Jan Jongbloed maakt geen plannen meer Ui Verhaal ZATERDAG 26 NOVEMBER 1983 laaro Jongbloed startte als betaald ,yt jller bij het Amsterdamse waarin hij in 1964 voor de en tot op heden enige keer, tampioen werd. DWS ver- i en werd FC Amsterdam, dat Dé Stoop een aantal goede eve jaren kende en zelfs Eu- i voetbal speelde. i J>t van FC Amsterdam werd ■■■^h genoeg in wezen bezegeld wen ter, waar Jongbloed zijn i jaren slijt. In een recht- S treffen met concurrent Go 1 Eagles verloor FC Amster- let 2-1 en degradeerde naar jkê'n iïrste divisie. Jan Jongbloed ïatiezaF die wedstrijd mee. FC Am- erviceHni daalde af en zou een aan-, de mfen daarna definitief van het l verdwijnen. doorgang bleef Jan Jongbloed ^^ard, want hij werd getransfe- naar Roda JC. In die tijd een f^ttfkelijke overgang. En voor j^^loed een periode van vier ijna dagelijks pendelen tussen woonplaats Amsterdam en aa°M o'gtade. Toen Jan Jongbloed bij mburgse club werd bedankt 1 'Jj££ de bewezen diensten ver- hij enige tijd uit beeld. Hij geopereerd aan een hernia en i voetbalwereld beschouwde ^^^iat tegelijkertijd als zijn af- 1. Maar voor de speler zelf laar geen sprake van. „Geen die zich meldde", herinnert >loed zich. „En ik ben niet het lat zichzelf bij een vereniging edt". ner (keerde de Amsterdammer te- i het betaalde voetbal, als trai- Hans van Doorneveld haalde Rals zodanig binnen bij Haar- waar Jongbloed de interregio- ieugd onder zijn hoede nam en ëeperstraining verzorgde. En leen werd verondersteld dat In 1980 kreeg Jan Jongbloed de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Jan Jongbloed in actie tijdens het toernooi om de Rechts acteur Henk van Ulsen, die eveneens werd onderscheiden. wereldtitel in West-Duitsland in 1974. Jongbloed aan het begin stond van een loopbaan als oefenmeester. Mis, want toen Go Ahead Eagles vorig seizoen uitzonderlijk slecht presteerde en Bob Maaskant als trainer werd vervangen door Henk Wullems kwam plotseling Jong bloed in beeld. Wullems' eerste daad was geroutineerde krachten aantrekken om Go Ahead Eagles voor de eredivisie te behouden. Dat werden zeer verrassend Dick Schneider en Jan Jongbloed. Go Ahead Eagles handhaafde zich en waar Schneiders contract niet werd verlengd mocht Jongbloed blijven. Mogelijk nog opzienbarender is Jongbloeds loopbaan als internatio nal. In 1974 haalde Rinus Michels de toen 33-jarige doelman tot ieders .verrassing bij de selectie voor het wereldkampioenschap in West- Duitsland. Hij werd zelfs een vaste doelman en speelde de verloren fi nale tegen Duitsland in München. Op Jan Jongbloed rekenden daar na weinigen meer, maar voor het WK in Argentinië behoorde hij toch tot de uitverkorenen. Afwisse lend met Piet Schrijvers, die toen geblesseerd raakte, verdedigde Jongbloed het doel van Oranje. En voor de finale kreeg hij van Ernst Happel zelfs de voorkeur boven Schrijvers. Argentinië was voor Jongbloed tevens het afscheid als international. Hij speelde in totaal 24 keer in Oranje. Terugblikkend is Jan Jongbloed te vreden. Een uitgesproken hoogte punt heeft hij naar zijn zeggen ech ter niet meegemaakt. Het zijn er in de ogen van Jongbloed meer ge weest. „Uiteraard hoort daar mijn eerste wereldkampioenschap in West-Duitsland bij. Maar beslist ook mijn eerste kampioenschap als B-junior, het kampioenschap met DWS en de eerste Europa-Cupwed strijd. Dat zijn voor mij de meest waardevolle herinneringen", aldus Jongbloed. Over het grillige verloop van zijn carrière is de ras-Amsterdammer zelf ook verbaasd. Maar als een uit zonderlijke prestatie beschouwt hij het niet. „Ik voel me toch steeds fit en sla in de eredivisie allerminst een modderfiguur. Zolang dat niet verandert zal ik blijven spelen. Wat is wijsheid. Na het wereld kampioenschap in West-Duitsland werd mij al geadviseerd om te stop pen. Een mooi moment om als 33- jarige afscheid te nemen, werd ver ondersteld. Nou, je ziet wat daar van terecht gekomen is". Eigenzinnig De eigenzinnige Jan Jongbloed trok zich van die adviezen wijselijk niets aan en volgde zijn eigen weg. Met als gevolg dat hij morgen als recordhouder de voetbalgeschiede nisboeken in gaat. Een leuk ogen blik om bij stil te staan, beaamt de doelman. Maar niet om overdreven uitbundig over te doen. „In dit ge val heb ik er begrip voor dat ik weer in het nieuws kom, maar ik vind wel dat het zo langzamerhand maar afgelopen moet zijn met de aandacht die ik vanwege mijn leef tijd krijg. Heel Nederland weet in middels hoe oud ik ben. Mij lijkt dat daar de bijzonderheid wel van af is". Dat ouderdom met gebreken komt merkt ook Jan Jongbloed, hoewel hij daar aanmerkelijk minder last van heeft dan de meeste leeftijdge noten. „Ik kan inderdaad niet meer opbrengen wat jongeren doen", vertelt hij. „Kijk, de jaren tellen natuurlijk. Maar het is ook niet de bedoeling dat ik het tempo van de jeugd volg. Ik sta niet alleen bij Go Ahead Eagles in het doel, omdat, ik kwaliteiten heb, maar vooral van wege mijn routine. En ik heb wel zoveel ervaring dat afgaan er niet meer bij is. Ik kan eens een minde re wedstrijd spelen, maar echt slecht zal ik niet meer spelen". Het plezier in keepen is er al die ja ren bij Jongbloed niet minder op geworden. Waar hij wel vaker moeite mee heeft zijn de trainin gen. Meer dan vroeger bekruipt hem het gevoel een training over te slaan. „Maar dat is ook het enige", verzekert hij. „Het reizen tussen Amsterdam en Deventer heeft daar niets mee te maken. Ik geef toe, dat uniek record. Als de doelman voor Go Ahead Eagles de uitwedstrijd tegen Roda JC heeft volbracht is hij de oudste speler die ooit in het Nederlandse betaalde voetbal actief is geweest. Jan Jongbloed is gisteren 43 jaar geworden en breekt daarmee het record van de legendarische Frans de Munck, die op de dag dat Jongbloed het seizoen er op heeft zitten is er op nieuw sprake van een mijlpaal. De Amsterdamse doelman heeft dan 25 seizoenen in het betaalde voet bal meegemaakt. Een opmerkelijke prestatie van een bijzondere sport man. Niet gemakkelijker „Voor een doelman is het er in de loop der jaren niet gemakkelijker op geworden. Het grootste verschil met vroeger is wel dat er meer kort voor je neus gebeurt. En dan de voorzetten. Voorheen kwamen die vanaf de zijkant voor het doel. Voor een keeper redelijk gemakke lijk te beoordelen. Tegenwoordig wordt de achterlijn opgezocht om dan een voorzet te geven. Die bal len ziin erg moeilijk te verwerken. Ik heb trouwens weinig moeite ge had om me op die veranderingen in te stellen. Ik ben er al die jaren in meegegroeid". Jan Jongbloed heeft het zo lang als betaald voetballer kunnen volhou den dank zij zijn geldingsdrang, een goede verzorging van het li chaam en zijn zelfdiscipline. Ka raktertrekken die hij bij veel voet ballers mist. „En beslist niet alleen bij de jongeren", merkt hij op. „Er zijn ook oudere spelers aan wie ik me regelmatig erger. Jongens, die wel een grote mond hebben en denken te weten hoe het moet, maar er zelf weinig voor over heb ben". Niet pessimistisch „Over de jeugd", vervolgt Jong bloed, „ben ik beslist niet pessimis tisch. De meesten zijn leergierig en bereid er veel voor te doen hogerop te komen. Dat heb ik als jeugdtrai ner bij Haarlem wel meegemaakt. Uitzonderingen heb je altijd. Dat is nooit anders geweest. Iedere speler heeft, vind ik, de plicht zich goed te verzorgen en er voor te zorgen dat hij klaar is voor de wedstrijd. Dat heb ik tenminste altijd gedaan. Op dat vlak konden mij nimmer verwijten worden gemaakt". Waar Jan Jongbloed zich wel ma teloos aan ergert is de agressie rond de velden. Als doelman heeft hij geregeld last van balorige suppor ters. Tegen Ajax kon Jongbloed zich niet meer beheersen en bond hij met de Amsterdamse supporters regelrecht de strijd aan door met zand naar ze te gooien. „Ik weet het. Dat is niet goed te praten. Maar in die wedstrijd werd ik erg nijdig. Er werd niet alleen op me gescholden, maar zelfs mijn gezin en ik werden bedreigd. Dat ging me toch net te ver. Wat je er tegen moet doen zou ik ook niet weten. Het is wel beangstigend, want de meesten lijken zelfs niet bezorgd voor hun eigen leven. Dat is bii Feyenoord-Tottenham Hotspur wel gebleken". HENK STOUWDAM Deze week kwam mij een verhaal ter ore. Het speelde zich af in de buurt van een grote stad in het zuiden des lands. Hoofdpersoon was de voorzitter van een sport club. Wat was het geval? De voor zitter was een clubman. Daar is op zich niets tegen, komt in de beste families voor. Acht jaar geleden werd de voorzitter, laten we hem Rinus ten Horp noemen, door lo kale notabelen waardig bevonden om het ambt van praeses te bekle den van de club. Die in het dorpje een belangrijke sociaal-maatschap pelijke functie had en één van de weinige uitlaatkleppen was voor de bevolking. Op de maatschappelijke status van Rinus viel niets aan te merken. Hij was directeur van een schoon maakbedrijf, dat onder zijn leiding dermate was gegroeid dat bijna elk openbaar gebouw in de verre om geving van het dorp door Rinus' bedrijf werd behoed voor vervui ling. Rinus had zo veel adjuncts, dat hij het verzoek van de lokale notabelen zonder problemen kon honoreren. Hij kon tenminste vele uren per dag en de meeste avon den van de week vrij maken om zich met hart en ziel te wijden aan de club. En zijn eigen belang. Rinus had zich de jaren daarvoor al op een wat lager niveau ver trouwd gemaakt met de functie van sportbestuurder door in een bescheiden kluppie de voorzitters hamer efficient te hanteren. Zo legde hij contacten met regionale notabelen en viel zijn naam wel eens in de lokale pers. Nu had Ri nus een meer dan gemiddelde in telligentie en het was hem al gauw opgevallen dat in sportland roem en dus publiciteit snel waren te vergaren. Ooit had hij even kort een politiek pad gevolgd om zijn ambities ruim baan te geven, maar waar je in dat metier nog wel eens de weg der geleidelijkheid moest bewandelen ging dat in de sport wereld veel gemakkelijker. Déar lag zijn kans. En Rinus zou Rinus niet zijn als hij die niet zou grijpen. Onder het mom van de club en haar belangen kon hij keurig zijn eigen plan trekken. De lokale pers zou wel willen meewerken. Of moeten, daar was Rinus gemakke lijk in. Er verschenen een paar periodie ken in Rinus' woonplaats en die zou hij wel even naar zijn hand zetten. Het ging tenslotte om de belangen van de club, zou hij voortdurend zeggen. Eén blad wenste zich echter niet als spreek buis te laten gebruiken voor Ri nus' plannen en stelde zich nogal eens kritisch op. Dat zinde Rinus niet. Dat zou hij die jongens wel eens even afleren. Op een dag dat het bewuste blad (weer) niet mee- juichte met de concurrentie en een kritische noot plaatste ging hij achter zijn schrijfmachine zitten. Hij zou de hoofdredacteur wel eens haarfijn laten weten dat dit geen pas gaf. De pers behoorde het reilen en zeilen van zijn club posi tief te beoordelen, ja zelfs de men sen naar de tribunes te schrijven. Het was helaas wel zo dat Rinus' club net was gedegradeerd, maar met z'n allen de schouders er on der en het verloren gegane terrein zou weer worden teruggewonnen. Dat zou hij die hoofdredacteur wel even laten weten. Hij moest zijn sportredactie gewoon opdracht ge ven alleen maar gunstig over zijn club te schrijven en verder geen flauwe kul. Anders wist hij nog wel andere maatregelen. Rinus kreeg een keurig briefje te rug met de belofte dat de sportre dactie zo positief mogelijk over zijn club zou schrijven. Rinus leun de tevreden achterover in zijn di- recteursstoel. Zo, dat had hij even keurig geregeld. Voortaan geen problemen meer met dat blad, hij had ze mores geleerd. In het be lang van de club natuurlijk. Maar, hoewel hij dat nimmer aan iemand anders dan zijn vrouw vertelde, vooral in zijn eigen belang. Want Rinus wilde hogerop. Er zouden kort nadien wat baantjes vrijko men in het bondsbestuur en die le ken hem wel wat. Rinus liet zich, zoals dat hoort, wat meer zien in den lande en sprak deze en gene. Vergenoegd vertelde hij dan de volgende ochtend, het was immers elke avond erg laat geworden, vrouwlief dat er schot in zat. Die post was vrijwel zeker voor hem. Opeens was Rinus geen kandidaat meer, de overige heren van het bondsbestuur hadden de voorkeur gegeven aan een vent van een an dere club. Die speelde hoger en was daardoor belangrijker. Inmid dels heeft het schoonmaakbedrijf weer acht uur per dag de beschik king over zijn directeur. Rinus is voorzitter-af. Zijn club speelt in tussen in de onderafdeling, nadat ook de sponsor had afgehaakt. Toen was er voor Rinus helemaél geen eer meer te behalen. Ook al niet omdat zijn collega-bestuurders het ook zat waren geworden dat Rinus het allemaal op eigen houtje had gedaan. Rinus ten Horp, een proto-type. Ze zullen altijd blijven bestaan. BUYS Plan- naakt Jan Jong- niet meer. Hij zijn toekomstver- al te vaak wijzigen om zich met morgen bezig De doelman spelen zolang hij en nog niet afge- voelt. En wat er afscheid volgt laat op zich afko- enige verwach- die hij, zij het met reserve, uitspreekt, hij na zijn actieve in de voetbal- werkzaam blijft. Hij zich moeilijk voor in dat zijn ruime er- ig onbenut zal blij- Die onbezorgde in- 17503ing heeft Jan Jong- tibuie' p zich niet willens en ïoT'ops eigen gemaakt, badkj is gegroeid en een kame'r jlg van zijn even gril- als opmerkelijke car- Want van een logi- fg opbouw van zijn ^Cjjbaan kun je moeilijk ^"Tren. het niet altijd plezierig is, maar ik aanvaard dat als een consequentie van de keus. Johnny Rep bij PEC Zwolle klaagt er wel over. Vind ik niet helemaal terecht. Hij wist waar hij aan begon. En als hij niet zolang wil reizen moet hij maar in de buurt van Zwolle gaan wonen". In de loop der jaren heeft Jan Jongbloed het voetbal zien ontwik kelen tot een redelijk vrijblijvend spelletje. Tot een sport die in be langrijke mate wordt bepaald door tactiek. „Vroeger was het meer een kwestie van de bal zo snel mogelijk naar voren trappen en hard hollen. Tegenwoordig wordt er op een kleine ruimte gevoetbald en strin genter verdedigd. Daar staat tegen over dat de verdedigers een be langrijker taak hebben gekregen. Vroeger moesten zij alleen afstop pend werk verrichten. Nu stelt ie dere trainer de verdediger ver plicht zich ook bij de aanval in te schakelen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 19