erg of er hierna nog wat komt. Daarom denk ik dat zolang je nog op deze aarde rondloopt, je het ontzettend fijn moet maken. Wat dat betreft staat mijn filosofie heel dicht tegen die van de Bhagwan. Maar ik ben er fel tegen, omdat de Bhagwan zo gemakkelijk is. Die roept: doe maar. Daar heb ik de Bhagwan niet voor nodig, want ik doe al" jaren waar ik zin in heb". „Ja, ik heb iets van arrogantie over me, dat ook op het toneel als zoda nig overkomt. Waarschijnlijk door mijn houding, mijn spraak, terwijl ik me nergens boven voel staan. Ik ben maar één meter achtenzestig. Toen ik die woning in de Betuwe betrad, hielp mijn buurman, die loodgieter is, me met allerlei aan sluitingen. „Ik help je effe, ik ben toch je buurman", zei hij. Waarop ik tegen hem zei: „Als je een keer een leuke avond wilt hebben, dan zal ik kaartjes voor je regelen". Ik dacht: dat kan ik voor je terug doen. Dat is mijn vak". Echtscheidingselpee „Ik heb me bij geen enkele groep aangesloten. Als iets een trend wordt, neem ik er snel afstand van. In mijn pas uitgekomen plaat, „De eerste officiële Nederlandse echt scheidingselpee" zing ik in „Vrien din" onder meer, dat ik „steeds zo derde-werelds moest eten, er stond steeds weer iets uitheems op het menu". En: „Ik moest ook nog mee naar donkerbruine kroegen of naar een of ander vaag studentenfeest, waar ze stuk voor stuk in volgorde vroegen of ik al naar Freek de Jonge was geweest". „Al die echtscheidingen hebben me op het idee gebracht zo'n elpee uit te brengen. Ik wou ook gewoon eens met een originele plaat uitko men. Ik heb de teksten er voor ge schreven, op vier na, die zijn van Ivo de Wijs. Ik werk de laatste tijd veel met Ivo samen. Nu, nadat ik i do[ lijke ies s zo'n plaat gemaakt heb, die v[> weg heeft van popmuziek, word'en ook benaderd door allerlei meniwei van de media". inge „Mijn grens ligt zo: Privé. Stcuitpi daar ga ik helemaal niet meermoj zee. Ik ga ook niet bij „Op v©ne toeren", ik zou mezelf er alleen |t al lachelijk mee maken. En voor me st< publiek betekent het een dweilliani het gezicht. Je zou er een breo en publiek mee kunnen bereiken erang boodschap beter kunnen uitdrag«che Onzin! Ik ben zonder concess in tien jaar lang bezig geweest tdse meer toeschouwers te krijgen eik mijn zalen zitten ook hoe lani^ hoe voller. Zeg toch, dat het simi™1 om het geld gaat, om in die WaaRK of die programma's te zitten". Ir w „In juli werd ik door iemand, <ljoe: notabene mijn programma gezift, had over het toppunt van doiren heid gesproken gebeld of ik e au Ster-spot wilde doen. Terwijl »rdt daar zo tegen tekeer ga, zoals ovjr die spotjes van Kees Brusse en A dré van den Heuvel. Op een V3 ven moment zegt het publiek: uklC€ moet ik nou van die man geloWs> Want morgenavond is hij weer n°r 1 zijn doekje-voor-duizend-en-é#7|a; dingen in de Ster". r"e „Dat is de terechte reden dat Jd Brink moest afhaken als cabaretiPr Hij zat in zoveel reclames, nnï schreef in Privé en stond dén cabaretier nog zogenaamd linF1"- grappen over De Telegraaf te nl d ken. Niemand nam hem todh het laatst au sérieux. Ze zullen Jite6 in TV-Privé nooit zien. Ik zal £rer Henk van de Meyden nooit er fland geven". i^al „Gebroken glas" 1st ■rel Nog net voordat Youp van 't HJe naar de studio moet om opnathenor maken, is er haastig de gelegenh^»- over zijn toneelstuk „Gebrokl glas" te praten. Hij heeft de een»oo ter speciaal voor Onno Molenkarhd geschreven. 1 „Een hele tijd geleden heefkOnfar» Molenkamp mijn programma «rij zien. Ik vind hem een fantastisch acteur We raakten aan de prailf Hij stelde voor samen iets te doèm< Ik was er helemaal van onder lun* indruk: Onno Molenkamp wilde j de het toneel iets met mij doen! II een tweede gesprek ben ik het stl gaan schrijven voor toneelgr» Centrum. Het werd afgekeurd, was een geweldige knauw. In tw en een halve week heb ik iets a ders geschreven. Dag en nacht hla v ik er aan gewerkt, want ik ben el-v woord-perfectionist". I „Het is mijn eerste toneelstuk, j*» ligt het nog heel dicht bij cabatr 0 Ik heb de smaak echt te pakkerGrP? ben zo verslaafd aan het pödiUr,Jj- maar misschien komt er wél el#*" een seizoen, waarin ik niet optréfV maar een heel mooi toneelstuk f>ej schrijven". "f!. MAX SMlft;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 16